Satellite
Show on map
  • Day 161

    Mingalabar I (hallo)

    January 23, 2016 in Myanmar ⋅ ⛅ 24 °C

    Voordat Boef en ik Myanmar alweer gaan verlaten geven wij uiteraard gehoor aan de rooksignalen dat het op dit moment wat stil is op findpenguins. Myanmar is voor ons exponentieel voorbij gevlogen. De tijd gaat plotseling heel snel. De theorie gebaseerd op hoe meer diversiteit en actie je toelaat in je leven des de trager de tand des tijds is op dit moment niet toereikend. De variabelen voor traagheid kloppen maar de tijd spuit ons voorbij. Myanmar is 1 van de armste landen ter wereld. Ook hier geldt dat de armsten, degenen die het minst kunnen delen, het meest geven. In fysieke zaken maar vooral in warme groeten, hartelijke grimassen, eeuwig optimisme en er is altijd ruimte voor een extra bord aan tafel. Hoe weinig eten er ook mag zijn in sommige gevallen. De paradox is wel dat wij in Myanmar de duurste nachten tot nu toe moeten betalen. Gemiddeld denk ik zo'n 18 dollar per kamer. Met het gegeven dat Myanmar tot een van de armste landen ter wereld is benoemd, voelt dat vreemd. Een land waar je voor 5 dollar met twee personen vorstelijk de hele dag kunt eten afzetten tegen de dure overnachtingen klopt gevoelsmatig niet met het armste land ter wereld. De reden is schrijnend doch simpel. Het enige waar de overheid zich mee bezigt in Myanmar is zelfverrijking. Iedereen in de toeristenbranche vloeit ruime aantallen dollars naar de zakken van gulzige ambtenaren. De rijken zitten er warm, luxe en voldaan bij en de ruggengraat van de maatschappij ligt krom om te overleven. De inspiratie die ik hierin vind, is dat diezelfde ruggengraat de wereld met opgeheven hoofd, warm en gul tegemoet treedt. Het enige dat de locals die wij spreken hierover zeggen is: 'Our country is no good. We need change.' Het noodlot van deze hoop rust op de schouders van een dappere vrouw die, in een militair politiek gedomineerd landschap, de nodige weerstand ondervindt van de zittende macht. Macht moet groeien, nooit delen.

    De reden dat er al enige tijd wat stilte is op de onlinepenguins is dat de 'wifi' beschikbaarheid in Myanmar per plek danig verschilt. Eerder gaf ik aan dat het heerlijk is om weer eens in een moeilijker land te reizen. Deze stoute verwachting blijkt niet helemaal te kloppen. Het vervoer is prima geregeld. Overal is warm water. Eten is overal te koop en locals spreken prima engels. Wat jammer is aan reizen in Myanmar is dat wij toeristen bijna verplicht zijn om ongeveer dezelfde route af te leggen. Het land is wel open maar ook weer niet. Wil je verder reiken dan de normale paden dan liggen moeizame permits en vele dollars in het verschiet. Dat is min of meer de reden dat wij ervoor kiezen om de 'loop' tegen de klok in te doen. Waarschijnlijk heeft dit wat recalcitrants van aard. De ronde tegen de wijzers in brengt ons wel op mooie, bijzondere plekken. Zoals bijvoorbeeld Bagan. Een gebied van 5 vierkante kilometer met duizenden tempels en stupa's. De reden voor deze enorme hoeveelheid geconcentreerde spiritualiteit is nog steeds niet ontrafeld.

    Myanmar is ook een land waar je kunt hiken door glooiend bergachtig landschap tussen verschillende minorities door met een puber die de evenknie kan zijn van Justin Bieber. Zijn neuriën op verschillende biebers blijkt de evenknie te staven. Zijn naam is Biu Biu (fonetisch Pjoe Pjoe) een dappere ontwapende goedlachse knaap waar we drie dagen mee door wat ongerepter gebied hebben gewandeld. Tijd die je doorbrengt, met wie dan ook, zorgt voor een connectie. Een verdieping in samenzijn. Op dag twee onthult Biu Biu dat twee maanden daarvoor zijn beste vriend is omgekomen bij een scooterongeluk. De dader is doorgereden. Hij is verdrietig en boos. We voelen ons beiden verbonden aan het lot van die jonge knaap; rouwen en doorzetten. Die ons heeft gekozen om ervoor het eerst met mensen over te praten. Wat rest is een empatische stilte. Dat wordt opgeschrikt door een kudde koeien die ineens in galop de hoek om komen gespurt. Biu Biu was een fijne gids. Het was meer een vriend waarmee je op pad bent of zelfs waan je je wel een ouder die met vertederende blik hem waarneemt in al zijn levenslust. Grappig aan Biu Biu was dat hij bang was voor van alles. Kraaiende hanen. Paarden. Blaffende honden. Koeien. Niet echt een handige eigenschap voor een gids. We hebben ons er kostelijk om vermaakt. Het wandelen door de Shan regio leerde ons ook dat de Burmees in zijn eigen land verschillende talen kent. Voor elke regio klinkt dat niet zo raar. Maar binnen een regio diverse talen vijf kilometer van elkaar verwijdert en elkaar dus niet verstaan is voor ons denk ik niet te begrijpen. De families waar we hebben gegeten en overnacht hebben allemaal 1 ding gemeen en dat is hartverwarmende gastvrijheid. Bij de tweede familie zijn we zelfs getuige van een televisiedoop. Die avond keken zij en buren voor het eerst naar dat kleine beeld. Een blauwe streep aan de zijkant van het scherm deerde de toegewijde blikken niets in het opslurpen van die eerste keer. Het maakt mij stil en ik overpeins mijn tevredenheid met wat ik heb. Schrikbarend en opgelucht voor deze reflectie kan ik van dit moment veel leren. Boef ervaart die avond ook wat leven in de wildernis nog meer betekent; Een dode kakkerlak in haar soep. Doodleuk worden er gebaren gemaakt dat het beest pardoes van het plafond waarschijnlijk in de soep is gevallen. We weten beter en schuiven de soep subtiel doch resoluut opzij. Biu Biu gaf boef hiervoor een bemoedigende knik.
    Read more