United States
The Church of Latter Day Saints

Discover travel destinations of travelers writing a travel journal on FindPenguins.
Travelers at this place
    • Day 17

      Theme of Breaking Bad

      August 8, 2017 in the United States ⋅ 🌙 15 °C

      Vroeg op om voor de hitte uit de Sand Dunes te beklimmen. Het heeft de hele nacht geregend, maar nu schijnt de zon voorzichtig tussen de wolken door. De vele regenbuien maakt dat er van zandsleeën en zand-boarden niks gaat komen. Daar is kurkdroog zand voor nodig.

      Binnen 5 minuten van het hotel rijden we de Great Sand Dunes National Park and Preserve in. Het park is 342 km² groot, waarvan ongeveer 80 km² uit duinen bestaat. De hoogste duin die we (en naar later zou blijken alleen ik) gaan beklimmen is 230 meter hoog en behoort tot de hoogste van Noord-Amerika.

      Het gebied is een wonderlijk samenspel van geologische toevalligheden. Veel zand uit nabijgelegen bergruggen waait in de richting van de Dunes. Daar stroom een rivier in een soort U-dal met allerlei kiezels. Het zand wordt nat, plakt aan de kiezels en stapelt zich op. Het is ook zo nat dat zelfs op grote hoogte je na een klein beetje graven water tegenkomt.

      We steken de rivier over en starten de beklimming. Al gauw blijkt dat de dames dit niet gaan trekken. Alleen loop ik in een uur door naar de hoogste duin, om vanaf daar een spectaculair uitzicht te hebben over de 80 km² duinlandschap tegen een decor van de nene kant de Rockie Mounains en de andere kant de eindeloze plains. Door de regen van de nacht zijn de scheidingen tussen de noordzijde (nat) en zuidzijde (droog) nog scherper. Ook weer mooi. Ik ga er even een 15 minuten voor zitten. De wind maakt een vreemd fluitgeluid over het zand.

      Beneden gekomen rijden we richting Taos. Na een klein halfuur komen we op highway 159 en zegt mijn navigatie “deze we 160 kilometer volgen”. Wat volgt is 160 kilometer lang een spectaculair landschap met aan de ene kant bergen en aan de andere kant uitzichten zover je kan kijken. Het landschap is uit duizenden herkenbaar en je waant je zo in “Breaking Bad”. Her en der staan wat verloren trailer waar je elk moment Walther White en Jesse Pink uit ziet wandelen. Het uitzicht reikt zover dat we tientallen kilometers voor ons het noodweer kunnen zien waar we later in zouden terecht komen.

      Maar eerst lunchen. Dat doen we in San Luis. Plaatsje van niks. Eigenlijk geen keus, alleen "Misses Rio" is open en heeft luncht. In de tuin staat een "For Sale" bordje...Achter het pand kunnen we parkeren, waar we de auto zowat boven op een slang parkeren.

      De deur van het restaurant gaat open en we stappen een schijnbaar totaal lege eetzaal binnen, Veel rood, rode nepplanten, plastic tafelkleden, versleten groen tapijt en niet te duiden schilderijen aan de muur. Alleen in de hoek zit een jonge man met piratendoekje om het hoofd, vlecht tot tussen zijn schouderbladen, een hangsnor en oren vol oorbellen in het oneindige voor zich uit te kijken (volgens Robbie duidelijk onder invloed van een net in Colorado gelegaliseerd plantje) Hij lijkt ons niet waar te nemen. Hij zegt niks en peuzelt eenzaam aan een hamburger. Beetje een David Lynch decor, zal ik maar zeggen. We bestellen een Mexicaanse hap. In de keuken horen we oma tekeer gaan (qua stem en met potten en pannen) en snel staan de gerechten op tafel.

      Door over de 159. Nog 60 kilometer te gaan. Het noodweer breekt los. Bliksemschichten rond ons (veel langer en scherper als thuis) en bakken regen over de straten. Op een gegeven moment is de hoeveelheid water zo groot dat de weg het niet meer kan verwerken. Het verkeer gaat stilstaan langs de weg. Wij ook.

      Als we in Taos aankomen is de ergste regen weg. De zon komt er weer door en is het binnen no time weer 25 graden.

      We maken een rondje door het gezellige Mexicaans ingerichte Taos (en komen in een waanzinnig lekker chocoladezaakje terecht) en rijden dan richting ons huisje, het “Earthship”.

      Ongeveer 80 Earthships liggen in een pioniersgemeenschap vlak bij Taos. Het was een idee van architect Michael Reynolds. De Earthships zijn gebouwd met gerecycleerde materialen, zoals gebruikte autobanden, flessen en blikjes, en op drie zijden begraven in de grond. Zo verwarmen de Earthships zichzelf en koelen zich ook weer, maken hun eigen elektriciteit met zonnecellen en maken hun eigen water via een ingenieus zuiveringssysteem.

      Ze zijn daarmee minimaal afhankelijk van openbare voorzieningen en fossiele brandstoffen. Ze zijn gebouwd om alle beschikbare natuurlijke hulpbronnen maximaal te gebruiken, met name energie uit de zon en regenwater.
      De ontwerpen zijn heel makkelijk, zodat mensen met weinig bouwkennis ze kunnen bouwen. En rond om ons heen zijn hobbyisten nog druk bezig de meest fantasierijke bouwsel te maken. Een wonderlijk modern Alice in Wonderland dorp.
       
      En wij kijken nu naar boven en zien louter sterren vanuit onze kas tegen het huis. Het is nacht.
      Read more

    • Day 18

      The Chain

      August 9, 2017 in the United States ⋅ ☀️ 21 °C

      Eerst een rondje hardlopen door het dorp vol Earthships. Taos ligt op ongeveer 2000 meter hoogte en dat merk ik gelijk aan mijn adem als ik berg op moet rennen. Maar het uitzicht over de Mesa van Taos met de tientalen fantasierijke Earthships maakt veel goed. De plaatselijke zeepmaker vertelt ons dat in de jaren zeventig de bedenker van de Earthships toevallig in Taos woonde (men zegt op vlucht voor de overheid woonde hij in de woenstijn en leefde van gevangen slangen en hazen). Hij vroeg zich af of er met afval van mensen niet een huis te bouwen is dat helemaal zelfvoorzienend kan zijn. Hij is begonnen te bouwen met 1 huis in Taos en dat werd uiteindelijk deze verzameling woningen. Inmiddels heeft hij over de hele wereld aanhangers en worden (ook in Nederland) Earthships gebouwd. Helmaal zonder gas, bezine of andere hulpbronnen. En dat allemaal in het land van Trump. T’is maar goed dat hij niet weet hoe Huge, very Huge, very very Huge dit kan gaan worden.

      Na een douche en een lekker “Frenche Boule” van de plaatselijke bakker rijden we naar Orilla Verde, een natuurpark aan de Rio Grande. Het laatste deel van de weg gaat stevig bergop. De regen van afgelopen dagen heeft diepe sporen nagelaten, dus het is goed zoeken waar ik met onze Corolla kan rijden zonder de bodem te raken.

      Langs de Rio Grande lopen we in de bloedhitte een mooie trail om uiteindelijk een uitzicht te krijgen over die machtige Rio Grande. Het is een soort Grand Cayon in het klein. 240 meters diep uitgesleten slingert de Rio door het landschap van Colorado naar de grens met Mexico (met de Big, Big very Big Wall). Wij dalen af tot halverwege dipete van de gorge. We zijn (bijna) alleen en het uitzicht is prachtig. De rivier loopt vanaf hier helemaal door tot Texas en Mexico. Tenminste, dat deed ‘ie. Er wordt nu zoveel water aan de Rio onttrokken voor landbouw, dat enkele honderden kilometers verderop de rivier soms helemaal droog ligt.

      Dan rijden we terug naar Taos voor onze lunch bij Farmhouse Cafe and Bakery. Maar vlak voor Taos valt ons oog op een industrieterrein waar een groot grauw pand staat met een logo van “Taos Drums”. Daaronder staat “factory outlet”. We geven een ruk aan het stuur naar links en hobbelen met veel stof achter ons aan het zandpad op wat leidt naar het fabriekspand. We lopen langs een aantal Tipis en zien beneden aan de weg mannen druk zagen (en uithollen) van boomstammen. Eenmaal binnen zien we een ruimte vol trommels en andere Indianen-snuisterijen.

      We lopen wat rond en verwonderen ons over de drums, soms zo groot als een tractorwiel.

      Een oud vrouwtje van ongeveer 1 meter 35 treedt ons tegemoet en vraagt netjes of we alles kunnen vinden, of we wat zoeken, etc. We vertellen dat we uit Nederland komen (“oh nice”), dat we een beetje rommelen in de muziek en nog wat aanverwante wetenswaardigheden.

      Even laten zie ik door een deuropening de fabriek en kijk naar binnen. Er is maar 1 man aan het werk, aan zijn uiterlijk te zien een Indiaan/Native Amerikaan (je herkent ze gelijk aan hun ontblote roodbruime bovenlijf, verentooi, suede paardrijbroek, zwarte vlechten, pijl en boog, gekleurde strepen op de wang......neee, niet echt). Hij is bezig natte vellen over trommels aan het spannen. Hij groet mij vriendelijk (“Ugh”....neee niet echt).

      Ik roep Robbie om haar de inkijk in de fabriek te laten zien. Dan komt de vriendelijke oude dame van 1,35 meter aangelopen. Ze lacht minzaam, ze is wat van plan. “Ik zal jullie iets bijzonders laten zien” en ze loopt met ons de grote fabriekshal in. Ineens staan we naast een trommel van zeker 2, 5 meter breed en 2 meter hoog. Helemaal gemaakt uit 1 uitgeholde boomstam en bespannen met vellen van 2 complete herten. “Deze trommel is eigendom van Mick Fleetwood van Fleetwood Mac” zegt ze. “Mick bestelde al zijn Indian Drums bij ons. 20 jaar geleleden kwam hij binnen met het verzoek om de grootst mogelijk trommel te maken. Zo gezegd, zo gedaan”. Mick heeft de trommel netjes betaald en hij staat nog steeds in de fabriek. De reden? Mick woont op Hawaii en het klimaat daar is allesbehalve geschikt voor dit soort trommels. Robbie krijgt een slagstok in de hand en mag een paar flinke klappen op de trommel geven. Een prachtig diep geluid vult de ruimte. Met het verhaal in je achterhoofd denk je toch dat je Mick er een beetje in hoort.

      Dan krijgen we uitleg over de trommels, de fabriek en de vellen door de mini-host en de vellenspanner.  Sommige van de drums van het bedrijf wegen honderden kilo’s en kosten duizenden dollars. Veel van de grote trommels worden gebruikt als koffietafels.

      "Een trommel is een trommel is een trommel - het is bedoeld om gebruikt te worden, het is niet alleen een item dat op de muur of de vloer moet worden bekeken." Zegt de mini-host. “We hopen dan altijd dat de kopers kleinkinderen op bezoek krijgen, die een stok pakken en beginnen de slaan op de koffietafel”, ze lacht ondeugend als ze het zegt.

      De vriendelijke vellenspanner vertelt dat hij de huiden wast, ze spant op gevoel en dan de huiden te drogen en krimpen legt. Hij maakt er per jaar 20.000 en er is er niet 1 die hetzelfde klinkt. Er werken ongeveer 40 man in de fabriek. Alle “niet-Natives” werken op kantoor, verkoop en boekhouding. Voor het spannen van de vellen worden alleen Native-Amerikanen ingehuurd, omdat zij als enige aan een vel kunnen voelen hoe hij gespannen moet worden zodat deze een mooie klank oplevert.

      Dan worden we nog meegenomen naar het magazijn om de honderden trommels in de opslag te bewonderen. “De helft maken we in opdracht, de andere helft komt in het magazijn en gaat door naar gerenomeerde muziekzaken over de hele wereld.” We nemen vriendelijk afscheid van onze mini-host. Weer wat wijzer lopen we de fabriek uit, waar mannen nog steeds enorme boomstammen staan uit te boren.

      Door naar Farmhouse Cafe en Bakery in Taos. Op een idyllisch veldje vol bloemen, kunst, vijvertjes en windvanen ligt de boerderij annex cafe. Een alternatief tentje, met verdomd lekker eten (barleysoup met paddestoelen).

      We brengen nog een bezoekje aan de plaatselijk telecasterbouwer (is helaas gesloten) en de zeepmakerij (die weer eigendom is van 1 van de bewoners die ons wegwijs maakte de eerste dag en bij ons in de “straat” woont in ook een zelfgebouwde Earthship) en kijken vanaf de brug nog een keer de 240 meter gevaarlijke diepte in van de Rio Grande. Wel fijn dat naast het uitkijkpunt op de brug een praatpaal staat, waar je een knopje kan indrukken waarmee je nog iemand aan de lijn krijgt alvorens je besluit van de brug af te springen. Ja aan alles is gedacht.....Robbie vindt het maar vreemd dat je eerst nog zo iemand gaat bellen als je van de brug af wilt duiken.

      https://www.youtube.com/watch?v=O6P2_i0Y6ms
      Read more

    You might also know this place by the following names:

    The Church of Latter Day Saints

    Join us:

    FindPenguins for iOSFindPenguins for Android