Satellite
Show on map
  • Day 39

    De tour wacht op niemand! (Part II)

    September 23, 2015 in Mongolia ⋅ ⛅ 1 °C

    Boven is het lunchtijd en na meerdere Oendoeks betreden we weer onze paarden. Na ongeveer 5 minuten doorkruisen we wat lastiger terrein. Het is denk ik maar een meter of 50 maar het vraagt de opperste concentratie van paard en ruiter. Moncho slalomt, met in de ene hand de teugel van zijn hengst en in de andere het touw van het pakpaard, zeer geraffineerd en soepel door de rotsen. Het is een genot om te kijken naar zoveel beheersing en skills. Mijn paard volgt voorzichtig zijn pad. Plotseling struikelt hij door zijn voorbenen en deze verandering van positie zorgt ervoor dat ik uit mijn zadel in zijn nek val. Ik pak zijn nek beet als een liaan en probeer mijzelf in balans te houden. Aangezien een nek en ruiter zich niet behoren te vereenzelvigen is de reactie mijn paard dat hij schrikt en lichtjes steigert waardoor ik weer naar achter wordt geworpen. Dit alles gebeurt in een omgeving met flinke kuilen, keien en rotsen. Voordat ik weet val ik samen met mijn paard naar links de rotsen tegemoet. Het paard raakt nu in paniek. Corrigeert zichzelf en begint wild om zich heen te slaan met zijn achterbenen. De situatie versnelt en loopt volledig uit de hand. Ik bungel half achter het paard en probeer op acrobatische wijze de slaande achterbenen te ontwijken. Alsof het kwaad nog niet is geschied, zet mijn paard een angstsprint in. Dit is opzichzelfstaand niet problematisch. Alleen hing ik er als een lappenpop achter omdat mijn stevige bergschoen besloot vast te zitten in een van de stijgbeugels. Daar hang ik achter een paard dat in paniek zich een weg baant over rotsen, kuilen en flinke keien. Op dat moment probeerde ik door hard te schreeuwen het paard te laten stoppen. Wat uiteraard niet lukte. Wel alarmeerde mijn stem Marleen en Moncho. Het enige dat ik nog weet is dat ik dacht: 'Dit is niet goed, serieus niet goed!' Marleen moet mijzelf als kwetsbaar stuk vlees waarnemen achter een op hol geslagen paard. Achteraf vertelde ze me dat ze doodsangsten heeft doorstaan. Op miraculeuze wijze raak ik los na een meter of vijftien en blijf half in shock liggen. Boef en Moncho zijn snel bij me. Het paard krijgt er flink van langs. Ik ben zo bij mijn bewustzijn dat ik aangeef dat het paard er niets aan kon doen. Hij schrok. Wat ik me goed kan voorstellen. Daarna knielen zowel mijn lieve schat, lichtelijk van streek, en Moncho, die vaderlijk knielt en mijn bol begint te aaien, zich naast me. Deze 10 tot 15 seconden hebben een diepe indruk op ons gemaakt en heel even maakt zich een louterende stilte zich van ons meester. Luttele seconden later wekt de werkelijkheid ons en is pragmatisme noodzakelijk. Ik probeer, duidelijk onder invloed van adrenaline als natuurlijk medicijn, op te staan. Al snel roept mijn lijf mijzelf een halt toe en wordt alles zwart voor mijn ogen. Ik ga snel diep zitten om flauwvallen te voorkomen. Dit herhaalt zich nog een aantal keer totdat ik door mijn liefste en Moncho wordt overreden en moet gaan liggen. Ik moet blijven liggen. We wachten een uur en kijken dan verder naar hoe we de tour voort gaan zetten. Of dat überhaupt nog mogelijk is. In de tussentijd kan ik schade bij mezelf opnemen. Ik ben een paar keer flink geraakt tegen mijn rechterbeen, er zijn wat oppervlakkige wonden op mijn vingers en mijn rechterarm is lichtelijk bedrukt met wat schrammen. Eerste voorzichtige conclusie is. 'Ik heb geluk.' Ik had volledig gewond en kapot hier kunnen liggen. Het enige dat me op dat moment zorgen baart is pijn in mijn kont. Mijn stuitje. Mijn gedachte daarna is hoe kan ik in godsnaam weer op dat paard komen met deze stekende pijn in mijn achterwerk? De context is niet in mijn voordeel. We zitten op zeer moeilijk begaanbaar terrein. Auto's kunnen me niet bereiken. De zon brandt flink op me in en ik moet door. Niets doen is geen optie. De legendarische woorden van Mart Smeets: 'de Tour wacht op niemand,' dwalen door mijn gedachten en bereiken de fysieke wereld. De zelfspot als medicijn is alweer aanwezig. Alleen die helpt nog niet bij het gaan verplaatsen. Wat onvermijdelijk is. Na ongeveer een half uur heeft mijn lijkbleke kop weer wat kleur en kan ik langzaam wat heen en weer schuifelen. Het is tijd om door te gaan. Al kan ik me er nog niet goed een voorstelling van maken. Ik beslis om eerst een stuk te wandelen wat wonder boven wonder wel lukt. Hierdoor tank ik vertrouwen en het drukt de pijn aan mijn reet wat naar de achtergrond. Helaas is het niet mogelijk om onze slaapplek te voet te bereiken. De omgeving is ook drassig. Een mini moerasachtig landschap waar de paarden tot minimaal hun knieën in wegzakken. Ik moet weer in het zadel. Er is geen andere mogelijkheid. Voorzichtig bestijg ik weer de beugels en dat wordt beantwoord met vlijmscherpe steken en tranen die in mijn ogen springen. Dit is een moment in je leven waarin je de vijand verslaat en totaal verbluft je eigen overwinning op een onmogelijk geachte prestatie kan waarmaken. Alleen ik zit alleen nog maar in het zadel. Marleen haar paard gaat als eerst en weigert. Paarden vinden water gemiddeld genomen eng. Ervaring van een ruiter in het geven van vertrouwen en leiding in hetzelfde moment zijn belangrijke ingrediënten om een paard zijn angst te laten overwinnen. Ik weet dat ik moet en onbewust stuur ik mijn paard het zompige mos in. Door het deinen van het paard door de ondergrond weet ik niet wat er met me gebeurt. De pijn is gruwelijk. Ook mijn paard weigert. Ik duw al mijn dominantie door de strot van het paard en het lukt om het beest aan de overzijde te manoeuvreren. Ik ben blij en opgelucht. Er schuilt nog wat angst onder mijn huid aangezien het stuiteren over rotsen nog vers in mijn geheugen ligt opgeslagen. Toch heb ik de eerste slag gewonnen, de demonen verjaagd. Op wilskracht, schock en adrenaline bereiken we onze tweede slaapplaats. Het uitzicht is van ongekende schoonheid. Ik ben nu halverwege. De komende dagen worden een hel. Nu ben ik trots en opgelucht. Ik kan rusten en bijkomen. Starend over het adembenemende uitzicht. Een meer ingesloten door groene heuvels, gers en beesten geven me plotseling een inzicht dat ik nooit zo heftig heb ervaren. Vergelijk het met god heeft tegen me gesproken maar dan zonder god. Zo kan ik het t best duiden. Ondanks alles wat er is gebeurd is er altijd de mogelijkheid om te kiezen. Het is alsof die oude Liuba vanuit listvyanka me woorden influistert gedragen door de wind. 'Life is beautiful, many people are asleep and dont see it.' Nu sta ik daar met mijn liefde. Niet wetend wat er komen gaat. Met heftige pijnscheuten als bliksemschichten door mijn reet. Te kijken naar een beeldschoon landschap gegrepen door een ondergaande zon. En ik zie het. Voel het. Keus is altijd aanwezig. Alles is er tegelijkertijd en ik kies voor de schoonheid.

    (Inmiddels zijn we weer in Ulanbataar, is mijn heiligbeen gebroken, maak ik het goed en sta ik onder behandeling in een prive ziekenhuis)
    Read more