Japan

November 2023 - February 2024
A 84-day adventure by Lou Read more
  • 29footprints
  • 1countries
  • 84days
  • 354photos
  • 19videos
  • 18.2kkilometers
  • 14.2kkilometers
  • 1.6kkilometers
  • 534kilometers
  • 466kilometers
  • 134kilometers
  • 58kilometers
  • 29kilometers
  • 25kilometers
  • Day 15–16

    Vogelverschrikkers

    November 25, 2023 in Japan ⋅ ⛅ 6 °C

    Tijdens het uitgebreide ontbijt staat Karin erop dat ik nog een bad in de Onsen neem. Onze Ryokan heeft een echt, vulkanisch bad, deze keer met gelig, naar salmiak smakend water. Gisteravond hebben we beiden al een bad genomen en ik kwam er pas achter dat er een buitenbad was toen Karin mij dat vertelde. Niks gezien. Vandaar dat ik in mijn Yukata na het ontbijt mij naar de baden begeef. Ik zie dat de baden voor mannen en vrouwen nu zijn omgewisseld. Dat verklaart waarom ik geen buitenbad zag. Het is buiten inderdaad heerlijk ontspannen omringt door de natuur met je hoofd in de koude ochtendlucht, en je lichaam in het heetste water wat ik tot nu toe heb meegemaakt.

    Als we vertrekken gaan we eerst nog even snel naar een tempel die op een paar honderd meter van de Ryokan ligt (3, 4). Het is een van de achtentachtig tempels van de circulaire bedevaartsroute van Shikoku. Dat raadde mijn boek ook erg aan om te lopen, maar we hebben helaas geen tijd om 1.200 kilometer te voet af te leggen. Deze tempel claimt, zoals zo'n beetje de helft van de tempels op de route, gesticht te zijn door de befaamde monnik Kūkai, die in de 9e eeuw naar China is gereisd en het Boeddhisme naar Shikoku mee heeft teruggenomen. Drukke man is dat geweest, om zoveel tempels te bouwen (om maar niet te spreken van al zijn andere talloze prestaties).

    Daarna gaan we op pad. Na een korte stop bij de Konbini om een extra paar handschoenen te kopen rijden we een stuk langs de oceaankust. Het is perfect rijweer. Een stralende zon die het diepe blauw van de Stille Oceaan in een diamanten kleed veranderd. Dan gaan we de bergen in, heerlijk rijden, rustige wegen en mooi uitzicht. De eerste stop is het ravijn van Ōboke, waar de smaragdgroene wateren van de Yoshino rivier hun baan door de bergen kerven. Beeldschoon uitzicht (5, 6) en een goede plek voor een verrukkelijke hert- en wild zwijnburger met teriyakisaus. Hierna rijden we door de Iya vallei, waar een aantal hangbruggen hangen die ooit alleen van lianen waren gemaakt, maar nu met stalen kabels versterkt zijn. Het verhaal gaat dat een vluchtende oorlogsheer met zijn leger alle bruggen achter zich hebben neergekapt om de achtervolgers te hinderen. Of ze uiteindelijk ontsnapt zijn weet ik niet. Op weg naar de brug beneden komen we door een betoverend bamboebosje (7) en op de betonnen brug die iets hoger ligt hebben we een mooi uitzicht op de constante stroom toeristen die doodsangsten uitstaand de wiebelige brug over schuifelen (8). Zelf gaan we niet, want het is belachelijk om 500 yen te betalen om een brug over te steken en vervolgens 100 meter verderop weer terug te lopen.

    Als we doorrijden richting Tsurugi-san, de hoogste berg van het eiland, zwaait er iemand naar ons. Ik schrik niet, want ik had het al op de kaart zien staan, maar toch een leuke verassing. Iets later staan er nog twee langs de kant van de weg. Als we in het dorp aankomen zijn ze overal. In de velden aan het werk. Wachtend op de bus in een hokje. Slapend langs de weg. Noem het maar op. Zij die net als Karin en ik "James May: Our man in Japan" hebben gezien weten waarschijnlijk al waar we nu zijn: het vogelverschrikkerdorp Nagoro. Ayano Tsukimi was bedroefd dat haar afgelegen bergdorpje steeds verlatener werd en is begonnen met de poppen maken om wat leven in brouwerij te houden. Inmiddels lijken het er meer dan het dorp ooit aan inwoners heeft gezien. Honderden vogelverschrikkers staan op iedere stoep, bij ieder huis en vooral in de verder verlaten basisschool (foto's 1, 9, 11, 12, 13, 15 en filmpje). Het is tegelijkertijd grappig, droevig en een klein beetje angstaanjagend.

    Na langs Tsurugi-san te zijn gereden en besloten hebbend dat we maar niet de kabelbaan halverwege de berg op hebben genomen komen we in een kille vallei. De zon is hier vroeg verdwenen vanwege de hoge bergen in het westen. Karin heeft het koud, dus ik zet er een beetje de vaart in. Een noot over bestuurders in Japan: ze rijden een beetje als oude vrouwtjes, bijna tot stilstand komen om om een geparkeerde auto heen te rijden enzovoorts. Ze zijn daarentegen ook heel sociaal, ik maak regelmatig mee dat auto's en busjes even vertragen en langs de kant van de weg rijden zodat ik er makkelijk langs kan. Inmiddels is het smalle bergweggetje vol blinde bochten ook veranderd in een brede tweebaansweg (die af en toe alsnog zonder waarschuwing weer even smal en bochtig wordt). Zo zit de vaart er goed in en komen we in de schemering aan in het mooiste straatje van Mima (16, 17). Onze gastvrouw is boodschappen doen als we aankomen, maar haar kinderen laten ons binnen en gaan snel terug naar hun videospelletjes (World of Tanks volgens mij). We bieden ze een mandarijntje aan en doden de tijd door te lezen en schrijven. De gastvrouw heeft bij terugkomst een fikse coupon voor ons waardoor het chique Italiaanse restaurant om de hoek opeens best betaalbaar is. Smaakt totaal niet Italiaans (behalve de Parmaham), maar wel lekker Japans.

    Zondagochtend nemen we de kortste leuke route terug naar Matsuyama. Daardoor komen we weer door de Ōboke vallei, waar we op dezelfde plek als waar we gisteren hebben geluncht even een koffie uit de automaat trekken. We raken aan de praat met wat Japanse motorrijders die allebei dikke choppers hebben. Ze klagen, net als Karin, over de kou. Ik vind het vreemd genoeg goed uit te houden. Later stoppen we bij een rustplek langs de weg voor udon en er hangt een gezellig sfeertje met allemaal oude lui uit de omgeving. Heel dorps. Lekkere en goedkope udon hier.

    Als we vertrekken check ik mijn brandstof, nog twee streepjes, zat dus, maar alvast opletten voor benzine. Een halfuur later is het er nog maar één en we zijn nog steeds geen pomp tegengekomen. Hmm. Iets later, in een dorpje zien we een pomp, maar hij is dicht. Afgezet met touwtjes. Pff, door dan maar en hopen dat we snel wat tegenkomen. Als het laatste streepje begint te knipperen stop ik even om op de kaart te kijken, er moet toch een pomp in de buurt zijn? Is er ook, best veel zelfs, maar ze zijn allemaal dicht op zondag... Niet te geloven. In een stadje, zo'n 15 kilometer terug zijn er twee. Misschien heeft maps het fout dat ze allebei dicht zijn? Hopend het stadje binnenrijdend hoor ik dat de motor begint tegen te sputteren, maar helaas heeft maps het bij het juiste eind. Stilstaand bij een gesloten pomp belt Karin het verhuurbedrijf om te vragen of ze lid zijn van de wegenwacht. Dat zijn ze en nog een telefoontje later is er iemand op weg. Voelt toch stom om de wegenwacht te bellen voor brandstof terwijl je naast een verdomde benzinepomp staat. In de tussentijd gaan we naar de Konbini, die natuurlijk wel open is, en halen we wat snacks. De wegenwacht is uiteindelijk nog sneller dan verwacht en na een klein uurtje stilstaan kunnen we weer op pad. Het is nu wel te laat om nog het kasteel in Matsuyama te bezoeken, maar gelukkig gaan we volgende week naar Himeji.

    We krijgen nog een spectaculaire zonsondergang voorgeschoteld als we uit de bergen afdalen richting Matsuyama en de motor retour brengen gaat zonder problemen, ze hebben geen nieuwe krasjes ontdekt. We krijgen zelfs een lift naar het station. Dan is het dik 2 uur in de snelwegbus naar ons appartement in Takamatsu, aan de andere kant van Shikoku. Daar ploffen we tegen elfen uitgeput neer. Mooi weekend was het.
    Read more

  • Day 18

    Ritsurin-Koen

    November 28, 2023 in Japan ⋅ 🌬 15 °C

    We verblijven een paar dagen in Takamatsu om rustig te werken voordat we doorgaan naar het hart van Japan. Er zijn hier precies twee dingen de moeite waard: de udon en het park: Ritsurin-Koen. Dinsdagochtend besluit ik die tweede maar te bezoeken. Paar honderd yen entree heb ik voor een park niet eerder gezien, maar prima. Dit schijnt ook wel een van de beste parken van Japan te zijn. Hij wordt vaak vergeleken met de grote drie in Kanazawa, Okayama en Mito respectievelijk.

    Het valt meteen al in de smaak met mooi gecultiveerde Japanse dennen (foto 1). Dat is ook verreweg de meest voorkomende soort in het park. Ik stap aan het begin nog even een soort museumpje in, die ingaat op de geschiedenis van udon in Kagawa-ken, de provincie op Shikoku waarvan Takamatsu de hoofdstad is, en hoe het de nummer één udon-producent van Japan is. Natuurlijk is er weer een vergezochte claim dat de alleskunnende monnik Kūkai udon uit China naar Shikoku heeft gebracht. Op de bovenverdieping is een verzameling meubilair van een Japans-Amerikaanse meubelmaker (foto 3). Mooi werk. Hierna kom ik de beroemdste boom van het park tegen. Een stevige, wijd uitwaaiende den van nog geen twee meter hoog. Een uit de kluiten gewassen Bonsai, kun je rustig zeggen. Het zou de vorm van een opstijgende kraanvogel moeten hebben, wat ik niet helemaal zie, maar de boom is desalniettemin prachtig (foto's 4 en 5). Verder loop ik wel twee uur door het park te slenteren, te genieten van de variëteit aan uitzichten, paadjes, herfstkleuren, steenarrangementen en natuurlijk kooikarpers. Blader zelf maar door de foto's, ik ga er niet meer over vertellen. Ik sluit af met een bezoekje aan een verstopt dakpannenmuseumpje (foto 20). En loop dan naar een postkantoor om in mijn beste Japans twee dozen te bestellen om de motorhelmen en wat andere zooi alvast terug naar huis te sturen. Later blijkt dat genoeg ruimte te besparen dat ik mijn kleine koffer in mijn grote kan stoppen en de kapotte middelgrote kan weggooien. In één keer van 3 naar 1 koffer meezeulen gegaan. Tsjakka.
    Read more

  • Day 20

    De Witte Reiger

    November 30, 2023 in Japan ⋅ ⛅ 11 °C

    Voordat we naar Ōsaka en Kyōto gaan, hebben we nog één omweg te maken: Himeji. Er is één reden om naar Himeji te gaan en dat is het kasteel: Himeji-Jō, bijgenaamd "Witte Reiger" vanwege, euh, de kleur. Het is het voornaamste en grootste overlevende (en niet herbouwde) kasteel in Japan.

    In 1333 werd het eerste fort op deze heuveltop gebouwd, maar de huidige versie stamt uit 1601-1609, het begin van de Edo-periode. Nu ik me tijdens het schrijven iets meer inlees in de geschiedenis, merk ik pas wat een wonder het is dat dit kasteel nog staat: In de Meiji restoratie, het eind van de Edo periode en de heerschappij van de Tokugawa Shoguns, zijn veel van Japans kastelen afgefikt of gesloopt. Himeji stond ook op de agende, maar vanwege de lobbyvaardigheden van kolonel Nakamura Shigeto is het gespaard gebleven. Inmiddels is er een standbeeld in het complex aan hem gewijd. Later, in 1871, werd het kasteel ter veiling aangeboden. De tijd van oorlogsheren was immers voorbij. Een lokale bewoner kocht het voor een idiot lage (met inflatie gecorrigeerde) 2.000 euro. Zijn plan was om het kasteel plat te gooien en er woningen te bouwen, maar de sloopkosten waren te hoog. Weer gespaard. In de Tweede Wereldoorlog hebben de Amerikanen, het zal ook eens niet, Himeji stevig platgebombardeerd. Van het centrum rondom het kasteel is bijna alles in vlammen opgegaan, maar, wonder boven wonder, het kasteel is gespaard gebleven. Er was één brandbom ingeslagen op de bovenste verdieping, maar die is niet ontploft. Uiteindelijk is er in 1995 wijdverspreide destructie aangebracht in de stad door een aardbeving, maar wederom viel het kasteel niet te krenken, zelfs de fles Sake in het altaar op de bovenste verdieping stond nog. Knap staaltje vakmanschap.

    Het complex is zo'n 233 hectare groot en bestaat uit meerdere lagen aan muren. Als we ons richting de centrale donjon bewegen, kronkelen we daarnaast als een idioot op een neer en passeren we minstens 5 stevige, met ijzer beslagen poorten. Ook in de centrale donjon, waar natuurlijk onze schoenen uit moeten, sta ik te kijken van hoe defensief alles is ingericht. Als je van een afstandje de stralend witte muren en witte voegen tussen de dakpannen tot een luchtig en elegant gehaal ziet komen, sta je er niet bij stil dat het in feite gewoon een fort is. Er wordt op de informatiebordjes in het fort nadruk gelegd op de twee centrale steunpilaren. De oostelijke paal is één enkele boom die van de kelder tot de vijfde verdieping rijst en rond is. De westerlijke bestaat uit twee vierkante stukken die halverwege met een ongetwijfeld idioot complexe houtverbinding aan elkaar zijn gekoppeld. Hier en daar zijn ijzeren beugels aangebracht ter versteviging. Zelfs voor een meter dikke boom is een kasteel nog best veel om te dragen.

    Omdat het een tijdje heeft geduurd voordat we in Himeji waren, komen we tegen sluitingstijd pas weer beneden. Geen tijd meer om de overdekte hal in de lagere vesting te bezoeken, maar wel nog voor de naastgelegen tuinen. Wordt vervolgd...
    Read more

  • Day 20

    Kōko-en

    November 30, 2023 in Japan ⋅ 🌙 9 °C

    Na het bezoek aan het kasteel in Himeji begeven we ons in de schemering naar de naastgelegen tuin. Deze is inbegrepen in ons combi-ticket en is ook 's avonds open. Kōko-en is in 1992 aangelegd rondom het landhuis van een voormalige heerser van Himeji om het 100-jarige bestaan van de gemeente te vieren.

    Deze tuin, of liever tuinen, zijn heel anders dan Ritsurin-Koen in Takamatsu, waar ik de dinsdag hiervoor ben geweest. Waar dat een uitgestrekt park met grote gazonnen en talloze dennen was, is dit een compacte, knusse serie aan tuinen. Het zijn er negen in totaal. We beginnen in de tuin rondom het landhuis can de heer (foto's 1 t/m 6). Dit is een werkelijk beeldige tuin met een behoorlijke vijver vol Koi, een uitstekende collectie knalrode Japanse esdoorns in hun volle herfstglorie, een mooie overdekte houten brug en natuurlijk watervallen. In het landhuis zelf is tegenwoordig een restaurant, waar inmiddels een flinke rij staat te wachten. Aan het eind van deze tuin staat een soort suppoost die ons vriendelijk aanspreekt als we even op de plattegrond kijken. Hij adviseert rustig door alle tuinen te wandelen, zodat we in het donker in de laatste tuin aankomen. Die van de heuvel en het meer. Daar zouden we dan het kasteel verlicht in het donker boven de bomen kunnen aanschouwen. Klinkt goed, dus we drentelen rustig door.

    Na door de bloementuin, waar op de laatste novemberdag natuurlijk geen bloem bloeit, te zijn gewandeld en langs wat buitenmuren te hebben gelopen die met hun vuurkorven doen denken aan het decor voor een Samurai film, of aan een bepaald Japans level uit een James Bond spel (Nightfire) dat ik ooit heb gespeeld, komen we in de vlakke landschapstuin (foto 7). Misschien is dit wel de fijnste tuin waar ik tot nu toe ben geweest. De tuin van het huis van de heer was misschien een toonbeeld van hoe een Japanse tuin zou moeten zijn en Ritsurin-Koen misschien een spektakel van ruimte en kunstig gevormde bomen, maar deze tuin heeft een intimiteit die de rest ontbreekt. Het zachte kabbelen van het beekje dat door het midden stroomt en het andere perspectief op dezelfde bomen dat door iedere kronkel in het pad wordt gecreëerd brengt een intense rust.

    De tuin van zomerbomen is zoals te verwachten niet op zijn uitbundigst, maar toch een fijn aanzicht. De tuin van dennen is mooi, maar brengt niet veel nieuws. Als we dan in de tuin van de heuvel en het meer komen zien we dat er een heel productieteam bezig is camera's en lampen neer te zetten. In het kasteel zagen we ook al behoorlijk wat voorbereidingen. Schijnbaar is er een lichtfestival wat binnenkort begint en ze lijken wat goeie promoshots te willen halen. We kunnen het kasteel hier inderdaad zien, maar zo donker is het nog niet dus we lopen nog even de bamboetuin in en besluiten dan toch maar nog een rondje door de hele tuin te doen. We zijn vooral benieuwd hoe de tuin van het huis van de heer er verlicht uitziet. Het antwoord is goed (foto's 8, 9 en 10).

    Als we weer bij de heuvel en het meer komen, hebben we inderdaad een mooi plaatje van het verlichte kasteel boven de bomen uit (foto 12). De tuinen verlaten hebbende zien we dat de buitenmuren ook gaaf verlicht zijn (13), bijzondere combinatie tussen traditionele architectuur met een futuristische aanblik.

    De dagtrip naar Himeji heeft zeker niet teleurgesteld. Het kasteel was volledig naar verwachting compleet de moeite waard en de tuin was een dikke vette kers erbovenop.
    Read more

  • Day 21

    Nog een kasteel!

    December 1, 2023 in Japan ⋅ ☀️ 10 °C

    We vertrekken 's ochtends netjes op checkouttijd uit Himeji en pakken na een donutvormig ontbijt de trein naar de tweede stad van Japan (officieel de derde, maar iedereen vind Yokohama gewoon een satelliet van Tokyo), Osaka. Ik heb met onze Aikido-beoefende host geregeld dat we vast onze koffers kunnen droppen en door de met schattige konijntjes versierde borden vinden we het verblijf makkelijk. Daarna zoekt Karin een café op om het zoveelste seminar online bij te wonen. Ik ga ondertussen een stuk lopen naar waarschijnlijk het op één na bekendste kasteel van Japan: Osaka-jō.

    De huidige centrale donjon is een betonnen reproductie uit 1931 en daarmee is het misschien niet zo'n mooi historisch exemplaar als die in Himeji, maar dat wordt goedgemaakt door de rijke historie die dit kasteel heeft meegemaakt en de belangrijke rol die het heeft gespeeld in de unificatie van Japan. Dus, voor de liefhebbers, tijd voor nog een geschiedenislesje!

    De 15e en 16e eeuw waren een rommeltje in Japan. Er was bijna constant conflict tussen de honderden Daimyo (lokale potentaten). Officieel zworen ze allemaal trouw aan de keizer, maar die was inmiddels niet veel meer dan een ceremoniëel boegbeeld en delegeerde macht aan de Shogun, de militaire machtshebber. De Ashikaga Shoguns hadden echter al lang geen echte macht meer over de Daimyo, zeker niet degene die wat verder van de hoofdstad, Kyoto, verwijderd waren. In de 1560er jaren zag een van de Daimyo, Oda Nobunaga, zijn kans schoon en begon één voor één zijn buren onder de duim te brengen. Met verbluffende effectiviteit werkte hij zich binnen enkele decennia naar een positie als de de-facto machtshebber in centraal Japan, hierdoor wordt hij gezien als de eerste van de drie grote verenigers van Japan. Toen hij echter omkwam in een aanslag in een tempel in Kyoto was het even knijpen of het hele land zichzelf niet opnieuw in chaos zou storten, maar zijn voornaamste generaal, Toyotomi Hideyoshi sprong snel in het machtsvacuum en zette de missie om Japan te verenigen voort. Dit lukte en hiermee is hij de tweede grote vereniger. Bijzonder aan Hideyoshi is dat hij van boerenafkomst was. Hij heeft zich door hard werken en de juiste hielen te likken omhoog gewerkt van een simpele bediende in het huishouden van Nobunaga tot opperbevelhebber in Japan. Not bad.

    Eén van de prestaties waarmee Hideyoshi zich in goed licht stelde en wat in het museumkasteel erg benadrukt wordt is bij de renovaties van Nobunaga's kasteel. Die liepen maar uit, verschillende projectleiders erdoorheen gesleten en maar geen vooruitgang. Het zal ook eens niet met grootschalige infrastructuur- of bouwprojecten. Pas toen Hideyoshi de leiding op zich nam en de werknemers in teams tegen elkaar op zette om ze te motiveren was het opeens in drie dagen allemaal gedaan, zo gaat het verhaal. Dit sluit natuurlijk mooi aan bij de bouw van het kasteel in Osaka, dat in opdracht van Hideyoshi begon in 1583. Het was in eerste instantie gebaseerd op het kasteel van Nobunaga, maar groter en beter in ieder opzicht. Hogere torens, dikkere muren en meer bladgoud om mee te swaggeren. In 1597 was het eindelijk af en een jaar later viel Hideyoshi dood neer. Het kasteel ging over naar zijn zoon en benoemde erfgenaam Hideyori. Er was echter een andere generaal die onder Nobunaga had gediend en was uitgegroeid tot Hideyoshi's rechterhand: Tokugawa Iëyasu.

    Iëyasu diende in eerste instantie in de raad die Hideyori moest begeleiden tot die op leeftijd was, maar had meer op het oog. Na nog een reeks oorlogen en politiek gemanoeuvreer kwam hij aan de top. Dit werd gevolgd door een aanval op Hideyoshi, omdat dat de enige was die de legitimiteit van zijn heerschappij kon ondermijnen en in 1614 was er een slag in Osaka. Het kasteel hield echter en een jaar later kwam Iëyasu er pas doorheen met een tweede aanval. Kasteel is afgefikt, Hideyori heeft sepukku gepleegd en Iëyasu heeft het Tokugawa Shogunaat opgezet dat tweehonderd jaar lang heerschappij over een vreedzaam Japan zal houden in wat later bekend zal staan als de Edo-periode. Daarmee is hij de derde grote vereniger.

    Voor het kasteel is het echter nog niet afgelopen. Iëyasu's erfgenaam en de tweede Tokugawa Shogun, Hidetada, begint de reconstructie. Het oude kasteel wordt compleet begraven onder het nieuwe. Voor de bouw zette hij de Daimyo uit de omgeving in en die hebben op de flinke granieten blokken die ze voor de muren hebben geleverd hun namen achtergelaten. Sommige van deze blokken zijn werkelijk gigantisch (foto 7, rechts) en wegen wel 150 ton. Hierna is het kasteel een paar keer gedeeltelijk afgebrand door bliksem en weer opgebouwd in meer of mindere mate, tot het in de Meiji Restoratie, die een eind bracht aan het Tokugawa Shogunaat, in 1868 affikte tijdens een belegering van de keizerlijke loyalisten. Daarna werdt het gebruikt als militaire basis en arsenaal en is in 1931 die betonnen reconstructie van de centrale donjon uitgevoerd. In de Tweede Wereldoorlog hebben de Amerikanen het uiteraard flink gebombardeerd (het was ook een arsenaal), maar na de reconstructie van 1995 ziet het er als het goed is weer net zo mooi uit als in de Edo-periode. Van de buitenkant dan, de binnenkant is een modern museum met liften.
    Read more

  • Day 21

    Kuïdaore!

    December 1, 2023 in Japan ⋅ ☀️ 11 °C

    Osaka bruist. Hier is een stad die met volle overtuiging en vooral zonder schaamte het moderne, metropolitaine leven omarmt. Waar Japanners bekend staan om terughoudendheid en beleefdheid, staan Osakanen erom bekend dat ze uitgesproken, gewaagd, hartelijk en slim in zaken zijn. Dat ze van eten houden uit zich in de statistieken, die uitwijzen dat ze meer dan ieder ander in Japan aan eten uitgeven, maar vooral aan de lijfspreuk: 食い倒れ (Kuïdaore), wat je kunt vertalen als "eten tot je erbij neervalt".

    Na het kasteel pak ik de metro naar Namba. Hier is een doolhof van overdekte winkelstraten ter grootte van een kleine stad dat onder andere de Dotonbori bevat, een kanaal dat aan weerszijden wordt geflankeerd door een duizelingwekkend assortiment aan billboards, lichten en reusachtige mascottes (foto 4). Ik haal een bak Takoyaki (gebakken deegballetjes met een stuk octopus erin) en dwaal een tijdje rond, mijzelf vermakend me met de extravagante displays boven de winkels die allemaal proberen nog nét iets meer de aandacht te trekken dan hun buren. Dit leidt tot een wapenwedloop aan kleuren, lampen, uitroeptekens en kortingen. De meest in het oog springende etablissementen zijn gokhuizen waar verloren zielen zich aan de eenarmige bandiet of de pachinko-kast kluisteren. Officieel is gokken om geld illegaal in Japan, maar een maas in de wet staat toe dat men gewonnen pachinko-balletjes inwisselt voor speciale tokens die men bij een "onafhankelijke" inkoper kan verkopen. Gokken met extra stappen dus. Andere bijzondere locaties, zoals "No. 1 Dandy Osaka" adverteren met flink opgemaakte jonge mannen die je tegen betaling een avond mee op date kunt nemen.

    Als Karin zich weer bij mij voegt heeft ze mijn wollen trui bij. Daar was een gat in gekomen en ik heb in een luxe warenhuis een kledingmaker gevonden. Misschien kan die het even snel dichtstoppen. Dat blijkt behoorlijk prijzig te zijn, dus ik koop een paar verdiepingen hoger in de 100 yen-winkel (waar alles dus zo'n 65 cent kost) een paar naalden en wat groenig garen. Dat zal ik de komende week in Kyoto zelf proberen te fixen (is gelukt, maar kostte me uiteindelijk ruim 5 uur, zo duur was die kledingmaker misschien toch niet). Hierna gaan we op een streetfood-spree. We proberen wagyu-sushi die werkelijk smelt op je tong, stappen een izakaya binnen voor wat kushikatsu (gefrituurde van alles op een stokje) en landen uiteindelijk een "Koreaans geïnspireerde" Chinese noedeltent, klinkt interessant, maar het blijkt een keten te zijn en ze serveren ons werkelijk het slechtste eten dat ik in hele lange tijd voorgeschoteld heb gekregen. Slappe noedels verdronken in dikke, kleffe, karakterloze, zoete saus. Fuck you, Mr. Paik.

    Hierna gaan we naar het Osaka's zakendistrict, Umeda. Hier is het Umeda Sky Building, dat een heel goed observatiedek zou moeten hebben. Dat observatiedek is een platform met een cirkelvormig gat dat twee torens overbrugt en de verlichting met de weerspiegeling in de ramen van de torens geeft een ufo-achtige uitstraling (foto 7). 30 verdiepingen omhoog met de snellift en dan een zwevende roltrap in naar het centrale dek (2e filmpje). Daar lopen we wat rond, maar het wordt pas echt spectaculair als we de trap naar het dak beklimmen. Daar is een rond, glow-in-the-dark voetpad (foto 9) waar je aan alle kanten het nachtlandschap van de stad kunt aanschouwen (10 en 11). Vet.

    Op de terugweg naar ons appartement stoppen we natuurlijk even in de foodcourt bij het metrostation van Umeda om van wat dumplings en een gin tonic te genieten en dan kunnen we neervallen in onze tatami-kamer die een aparte nis heeft voor een katana.
    Read more

  • Day 22

    Watertunnels en dwaalgangen

    December 2, 2023 in Japan ⋅ ☀️ 11 °C

    Karin en ik besluiten zaterdag een bezoek te plegen aan wat, toen het in 1990 opende, het grootste aquarium ter wereld was: Kaiyukan. Ergens voelt het wel gemeen, naar beesten kijken die in een te klein hok zijn opgesloten, maar ze lijken het hier best naar hun zin te hebben. De zeehonden knuffelen elkaar en duikelen lenig door de dieptes van hun tank en de dolfijnen vinden het vooral leuk om de schoonmakers lastig te vallen (filmpje 2). Van andere diersoorten vindt ik de gemoedstoestand moeilijker in te schatten.

    De hoofdattractie zijn de twee walvishaairn in een gigantische tank die ruim 3 verdiepingen midden in het gebouw opneemt. Deze zou de open dieptes van de Stille Oceaan moeten nabootsen en bevat vele soorten haaien, roggen en andere vissen (1). Het pad kronkelt in een spiraal om de tank naar beneden zodat je langzaam naar de zeebodem afdaalt. We hebben het geluk dat het net voedertijd is en twee mannen in duikpakken gooien emmers kril in de weidopengesperde monden van de walvishaaien. Dit moeten ze met een hand doen, want met de ander moeten ze zichzelf van de haaien af blijven duwen, anders worden ze meegesleurd in de zuiging die de haai creëert door zijn muil te openen. Ziet er best eng uit. Een paar rondjes later komen we bij de bodem aan en moeten we lachen om een duiker die als Kerstman verkleed naar de kinderen zwaait (3).

    Na afloop staat de zon prachtig laag over de baai (4). We besluiten hier de broodjes die we die ochtend bij de beste bakker van Osaka hebben gehaald te nuttigen. Hoe weten we dat dit de beste is? Onze Aikido-beoefenende host claimt 500 (!) bakkerijen uitgeprobeerd te hebben en dit is de beste. Hij heeft ook een dikke dossiermap op tafel liggen met zijn persoonlijk beoordeelde aanbevelingen voor alle categorieën aan restaurants. Een Osaka-waardige foodie. Wachtend op de trein kan ik het niet laten om nog wat plaatjes te schieten van het diep gouden licht dat over het spoor naar binnen rolt (5, 6) en dan gaan we naar Umeda om een middelbare schoolvriendin van Karin op te zoeken.

    Met Nakatsukasa slenteren we door het enorme warnet in het hart van Umeda. Er zijn wel 5 verschillende stations met een werkelijk doolhof van ondergondse passages en bruggen met elkaar verbonden. Deze sluiten aan op nog twee keer zoveel winkelcentra die soms tot wel acht verdiepingen hoog en 3 verdiepingen diep in het netwerk doordrongen zijn. Karin wilt graag naar een historische smoothiebar, maar zelfs Nakatsukasa, die hier al een paar jaar woont, heeft moeite de weg te vinden. Uiteindelijk geeft Karin haar telefoon aan mij en na wat gepuzzel vinden we de verborgen schat: lekkere smoothies. Na ook de grootste boekenwinkel van Japan te hebben bezocht gaan we naar de 8e verdieping van een van de winkelcentra die tjokvol restaurants zit. We eten gegrilde paling met rijst (7), wat erg populair is in Osaka (onze host heeft wel 10 verschillende aanbevelingen voor palingrestaurants in zijn dossier, maar die zijn allemaal in de buurt van ons verblijf). Smaakt erg goed en de sansho (soort Japanse groene peper die wel wat wegheeft vancitroengras) is er zo lekker bij dat ik die later deze week een zakje koop in Kyoto.
    Read more

  • Day 23

    Kyōto

    December 3, 2023 in Japan ⋅ ⛅ 12 °C

    We vertrekken vroeg uit Ōsaka. Nog even langs de super voor ontbijt en dan pakken we de trein naar de oude hoofdstad. Niet de Shinkansen, want die stopt niet op Ōsaka, maar op Shin-Ōsaka en dat is wat verder uit het centrum. Bovendien is het zelfs met een gewone sneltrein nog geen uur reizen.

    Kyōto (betekent letterlijk "hoofdstad") is in 794 gesticht als nieuwe hoofdstad door keizer Kanmu. Die wilde aan de toenemende macht van de grote Boeddhistische tempels in de oude hoofdstad, Nara, ontsnappen. De Heian periode die volgde en tot 1185 duurde wordt gezien als het hoogtepunt van keizerlijke macht. De eeuwen daarna zwakte die af totdat Tokugawa Ieyasu uiteindelijk de macht greep en het Tokugawa Shogunaat opzette. Die regeerde de komende 200 jaar vanuit Edo, wat dus de de-facto hoofdstad was. Officieel werd het dat pas toen, na de restoratie van keizerlijke macht, keizer Meiji in 1869 het keizerlijke hof ook naar Edo verplaatste en het hernoemde naar Tōkyō (letterlijk "oostelijke hoofdstad"). Kyōto wordt echter vandaag de dag nog steeds gezien als de culturele hoofdstad van Japan vanwege de rijke geschiedenis. De stad is ook relatief goed gespaard gebleven in de bombardementen van de Tweede Wereldoorlog.

    De rijke geschiedenis toont zich niet in het moderne stationsgebouw (2), maar dat doet er niet aan onder. We dumpen onze koffers bij een opslaglocatie in het station en beginnen aan ons rondje centraal Kyōto. Ik heb werkelijk een heel bos aan groene vlaggetjes in mijn Google Maps geplant om bij te houden waar ik allemaal heen wil. Dat mijn reisgids een heel hoofdstuk aan Kyto besteed, terwijl een stad als Ōsaka gedelegeerd is tot enkele pagina's zegt genoeg. Eerst eten we nog een Matcha-parfait met mochi-balletjes (3) en dan gaan we naar de eerste tempel.

    Higashi Hongan-ji (lett. "oostelijke tempel van de oorspronkelijke eed", foto 4-7) is de thuistempel van één van de twee takken van Jōdo Shinshū. Dat is een boeddhistische sekte die populariteit vergaarde door mensen te beloven dat ze verlichting konden bereiken door simpelweg de mantra "Namu Amida Butsu" te herhalen. Tokugawa Ieyasu (ja, alweer) is verantwoordelijk voor de versplintering van de sekte, hij zette twee erfgenamen tegen elkaar op, omdat hij de macht van de sekte wilde verminderen en schonk een nieuwe tempel aan de tweede erfgenaam, die een paar honderd meter naar het westen ligt. Of het versplinteren van de macht effectief is geweest vraag ik me af als ik de rijk met goud versierde interieuren van de twee gigantische centrale hallen zie (8, 9).

    Hierna lopen we door naar die andere tempel, Nishi Hongan-ji (driemaal raden wat dat betekent), die iets minder groot is, maar wel een mooie, grote ginkgo met knalgele bladeren heeft (10). Daarna is het wat verder lopen naar Tōji (lett. "oostelijke tempel", foto 10 en 11), een van de twee oorspronkelijke tempels waar bij de stichting van Kyōto plaats voor is gemaakt. De westelijke zuster-tempel bestaat niet meer. Hier staan in een hal wat tekeningen tentoongesteld, waaronder een gigantische inkttekening van het drakenpaar "A-Un" (helaas geen foto). Als we vertrekken zie ik een blauwe reiger voor de grote pagoda de wacht houden (12).

    We hebben nog daglicht over, dus pakken we de bus naar het noordoosten van het centrum, waar de Takano-rivier in de Kamo stroomt. Hier is Shimogamo-jinja , die de stichting van Kyōto met een paar honderd jaar voorgaat (1, 14-17) en een van de oudste Shinto-heiligdommen in Japan is. Voordat we er zijn lopen we door een stukje bos, waarvan ik heb gelezen dat het vergelijkbaar is met hoe de omgeving eruit zou hebben gezien voor de stichting van de stad. Mooi herfstig dus. Bij de ingang van de Jinja kijken we bij een marktkraam die sake verkoopt. We (Karin) raken aan de praat met de verkoopster die ons wat proefglaasjes aanbiedt. Erg lekker, maar we hebben geen ruimte in de koffers voor grote flessen. Aan het eind van ons bezoek blijf ik nog even kijken bij een andere inkttekening van een draak (18) en terwijl ik daar sta stapt de kunstenaar op mij af. Hij vertelt dat hij het eerder die dag in een half uur heeft getekent in een live-performance. Niet slecht. Teruglopend door het bos worden we geflankeerd door talloze lampjes wat het geheel een sprookjesachtige sfeer geeft (19).
    Read more

  • Day 24

    Inari

    December 4, 2023 in Japan ⋅ ☀️ 10 °C

    Maandagochtend besluit ik de berg Inari te beklimmen. Ons appartement licht aan de voet van de berg, naast twee stations (verschillende spoorwegbedrijven) en Fushimi Inari-Taisha, het belangrijkste heiligdom geweid aan Inari. Inari is een van de voornaamste Kami (Shinto god), en wordt geassocieerd met vossen, vruchtbaarheid, rijst, thee, sake en welvaart in het algemeen. Vooral vanwege dat laatste hebben veel Japanse bedrijven Torii gedoneerd om op de berg te zetten. Door de oranje gangen die de inmiddels 10.000 (!) Torii vormen is het een van Kyōto's meest populaire toeristische attracties geworden. Vooral voor Insta-girls.

    Bij de ingang van de jinja zie ik meteen al een beeld van een vos met met een bos rijst in zijn mond (2), een prominent symbool voor Inari dat nog vaak terug zal komen. Het is druk. En in de met Torii overdekte eerste paden naar boven is het werkelijk achter de andere toeristen aan schuifelen (4, 5). Ik krijg er al snel de pest in en besluit bij de eerste gelegenheid een zijpad het bos in te nemen. Meteen uitgestorven. Ik loop door een bamboebos en kom wat van de kleinere sub-jinja die over de hele berg verspreid zijn (5-8). Ik heb op mijn hiking-app een route gevonden waarbij ik wat hoger weer bij de hoofdpaden kom en het is nu rustig genoeg om gewoon te kunnen wandelen (maar nog steeds best druk). Iets hoger is een mooi uitzicht over de stad (10) en op weg naar de top kom ik allerlei prachtige heiligdommen tegen (11-14). Het begint ook steeds rustiger te worden, schijnbaar hebben de meeste toeristen geen zin om 1,5 uur een berg op te lopen. Ik wel en ik ren bijna met twee treden tegelijk de paden op. Zo kom ik eindelijk een goed foto-moment tegen (15). Vanaf de top is er een andere route naar beneden en ik zie dat op de achterkanten van de Torii de namen van de donateurs staan (16, 17).

    Beneden aangekomen merk ik dat ik nog wel tijd heb om ook naar Tōfuku-ji te gaan. Een grote, Zen-Boeddhistische tempel in de buurt. Er is een indrukwekkende poort (18) waar je alleen omheen mag lopen en de centrale hal (19) is wederom een prachtige houtconstructie. Natuurlijk mag ook de bijbehorende Zen-tuin met geharkt grind niet ontbreken (20).
    Read more

  • Day 26–28

    Ziek

    December 6, 2023 in Japan ⋅ ☀️ 10 °C

    Woensdagochtend wordt ik wakker met verstopte luchtwegen, fikse hoofdpijn en een allesoverheersend lam gevoel. Nee, geen kater. Griep, Covid, of een hele nare verkoudheid, geen idee, maar maakt ook niet uit. Ik heb die avond een belangrijke demo met een klant die, om de woorden die een componist ooit over Tom heeft uitgesproken te lenen, "enigmatisch in zijn bereikbaarheid" is. Die wil ik dus echt niet missen en met een betonnen hoofd ga ik toch maar aan het werk om de laatste voorbereidingen te treffen. De demo is uiteindelijk een groot succes.

    De volgende dag heeft Karin het ook te pakken. Dit zou onze tweede dag samen Kyōto ontdekken zijn, maar dat zit er dus niet echt in. 's Middags voelen we ons beiden dapper genoeg om het op een wandeling door het park te wagen. We pakken de metro naar het voormalige keizerlijk paleis. Het hele ommuurde gebied is tegenwoordig een uitgestrekt park in het hart van Kyōto, vroeger stonden hier de huizen van hooggeplaatste functionarissen en andere elites. Het paleis zelf is een ommuurd complex in het ommuurde park in de stad. Zoals gewend van Japan, zien we veel vakwerk met zware balken, stevige daken en lichte schuifdeuren met rijstpapier. Er is een ceremoniële zaal waar de keizers gekroond werden (foto 1), er is een bijgebouwdje waar een of ander keizerlijk relikwie wprdt gehuisvest (2) en een alleraardigste tuin (3-5).

    Ondanks dat ik er als een zombie bijloop beloof ik Karin nog over de Nishiki markt te lopen (6). Mijn boek heeft deze overdekte arcade aangeraden als dé plek om alle lekkernijen van Kyōto te bewonderen: gepekelde zuurtjes, gebraden stukjes vlees, kruidenwinkeltjes waar een sample ons (zelfs met verstopte neus) zo doet genieten van rijst met wat kruiden erop dat we een zakje kopen, viswinkels, mochi en nog fermenterende groenten (7). Daarna is het huiswaarts aan, waar we een simpele, doch lekkere samengestelde magnetronmaaltijd eten. De magnetronrijst van de Lawson konbini is uitstekend en met wat kimchi en curry komt het toch best mooi samen.

    De volgende dag is het nog steeds niet veel soeps en Karin heeft 's middags een seminar. Uiteindelijk gaan we 's avonds nog naar Kinkaku-ji, de gouden tempel (8-10), waar we net voor sluitingstijd nog binnen mogen. Het is heerlijk sereen in de tuinen rondom de Tempel en dit doet de zieke geest goed. En ja, hij is echt helemaal bedekt met bladgoud, niet zomaar een mooi verfje. Deze tempel is gebouwd door een van Ashikaga Shoguns, de dynastie die tot zo'n 100 jaar voor de Tokugawa's de macht had. Ginkaku-ji, de "zilveren" tempel, staat er niet heel ver vandaan. Deze is gebouwd door een latere Ashikaga Shogun, maar helaas was het geld op voordat de tempel met zilver bedekt kon worden. De naam bleef echter.

    Hierna gaan we naar een grote boekenwinkel waar een cafe is met zo'n aantrekkelijk plaatje van een met bosvruchten en slagroom bedekte Luikse wafel dat we dat niet voorbij kunnen laten gaan. Karin neemt een Mont Blanc en ze stellen beiden niet teleur (eigenlijk zelfs beter dan ik ze in België heb gehad). Ook de koffie was uitstekend en ze verkopen zelfs hun bonen! De zak die we nog in Hanoi hadden gekocht is een paar dagen terug leeggeraakt dus dat komt mooi uit. We eten 's avonds eindelijk sushi (ja, we zijn niet eerder naar een sushi restaurant geweest) in een typisch restaurant waarin iedereen aan een balie zit waarachter de chefs voor je neus de boel bereidt (11). Verrukkelijk.
    Read more