Satellite
  • Day 7

    Pointe-au-Pére, Amqui tot New Brunswick

    September 14, 2010 in Canada ⋅ 🌙 13 °C

    Na een sober ontbijt in hetzelfde sportcafé terug op weg, het is frisjes en regenachtig slechts 12°C.
    Ruim op tijd kwamen we aan de historische site Pointe-au-Père. Eest zagen we een film over "Empress of Ireland" de grootste scheepsramp na de Titanic. Gezonken hier in de golf van St Laurent. Het schip was juist vertrokken naar Liverpool vanuit Québec, het was de nacht van 29 mei 1914, de loods van de rivier had het schip verlaten maar door de mist werd de Empress midscheeps aangevaren door een anders schip. Op 14 minuten tijd zonk het schip, slechts enkele van de voldoende reddingsploegen konden gebruikt worden. Er waren genoeg reddingssloepen aan boord t.g.v. de nieuwe verplichtingen na de scheepsramp van de Titanic.
    Er stierven 1012 mensen en 465 overleefden de ramp. Het was een aangrijpende film!
    Daarna beklommen we de oudste vuurtoren van het schiereiland, gebouwd in 1900 er zijn 109 trappen en de toren werd uit dienst genomen in 1970. Nu staat er een pyloon met GPS en computergestuurd licht en een geluidsbaken.
    Na de aanhoudende regen kwam de zon er even door dus vlug de mooie zichtjes terug gefotografeerd! We reden verder richting Matapédia en dwarsten het hele schiereiland. De veronderstelde houten huizen die we onderweg zien zijn eigenlijk bekleed met vinyl of aluminium met houtimpressie. Er zit veel isolatie achter de platen en de meeste staan op ijzeren draagbalken zodat ze verplaatsbaar zijn. De bekleding is warmer dan hout, er is ook geen houtworm e.d. En het onderhoud is gemakkelijker.
    We lunchen in Amqui, halfweg in de "Auberge Beauséjour". het was weer een huis met vele bestemmingen: Herenhuis, winkel, ziekenhuis en bejaardenhuis. Nu is het een hotel en winkel van antiek en artisanale producten. Waarschijnlijk lekker maar zéér duur. De tafels stonden al gedekt en we kregen: Wortel&aardappelsoep, sla, rijst en de beste verse zalm die we deze reis aten met dille/mostaardsaus en suikertaart.
    De zalmtrek begint nu en daarom krijgen we dikwijls de keuze om zalm te eten.
    We rijden regelmatig naast rivieren waar de zalm stroomopwaarts zwemt om in één van de grote meren te paaien. Zij lijken soms ondiep door het vele grint dat hier en daar bovensteekt, de zalm heeft dit echter nodig als vistrap en als bescherming. In het westen van Canada heeft men een tijd grint gebaggerd en de zalmpopulatie daar ging erg achteruit.
    Onderweg riep Albertine "Een moose!" maar niemand anders heeft hem gezien. Het geeft wel aan dat we midden in de natuur zitten. Hier zit ook veel ander wild, men mag jagen mits vergunning maar het vlees mag niet verkocht worden, alleen als je de weg weet geraak je aan echt wild! Wegens het toerisme is er veel vraag naar wild dus kweekt men "wilde" dieren. Als ze slachtrijp zijn gaan ze naar de slager en niet even de natuur in zoals bij ons wel gebeurt. Amerikanen komen wel jagen met een gids met een licentie, Chinezen doen het illegaal met helicopters en nemen dan nog alleen de tong, klauwen en galblaas als afrodisiaca! De rest blijft liggen, als ze betrapt worden zijnde boetes zeer hoog tot zelfs gevangenisstraf.
    We rijden helemaal door bosgebied en er komt wel voorzichtig wat kleur tussen de bomen, maar nog geen Indian summer, het is nog te vroeg!

    Oorspronkelijk woonden hier de Mikmaq Indianen, toen kwamen de bontjagers en de Fransen. Toen America zijn onafhankelijkheid bevocht kregen de locals, zij die trouw bleven aan de Engelse koning , 40 hectaren grond in wat toen de kolonie Canada was. De Franstaligen die hier woonden werden verdreven en gingen dan richting Baie des Chasseurs of naar het zuiden tot in Louisiana. Cajun is een mengeling van Frans en 5 Afrikaanse talen omdat zowel de Franse stelers als de Afrikaanse slaven niet konden lezen of schrijven en dus hun eigen taal ontwikkelden. Na deze uitleg van Albertine kwamen we aan het "Parc National de Miguasha". Er werd een film getoond binnen maar Dirk en ik gingen liever wandelen, we verwittigden Albertine en wandelden tot aan de oever van de St Laurent. Het leek wel aan zee, de zon kwam er even door en we zochten fossielen en stenen op het strand. Even frisse lucht inademen om dan weer de bus in te stappen naar Campbellton. We reden een andere provincie binnen: New Brunswick. In het Super 8 hotel kregen we na veel moeite allemaal een kamer en wij wachtten geduldig en kregen een soort appartement, niet erg fris maar het is maar voor één nacht. Blijkbaar was er een canceling van onze busreservatie?
    Terug thuis bleek dat de Canadese reisorganisatie failliet was gegaan tijdens onze reis, buiten deze canceling hebben we er echter geen problemen meer mee gehad, alles werd in België opgelost!
    Read more