• 53. Tussen reuzen – 42 km, 1070 hm

    31. jul.–1. aug., Frankrike ⋅ ☀️ 18 °C

    Gisteren daalden we af in de Maurienne vallei, een drukke verkeersader tussen Frankrijk en Italië. De snelweg en de spoorlijn naar Turijn duiken net voorbij Modane, onze overnachtingsplaats, de Frejus tunnels in. Het verkeer wat niet door de tunnel wil of mag kan ook doorrijden via de Col du Mont Cenis. Op de camping was het geraas van de snelweg en het gedreun van zware vrachttreinen de hele nacht te horen.

    Onze route volgt een secundaire weg die veel rustiger is. We moeten wel klimmen naar de Côte de Rossanges, 400 hm extra, meer dan een aantal cols. We worden beloond met mooie uitzichten over de vallei van de Arc. In de verte voor ons zien we waarschijnlijk Mont Cenis (3750) met zijn gletsjers. Na de côte weer dalen we weer af in de vallei en afdalen rijden nog 8 km over de zeer drukke weg tot de weg naar de Col du Mont Cenis zich afsplitst van de onze.

    Al snel begint onze weg te klimmen naar de Col de la Madeleine (1745, niet te verwarren met de bekendere naamgenoot boven La Chambre). Het is een pittige klim maar niet zo heel lang, het hoogteverschil is maar 300 m, en het is ook geen echte col, meer een schouder net als de côte waar we mee begonnen. Het onderscheid tussen cols en côtes is soms nogal willekeurig.

    In plaats van af te dalen komen we nu in een brede, hooggelegen vallei op ca. 1700 meter bij het plaatsje Bessans. Rondom zien we bergen van meer dan 3000 meter. Inmiddels hebben we op 40 km meer dan 1000 meter geklommen. Het oorspronkelijke plan was om door te rijden tot Val d’Isère maar dat betekent nog eens 1000 hm erbij. Er is echter een camping bij Bessans en dat biedt de mogelijkheid nog wat langer te genieten van het berglandschap. Het is de laatste dag dat we hoog kunnen kamperen. We besluiten onze etappe in tweeën te knippen en vandaag niet verder te rijden. Morgen de beklimming van de Col de l’Iseran, hoogste col van de 100 cols tocht. Het moet een prachtige klim zijn!
    Les mer