Satellite
  • Day 23

    De fauna en flora van Coroico

    March 30, 2019 in Bolivia ⋅ ☁️ 25 °C

    We stappen in een minibusje samen met 15 volwassenen, 2 kinderen en 2 honden. Uit ons raam zien we enkele diepe, groene valleien en na een uur rijden zien we de “camino de la muerte” of de “death road” liggen. Een smalle gravelweg vlak langs de afgrond waar, zoals de naam het zegt, al vele doden gevallen zijn. Mensen die met hun auto van de weg raken en naar beneden sukkelen. Of met de fiets. De death road is namelijk een heel populaire toeristenattractie om met de mountainbike af te dalen. Het uitzicht is er geweldig, maar je let best toch op de baan.

    Het dorpje Coroico ligt op een prachtige locatie. Vanuit de meeste hotels heb je een indrukwekkend zicht op de omgeving. Het Yungay gebergte en de jungle overheersen hier en het klimaat is subtropisch.

    In ons hotel doen we een wandeling in de mooie tuin. Eerst langs een paar schommels die tussen het groen onder een boom hangen. Dan door een prachtige bloementuin vol vlinders. Daarna arriveren we op een open grasplein met hangmatten, een klein zwembad en een geweldig uitzicht op de bergen. We vinden dit nu al een toplocatie. Wat een verschil met het drukke La Paz waar we enkele uren geleden nog waren.

    De dag erop gaan we op verkenning. De receptioniste beveelt ons een wandeling aan langs 3 watervallen in de buurt. We stappen door de heuvels met een mooi zicht op de groene vallei onder ons. We passeren meerdere plantages van coca, bananen, mandarijnen en koffie. Na een halfuur zweten we al want de zon brandt hevig. Vanuit de struiken duikt plots een hond op die ons voor de rest van de dag vergezelt. We dopen haar “Chuflay”, wat een typische Boliviaanse cocktail is.

    Op de terugweg verlaat Chuflay ons voor enkele Bolivianen die langs de kant van de weg staan te eten. Begrijpelijk, het beestje zal wel honger hebben. Na 5 uur stappen bereiken we ons hotel en is het tijd voor een verfrissende douche.

    Voor we naar het Titicacameer vertrekken, bezoeken we Senda Verde. Dit opvangcentrum voor dieren ligt op een tiental kilometer van hier, in het midden van de jungle. Een Amerikaans-Boliviaans koppel startte Senda Verde in 2004 op nadat ze een kapucijnaap redden uit de handen van dierensmokkelaars. Ze hebben ondertussen al meer dan 800 dieren die mensen niet meer willen als huisdier, of die in de illegale smokkel verzeild raakten.

    De vriendelijke vrijwilligster Nora leidt ons anderhalf uur rond op het domein. Eerst passeren we de vogelkooien met massa’s kleurige papegaaien. We zien ook een tapir, een capibara die zich ontfermt over een jong hert en enkele schildpadden. Daarna bezoeken we de meer dan 200 apen. Kapucijnapen, spinapen, rode brulapen,… we zien er allerlei soorten. Als laatste zien we 2 exemplaren van de bedreigde brilberen.

    Triest om te zien dat deze dieren hier allemaal terecht gekomen zijn. En zeker als je weet dat per 10 illegaal verhandelde dieren er maar 1 overleeft. Naast deze 800 dieren zijn er dus ongeveer 8000 anderen gestorven. De Boliviaanse wet verbiedt Senda Verde om de dieren later weer in het wild vrij te laten, wat wil zeggen dat men hier steeds moet uitbreiden. De eigenaars en vrijwilligers zijn constant in de weer met het bouwen van nieuwe kooien en verblijfplaatsen voor de dieren. Respect voor hun inspanningen!
    Read more