Satellite
  • Day 356

    Overleven in de jungle

    August 7, 2016 in Malaysia ⋅ ⛅ 25 °C

    Nadat we ons verblijf met nog een dagje verlengd hebben (geen seconde spijt van, wat een top plek!) gaan we dan toch eindelijk op pad om de rest van Maleisië te ontdekken. Als we 's ochtends om 7 uur willen vertrekken komen Chris en zijn vrouw nog even zelfgebakken muffins brengen. Ongelofelijk lief, niet normaal (bijna een beetje té.. haha!).

    Op naar de jungle. We nemen de bus en boot naar het dorpje Taman Negara, waar we afgesproken hebben een drie-daagse jungle trek te doen met drie anderen. We gaan met alleen een gids en het is de bedoeling dat we de massa -grotendeels afkomstig uit Nederland- ontwijken en de minder bekende plekken gaan opzoeken. We hebben geen flauw idee wat we moeten verwachten maar de mensen zijn leuk, het is goedkoop, en we zijn inmiddels wel het en ander gewend.

    De volgende ochtend pakken we onze backpacks in. Het is even schrikken als we zien wat we allemaal moeten meenemen. Voor iedereen een matje, slaapzak, eten voor drie dagen en heel veel water. Heel wat kilo's. Maar gelukkig is de stemming goed. Met Fai en Erik uit Amsterdam, David uit Duitsland en onze goedlachse gids Ajip hebben we een gezellige groep.

    We lopen door de snikhete en vochtige jungle terwijl Ajip hier en daar wat bijzondere planten of bomen aanwijst. Op wat olifantenpoep na zien we weinig spannende dieren. Hoewel het in vergelijking met ons avontuur in de amazone allemaal niet heel spectaculair is, voelt het goed om de drukke stad en de toeristenmassa (onvermijdelijk, het is hoogseizoen) achter ons te laten.

    Aan het einde van de middag bereiken we de 'four steps' waterfall, en we zoeken een mooi plekje uit om ons kamp op te slaan. We kiezen voor een idyllisch strandje aan de rivier. Eigenlijk is het niet toegestaan om hier te kamperen maar het is er prachtig, een stuk sfeervoller dan de lelijke campsite even verderop. Eerst nemen we een duik in het heldere water van de rivier en proberen we de 'natural whirlpool' uit. Het voelt fantastisch na de lange tocht met onze zware backpacks.

    Nadat we heerlijk gekookt hebben (oké, vooral Ajip) zetten we onze tent op, niet meer dan een zeiltje dat tussen de bomen is gespannen. We kletsen nog wat na, tot ik in de verte ineens lichtflitsen zie. Onweer. We zijn een beetje bezorgd want we kennen de gevaren van flash floods waarbij rustige stroompjes binnen no time veranderen in woeste rivieren door een regenbui ergens stroomopwaarts. Maar omdat het onweer ver weg lijkt te zijn en het nog altijd droog is besluiten we het erop te wagen. Wel zijn we zo verstandig een stok dichtbij de oever van de rivier te plaatsen om in de gaten te kunnen houden hoe snel het water stijgt.

    Een uur later begint het hard te regenen. Iedereen lijkt moeite te hebben om de slaap te vatten en we kijken allemaal angstvallig naar de stok. Geen verandering. Een uurtje later maakt Ajip ons wakker. Kunnen we toch alvast onze spullen inpakken? Er is nog altijd geen verandering maar we moeten voorbereid zijn. Nadat we onze spullen hebben ingepakt vallen we weer in een oppervlakkige slaap terwijl Ajip bij het haardvuur vecht om zijn ogen open te houden.

    Dan gaat het ineens heel snel. "Wegwezen!" schreeuwt Erik. Het water stroomt al onze tent binnen en stijgt zienderogen. Ik geloof mijn ogen niet. Tijd om onze spullen bij elkaar te zoeken hebben we niet. Rennen! Binnen tien seconden zijn we met onze backpacks naar boven geklauterd, naar hogere grond. Ajip probeert nog te redden wat er te redden valt terwijl hij tot zijn middel in het water staat. Ongelofelijk, het water is in een minuut tijd meer dan een meter gestegen! Trillend van de adrenaline nemen we de schade op. Iedereen oké? We zijn ons kapot geschrokken.

    Midden in de nacht lopen we met al onze spullen door de jungle naar de campsite. Ik loop voorop en ondanks de enge momenten even daarvoor denk ik vooral aan de luipaarden en andere dieren die hier in de jungle leven en juist 's nachts actief zijn. Brr. Als we de campsite bereiken zijn we veilig. Dat onze dunnen matjes nul comfort bieden op de betonnen ondergrond, en dat onze slaapzakken door en door nat zijn, maakt niet uit. We zijn nog nooit zo blij geweest met een dak boven ons hoofd!

    Het klinkt misschien allemaal een beetje overdreven (kom op nou, bang voor een beetje water?!) maar het was ontzettend eng. De volgende ochtend zien we dat het water wel twee meter hoger stond dan normaal. Ik heb water nog nooit zó snel zien stijgen, en ook Ajip gaf toe dat hij nog nooit zoiets meegemaakt had terwijl hij als gids zeer ervaren is. Doodeng, maar het is gelukkig allemaal goed gegaan!

    De volgende dag gaan we na een ontbijtje van ansjovis met rijst en ei (heel normaal hier in Maleisë) weer op pad. Al snel komen we erachter dat de regen van de afgelopen nacht nog een cadeautje voor ons heeft achtergelaten: Bloedzuigers! Het lijken net onschuldige regenwormen maar dan weten ze feilloos hun weg te vinden via je kleding naar je liezen en oksels waar ze zich volzuigen met je bloed. Brr.. Om de zoveel tijd moeten we weer even stoppen om alle bloedzuigers van onze schoenen en huid te halen, gelukkig doet het geen pijn.

    Als we ongeveer halverwege ons traject door de jungle zijn, horen we achter ons iemand roepen. Vreemd, we zijn sinds de waterval niemand meer tegengekomen. We zijn de enige groep op deze route. Dan verschijnen achter ons twee jonge Franse tieners, een jongen en zijn zusje, het meisje niet ouder dan 14 jaar. Ze blijken tijdens een simpel wandeltochtje hun ouders te zijn kwijtgeraakt en hebben sindsdien zoveel uren gelopen dat ze hopeloos verdwaald zijn. Ze hebben geen water, geen eten en niets meer dan de kleren die ze op dat moment dragen.. Ajip vertelt ze dat ze te diep in de jungle verzeild zijn geraakt om nog voor zonsondergang de bewoonde wereld te kunnen bereiken. Ze moeten nog minimaal vier uur lopen en het is al halverwege de middag, en dat is ervan uitgaande dat ze onderweg geen fouten maken. Er zit niets anders op, ze moeten met ons mee.

    We lopen verder door de jungle terwijl we omstebeurt checken of we écht geen bereik op onze telefoon hebben. Tevergeefs. Vlak voor we onze kampeerplek voor de nacht bereiken -een open plek in het bos- moeten we nog een rivier oversteken. Op onze blote voeten en met onze tassen deels op ons hoofd waden we door de rivier. Avontuur jongens, haha!

    Terwijl Ajip en Erik alweer druk bezig zijn met het spannen van het zeil begint de rest vast aan het snijden van de kool en wortels voor in onze curry. Joyce is nog steeds niet helemaal lekker en ook Thomas voelt zich zwakjes sinds de ansjovis van die ochtend. Ik moet denken aan hun ouders, die vre-se-lijk bezorgd moeten zijn nu de duisternis langzaam valt en hun kinderen nog steeds niet terecht zijn. Het moet een van de ergste dingen zijn die je als ouders kunt meemaken. Maar er is niets wat we kunnen doen.. Zo diep in de jungle heeft niemand van ons bereik en er is geen levende ziel in de buurt die we kunnen waarschuwen. Er zit niets anders op dan wachten tot het weer licht wordt en er maar gewoon een gezellige avond van maken met z'n allen. De tieners zelf (ik ben hun namen vergeten, wat erg!) lijken overigens niet echt onder de indruk van de ernst van hun situatie. Ze lachen wat en lijken niet te beseffen dat ze zijn ontsnapt aan een nacht alleen in de snikhete jungle -zonder water!- en ongelofelijk veel geluk hebben gehad dat ze ons zijn tegengekomen.

    De volgende ochtend roosteren we toast boven een vuurtje en dan gaan we weer op pad. Na een uur of vier lopen bereiken we de rivier vanaf waar we weer terug zullen varen naar Taman Negara. Hier stuiten we op een parkranger. De parkranger gelooft zijn ogen niet als hij ziet wie we bij ons hebben. Gisteren zijn de hele middag verschillende teams op zoek geweest naar de kids, zonder resultaat.. De enige hoop die ze hadden was dat ze uiteindelijk een groep zouden moeten tegenkomen, als ze tenminste op het pad zouden blijven. Gelukkig zijn ze weer terecht!

    Die middag als we aanmeren bij het dorpje zien we ze voorbijlopen met hun ouders. Arme ouders. Ze lijken nog altijd niet van de schrik bekomen te zijn, wat een nachtmerrie! Wij maken ons na een bedankje van hun kant snel uit de voeten. We zijn uitgeput en verschrikkelijk smerig. Tijd om even bij te komen van alle gebeurtenissen van de afgelopen drie dagen, én tijd voor een douche. Een avontuur was het zeker!
    Read more