- Show trip
- Add to bucket listRemove from bucket list
- Share
- Day 17
- Friday, August 16, 2024 at 10:34 AM
- ☁️ 22 °C
- Altitude: 191 m
United StatesFirst Hebrew Congregation42°24’14” N 86°16’16” W
Jesus Quintana

De laatste echte dag van deze reis. Morgen wordt het pakken, langzaam terug rijden naar Chicago en dan op het vliegtuig terug naar huis.
We gaan nog één keer fietsen, gewoon om dat het kan (en het weer, zo is de voorspelling, is wat aan de bewolkte kant). We rijden naar South Haven om daar bij John Zoet (ja zo heet hij echt, hij moest ook lachen om mijn achternaam) een elektrische- en een sportfiets te huren. South Haven is een leuk havenstadje, dat ligt aan de monding van Black River en aan de kust van Lake Michigan. Het heeft mooie stranden, een paar prachtige parken, een vuurtorentje en is het startpunt van de Kal-Haven Trail, een populaire fietsroute van 54 kilometer lang die loopt van South Haven naar Kalamazoo. Het is een voormalige spoorlijn die is omgebouwd tot gravel fietsroute ('rail-trails' noemen ze dat in de VS). Onderweg passeren we diverse kleine dorpjes. Bij het eerste dorp, eigenlijk vlak na de start, stoppen we even bij een Blueberries farm. Blauwe bessen is hier hét agrarische product. De boer verkoopt eigen gebakken blueberry-pie met koffie. Pie vers uit de oven, met zo’n fijn crumblelaagje van havermoutvlokken er op. Te lekker.
Het is veel zonniger dan voorspeld, dus als we in Bloomingdale aankomen (na zo’n 27 kilometer) staat het zweet op ons de rug. Bloomingdale ziet er uit als een “er was ooit”-stadje. Bij aankomst in Bloomingdale geven de borden aan dat er een historisch park is en iets te eten. Klinkt goed. Het historisch park is een half vergane oude trein, een olietoren en een stationsgebouwtje (met twee zwervers met hun hondje op het trapje). Bloomingdale, opgericht in 1851, was ooit een welvarende houthakkerspost . De komst van een spoorlijn in 1870 maakte dat er nog meer geld kon worden verdiend.
Geheel onverwachts werd er olie gevonden in 1939. Er staat in het centrum een leuke foto van de vrouw van de eigenaar van een oliebron. De olie is net gevonden in haar tuin en de zwarte prut uit de put spuit het hele huis van de familie er onder. Op de zwart-wit foto staat moeders met een breed lachend gezicht met een borsteltje en een emmer sop haar geveltje schoon te boenen.
Er zouden nog 37 bronnen worden gevonden. De olie zorgde kort voor veel rijkdom in Bloomingdale en het stadje kreeg de bijnaam “Klein Texas van Michigan”. Die rijkdom is nog vaag te zien aan de gebouwen. Net iets te groot en te pompeus voor het kleine dorp. Na het afnemen van de olieproductie in de jaren '60 keerde het dorp terug naar zijn agrarische roots. Er wonen nu nog maar 300 mensen en er staat nog maar één jaknikker.
Deed me terug denken aan het boek “Bowling alone” van socioloog Robert Putnam. Hij schetst een verontrustend beeld van de Amerikaanse samenleving waarbij de sociale verbondenheid sinds de jaren '50 sterk is afgenomen. Hij gebruikt bowlen als metafoor: in de toptijd bowlen mensen samen in de dorpen en in clubverband. Nu zijn dorpen verlaten, vallen netwerken weg, vereenzamen mensen en bowlen de mensen alleen. Ik zie dan zo’n man in Bloomingdale voor me die gekleed als Jesus Quintana uit the Big Lebowski naar de bowlingbaan gaat die al lang verlaten is en waar hij zelf de deur van het slot moet halen, het licht aan moet doen en de baan aan moet zetten, om een paar kegels om te gooien (en dan in z’n eentje juicht bij een strike)
We fietsen terug en stoppen even in het plaatsje Grand Junction. Er is niks “Grand” aan, maar er staat een Mexicaans winkeltje waar (ja daar zijn ze weer) ze verse tamales maken. In een dorp van 10 huizen staat dit op en top Mexicaanse winkeltje naast het benzinestation. We bestellen 5 tamales, de verkoopster stopt ze in een grote witten piepschuimen bak voor voedsel.Bij de kassa staan voor ons staan 3 jonge Mexicanen. Ze leveren om de beurt hun paycheck in bij de caissière en ontvangen dan briefjes van 20, 50 en 100 aan cashgeld. Ik schat in, net verdiend bij het plukken van blauwe bessen. De kassier schrijft het totaalbedrag op een vodje papier en stopt de piepschuimen bak vol tamales, twee kuipjes saus, een plastic lepeltje en het blik papayasap in een wit dun plastic zakje.
We gaan aan de overkant van de winkel in het gras zitten van de witte houten kerk en peuzelen onze tamales (met kip, rund en spinazie/kaas) op. Tot aan onze ellebogen loopt de saus. De lekkerste deze reis….
De laatste kilometers vallen zwaar. Het gravel is veel ruller dan gedacht en de temperatuur veel hoger. Nog een biertje in South Haven. En dan in de auto terug langs de kust naar huis, waar we voor de verandering opgewarmd supermarktketen uit de diepvries naar binnen werken in ons schattige appartementje met beachthema.Read more