Satélite
Exibir no mapa
  • Dia 13–16

    Bahia Drake (Drake Bay)

    29 de novembro de 2023, Costa Rica ⋅ 🌧 27 °C

    We verlaten de peninsula aan de westkust aan de kant van Nicaragua voor de pensinsula aan de westkust aan de grens met Panama. Een flink stuk rijden, dus we maken halverwege een tussenstop in Uvita om daar een nacht aan het strand te slapen. Voordat we aan het ruigste deel van de tocht richting Osa peninsula beginnen bezoeken we eerst nog even Alturas Wildlife Sanctuary. Deze is opgericht nadat in 2012 de jacht en handel in exotische dieren verboden werd. Sindsdien zijn er 2 nationale "dierenpolities" die actief alle handel en bezit van exotische dieren opspoort en dieren in beslag neemt van particulieren, handelaars, drugsealers, hotels, et cetera. Deze dieren komem bij de sanctuary terecht, waar wordt gestreefd naar uiteindelijke uitzetting in het wild. Dieren waarbij dit niet lukt zitten hun oude dag uit in Alturas en helpen bij educatie van bevolking en toeristen. Sinds 2019 dragen ze ook, net als de rest van eco-toeristische plekken, bij aan de campagne #stopanimalselfies. We krijgen een rondleiding en ontmoeten ook het wilde capucijnaapje Dennis, die 5 jaar geleden verliefd werd op een van de capucijndames in de opvang, zijn groep verliet en sindsdien in nabijgelegen woud woont en elke dag 'zijn' meisje komt bezoeken. Hij hoeft zelf niet naar voedsel te zoeken, want ze deelt met liefde al haar maaltjes met hem. Er zitten verder vooral veel papegaaien, die zoals de verzorgers aangeven eigenlijk beter af waren geweest bij hun oorspronkelijke baasjes, omdat ze zo gehumaniseerd zijn en zich erg hechten aan hun mens. Maar het is volgens de regering en conservatiebewegingen noodzakelijk om deze vrij radicale stap te maken om de normaliteit van het in huis houden van wilde dieren te doorbreken.

    Na het bezoek rijden we door naar Bahia Drake (Drake Bay), een goed verstopte baai aan de noordkant van de Osa Peninsula, aan de grens met Panama. De baai heeft een nogal wilde, complexe en mysterieuze geschiedenis en ook nu kleeft er nog steeds een zekere geheimzinnigheid aan het plaatsje. Dat komt niet in de laatste instantie door het gegeven dat het altijd zeer lastig te bereiken is geweest - het ligt achter ruige bergen, midden in het regenwoud en in een baai die vroeger alleen te bereiken was door de woeste golven van 11-15 meter hoog te bestieren.

    Inheemse volken waaronder de Chiriquí en Borucas leefden sinds 6000 v.c. op de peninsula. Columbus noemde de peninsula 'Osa' naar een stamhoofd dat zijn crew daar ontmoette. De baai werd in de 16e eeuw ontdekt door Sir Drake, een piraat die volgens legendes een grote schat heeft begraven. Door de moeilijke bereikbaarheid van de baai bleef het gebied vervolgens eeuwenlang met name een plek uit verhalen.

    In de 18e eeuw kwam de regio voor het eerst op de eco-kaart te staan door naturalist Oveido, die zijn best deed de lokale inheemse bevolking ervan te overtuigen dat ontbossing niet de beste wijze van agricultuur was. Tijdens de onafhankelijkheidstrijd van Cista Rica in de 19e eeuw werden echter veel inheemse volkeren vermoord. De peninsula raakte vrijwel onbewoond en de jungle slokte het weer op en maakte de baai onbereikbaar vanaf het vasteland. Eind van die eeuw werd het gebied opnieuw door naturalisten herontdekt en de overheid gaf subsidie aan een project het in kaart te brengen, maar bemoeide zich verder weinig maar het gebied. Wel was Osa een geliefde plek om criminelen naartoe te verbannen, omdat die eenmaal daar afgezet niet meer terug naar vasteland komen komen zonder schip.

    In de 20e eeuw viel de peninsula in handen van een USA agricultureel bedrijf die zorgde voor grootschalige ontbossing voor bananen- en palmolie plantages en houthandel.
    Bovendien werd er goud ontdekt in de baai, wat voor een door goudkoorts opgewekte toestroom van schimmige gelukzoekers zorgde. Ook krokodillenjagers vonden hun weg naar de baai op zoek naar kostbaar leer. Dit maakte de 'last frontier' gevoel van de baai compleet. Er woonden vorige eeuw zo'n 25 gezinnen, die ieder als squatters stukken land hadden opgeëist. Het agriculturele bedrijf probeerde controle.te krijgen over het gebied, maar bleek niet bestand tegen de eclectische mix van inheemse bevolking, criminelen, goudzoekers, Panamezen, krokodillenjagers, eigenzinnige boeren, en een snel groeiende groep naturalisten en biologen die zich er vestigden en die de overheid onder steeds meer druk zetten de pensinsula tot beschermd gebied te verklaren. Uiteindelijk gaf het bedrijf het op en ruilde het land om voor een ander gebied. In 1975 was Nationaal Park Corcovado een feit. De "krakers" in het gebied moesten het park - ongeveer 1/3e van de pensinsula - verlaten, maar mochten wel elders in de peninsula neerstrijken en gebied in een soort pachtafspraak blijven gebruiken.

    Het bleef een erg moeilijk te bereiken gebied en de overheid is na die afspraak vrijwel niet meer in de peninsula actief. Inmiddels wonen er in Agujitas, dat samen met los Planes de grootste plaatsjes in de baai vormt, samen goed voor zo'n 2000 kleurrijke inwoners. Een beetje een anarchistische boel, zo omschrijven de bewoners het zelf aan ons, waar men zelf dingen moet regelen, want de overheid geeft nooit thuis. Ook in de rest van Costa Rica blijft Drake Bay tot de verbeelding spreken. Iedereen die we vertelden dat we er naartoe gingen rijden keek ons met grote ogen aan. Dat kan helemaal niet, werd ons dan vervolgens verteld. Onmogelijk, ruwe bergen, 3 diepe rivieren die je over moet steken, alleen te bereiken met een krachtige boot. Dat er inmiddels al 2 jaar een weg door de bergen ligt (of ja, een deels aangelegde weg waarvan de aanleg werd gestopt na een corruptie schandaal, waardoor er nu een vrolijk zebrapad van galdde wegen afgewisseld door zeer hobbelige en weggespoelde wegen door het landschap loopt) en 3 bruggen, dat nieuws heeft blijkbaar nog weinig oren bereikt. Maar volgens ons houdt de bevolking van Drake Bay dat ook liever zo.

    Corcovado trekt ecotoeristen, maar verder zijn er in Drake Bay weinig voorzieningen. Sinds 2004 zijn de plaatsjes in de baai aangesloten op het elektriciteitsnet en sinds 2010 is er internet, maar veel huizen en boerderijen houden het liever bij simpel. Bijna iedereen dan, want inmiddels hebben zich ook wat multi-miljonairs (type lost boys van Peter Pan) aan de eclectische baaigemeenschap toegevoegd, inclusief megavilla met privéhelicopter landingsplaats.

    Wij verblijven in Los Planes, net buiten de baai, in een eco boerderij van Yos en Osvaldo. Osvaldo vertrok in 1999 uit Barcelona op 22 jarige leeftijd en kwam 14 haar geleden in de baai terecht, waar hij zelf een boerderij in elkaar heeft getimmerd. Het is een vrolijke exentriekeling die zich voortdurend op nieuwe projecten stort. Op het moment is dat het bouwen van een zwembad van beton voor het huisje dat ze verhuren aan reizigers. Yos kwam er 7 jaar geleden bijwonen, vanuit haar geboortestad San José, op zoek naar een ecologischer bestaan. Samen draaien ze met af en toe wat help van vrienden een ecoboerderij van 25 hectare, grotendeels bestaande uit bosgebied. Ze groeien er vanalles, mango's, bananen, kokosnoten, kaneel, kurkuma, aloe vera, bonen, cacao, vanille, papaja en nog veel meer. Hun paard eet elke dag een stukje grasland kort, want machines zijn er nauwelijks in Drake Bay - er is ook geen benzinestation (de eerstvolgende in op 3 uur rijden) dus veel mensen malen er nog gebruik van paarden om zich te verplaatsen. We slapen in een hut die Osvaldo in elkaar heeft getimmerd, midden in de velden. Er is maar een beetje elektriciteit (door zonnepanelen) en 's avonds loop je door het hoge gras tussen de rote spinnen door. Na zonsondergang lichten de velden op door vuurvliegjes. We eten elke dag van het land, ze maken alles zelf. Ook laten ze zien hoe ze compost maken om de schrale grond van de baai geschikt te maken voor beplanting.

    Naast genieten van deze bijzondere plek, gaan we een avond op stap met bioloog Tracie Stice en naturalist Gianfranco Gómez, die sinds de jaren 90 in Drake Bay wonen en er onderzoek doen. Gewapend met een speciale nachtcamera leren we van hen alles over lopende onderzoeken naar het poepgedrag van luiaarden, pas ontdekte schorpioenen, 'trapdoor' spiders, de diversiteit aan karakters van insecten (de tarantula die in de boom naast de trap woont is volgens Gianfranco bijvoorbeeld zeer zachtaardig en vreselijk verlegen) en de vaderrol van kikkers.

    We gaan ook een dag op stap naar Corcovado National Park, waar je alleen kunt komen per boot. We gaan samen met een Zwitsers stel en een lekker recalcitrante gids die alternatieve wandelwegen vindt (ook als die dwars door struikgewas lopen :) op pad. Hoogtepunt is dat we héél zachtjes over een paadje door hoge, stekelige planten en struiken mogen sluipen om te komen kijken bij de hoogzwangere tapir die daar de laatste weken elke dag haar middagdutje komt doen. Het is een enorm dier (een soort paard met korte poten) en het is heel bijzonder haar van zo dichtbij te kunnen zien.

    We hebben het erg naar ons zin gehad en hadden best nog even willen blijven plakken om de overige 1998 bewoners beter te leren kennen, maar we zijn inmiddels doorgereden naar het derde biologische station van Costa Rica, las Cruces. Daarover later meer!
    Leia mais