Tam Coc en Bai Dinh Pagode

Het ontbijt in het hotel is erg eenvoudig, de koffie is koud, maar ze hebben wel heerlijk stokbrood. We zitten buiten en dat gaat net, want het is voor Vietnamese begrippen erg koud. Dit komt door een koufront uit China, waardoor de temperatuur overdag is gedaald tot 19 graden. Voor ons nog steeds goed te doen, maar de Vietnamezen lopen in dikke winterjassen. En wij in korte broek 🤣.

We pakken de scooter en rijden naar het toeristische Tam Coc, waar we via 500 traptreden naar de Hang Mua Pagode klimmen. Bovenop heb je een prachtig uitzicht over de rijstvelden en karstbergen, al is het vandaag erg heiig. Helemaal bovenop staat een draak op de karst, en kun je via een hachelijke klim de echte top bereiken. De kalksteen is ontzettend glad, gelukkig geeft de draak houvast. Weer beneden is een man uitbundig en vals karaoke aan het zingen, dat is iets waar ze hier dol op zijn.

Tam Coc zelf is volgebouwd met hotels, op alle travelblogs zeggen ze dat je beter hier kunt overnachten en het een leuk dorpje is. Wij zijn blij in een echt dorp te overnachten, blijkbaar hebben we toch andere standaarden 😉. We eten een broodje en scooteren dan verder tussen de karstbergen door totdat de weg ophoudt. Daar is een tempel gebouwd die niet helemaal af is, waarschijnlijk heeft de Covid roet in het eten gegooid.

Vanuit Tam Coc rijden we over drukke wegen naar de Bai Dinh Pagode. De vrachtwagens halen ons toeterend in en het is niet fijn rijden. Wat verderop komen we op wat rustigere wegen en kunnen we weer ontspannen. Hier buiten de directe toeristische paden wuiven de mensen naar ons en roepen enthousiast hallo. Het terrein van de Pagode is enorm en het grootste Boeddhistische tempelcomplec van het land. Het is zo groot dat je met golfkarren wordt rondgereden volgens een vaste route. Wil je iets skippen, dan moet je overstappen of lopen.

De Pagode ligt op een heuvel en na een overstap beneden gaan we helemaal omhoog. Waarom we niet direct daar beginnen is een raadsel voor ons, maar ook de andere toeristen. We bezoeken twee gigantische tempels met enorme Boeddhabeelden, welke echt indrukwekkend zijn. Daarna lopen we naar de 100 meter hoge Pagode en nemen de lift naar de 13e verdieping. Het is inmiddels tegen zonsondergang, je hebt een mooi uitzicht over het complex en de daarachter gelegen karstbergen.

Tegen zonsondergang gaat iedereen naar huis, dus het is vrij druk op de weg. In Vietnam gaat iedereen respectvol met elkaar om, er wordt alleen getoeterd om aan te geven dat je komt inhalen en veel verkeer is er nooit. Irritant blijft dat veel autos en vrachtwagens met groot licht rijden, wat niet nodig is en de tegenligger verblindt.Read more