• Potosi, The world's highest city

    May 13, 2019 in Bolivia ⋅ ☀️ 12 °C

    Potosi ligt op 4090 meter hoogte en is daarmee (officieus) de hoogst gelegen stad ter wereld. De hoogte is zeker voor een Nederlander die normaal op 3 meter boven zeeniveau leeft even wennen.

    Ik reis al een tijdje boven de 3000 meter en dat helpt in de acclimatisatie. Het geeft mij in Potosi de eerste dag alleen wat lichte hoofdpijn, een lichte slaap en korte adem. Een wandelingetje naar de supermarkt voel je al in je ademhaling en verhoogde hartslag.

    Potosi is een stad met geschiedenis en vooral bekend om de 'Cerro Rico', wat staat voor rijke berg. Cerro Rico was in het verleden de grootste zilvermijn ter wereld en is nog steeds actief met mineralen, tin, lood, zilver en zink.

    Ooit kwam meer dan de helft van het zilver op de wereld uit deze mijn vandaan. Het zilver maakte de stad in het verleden een van de rijkste steden ter wereld en bevorderde de welvaart en groei van het Spaanse Rijk. Het was ook het zilver wat aan de basis stond van de Spaanse peso munt, en later andere internationale munten. En het zilver dat veroverd werd door Piet Hein in de verovering van de Spaanse Zilvervloot in 1628.

    De originele munt- werktuigen die door het Spaanse rijk in de zeventiende eeuw naar Potosi zijn overgekomen staan hier nog in orginele staat en heb ik bezocht in het museum Casa Nacional de Moneda.

    Een grootse geschiedenis maar ook een triest verleden.

    De mijn ligt op 4400 meter hoogte en telt 20.000 tunnels. Er werken nog 10.000 - 15.000 mijnwerkers verdeeld over meer dan honderd mijnen. 'We eat the mountain, and the mountain eats men' is een bekend gezegde in Potosi. Sinds de start van het mijnen in 1545 zijn er al meer dan 8.000.000 mensen door het mijnwerk overleden.

    Via meerdere organisaties is het voor toeristen mogelijk een mijn te bezoeken. Je kan je afvragen of je dat moet willen, ethisch gezien. Aan de andere kant is dit wat het leven hier is en de wereld zoals die ook bestaat. Het is in Potosi het leven, de cultuur, religie en sociale structuur. Door een mijn te bezoeken draag je bij aan de mijnwerkers en maakt het mogelijk je eigen mening te vormen.

    Ik verbleef een aantal dagen in Potosi en bezocht een mijn met een organisatie die samenwerkt met een aantal mijnwerkers. Niet alleen in spullen maar ook een deel van de prijs die je betaalt. Daarom niet met de goedkoopste tour vanuit het hostel maar een organisatie die bijdraagt aan de mijnwerkers.

    Ondanks dat er tours naar de mijnen worden aangeboden is dit geen toeristische attractie en gaat echt een deel van de mijn in. Je ervaart met eigen ogen hoe er gewerkt wordt. Voor de beeldvorming is de tekst in de disclaimer:

    'During the tour will be visiting working mines. In some places you will have to go fast and run, because there are many mine carts running in the mine, and sometimes they won't stop. Please remember, you go to a real mine, not a tourist place. There are some danger beyond the control of the guide. In case of a cave in the mine you will be in as much danger as the workers in the mine'.

    Om 8.45 in de ochtend vertrekken we met een groep van zes personen naar Cerro Rico. De eerste stop is een locatie waarbij we ons omkleden, beschermende kleding, laarzen, helm en hoofdlamp krijgen. Gehuld als echte mijnwerker vertrekken we naar de tweede stop, een winkelstraat waar mijnwerkers hun spullen kopen.

    In een mijnerswinkeltje zijn naast kleding en fysieke middelen ook de levensmiddelen voor de mijnwerkers te koop. De keuze is o.a: grote flessen frisdrank, dynamiet, alcohol 95% -waar ik bij aanbod een slokje van nam (sterk!!) en coca bladeren. Dit zijn ongeveer de belangrijkste levensmiddelen in de mijn.

    Ook wij kopen een mix van spullen voor de mijnwerkers. Dit is de wisselwerking. Met 4 staven dynamiet inclusief ontsteker, 10 flessen frisdrank en coca bladeren vertrekken we naar de mijn. We stijgen nog zo'n 400 meter over zandwegen waar vrachtwagens af en aan rijden.

    Met twee gidsen, ex mijnwerkers, lopen we naar de rand van de berg. Onze blik gaat in de richting van krappe donkere tunnel en we lopen de mijn binnen. Het is een lage tunnel met in het midden van het pad een rails. Een pad die niet breder is dan 1.5 meter. Het is een benauwd, stoffig, warm en donker gangenstelsel.

    De mijn is een donker labyrint. Het enige licht komt van onze hoofdlampen. We lopen in een rijtje tientallen meters door de donkere tunnels totdat onze gids roept 'Hurry up, hurry up, quick, quick' en we onze pas versnellen. Na zo'n tien seconden worden aan de kant gedirigeerd, op een soort zanderige vluchtstrook op 30 centimeter van de rails. Enigszins hijgend kijken we toe en zien we drie bezwete mijnwerkers rennend, en met
    een volle mine wagon op de rails waarop we net liepen, passeren. Poeh. Dit is het werk hier.

    Doe gids kijkt vervolgens met zijn hoofdlamp vakkundig of de rails de komende 20 meters vrij is en geeft ons de instructie weer te volgen. Hetzelfde ritueel over de rails, verder de tunnel in. Gedurende de tocht stoot mijn helm wel tien keer tegen de stenen. Het is krap.

    Er is veel bedrijvigheid in deze mijn. In de twee uur dat we in de mijn zijn worden we op deze manier tientallen keren aan de kant gedirigeerd. Soms rennend achter deze gids aan omdat er weer een mine wagon aankomt en we plaats moeten maken - wat maar op enkele punten kan.

    Tijdens onze tocht door het geeft onze gids de door ons gekochte spullen aan de mijnwerkers die langsrazen. Ze zijn er blij mee.

    Transport van materiaal gaat met enorme snelheid, want tijd is geld. Eén van de redenen waarom de mijnwerkers bij het verplaatsen van de mine wagons geen stofmasker dragen. Dit is te warm en belemmert de ademhaling.

    Op een kruispunt verder de mijn in hebben we de keuze naar een tweede verdieping te klimmen. We klimmen en kruipen zo'n tien meter omhoog. Daar treffen we aan het eind van de gang twee mijnwerkers aan die de voorbereidingen treffen voor een explosie de volgende dag. In de krappe ruimte verplaatsen en hakken ze stenen, maken gaten voor luchtdruk om gaten voor dynamiet te maken en bepalen de route. We zijn er allemaal stil van. Ze stellen ons vragen en maken een praatje.

    Op een rustiger plaats wat later in de mijn zitten we half in het donker en vertelt de gids het verhaal over de mijn en kunnen we vragen stellen. Het is een plaats waar mijnwerkers ook op vrijdagen samenkomen om te drinken en El Tio ("Lord of the Underworld') te eren. Zie het als een ondergrondse kantine.

    Allereerst stelt de gids ons een vraag. Wat ons beroep is. Antwoorden van ons, allemaal reizigers van rond de 30, zijn achtereenvolgens: advocaat, doctor, teammanager, engineer, marketing manager, beleidsmedewerker.... Het contrast met de plek waarop we ons op dit moment begeven is groot. We zijn geïnteresseerd en stellen vragen. Het voelt niet als aapjes kijken, maar juist als een intense manier om het leven van deze mannen te zien en te ervaren. Tijdens het gesprek horen we ergens in de mijn een explosie. Een staaf dynamiet afgegaan...

    Mijnwerkers lunchen niet in verband met het stof en kauwen gedurende het werk alleen maar coco bladeren. Die ze gedurende een uur of drie als een soort hamster in hun wang vasthouden. Dat geeft ze een beetje energie. en gaat de honger tegen Vanaf veertien jaar komen ze naar de berg op zoek naar mineralen en zilver en sluiten zich aan bij een van de corporaties de mijnen beheert.

    Door de werkomgeving worden de mijnwerkers gemiddeld niet ouder dan 45 jaar worden en overlijden veelal door silicosis (een 'mijnlong'). Ze werken er om hun familie te onderhouden en jonge mannen in het gezin te vervangen na overlijden.

    Het is hard. Er is geen keuze. Er zijn geen kansen. Het maakt je stil en staat haaks op onze moderne en luxe Westerse wereld. Mensen die niet kunnen ontsnappen.

    Niemand weet exact hoelang de mineralen nog voorradig zijn maar de verwachting is dat de mijn over tientallen jaren is uitgeput. En de kans bestaat dat de stad die nu economisch gezien nog draait nog op Cerro Rico veranderd in een spookstad......

    Een indrukwekkend bezoek aan Potosi.

    Kijktip: voor meer beeld bij Cerro Rico en Potosi zie een documentaire 'De berg die mannen eet' van de VPRO via de link: https://bit.ly/2FldzH9
    Read more