Satellite
Show on map
  • Day 67

    Ubud pt. 1

    June 10, 2019 in Indonesia ⋅ ⛅ 32 °C

    Na een goede avond en lange nacht te hebben geslapen is het weer tijd om vol energie uit de veren te schieten. Vandaag gaan we naar een caldera. De voormalige vulkaan ligt in het noordelijke deel van het eiland. Maar eerst gaan wij eens goed ontbijten. Jan-Jaap heeft gisteren een goed tentje gevonden waar we all-vegetarische maaltijden kunnen scoren voor een eerlijke prijs, count me in! We zorgen dat we helemaal afgetopt weer terugkeren naar ons hotel waar wij onze voertuigen op kunnen halen. Niet veel later zitten we op onze stalen ros richting de eerste bestemming: the elephant temple oftewel Goa Gajah. Onderweg zien we meer van Ubud. Het is een stadje dat overgenomen is door toeristen en waarvan de lokale bevolking zich grotendeels heeft aangepast om hiervan te leven, of zelfs profiteren. Naast al het toerisme zie ik ook veel terug van het oude bali. Er is een overvloed aan altaren, tempels en oude gebruiken zoals kleine offers overal langs de weg. Dit zijn vaak wierook stok(jes) en wat bloemen in een met bladeren gevlochten bakje. Je ziet ze overal. Het is duidelijk dat het hindoeïsme hier de overhand heeft en dat is een groot verschil met Java waar het grootste deel van de bevolking moslim is.

    Aangekomen bij de olifantentempel worden we bijna weer in de parkeer zwendelarij gelokt maar we weten beter. We parkeren iets verder en er komt direct een dame naar ons toe met doeken, sarongs noemen ze ze hier. Typisch iets van bali. Ze gebruiken het op het eiland om de knieën te bedekken wanneer ze naar een tempel of dergelijke gaan. We kiezen de leukste uit en betalen, uiteraard met wat onderhandelen, de laagste prijs mogelijk. We worden nog vriendelijk nagelachen door de dames bij het winkeltje en lopen naar de volgende oplichterij: een flinke smak geld voor de tempel. Ach ja we doen maar mee want het schijnt erg mooi te zijn. Eenmaal binnen blijkt het ook wel zo te zijn. Het is ontzettend mooi en vooral de overgang van tempel naar jungle maakt indruk op mij. Lijkt een beetje of we op een Indiana Jones filmset staan. We passeren een klein beekje die uitmondt op een wat grotere waterval. Meerdere uitkijkpunten zijn druk bezet door toeristen voor een foto dus we passeren maar snel. Na een uurtje of anderhalf besluiten we dat het genoeg is en gaan verder met de dag.

    Ons originele plan is om nu door te rijden naar een mooi setje rijstvelden op de mantel van de berg. Onderweg begint onze maag te rommelen en op dat moment zien we een tentje naast de weg. Het stelt niet veel voor, slechts een paar kleedjes en tafeltjes om op te zitten en aan te eten. Engels praten zat er niet in dus op handen en voeten kregen we wat aangeboden. Een soort plakrijst samengeperst en in stukken geknipt en wat saté. Al met al niet verkeerd. Ietsjes gevuld trekken we verder de mantel van de vulkaan op. Langzamerhand begint het kouder en kouder te worden en voor we het weten moeten we de keuze maken of we verder willen naar de rijstvelden of dat we naar boven willen maar helaas kunnen we niet allebei doen omwille van de tijd. We gaan voor de tweede optie en rijden verder naar boven. We gaan door een dikke pak mist heen, een wolk met hoogtevrees zoals mijn moeder dat altijd zei tijdens het wandelen in de bergen toen ik klein was. De kou begint toe te nemen, iets waar ik later mogelijk nog wel eens last van kan krijgen. Met enige regelmaat passeren we een groepje huizen, of het een dorp is is vaak onduidelijk. We zien een gebied waar toerisme het landschap en de bevolking nog niet volledig heeft aangetast. Zoals in Vietnam doen ze hier ook aan landbouw op de wand van de berg. Het is een fraai gezicht om overal een soort vogelverschrikkers te zien en er plotseling eentje te zien bewegen, een boer(in) aan het werk. De rit is verder ontzettend rustig en zien bijna geen verkeer op de weg. Ik vermoed al een tijdje dat we 'scenic route' hebben genomen, maar je hoort ons absoluut niet klagen!

    Op de hoogte van de caldera bevindt zich een gigantisch meer. Tot onze verbazing is het verkeer hier een grote chaos. Giga bussen met talloze toeristen, alsmaar getetter van ongeduldige bestuurders en uitgeputte verkeersregelaars. We rijden een weg af richting een tempel die we willen bezoeken. We rijden echter te ver en stoppen (per ongeluk) voor een politieagent. In plaats van ons aan de tand te voelen (zoals ik Vietnam volgens de horrorverhalen wel vaker gebeurt) wijst onze beste man ons de weg. Bij de tempel is het weer zover: parkeren kost extra, het entree idem en je moest natuurlijk wel ook weer een sarong kopen. We keren ons om en met een lach rijden we naar een tentje niet veel verder waar we voor ongeveer 1,50 voor twee personen onze buiken rond hebben gegeten. De tijd tikt door en we willen kosten wat kost voor het donker thuis zijn, zonder gevaarlijk te rijden natuurlijk, dus we gaan weer op huis aan. Onderweg valt het mij op dat ze overal afval aam het verbranden zijn, het liefst naast de weg. Al snel merk ik dat de geur in mijn kleding is getrokken.. Lekker! Na een lange rit van bijna 2 uur zijn we beneden en het is net aan donker. De laatste honderd meter pakken we nog even een lekkere bui mee maar dat is zo erg nog niet na een lange dag. We nemen het als een overwinning. We zoeken nog een lekker tentje op om wat te eten en sluiten de avond af.

    That's it, voor nu. Tot de volgende!
    Read more