Suttons Bay naar Minneapolis

July - August 2022
A 28-day adventure by Bertus Reist Read more
  • 24footprints
  • 1countries
  • 28days
  • 207photos
  • 0videos
  • 1.9kkilometers
  • Day 12

    This road I'm on (Shelby Lynne)

    July 21, 2022 in the United States ⋅ ☀️ 26 °C

    Vanmorgen vroeg de Blue Velvet met koffers volgeladen en een dot gas gegeven naar het noorden. Ons volgende huisje moet makkelijk te vinden zijn. We gaan 100 kilometer op de weg vanaf Rapid River, dan bij de kruising linksaf, 150 kilometer doorrijden en daar ligt ons volgende huisje. Het ligt 250 kilometer verder, maar ik hoef maar 1 keer linksaf te slaan. Makkelijker kan niet.

    'T 'is dus gas geven tot 90 kilometer per uur en cruisecontrol aan. Tot we zin hebben in koffie of een hapje eten, dan trap ik even op de rem. En de weg gaat nog steeds door heuvelachtig gebied en voortdurend door bossen, bossen en nog eens bossen Naarmate we Bergland naderen wordt het steeds heuvelachtiger. En de weg strekt zich steeds verder voor ons uit. Dat geeft soms ook het rare effect dat de weg in de verte door de hitte lijkt op te lossen. De weg verandert dan in een grote plas water, lijkt het.

    We stoppen even in Marquette. Een sfeervol havenstadje. En met een lekkere muffin-bakker "Babycakes". Marquette is "groot" geworden met ijzererts-handel. In het haventje ligt dan ook een enorm dok voor laden en lossen van erts. Het dok lijkt een soort enorme monsterlijke kerk.

    Na de muffin en de koffie rijden we door. Rustig (nu zowaar 105 kilometer per uur) door bossen, langs meren, langs akkers en de lange weg voor ons.

    Vlak na Marquette stoppen we nog even bij een verzameling rommelige gebouwtjes die zichzelf afficheren met "Da Yoopers Tourist Trap". Ik vind het een goeie naam. Het is een verzameling oude voertuigen en rommel die omgebouwd zijn tot nutteloze gebruiksvoorwerpen: een fiets als sneeuwschuiver, een oude auto tot loveseat, een vrachtwagen tot grasmaaier. De gebouwtjes zijn tacky souvenirswinkeltjes en een winkeltje voor bergstenen. Grappig is dat als de telefoon in de souvenirshop over gaat, de cassiere opneemt met "Hello, the Tourist trap!".

    Rond lunchtijd rijden we langs "Hardwood Steakhouse". Omdat er 40 kilometer voor en 40 kilometer na dit punt geen andere eetgelegenheid meer zit, zetten we onze Blue Thunder daar op de parkeerplaats en lopen naar binnen. Een enorme blank houten blokhut met een zee aan ruimte binnen. Aan één tafel zit een familie van 8 stil te wachten op hun eten. Rest van het restaurant is leeg. Bediening is afwezig. Paar minuutjes later komt de serveerster. Menukaart en bestek wordt uitgedeeld en drinken wordt opgenomen. We bestellen een soepje en een quesedilla. Simpel zou je zeggen....Dan verdwijnt de serveerster en kan het lange wachten beginnen...we horen wel gerommel in de keuken maar er lijkt niet veel uit de keuken te komen. De familie van 8 blijft stil wachten. Na 30 minuten horen we frituur bruisen en lijkt er wat te gebeuren. De familie van 8 krijgt zijn eten, eet er hooguit 10 minuten van en verlaat dan het restaurant. Wij krijgen na 45 munten ons eten. Best lekker, niks mis mee. Erica vraagt om de rekening. Die komt binnen 10 tellen. Erica legt de creditcard bij de bon om af te rekenen en weer is de serveerster nergens te bekennen. We leggen 20 dollar neer en lopen het pand uit. Niemand meer gezien of gehoord.

    We komen rond 3 uur Bergland binnen en rijden per ongeluk ons huisje voorbij. Even keren en we zetten de Big Blue Wagon op het grasveldje naast het huisje. 'T is wel het tegenovergestelde van ons huisje in Rapid River. Dat was modern, fris en net opgeknapt. Dit huisje lijkt meer op "het oude huis van opa en nu hij dood is verhuren we het aan toeristen". Alles is oud, bruin nep-eiken, vergaan en vergeeld (en moet nodig worden opgeknapt). Ook wel weer leuk...maar anders (en veeeeeel goedkoper).

    De buurman links staat zich er op voor militair te zijn geweest getuige de enorme vlaggen met "Marine" en " Army" in zijn voortuin. De andere buurman heeft boven zijn garage een bod hangen met "Assholes Garage". Dus....

    We doen een biertje in het enige cafe (annex eethuis) van het dorp "Bergland Bay Bar". "Bergland" vanwege het dorp, "Bay" omdat er aan het einde van de straat een enorm meer ligt. Van buiten een bruinig pandje met boven de deur een groot neon-sign met de naam er op, van binnen een donker ongezellig hol. En naast dat dit het cafe van het dorp is, staan achter in het eetgedeelte ook nog een pin machine, een biljart en twee wasmachines. Heel gezellig als je lekker zit te eten en je buurman komt zijn wollen sokken met gaten, grote witte onderbroeken en de door-zijn-moeder-gebreide hansopjes even door de wasmachine halen.

    Aan de bar zitten twee stamgasten voorovergebogen naar hun glas te kijken. Ze zeggen niks en zitten daar alsof ze al heel lang niks zeggen. Het lokaal gebrouwen bier smaakt weer prima.

    Op het ouderwetse geëmailleerde fornuis met warmtespiralen in ons bejaardenhuisje pruts ik een Gumbo met worst en rijst in elkaar. Ook lekker.

    Morgen gaan we de bergen in, The Porcupine Mountains.

    Tot morgen.
    Read more

  • Day 13

    The Ecchoing Green (Martha Redbone)

    July 22, 2022 in the United States ⋅ ☀️ 23 °C

    Na een moeilijke nacht met veel hitte en veel muggen (en een klein bed, helpt ook niet) toch redelijk vroeg uit de veren.

    General Blue (neef van.....) weer gestart en 30 kilometer noordwaarts naar de kust van Lake Superior gereden, aan de grens met Canada. Daar ligt Porcupine Mountains Wilderness State Park. Het grootste Statepark van Michigan. En het woord "Wilderness" zit er in omdat de natuur hier zijn gang kan gaan, er veel wilde beesten leven (niks van gezien trouwens) en het water hier bij tijden flink kan huishouden.

    Wilderness zijn valt natuurlijk niet altijd mee als er (te) veel bezoek komt. Volgens de Ranger van het park, die ons weer enthousiast vertelt waar we moeten gaan hiken en wat er allemaal leuk is in het park, had COVID het park dan ook geen goed gedaan. Iedereen wilde naar buiten: op naar de parken!! Daardoor had het soms meer geleken op een snelweg dan op een Wilderness. Dus hij was er wel blij mee dat afgelopen 2 jaar iedereen die Porcupine Mountains Wilderness State Park wilde zien het had gezien en dat de benzineprijs zo hoog is dat mensen niet meer ver kunnen reizen. Nu was het extreem rustig. Da's voor ons ook fijn. Het worden al met al flinke hikes die we vandaag gaan doen. Totaal zo'n kleine 20 kilometers. Bergje op, bergje af.

    Maar wel heel mooie kilometers. Kilometers over de ruggen van de oude vulkanen, met uitzicht op Lake of the Clouds (Michigans meest gefotografeerde meer en ik heb er gewoon weer aan meegedaan), langs mooie watervallen (nu natuurlijk niet supergroot met wel idyllisch), maar ook langs oude kopermijnen. Want dat was het oorspronkelijke doel van de Amerikanen om in en op Porcupine Mountain te gaan wonen. Koper delven. Hadden de Indianen al bedacht, maar de wit-mens heeft het daarna helemaal leeggeroofd. Her en der zijn nog sporen van mijnen te vinden. En het water kleurt af en toe behoorlijk rood door de koper die in de grond zit.

    Maar mooi is het en groen....heel veel groen......alles staat vol in het blad.

    En het valt op, het is inderdaad betrekkelijk rustig op de route. Pas tegen de middag komen we al lopend regelmatig medewandelaars tegen. Klein groetje, knikje , how're you doin', is voldoende.

    Dat viel ons deze reis ineens op. Amerikanen in het noorden zijn veel rustiger en minder "opdringerig" dan aan de kusten en in het zuiden. Niet dat Amerikanen vervelend "opdringerig" zijn, maar ze willen je nog wel eens de oren van de kop vragen: waar kom je vandaan, waar reis je heen, wat vind je van dit, wat vind je van dat? En tot nu toe heeft niemand iets aan ons gevraagd. Ze laten ons lekker ons gang gaan en zij gaan hun gang. Beetje de Groningers van Amerika, zeg maar.

    Zelfs mijn prachtige supersnelle Blue Bird doet geen vragen rijzen....behalve....bij de eigenaar van ons huurhuisje. Vanmorgen waren er wat kleine probleempjes (slot en wifi). Die had ik even in een vraag gemaild aan de eigenaresse. Niet wetende dat zij naast het huisje wonen (the asshole garage van gisteren). Dus vanmorgen, vlak voor ons vertrek naar het park komt de eigenaresse in haar donkerblauwe badstoffen badjas met iets te veel pluizen en haken, op blote voeten het grasveld op waggelen om te helpen.

    De man des huizes staat er achter te kijken hoe zijn vrouw dat gaat oplossen. Dik in de 60, bierbuik, korte joggingboek met verfvlekken aan, grijs verwassen t-shirt net over zijn buik heen en bruine veiligheidsschoenen met de veters nog los, zonder sokken: "You got yourself quite a car....mister....and a long ride" (hij zag het Texas-nummerbord op de wagen en veronderstelde dat ik uit Texas was komen rijden). Het slot is weer gerepareerd.

    Tot morgen.
    Read more

  • Day 14

    I was an eagle (Laura Marling)

    July 23, 2022 in the United States ⋅ ☁️ 26 °C

    De Blue Velvet brengt ons nog één keer naar de Porcupine Mountains. Voor een volgende dag-hike. Iets korter dan gisteren, maar wel veel klimmen. Startend met een flinke klim naar het hoogste punt van de Porcupine Mountain, de Summit Peak. 200 feet (600 meter) boven zeeniveau met een prachtig uitzicht over het hele park. Gelukkig is het nog helder weer. Er zou volgens de weerskanalen storm op komst zijn. We kunnen mijlen ver kijken. En we zijn (weer) de enige, lijkt het, die het park bezoeken. Zelfs op zaterdag is het hier super rustig.

    Dan daalt de trail hard af naar het laaggelegen moerasgebied. We waren gewaarschuwd. Veel muggen......heel veel muggen. Overal muggen. K*t muggen. Erica heeft van de huiseigenaar als voorzorg al een soort van (roze)imker-mutsje meegekregen en we hebben ons helemaal volgespoten met deet. Maar ze blijven in grote hoeveelheden om onze oren zoemen. Gek wordt je ervan.Met name de delen waar geen deet gespoten kan worden zijn erg in trek. Ze vliegen in mijn oren, in m'n ogen en m'n neusgaten. Wapperend met onze handen en om ons heen slaand wanen we ons een weg door de Amerikaanse jungle. Uiteindelijk stop ik zoveel mogelijk gaten vol het papieren zakdoekjes. Dus daar lopen Peppi en Kokki, de een met een roze imkermutsje op, de andere met witte stukken papier bungelend uit zijn gezichtsgaten. En goed op de grond blijven kijken dat je geen felgroene kikkers doodtrapt.

    Na 20 minuten lopen komen we in droog gebied en nemen de muggen af. Mutsje blijft op, papier kan uit de gaten. 10 kilometer later hebben we de eerste ronde volmaakt. Prachtige afwisseling van bos, bergen, rotsen, meertjes en moeras. En we komen slechts 2 mensen tegen, ver van de bewoonde wereld. Een sombere jonge kampeerder met donkere vlekken om zijn ogen voorovergebogen depressief sjokkend naar zijn trekkers-tentje (type: geef hem 'n gun en een school en hij haalt de krant....zo leek het) en een hyper vrolijke visser die stond te genieten van zijn fantastische visstek en de kleine forel die hij zojuist had gevangen ("look....what a beautiful beautiful fish).

    In het hele park is geen enkele horecavoorziening. Mag niet. Natuur is natuur en daar horen geen commerciële activiteiten bij. Ze kunnen wel consequent zijn, die Amerikanen. Dus we moeten het hiken even onderbreken en naar een horecagelegenheid op zoek. "Paul's Restaurant" is één van de weinige eetgelegenheden die we tegen komen, net buiten het park. Binnen in de grote eetzaal is het muisstil. Soort van conferentieruimte met net iets te weinig tafels om het gezellig te maken. Wel een mooi uitzicht op een strand en het meer. We bestellen een broodje, uiteraard met friet en uienringen. Smaakt lang niet gek: bruinbrood met coleslaw en cornedbeef (of zoals wij vroeger thuis zeiden kornètbief. Kregen we af en toe op zaterdag als m'n moeder niet kookte, maar een luxe broodmaaltijd met soep klaar maakte. Met broodjes van de warme bakker Godschalk, kaas van de kaasboer, Russische bramenjam van de markt, een ei en lekker vleeswaren).

    Na de maaltijd zakken we weer af in het park voor onze laatste ronde. 6 kilometer van de weg, door het bos langs de kust via the Cotton en Speakers Cabin, terug het bos in. Weer anders en weer prachtig. Terwijl ik met m'n sokken uit m'n voeten sta te koelen in Lake Superior, vliegt vlak boven ons heeft een enorme eagle (adelaar) statig over. Toch hèt symbool van de States. Toch leuk.

    We sturen Blue Betty voor een kleine omweg naar Wakefield. Een slaperig dorpje met een paar "Soon Trump" posters, een meertje, een rommelige supermarkt en weer een onvervalste General Store. Nu eentje die naast ijs en koffie ook t-shirts verkoopt, een enorme collectie aan cannabisboeken heeft staan (hoe verzorg ik cannabis, hoe bak ik met cannabis, waar is het allemaal goed voor), een groot rek wilde rijst in de aanbieding heeft, eigen gemaakte jam verkoopt, keukenprullaria in overvloed heeft en helemaal achter in de winkel een heuse kerstafdeling al klaar heeft.

    Terwijl we op de porch van de General Store op de rode/wit/blauwe adirondak stoelen ons ijsje en koffie nuttigen, komt in een slakkentempo een mat uitgeslagen rode Chevrolet Camaro voorbijrijden, met op de voorkant de Confedrate Flag. Als de auto recht is ons gezichtsveld komt zien we net boven het portierraampje het hoofdje van een klein vrouwtje met witgrijze krullen (type Sophia Petrillo uit Golden Girls) met in haar mondhoek een sigaret. Wie schieten in de lach.

    Via de randen van Lake Gogebic rijden we terug naar ons dorp, Bergland.

    Naast ons blauwe huisje staat een grote oude high school. In totaal vervallen staat. Op de deur de officiële aankondiging gespijkers dat het pand niet langer geschikt is voor mensen. Kon het niet laten er toch een blik naar binnen te werpen. Op één of ander manier trekken dat soort Abandoned Places me wel. Als was het maar voor een foto.

    Het avondeten schiet er een beetje bij in. Dus met een bak vol crackers, een blik Cambell Soup (Royal Mushroom) en een artisjokdip komen wij de avond door.

    Morgen onze langste rit deze reis. 470 kilometer in 1 dag, dwars door Noord-West Michigan en Noord Wisconsin met als einddoel Madison, waar we weer vier dagen een ruilhuis hebben.

    Tot morgen.
    Read more

  • Day 15

    Room at the top (Tom Petty)

    July 24, 2022 in the United States ⋅ ☀️ 24 °C

    De kofferbak van Speedy Dory weer volgeladen en de deur van "49910 Bergland US" achter ons dicht gedaan. De eerste 100 kilometer rijden we door bossen en langs ongelofelijk veel meren en meertjes. Het gaat niet snel, maar mooi is het wel. En wat veel bos. Ergens snap ik wel dat deze mensen denken: wat nou, het gaat niet goed met de natuuur...kijk eens om je heen....

    Dan wordt het langzaam drukker, de wegen wat breder en de snelheid gaat omhoog. Rond de weg wordt het ook steeds eentoniger: industrieterreintjes met supermarkten, McDonalds, Starbucks en andere ketens.

    Al bij de start van de 450 kilometer in Bergland draait Erica de radio op de Tom Petty Radio Station. Een radiostation met alleen maar muziek van Tom Petty (en alles wat er verwantschap mee heeft). De hele 450 kilometer begeleidt Tom ons met zijn muziek. Zijn catalogus is groot genoeg om tijdens de hele rit ons van andere deuntjes te voorzien. En dan blijkt maar weer hoe goed de muziek van Tom Petty past in dit landschap. Het ritme, de cadans en de teksten van de nummers sluiten naadloos aan bij de wegen en de omgeving. Amerikaanser wordt het niet

    Naast dat het landschap van "kleur" verandert als we de steden als Madison (maar ook Milwakee en Chicago) naderen, valt ook op dat politieke uitingen veranderen. Waar in het rurale gebied de Trump-posters nog welig tieren, is het hier in stedelijk gebied voornamelijk regenboogvlaggen en "Black Lives Matter" posters die domineren.

    Wat blijft is de eeuwige Amrikaanse vlag die bijna aan elke lantarenpaal en voorgevel wappert.

    In Merill doen we een koekje en een koffie bij Tante Ray's Koffiehuis. Uurtje later doen we een tussenstop in Westfield, bij een Amish Shop. Amish die op de dag des herens overigens gewoon werken, blijkbaar...handel is handel.

    Vroeger dan verwacht komen we aan in Madison. Waarom eigenlijk Madison? Eigenlijk toeval.

    Bonnie Raitt treedt hier aanstaande dinsdagavond op in het theater
    we konden via de huizenruilsite waarop wij al jaren ons huis voor ruil aanbieden, gratis 4 overnachtingen krijgen in deze stad.
    1+1=2.

    En dan zeggen de reisboeken ook nog dat Madison een aangename stad is en zelfs gerankt is als één van de aangenaamste steden van Amerika om in te leven.

    We rijden eerst naar een kleine boerenmarkt op de parkeerplaats van de highschool in Madison, vlak bij ons vakantieadres.. 25 kraampjes van (voornamelijk Mexicaanse) plaatselijke boertjes en fabrikanten van groente, fruit, brood, gebak, snacks en bloemen. De eerste kraam is gelijk raak: een Mexicaans gezin met grote pannen vol tamales. Dus snel in de rij met druk kwekkende Amerikanen (die dan, als ze eindelijk aan de beurt zijn, nog steeds niet beslist hebben wat ze willen en zich tijdens de bereiding van de bestelling nog vier keer bedenken). Lekker met ons kont op het grasveldje van de Highschool de tamales op zitten peuzelen.....vette vingers en vette bek.

    Ons vakantieverblijf is klaar, krijgen we op de app te horen. In een schattige typisch Amerikaanse wijk ligt ons appartement. De straten in deze wijk zijn lommerrijk door de grote oude bomen en staat vol met vrijstaande (voornamelijk houten) huisjes in Victoriaanse stijl. Allemaal met een veranda erbij, met daarop natuurlijk de onvermijdelijke schommelstoel. Ons appartement zit boven in zo'n victoriaans huis. Een eigen ingang met drie verdiepingen aan trappen brengt ons in de toppen van de nabijgelegen bomen. Dat is ons uitzicht. Heerlijke plek. Huiskamertje, keukentje en slaapkamer. En een koelkast vol lekkers, gekregen van de eigenaresse.

    Onze eigen complottheorie is trouwens dat Willem Alexander hier in de straat ook een huisje heeft. Want? Nou eerder vandaag reden er wel 10 politieauto's met loeiende sirenes door de straat om een geblindeerde zwarte limousine te begeleiden....en hoe denk je dat de straat heet waar ons huis aan staat....precies...

    Need I say more (ik denk dat hij hier de 1115 vermiste kinderen verstopt in opdracht van Bill Gates)

    Koffer naar boven gesjouwd en daarna de straat uitgelopen, naar een park met een strand, een gratis dierentuin (geen beest te zien, veel te warm), en heel veel watersport. Het park zit vol met grote families die gezamenlijk in het park komen Bbq-en en eten. Enorme koelboxen, grote BBQ's en zakken vol broden. En veel geschreeuw en lol.

    We halen wat te eten bij Trader Joe's, een keten van "verantwoorde" supermarkten. Wijntje erbij, zo zitten we aan ons kleine eettafeltje in de boomtoppen onze Indiase curry van Joe op te peuzelen.

    Nu moe van het lange rijden, morgen de stad in.

    Tot morgen.
    Read more

  • Day 16

    Sittin on the dock of the bay (Otis Redd

    July 25, 2022 in the United States ⋅ ☀️ 19 °C

    Vandaag Madison in, lopend. De route zou uiteindelijk een kilometer of twintig worden. Het is nog vroeg en Madison is nog stil en verlaten op maandagochtend. Langs het enorme stadion van het college football team the Wisconsin Badgers (= Dassen) lopen we naar het noorden. De "Dassen" is de bijnaam van de mensen in Madison omdat ze 200 honderd jaar geleden zo arm waren dat ze geen huis konden bouwen, dus woonden ze in de mijnen met de schachten als hun woonkamers. Mensen vergeleken ze daarom met dassen in hun dassenburcht. Je komt de das nu zelfs op officiële plekken, zoals in de State-Capitol, als symbool tegen.

    We lopen het laatste stukje van State Street in, richting het Capitool. Stare street zou hét straatje van Madison zijn, maar het is er stil, verlaten en leeg. We lopen op de Capitol af. Het wordt omringd door saaie overheidskantoren en her en der een authentiek straatje met wat cafeetjes. Het doet wat zielloos aan.

    Zoals in elke hoofdstad van een staat in Amerika is er veel aandacht besteed aan het parlementsgebouw. In Madison staat het er al lang, het is namelijk 1 van de eerste gebouwen van de stad. De stad die nog niet eens bestond. Het Capitol staat op een heuvel en de stad is hier zo smal dat staand op die heuvel je zowel in het noorden als in het zuiden de twee aangrenzende meren kunt zien (en bijna voelen). Grappig is wel dat er destijds een regel is gemaakt dat in Madison het Capitol het hoogste gebouw zou worden (leek toen nog logisch vanuit de stand der bouwkunst), en die regel handhaven ze nog steeds. Dus nergens in Madison is een flat of kantoor hoger dan het hoogste puntje van het Capitol.

    Het Capitool binnengaan is geen probleem. We kunnen rustig naar binnen lopen, niemand die ons controleert of iets vraagt. Eerlijk gezegd, we hebben het op straat aan een officer gevraagd of het mocht. Hij reageerde enigszins verbaasd: "Sure, go in". We kunnen (bijna) alle ruimtes naar binnen, de "1e en 2e kamer' bekijken, langs de kamers van de senaatsleden lopen, de kamercommisieruimte bezoeken en tot de bovenste verdieping van het Capitol klimmen. Al met al één bewaker gezien. Dus blijkbaar is hier geen angst voor agressieve Trumpeteers of boze boeren. Het gebouw is met veel allure en glamour aangekleed. Mag wat kosten, democratie.

    We lopen richting Lake Monona. Op het dakterras van Frank Lloyd Wright's "Monona Convention Center" hebben we een prachtig uitzicht over het meer. Het dakterras is mooi maar volstrekt verlaten. Alle horeca heeft het er opgegeven en her en der zit nog een Amerikaan met oortjes in, zijn koffie uit een plastic beker te drinken.

    Beneden langs de waterkant ligt een bronzen plaquette met de naam van Otis Redding, de mooiste soulstem uit de geschiedenis van de popmuziek. In 1967 zou hij 's avonds een concert geven in Madison. De rij voor de club waar hij zou optreden, net achter State Street, begon zich al te vormen. Het was slecht weer en mistig. De piloot van het vliegtuig (wat hij kocht van James Brown) met Otis en zijn band schat de plek van de landingsbaan verkeerd in en stort in het Monona Lake. Alleen de trompetist overleefde de crash. En zo komt er een einde aan een net startende soulcarriere van Otis (47), die dan dood is. Een jaar later scoort Otis zijn eerste nummer 1 hit in de "witte" charts met "Sittin on the Dock of the Bay". Een zwarte in de witte charts, dat was een dingetje, toen. Volgens mij had alleen Aretha dat nog maar geflkt.

    Wij zitten nu even op het Dock van de Bay waar hij ter aarde stortte.

    We lopen terug naar State Street en lopen deze helemaal af richting de Universiteits-Campus. En elke meter die we dichter bij de campus komen, neemt de gezelligheid toe, worden de winkeltjes leuker en aparter en wordt het drukker. Op het Centrale Universiteitsplein, dat omringd wordt door enorme gebouwen in oude Engels stijl en Grieks-Romeinse paleizen, staat een keur aan foodtrucks en zit iedereen lekker in het gras en op de bankjes met een plastic bakje met eten op schoot. Wij nemen een Peruviaanse kip en een Koreaanse Bbq tortilla.

    Nog 500 meter verder ligt aan het andere meer, Lake Mendota, een enorme terras met een enorme foodcourt, bootverhuur, zonneweide en honderden gekleurde tafeltjes en stoeltjes. Daar is de gezelligheid. We nemen een scoop ijs.

    Na 20 kilometer sjouwen nemen we een kleine break in ons appartementje om 's avonds in het Library-cafe bij de Universiteit nog een hamburger, gefrituurde kaas (specialiteit van hier) en een lekker Amerikaans zomerbiertje (Voodoo Ranger) te nuttigen.

    Moeie voetjes nu......

    Tot morgen
    Read more

  • Day 17

    Thing called love (Bonnie Raitt)

    July 26, 2022 in the United States ⋅ ⛅ 21 °C

    Ze is de Koningin van de slidegitaar, koningin van de cover, koningin van de stem met een randje, koningin van de blues, koningin van de fingerpicking, koningin van de Fender Strat, koningin van het grijze lokje, koningin van de ballad, ze heerst als een koningin...maar da's hoe de dag eindigde. We begonnen wat sportiever.

    Op de fiets (kun je hier gewoon op straat uit een stalling halen/huren) maken we en rondje Madison. Letterlijk rijden we een rondje om Madison en de meren. Mooie aangelegde fietsroute, keurig aangegeven en aangelegd. Door veel buurtjes aan de rand van Madison, het centrum en parken er omheen. Oké, 45 kilometer is een behoorlijk eind, maar met een beetje trapondersteuning is dat geen moeite.

    Het valt op dat Madison moeite heeft met "Amerika". Niet zozeer met Amerika en waar het land als grondbeginsel voor staat, maar het Amerika waar het heen gaat. Echter honderden bordjes in tuinen, voor ramen en boven ingangen van "Black Lives Matter". Opvallend omdat ons nou juist opviel dat we nauwelijks een zwarte Madisonaar zijn tegen gekomen (los van een paar zwervers). Maar blijkbaar staat het ook nog voor iets anders, namelijk het gevoel van gelijkheid en vooral dreigende ongelijkheid. Dat blijkt ook wel uit de 10 tallen regenboogvlaggen, bordjes voor vrije keuze van abortus en het milieu die we onderweg aan huizen en in tuinen tegenkomen. Ja er ons sprake van liefde voor Amerika, maar niet zozeer voor het Amerika waar het nu langzaam heen glijdt. En het gevoel dat positieve gevoel te uiten is hier groot. Dat kan in je tuin, voor je raam, bij de ingang van de makelaarskantoor, in je supermarkt, in het cafe of (zoals vanavond) op het toneel (Bonnie was nogal uitgesproken). Ik heb meer borden voor Black lives Matter geteld, dan Amerikaanse vlaggen. En zoals zo vaak, alles wat hier gebeurt, gebeurt vijf jaar later bij ons.....je kan het van ver zien aankomen. FVD, BBB, PVV, Ja21.....t'is allemaal precies wat hier de samenleving een hele nare kant op stuurt. En ook wij doen maar net of het allemaal normaal is en erbij hoort. Maar hier hebben ze besloten dat hun liefde voor hun vrijheid en Amerika groter is en dat ze het er niet bij laten zitten. Geeft een fijne vibe als je zo door de stad fietst.

    Na een visje gebakken te hebben van een prachtige visboer om de hoek met superverse vis, fietsen we naar het Overture Center for the Arts. een soort van Vredenburg, maar dan in Madison. Veel kunst, cultuur, concertzalen, etc.

    In de Overture Hall (de grote zaal) passen 2255 mensen. En die zijn er ook. Stijf uitverkocht tot de laatste stoel (behalve die naast mij). Enorm hoge halfronde zaal met een enorm toneel. Lijkt qua vorm  een beetje op Carré, zo hoog en stijl. Strikt om half 8 begint Mavis Staples. 83 jaar oud en ooit onderdeel van de Stapel Singers. Maar nu solo. Wat een charme. Binnen twee tellen pakt ze de hele zaal in. Met een waanzinnige lekker country/blues/gospeltrio (Rick Holmstrom op gitaar, check die man, zo lekker). Met een heerlijke rauwe strot, heel veel soul, beetje kortademig, maar met ondersteuning van 2 achtergronzangerssen leidt ze ons een uur lang door heerlijk country/gospel/blues. Was dit het enige wat we die avond zouden zien, dan was het het geld al waard. De zaal gaat uit z'n plaat ("losen you seatbelts"). En dat kunnen Amerikanen als geen ander: in één keer opstaan en volle bak applause geven.

    Na 20 minute pauze, lichten gaan uit en Bonnie Raitt and Band komen op. Goed gemutst als altijd steekt ze haar hand op, hangt de Fender Stratocaster om haar nek, telt af en gaat. Alle 2255 man gaan staan (behalve die heeeeeel dikke man die onderuit in zijn stoel ligt,  om nog te passen), juichen en slaan hun handen stuk.. Bonnie trakteer ons op een heel mooie setlist van anderhalf uur. Nieuw werk, oud werk, bijzonder werk, werk wat we al lang niet live van haar gehoord hebben. Ze vertelt verhalen, maakt grappen, speelt met de zaal en laat foutjes zien. Deze dame heeft het heel erg naar haar zin "on stage", stevig werk, kwetsbaar werk, bluesywerk, swingend werk.En dan die stem. Alle noten raak (in toon en zeggingskracht). Breekbaar als het moet, fel als het kan. En dan nog niet eens gesproken over haar gitaarspel. Het gemak waar mee ze, na 50 jaar ervaring, haar slide over de hals beweegt, verraad nauwelijks hoe moeilijk dat is. Zij doet het allemaal heel terloops, maar het is van een prachtige preciezie en smaak. Ik zeg; één van de beste bluesgitaristen ter wereld. Wat een vrouw is dit zeg....thing called love....

    Bijna aan het eind van de avond vertelt ze over het verlies van haar dierbare vriend zanger/componist John Prine tijdens de Covid (en ook door Covid). Zijn nummer "Angels of Montgomery" zet ze in, wellicht wel voor de 10.000e keer. Maar het klonk nu anders, dieper, moeilijker en emotioneler. Op het einde van het nummer breekt ze en de zaal staat als 1 man op om haar door de laatste noten van het nummer te loodsen. Die trekt ze er uit in een vertragend einde van het nummer. Bij Bonnie liep een druppel uit de neus ("not really ladylike"), maar bij ons was dat niet anders. Bah, wat mooi.

    Nog een even mooie als breekbare "I can't make you love me" als nagerecht en de avond is geslaagd. Deze dame heerst. Al meer dan 50 jaar staat ze op toneel (haar laatste gitarist had er de brui aan gegeven die kon het vele touren met Bonnie niet meer trekken), ze weet precies wat ze doet, waar en hoe. En toch....toch klinkt het alsof ze weer verbaasd is dat ze mensen zo raakt. Heldin.

    Dus, mooie avond, bestemming Madison geslaagd.

    Tot Morgen

    Thing called Love
    Read more

  • Day 18

    SiIdewalk of the city (Lucinda Williams)

    July 27, 2022 in the United States ⋅ ⛅ 22 °C

    Soms reis je door Amerika en kom je in een plaatsje waarbij je denkt: wat is hier gebeurd? Vandaag maakten we, na een rondje wandelen door de stad, een auto-tourtje door de omgeving en hadden even weer zo'n momentje van verbazing.

    Het rondje ochtend-wandelen in Madison was lekker, maar een beetje warm. 28 graden, maar het broeit. Om een soort van doel te hebben, kiezen we de Farmersmarkt bij het Capitol als einddoel. De Farmersmarkt van Madison op zaterdag is beroemd omdat het de grootste boerenmarkt van de VS is. Een Farmersmarkt is ook echt een boerenmarkt. Dus allemaal kleine boertjes uit de omgeving die met hun zelf verbouwde of gemaakte producten op de markt staan. Direct van het land/producent dus...misschien een ideetje voor boeren in Nederland (om maar eens een positieve duit in het zakje te doen). Alleen is de woensdagmarkt wel een veel kleinere versie. Kraampje of 20. Met name Mexicanen, met keurig uitgestapelde en opgepoetste groenten. Opvallend veel bloemen en.....boerenkool. Toch leuk.

    Rond het Capitool wordt alles in gereedheid gebracht voor de uitkomsten van de verkiezingen. Witte klapstoeltjes worden in rijen zet, speakers en microfoons worden opgesteld en banners worden aan de gevel bevestigd. Welke verkiezingen wordt mij niet helemaal duidelijk.

    Leuk is dat er dagelijks groepjes kleine schoolkinderen lopen voor een bezoekje aan het Capitool. Democratie is hier een echt onderdeel van school. De kleine mannetje en vrouwtje dragen allemaal een cowboy/boeren-zakdoek om hun nek (nee dit is niet steun uit onverwachte hoek voor NL-boeren wat Thierry, Caroline of Eva daar ook over zeggen) met daarop het logo van het kinderdagverblijf genaaid.

    In de winkels in het centrum gaan we op zoek naar een leuk kaartje voor de eigenaren van het huisje, maar komen in winkels vol met prullaria bedoeld om Biden en consorten te steunen. Stickers met Kamala, plaatsjes van Obama, shirts met afbeelding van Ruth Bader Ginsburg, zeepjes in de vorm van Michelle, veel pro-keuze leuzen en plaagstootjes naar de Republikeinen.

    Op de terugweg lopen we nog langs het Badgers-football-stadion. Tot nu toe hermetisch gesloten wegens verbouwingen en reces. We zien een schoolklas uit een gele schoolbus stappen en achter hun begeleider aan het stadion in lopen. Wij besluiten aan te sluiten en het stadion in te lopen. Kon ik mooi even het veld op om een plaatje te schieten (best groot stadion voor een collegeteam) en scoor nog even een pet en een shirt van het basketbalteam. Als we teruglopen komen we langs de enorme Wall of Fame en twee enorme standbeelden van spelers. Helden vereren kunnen ze hier wel.

    Maar goed, na de lunch rijden we naar Janesville, Wisconsin. Volgens de praatjes in de folders een stadje met mooie oude panden, een "vibrant" centrum, een festivalstreet en een bruisend restaurantleven. Eenmaal aangekomen bleek de werkelijkheid net iets anders. De Mainstreet was helemaal netjes opgeknapt: strak net gelegd betonnen stoepje, mooie bloeiende plantenbakken, straatlantarens met veel versieringen, grote muurschilderingen, gesmede zwartstalen bankjes, stalen fietsrekken met logo van de stad ingebrand, een matgroen gespoten stalen boog over de straten met daarop groots "Welcome in Festival Street!" en mooie opgeknapte gevels van panden van eind 1800. Het enige wat mistte was.... winkels..... horeca...... mensen.....Totaal leeg, geen kip te bekennen, bijna alle winkels zijn dichtgetimmerd of geplakt. Oh ja, en festivalstreet heet zo, omdat....het zo heet...niet omdat er iets van een festival is. Je vraagt je af hoe zo'n kleine stad zo'n "opknapbeurt" kan betalen. Waarom dit besloten is en welke businesscase hieronder heeft gelegen. Vast weer iemand die bedacht heeft dat het goed is om "Janesville" op de kaart te zetten (terwijl...het staat al lang op de kaart....volgens Google).

    Op de terugweg nog even door New Glarus gereden. Glarus is een stadje in Zwitserland. Dus New Glarus is een stukje Zwitserland in Amerika. Dat betekent: een koe als logo (er staat op bijna elke dak een levensgrote beschilderde koe), houten balkonnetjes met rode bloempjes aan de gevel, witte gevels met bruine zwitserse beschilderingen, bierstube's en winkels met chocolade.

    We gaan het huis opruimen. Morgen vertrekken we naar Norskedalen....klinkt als Noorwegen......is het ook, maar ook weer niet. Morgen meer.

    Tot morgen.
    Read more

  • Day 19

    700.000 Rednecks (Niki Lake)

    July 28, 2022 in the United States ⋅ ☀️ 21 °C

    The Blue Rider mocht weer gas geven vandaag. Had toch gauw een dagje of drie stil gestaan in Madison. Da's niks aan voor een sportwagen. We verlaten Madison voor dag en dauw. Conclusie over Madison: aangename stad, beetje gewoontjes. Ik zou er niet speciaal voor omrijden, maar zou ik er doorheen komen zou ik zeker nog een stop maken. Het is het type stad waarvan je denkt, ik zou er best kunnen wonen. Alles klopt: heel veel groen, veel parken, aangenaam centrum, lekker veel studenten, mooie fietspaden, aangename wijken met vrijstaande eensgezinshuizen, mooi aanbod aan voorzieningen, (heel) veel studenten. Maar het mist misschien een rauw randje. Maar dat kan natuurlijk komen omdat de studenten niet in grote getalen in de stad zijn tijdens de zomer.

    Wij gaan nu dwars door Wisconsin, richting de grens met Minnesota. We komen langs een reeks leuke en minder leuke plaatsjes, maar bijna allemaal met een grappige naam (die soms de herkomst van zijn bewoners aangeeft). We rijden langs of door Verona, Lone Rock, Gotham, Sextonville, West Lima, Barneveld, Hollandale, Montfort, Fargo, Petersburg, Bloomcity, Dodgeville.

    We doen ons ontbijtje in Mineral Point. Een heel goed croissantje met ei en spek en een toast geprakte avocado. Mineral Point was een stadje van zink-mijnen, maar nu een toevluchtsoord voor creatievelingen, outkasts en kaasmakers. Veel pottenbakkers, schilders en andere creatievelingen. Maar ook kaasboerderijen. Sowieso afficheert Wisconsin zich als de zuivelstaat van de VS. Het zal ongetwijfeld met de Nederlandse roots van veel van de bewoners te maken hebben. Bijna iedereen die we spreken en vraagt waar we vandaan komen, meldt onmiddellijk dat zij ook Nederlandse voorouders hebben. (zo kreeg ik via een DNA-bank nog contact met een dame uit GreenBay, uurtje rijden van Madison, waarmee ik via mijn vaders kant DNA deel, grappig). We lopen een kaasfabriekje binnen. We denken een winkeltje binnen te stappen, maar staan gelijk in de kaasfabriek zelf. Een kleine vitrinekoelkast laat een keur aan kazen zien, bijna allemaal met een verwijzing naar een beroemde Europese kaassoort; cheddar, gorgonzola, parmezaan, brie, etc.

    Eén van kaasmakers komt in zijn witte broek, witte shirt, witte laarzen en witte haarnetje op ons af en vertelt, op onze uitnodiging, over zijn kazen. Als we vertellen dat we uit Nederland komen en wij nog nooit gehoord hadden van Barneveldse kaas, terwijl die daar toch echt ligt naast z'n beroemde Europese broers. Hij moet lachen en vertelt dat zijn zoon, dierenarts, onlangs op een congres een collega dierenarts uit Barneveld tegen is gekomen en dat die vertelde dat Barneveld nou niet echt bekend staat om z'n kaas, maar om z'n kippen en eieren. Ze hebben er erg om moeten lachten. Maar in de omgeving is die kaas een begrip, dus ze houden het zo (en vlakbij ligt ook Barneveld, Wisconsin..... dus). We kopen een stukje blauwschimmel kaas, zijn favoriet.

    We rijden weer honderd kilometer op een sukkeldraf verder door bergachtig gebied over kleine slingerwegen met gravel en gaten, langs glooiende akkers vol mais, bermen vol met paarse bloemen, over verroeste bruggen over kabbelende riviertjes met grote keien, langs begraafplaatsen met grote grijze grafstenen op gemillimeterd gras, langs grote boerderijen met rode schuren en in de zon glimmende metalen daken met daarnaast enorme grijze silo's, langs autokerkhoven met honderden autowrakken, langs uitgehakt rotswanden, door cedarbossen, langs grote wijngaarden en door slaperige dorpjes. Een soort mix van New England met z'n heuvels en bossen, en Zuidelijk Frankrijk met zijn glooiende akkers. Af en toe moeten we een boer met een grote landbouw- of dorsmachine passeren. Dat gaat altijd keurig en vriendelijk en er wordt veel ruimte gemaakt. Hier geen blokkades van agrofacisten of ander rechts gespuis, geen branden op de weg, geen bedreigingen aan onschuldige burgers. Inmiddels lijken het aantal rednecks in ons land die van de VS te overstijgen (als ik twitter, nu.nl en de krant moet geloven). Hier is het idyllisch, rustig, knal groen en vredig (op het oog).

    Met een lunch in het mooie stadje Viroqua in de maag, rijden we ons laatste stuk door Driftless Area (zo genoemd omdat hier geen enkel spoor van de ijstijd is gevonden) naar de bestemming voor de komende twee nachten, Norskedalen (= Noorse dal, maar dan op z'n Noors). 'T is een soort (klein) openluchtmuseum, waar één van de huisjes verhuurd wordt aan ons. In een Vallei vlak boven Coon Valley zijn een groep vrijwillgers begonnen om huisjes en hutjes van de eerste inwoners van dit gebied, van rond eind 1800, te conserveren en renoveren. Dat waren hier de Noren, vandaar Norksedalen.

    Er staan zo'n 10 kleine huisjes, een toilethuisje, een voorraadschuur, een complete boerderij met oorspronkelijke inrichting en een mooi wit houten kerkje. Zo moet het er ongeveer hebben uitgezien bij de eerste (blanke) bewoners. En in dit park, in één zo'n huisje, zitten wij nu. Met grote witgeschilderde balken als muur, een oude schommelstoel, bruine balken aan het plafond, met bloemen beschilderde keukenkastjes, schilderijtje van een Noorse vlag aan de muur, een geknoopt tapijt als wandbekleding, een ultra steil trapje met "hindeloopse" schilderingen naar de slaapverdieping en in de kelder een was- en plashok. 'T heeft ook wel een oud geurtje. Daar moeten we dan maar aan wennen.

    En buiten is het stil......dood en doodstil.

    Even wat anders. Of het de plek is, of de tijd weet ik niet, maar het mondkapje is weer terug in het straatbeeld hier in de VS. We voelen ons soms bijna bezwaard dat we hem niet consequent bij ons hebben. Op steeds meer plekken zien we mensen met mondkapjes. Kokend en bakkend personeel in de horeca heeft vrijwel allemaal een mondkapje op, maar ook in de bediening, achter de kassa in winkels, maar ook onder de bezoekers draagt zeker 1/3 een mondkapje. Ik heb het gevoel dat mensen hier inmiddels beter inschatten wat de risico's zijn dan bij ons en daar helpt het opvlammende aantal besmettingen vast ook bij. En dat terwijl het hier nu niet bepaald dichtbevolkt is. Ook staat er bij elke winkel, elk cafe, elk museum en elke toeristeninfo een spuitpompje om je handen te desinfecteren. En ze zijn niet eens leeg....dat was een paar weken geleden in NL wel anders.

    Morgen wordt het weer de dikke batsers aan en door de Norskedalen lopen en lopen en lopen en lopen en.......

    Tot morgen
    Read more

  • Day 20

    My River (Kristin Diable)

    July 29, 2022 in the United States ⋅ 🌙 18 °C

    Dauwdruppels op de schoenen als we na een yoghurt vroeg de Norksedalen instappen. Tien kilometer door de Noorse vallei. De "eigenaren" hebben een heel ritueel bedacht om tot rust te komen: "bathing in the woods". Een soort van bos-meditatie. Je moet allerlei stappen doorlopen, mantra's zingen, rondjes lopen in een labyrint, je tenen voelen met je hoofd en concentreren op positieve zinnetjes. Maar op een rustige mooie ochtend als deze met de zon die door de bomen piept is al die poespas niet nodig. Het is stil in de vallei, alleen wij, en het geluid van de wegrennnende hertjes, de ritselende eekhoorns, de zang van de grote kuifvliegenvangers, het gepiep van de white-eyed vireo en het gefluit van de baltimoor oriool. Dan wordt je vanzelf zen.

    Bij terugkomst bij de 10 Noorse huisjes, schuurtjes en boerderijtjes stappen we nog maar even het visitorscentrum annex museum/kantoor/giftshop binnen. De directeur Lori (geeft na elke zin aan dat het alleen moeten doen als we er zin in hebben "If it's to your heart's content" en dat ze ons niet tot last wil zijn) zit keurig achter haar bureautje bij de ingang. Ze vraagt enthousiast hoe het met ons gaat, of het leuk was de wandeling en dat ze ons alles kan vertellen over het museum ("If it's to your heart's content"). Maar eerst een filmpje. We worden naar een grote filmzaal geloodst. Op de grote tv verschijnt wat computerbeeld. Lori geeft aan dat we een film krijgen over het park (wat we net helemaal doorgelopen zijn, dus veel nieuws kan het niet zijn). "Alleen als we het echt willen, (natuurlijk "If it's to your heart's content"). Hup de film gaat aan. Daar zitten we met z'n tweeën op de eerste rij van een geheel lege filmzaal naar een amateuristisch promofilmpje van het park te kijken. Gelukkig hadden ze voor het filmpje een drone gehuurd....bijna elk overzichts-shot was vliegend over de gebouwtjes, flink in en uit zoomend. Voor de rest zagen we veel vrijwilligers ijzer smeden, figuurtjes punniken, paard en wagen berijden, kleedje weven, broodje bakken en leuke schilderingen op stukjes stenen bordje maken. Heel leuk. Nooit eerder gezien.

    Uiteraard mochten we het museumpje nog even door, "If it's to your heart's content". Maar Lori moest nog wel even het licht aan doen in de vitrines. Anders banden die maar de hele dag voor niks...en is ook slecht voor de opgezette dieren. Ze was vast blij dat er in ieder geval iemand langs kwam vandaag.

    Toch nog even Coon Valley door, het nabij gelegen dorp. Een lange doorgaande straat, klassiek voor een gemiddeld Amerikaans dorp, met een serie losse gebouwtjes: een benzinestation, een drive-through pinautomaat, een uitvaartcentrum met aangrenzend een Grill&Saloon, een kaasfabriek, een wit houten kerkje, een market van de Amsih, een tuincentrumpje, een library ter ere van ene mijnheer Knutson, een advocatenkantoor, een tapijthandel en een paar snuisterijen winkeltjes, waaronder een hele grote hal waarin buurtgenoten hun eigen spulletjes, snoepgoed en antiek te koop aanbieden. Bij binnenkomst klinkt er vervormde kerstmuziek uit de (goedkope) boxjes. "Hi welcome...are you familiair with our store?" krast de caissière ons toe. Nee natuurlijk niet, dus volgt er een uitleg...."en achterin heb ik alvast een themahoekje met kerst gemaakt en om in de sfeer te komen alvast kerstmuziek aangezet". Tuurlijk, 't is 30 graden en wij komen gelijk in de kerstsfeer met onze korte broek en sandalen. En ze vertelt ook nog even dat het echt de moeite waard is om nog 20 kilometer door te rijden en de kustlijn van de Mississippi langs te rijden.

    We shoppen nog even in de supermarkt gerund door de Amish-meisjes. Nauwelijks bekende merken en bijna alles is door hun zelf in plastic zakjes of bakjes gestopt. Ze kopen bulk allerlei melen, poeders, bonen, koffie, snoepgoed (waaronder veel Dutch treats die wij niet kennen) in en verdelen dat weer in kleine zakjes voor ons. Wij kopen een door hun gemaakte droge mix van een chilisoep. Voor vanavond.

    We rijden richting de Mississippi. Toch even ruiken aan de beroemdste rivier uit de muziekgeschiedenis. En de eigenaresse van de winkel had gelijk. De rit er heen was al mooi door de rotsachtige bergen en de kustlijn, met Goose-eiland midden in de Mississippi, is prachtig.

    We eten nog een ijsje in een verbouwde autogarage met prachtige jukebox (ijsje is "handscooped", wat zoveel wil zeggen dat zo'n enorme bol ijs op de hoorntje doen dat het hoorntje bijkans volledig verdwijnt). Terug naar Norskedalen via prachtige kleine bergweggetjes.

    En dan al weer inpakken geblazen. Morgenvroeg naar Minneapolis. We moeten vroeg weg. De Blue Thunder moet strak om 11 uur bij de luchthaven worden ingeleverd. Voor die tijd willen we onze koffers in ons volgende ruilhuis afzetten. En het is toch wel een straffe drie uurtjes rijden.

    Tot morgen

    My River
    Read more

  • Day 21

    Christmas card from a hooker (Neko Case)

    July 30, 2022 in the United States ⋅ ☀️ 28 °C

    Half 7, vol gas met de BlueBird naar het westen. Wisconsin verlaten we al snel als we de Mighty Mississippi oversteken. Het warme water van de Mississippi en de koude lucht (of omgekeerd, dat weet ik eigenlijk niet) zorgen voor enorme mistbanken tegen de bergwanden, over de weg en over de uitgestrekte uiterwaarden van de Mississippi. Beetje spooky, maar wel mooi. Ontneemt ons ook een beetje het mooie uitzicht. We rijden 350 kilometer aan één stuk. 'T is zaterdagochtend, dus rustig op de weg. Cruisecontrol aan en lekker doorrijden in een Amerikaans tempo (110 km/u). Als we Twin City (Minneapolis en Saint Paul) naderen, worden de wegen steeds breder. Van 1 naar 2, naar 3, naar 4, naar 5 rijstroken. Half 10 rijden we Stevens Avenue binnen, de straat van ons huis. Het is het kunstdistrict van Minneapolis. Ons huis ligt pal naast de MIA (Minneapolis Institute of Art), zeg maar het rijksmuseum van Minneapolis. We moeten snel de koffers uit het Blauwe Monster gooien en door, de Blue Velvet moet worden ingeleverd op het vliegveld. Ben toch een beetje gehecht geraakt aan onze knalblauwe Dodge Challenger. 'Tuurlijk, het is een vreselijk lelijke bak, maar hij rijdt als een tierelier, zit heerlijk en is nog wel een vorm van praktisch ook. En hij is lekker makkelijk te vinden op een enorme parkeerplaats van een gemiddelde Amerikaanse Mall. Kusje op het dak, aaitje over zijn kontje, knipoog naar zijn neus (allemaal met consent, uiteraard). Dag Baby Blue.

    IMG_3076

    Dan de Metro naar Franklin Avenue. 2 dollar! Dat zijn nog eens openbaar vervoer prijzen. Als we Franklin Blvd oplopen zijn we gelijk in een totaal andere wereld. Van het boerse, blanke (rijke), groene Amerikaanse platteland met zijn liefelijke dorpjes, mooie velden, vergezichten, bossen en beekjes, zijn we hier in een achterstandswijk van Minneapolis. Dichtgetimmerde ramen, graffiti op oude muren, rotzooi op straat, leuzen op de stoep geklad, verrotte huizenblokken met hekken ervoor, auto's zonder uitlaat, bankstellen bij de weg, legen winkelpanden en een enorm allegaartje van culturen. Ook wel weer lekker, de stad.

    'T is inmiddels half 11 en nog geen koffie of ontbijt gehad. We stappen op een groot plein met een Moskee, Mexicaanse winkels, gezondheidscentrum voor Natives, wasserette, een louche advocatenkantoor ("Turn Your Pain Into Rain") en gaan binnen bij "cafe Maria". Binnen zit het stampvol. Het is een Colombiaanse eetgelegenheid, die allerlei Amerikaanse klassiekers op de kaart heeft die ze een Colombiaanse twist hebben gegeven. Ik krijg pancake met geprakte plantaan (soort banaan) met geraspte Colombiaanse kaas. Erica eet een pancake gevuld met wilde rijst. Maria is blijkbaar een beroemdheid, want de wand hangt vol met foto's van haar met Amerikaanse sport-, tv- en politieke helden.

    We lopen nog een half uur door en zijn bij ons ruilhuis. Komende 5 dagen mogen we hier vertoeven in ruil voor ons eigen huis. Een prachtig oud wit, houten victoriaans huis in de achtertuin van het Museum. Wij hebben de totale eerste etage tot onze beschikking. De binnenkant heeft een eclectische schilderbeurt gekregen. Dat wil zeggen, bijna elk plintje, deur of muur is een andere kleur geverfd. De meubels zijn net zo eclectisch. Groot filmscherm op de muur en in het eetgedelte staat een tafel waaraan je op stahoogte kunt eten. Het is heel ruim en heeft een prachtig balkon met muggenscreens aan de straatkant. De eigenaar heeft 2 fietsen voor ons geregeld, heeft de koekast vol gezet met lekkers (Cava, watermeloen, eieren) en een uitgebreide beschrijving gemaakt van de omgeving. Verwennerij.

    We hebben mazzel, we zitten om de hoek van "Eatstreet", een straatje net buiten het centrum waar het stikt van de eet- en koffietentjes.

    Als we de eerste wandeling door de buurt en over "eat street" maken, valt op dat de brute moord door de politie op George Floyd nog een open wond is in deze stad (George vond in Minneapolis zijn einde). De pijn in de muurschilderingen is bijna voelbaar. Of zoals onze huisbaas het zo mooi verwoorde: "we will be in the proces of recovering en building anew for sometime. Please be patient with our city".

    En het is ook gelijk zichtbaar, de enorme economische verschillen tussen wit en zwart. Zelfs op dit kleine stukje Minneapolis. In de rommelige huizen en buurten is het voornamelijk de Afro-Amerikaan, Moslim, Ethiopische vrouw, zwerver en malloot die je op straat ziet. Zodra een wijk mooi is, trendy is en vol staat met panden van meer dan een half miljoen, verschiet ook de mensen van kleur. En dat verschil is soms maar een block woningen van elkaar verwijderd (of soms zelfs letterlijk naast elkaar).

    We zitten nu op ons balkon met een Cava na te zweten. Af en toe komt er een auto langs, soms met de muziek zo hard dat de ramen trillen. Morgen maar even rustig aan, de weg oversteken een een paar Van Goghs, Chagalll's, Renoire's bekijken.

    Tot morgen
    Read more