Satellite
Show on map
  • Day 8

    Winterwonderland

    November 18, 2023 in Japan ⋅ 🌬 3 °C

    De angst voor regen blijkt vergeefs. Wakker wordend hoorde ik nog wat druppels, maar tegen de tijd dat we buiten staan straalt de zon en worden we onthaald door een frisse, heldere winterhemel. Het is zo'n 3 graden boven nul, maar door de frequente, vochtige windstoten voelt het een stuk kouder. Gelukkig goed ingepakt, met natuurlijk oma's wollen sokken. Bij een bakker + café nemen we een verwarmend ontbijt en slaan we lunch in voor onderweg. Dan op pad.

    We gaan de verschillende pieken van Mt. Unzen ontdekken. Allemaal vulkanisch gesteente. De hoogste piek op 1.486 meter is ook de nieuwste; Heisei Shinzan is tijdens een uitbarsting in 1991 die 43 mensen het leven heeft gekost ontstaan. Je mag die piek niet op omdat het gesteente nog te instabiel is, maar je kunt er wel zo'n 100 meter onderlangs lopen, over de tweede piek: Fugendake. Dat is ons plan, maar als eerst staat Myokendake op het programma en daarvoor spelen we een beetje vals: de tweede helft van de weg omhoog is er een kabelbaan. Volgens mijn hiking-app moet het ruim 4 uur wandelen zijn met dik 700 hoogtemeters voor de klim. Eerst moeten we echter nog een goed halfuur naar het begin van de wandeling wandelen, tja...

    In de verte lonkt Myokendake al, naast zijn kleinere broertje. Met enige schrik, maar vooral verwondering zien we dat de bovenste helft van de berg in sneeuw en rijp bedekt is. Het is een wonderbaarlijk uitzicht, de herfstkleuren dansen nog om ons heen, maar in de hoogte pronken de donkere takken reeds met hun ijzige mantels. We beginnen ons wel een beetje zorgen te maken om onze uitrusting. Karin heeft het al fris in deze wind en aan de snelheid waarmee de wolken Myokendakes piek voorbijrazen te zien is het daar nog veel kouder. Toch maar beginnen, we kunnen altijd de kabelbaan terugnemen.

    Op de klim van het dal naar de Nita pas, waar de kabelbaan begint, komen we een Frans pratend koppel tegen waarvan de man zowaar uit Nederland afkomstig is. Toevallig. Zij zijn van plan dezelfde wandeling te maken, maar maken zich ondanks hun veel professionelere uitrusting toch zorgen om de gladheid boven op de besneeuwde berg. Hmm. We kletsen wat en dan lopen Karin en ik door. De klim gaat Karin wat zwaar af, vanwege haar bloedarmoede, maar ze stapt stevig door en klaagt niet. Stoere meid. De sneeuw begint steeds dikker op de takken en het pad te liggen naarmate we de pas benaderen en de sfeer doet mij denken aan het videospel Skyrim, wat ik 10 jaar geleden best veel speelde. Het gekraak van de sneeuw onder mijn voetstappen, de eenzame, stenige bergpaden en het bos dat ons met geheimzinnigheid omhult.

    Op de pas aangekomen zien we een grote, verlaten parkeerplaats, werkelijk geen ziel te bekennen. Zou de kabelbaan wel dienst doen? We stoppen even om van het uitzicht van de baaien aan weerszijden van het schiereiland te genieten en openen met de hand de kapotte schuifdeuren van het kantoortje. Er is iemand die ons weet te vertellen dat de eerste gondel over 20 minuten vertrekt. Perfect om even bij te komen en een mandarijntje te snoepen. De wind is hier fiks en door het stilzitten krijgen we het koud. Ik geef Karin mijn regenjas om over haar donsjasje aan te trekken tegen de wind. Als de kabelbaan vertrekt is er inmiddels een Japans stel gearriveerd met kleine kinderen die continu "Samui! Samui!" (Koud! Koud!) roepen. De Française en Hollander zijn ook weer aangehaakt.

    Bovenaan is een man bezig de sneeuw van het plateautje te ruimen en als ik hem probeer te vragen welke kant het bergpad op is wijst hij naar onze sneakers en doet zijn best ons in het Engels uit te leggen dat we het daarmee niet gaan redden. "Very charrenging!" zegt hij lachend. Opzich een goed punt, misschien niet de meest geschikte uitrusting is om smalle, steile, met sneeuw bedekte bergpaadjes te beklimmen. Zeker Karin's gympen die amper profiel over hebben. We besluiten het toch maar te proberen en het is koud, dus we beginnen meteen te lopen. Karin's afkomst uit het noordelijke Hokkaido betaalt al snel zijn dividenden uit. Als een steenbok huppelt en glijdt ze behendig de rotsblokken en sneeuwhellingen op en af. Dit keer heb ik moeite om haar bij te houden.

    Het is volop genieten van het sprookjesland waarin we ons bevinden. Het enige wat de stilte breekt is het huilen van de wind en het knerspen van de maagdelijke sneeuw. Wij zijn vandaag de eersten die dit pad betreden en de atmosfeer is betoverend. Je voelt hier de winter. En dat amper een week nadat we in de tropische hitte van Hanoi zaten. We schuifelen om de struiken die over het pad hellen en manoevreren over de goed geplaatste steenblokken de helling af. Uiteindelijk komen we bij het kruispunt in het dal waar we moeten kiezen: de makkelijke, vrij vlakke weg terug, of het rondje omhoog over Fugendake. We laten ons niet kennen en stappen door. Dit pad is aanzienlijk steiler dan het vorige. Het gesteente is minder in een trapvorm geplaatst en meer lukraak neergepleurd. Echt klauteren deze keer.

    De met basaltblokken bezaaide top van Heisei Shinzan kijkt op ons neer als we de laatste rotsen hebben beklommen. Een imposant schouwspel. De wolken vliegen ons om de oren en we besluiten in de beschutting van een van de kleinere piekjes onze lunch te nuttigen. De regenjas maakt een goed picknickkleed om onze bipsen van de sneeuw te sparen. Ik maak een filmpje van de omgeving en we beginnen de afdaling. Het duurt niet lang voordat we voor de derde maal het Frans-Neerlandse stel tegenkomen. Zij hebben besloten vanaf de pas de vlakke route te nemen en dan meteen Fugendake te beklimmen. Ik waarschuw ze dat het van de top zelfs voor voetgangers eenrichtingsverkeer is, maar ze willen toch dezelfde weg terug. Prima dan. Deze afdaling is pittig. Net zo steil en rotsachtig als de klim hiervoor. Maar met wat handig geplaatste bomen om aan naar beneden te zwaaien lukt het allemaal. Karin begint er een beetje de pest in te krijgen, maar op dat moment bereiken we het vlakkere pad al. Vanaf hier is het allemaal goed te doen. Als we de pas weer zijn gepasseerd beginnen onze knieën langzaamaan te protesteren van steeds maar de grote traptreden af te moeten stappen en het is een verademing als we weer het asfalt voetpad langs de weg bereiken. Nog een klein stukje lopen, warm bakkie somen (een soort dunnen ramen) erin en dan de bus en trein naar Taira.

    Daar verblijven we in een Ryokan, een traditioneel Japans gasthuis met bad. De kamer heeft tatami, futons, schuiframen met rijstpapier en een Yukata om na het bad aan te trekken. Als ik beneden het toilet betreedt, wordt ik begroet door de wc-bril, die helemaal uit zichzelf opent, een lichtje aandoet en even wat parfum sproeit. Beetje schrikken, maar ook wel uitnodigend. De bril is verwarmd en aan de muur zit een controlepaneel waarop je de verschillende sproeimodi, richting en sterkte van de ingebouwde bidet (natuurlijk ook verwarmd) kunt bedienen. Als je opstaat spoelt de wc automatisch en gaat de klep weer dicht. Dat is nog eens luxe kakken.
    Read more