Japan
Ryū-misaki

Discover travel destinations of travelers writing a travel journal on FindPenguins.
Travelers at this place
    • Day 14

      Ninja!

      November 24, 2023 in Japan ⋅ ☀️ 17 °C

      Na onze slopende fietstocht naar Shikoku toe, nemen we een iets autonomer vervoer om het binnenland van Shikoku te bewonderen: de motorfiets. Ik heb twee weken van te voren al gereserveerd en vandaag is het eindelijk zover. Gelukkig valt het mee met de spierpijn.

      Voordat we gaan nemen we ontbijt bij een cafeetje dat qua styling net zo goed door zou kunnen gaan als de huiskamer van een willekeurige 90-jarige in Nederland, inclusief geur (foto 2). Dat is schijnbaar heel trendy geweest in Japan na de oorlog en ze bestaan nog steeds. Goeie koffie in ieder geval. We besluiten Matsuyama-Jō (het kasteel) voor nu te laten schieten. We zijn te laat opgestaan, moeten de motor nog ophalen en dan nog een pak kopen voor Karin, want die heeft alleen een helm, wat bij de gematigde snelheid in Vietnam voldoende was, maar op een echte motor niet. Misschien hebben we voor het kasteel nog tijd als we de motor terugbrengen op zondag. Na de motor opgehaald te hebben, wat even duurt omdat men van ieder bestaand krasje een uitgebreide notitie moet maken, gaan we shoppen in een grote motorkledingzaak. We vinden stevige leren schoenen, een regenbroek waar je een asfalt glijbaan mee af kan gaan en een mooie leren jas met bescherming op ellebogen, schouders, rug en borst. Karin voelt zich net de Terminator (foto 3).

      Terwijl we Matsuyama doorrijden, wen ik weer aan het motorrijden in een land met verkeersregels. Toch net anders dan gewoon maar rijden waar de ruimte is, al is het nog steeds mogelijk om fluitend alle stilstaande auto's bij een stoplicht voorbij te rollen om vervolgens lekker voor ze uit te brommen, hehe. Aan de verkeerde kant van de weg rijden blijkt ook geen probleem op één keer na, als ik na een stop een verlaten provinciale weg op de automatische piloot met een ruime bocht naar links inrij. Ik merk het pas als er (gelukkig langzaam) een auto op dezelfde weghelft tegemoet komt en Karin panisch aan mijn jas trekt en iets onverstaanbaars roept. Loopt goed af allemaal.

      Op de bergwegen is het mooi rijden. We genieten van de herfstkleuren op de berg en ik probeer me niet te ergeren aan het permanente snelheidslimiet van 50 (al houden zelfs de Japanners zich daar niet aan). De Kawasaki Ninja 400 rijdt als een zonnetje, en maakt een vrolijk snorrend geluid. Wel wat anders dan de 600cc oudoom van dit model met twee keer zo veel cylinders die ik in Nederland heb staan, de schreeuwlelijk. Zo zijn we tegen lunchtijd al in Uchiko.

      Uchiko, heb ik in mijn National Geographic reisgids gelezen, is een prachtig traditioneel stadje (dorp) wat ooit op de kaart is komen te staan vanwege de wasproductie. Tijdens de Edo-periode zal de Shogun hier dus wel zijn kaarsen hebben besteld. Inmiddels is die wasproductie verdwenen omdat men tegenwoordig praktischere lichtbronnen tot zijn beschikking heeft. Maar het is na zijn hoogtijdagen uitstekend bewaard gebleven. We parkeren de motor, wat gratis blijkt te zijn voor onze bescheiden tweewieler, en lopen de dorpsstraat in. Best mooi inderdaad, maar niet fantastisch. Het is ook maar echt één straat. Het hoogtepunt is het huis van de voormalige eigenaar van de wasfabriek met bijbehorende tuin (4, 5). Nadat we het gezien hebben lunchen we in een typisch Japans Italiaans restaurant. Daar serveren ze pasta die zijn oorsprong heeft in de traditionele Italiaanse gerechten, maar een echte Italiaan en zijn moeder een hartverzakking zou bezorgen.

      Dan rest ons een lange rit door de bergen. Ik heb een route uitgezet die door een vallei met mooie herfsttaferelen en over een kale hoogvlakte zou moeten gaan. Op weg naar de vallei beklimmen we een verlaten, steile, smalle en bossige bergpas. De snelheid ligt laag, want je kunt meestal niet zien of er iemand om de hoek aankomt (al gebeurt dat geen enkele keer) en er liggen veel bladeren en dennenaalden op de weg. Pas als we op een recht stuk stoppen voor het uitzicht (6) komen we de eerste tegenligger tegen. In de vallei lijkt het alsof we iets te laat zijn voor die mooie herfsttaferelen. Weinig rood en geel is over. Het is nog steeds mooi, op een stille, afgelegen manier. De bergbeek stort zich over de koude grijze stenen. Kale takken buigen zich zwijgzaam over de oevers. Dennen staan in donkere stilte hun wacht. En soms, soms fonkelt het helrode blad van een Japanse esdoorn tussen de grauwe schemer door.

      Veel tijd om om me heen te kijken heb ik alleen niet, want ik moet me goed concentreren op de weg. De naalden en bladeren zijn hier ook vaak nat, wat het glad maakt. Daarnaast laat het wegdek veel te wensen over. Ik heb ergens beloofd geen grappen over Belgische wegen meer te maken, maar...

      Het begint inmiddels ook koud te worden. In de valleien is al lang geen zon meer en we zitten best hoog voeg daaraan hoge luchtvochtigheid toe en de rijwind snijdt dwars door mijn zomerhandschoenen heen. Als ik erachter kom dat ik de afslag voor de hooglanden heb gemist, ben ik stiekem wat opgelucht. Daar zal het zeker koud zijn geweest en het begint nu ook donker te worden. Terwijl we nog dik twee uur te gaan hebben. Slik. Bij een plaspauze proberen we beide op te warmen. Ik doe mijn regenbroek aan tegen de wind en trek een een extra coltrui over mijn huidige. Na een paar rondjes over de parkeerplaats gejogd te hebben ril ik bijna niet meer. Door. Kou. Rijden. In Tosa moet ik wel vier keer stoppen om de route te checken, omdat de borden misleidend zijn (of meestal gewoon ontbreken) en vervolgens kom ik toch onbedoeld op de tolweg. Godverdomme. Gelukkig blijkt dat die de goede kant op gaat en zo zijn we uiteindelijk nog iets sneller bij onze Ryokan op het puntje van een schiereiland in de Stille Oceaan belandt.

      Het zeer vriendelijke personeel aan de balie raadt een restaurant aan de overkant van de baai aan. Meteen maar terug op de motor, want we verrekken van de honger. Het blijkt een uitstekend restaurant te zijn. Japanse BBQ met de beste saus in de wereld (waarvan ik uiteraard een flesje heb gekocht) en verse lokale vangst uit de zee. De giga-garnalen en wagyu smaken fantastisch, de miso soep loopt over van de umami en de rijst is perfect gekookt en heeft die heerlijke, subtiele smaak die je in Japanse rijst wilt. Het klapstuk is een chotaro (lijkt een beetje op een Sint Jacobsschelp) die nog leeft. Hij probeert Karin te bijten als ze hem oppakt om op de BBQ te leggen en ik krijg medelijden als ik hem zie stuiptrekken in de hitte. Karin legt uit dat dit precies is waarom Japanners「いただきます」("itadakimasu", met een stille 'u') zeggen voor het eten. Daarmee bedank je het leven dat je eet voor het offer dat ze hebben gemaakt om jou te voeden.

      ごちそうさまでした!
      Read more

    You might also know this place by the following names:

    Ryū-misaki, Ryu-misaki

    Join us:

    FindPenguins for iOSFindPenguins for Android