• “Les Rivières pourpres” (2000, J Reno)

    May 13–15 in France ⋅ ☁️ 20 °C

    13 mei 2025 – Halfbewolkt, 20 graden, stevige westenwind langs de kanalen

    ’T wordt een makkie vandaag. Slechts 70 kilometer en bijna helemaal langs de kanalen. Weinig klimwerk, weinig auto’s, maar wel: 70% onverhard. Dat betekent: stof happen, gras ploegen en hobbelend genieten. Gelukkig heb ik morgen een rustdag en mag ik pas na vieren het huisje in. Geen enkele reden dus om te haasten.

    De ochtend begint zoals dat hoort: een klam zadel van de regenbui vannacht, een verlaten kanaaldijk en nog één laatste broodje bij de bakker van Samois-sur-Seine. De Seine glanst statig onder de ochtendzon, en ik volg haar nog een tijdje oostwaarts via de Veloroute 3.

    Na zo’n acht kilometer verschijnt Champagne-sur-Seine. Doet zijn naam eer aan, want hier zie ik de eerste wijnranken.

    Hier laat ik de brede Seine achter me en sluit ik vriendschap met het smalle Kanaal du Loing, dat zich 47 kilometer lang richting Montargis slingert.

    Bij de eerste sluis, Écluse de Champagne, hangt nog een lichte nevel over het water. Er zullen nog zeker dertig sluizen volgen. Het tempo zakt, de rust stijgt. Het kanaal is als een kalmeringsmiddel op wielen: libellen, kwakende kikkers, een enkele vissende opa.

    Dan duikt Moret-Loing-et-Orvanne op. Een openluchtmuseum vermomd als dorp. De 12e-eeuwse Pont de Moret verbindt de kanaalkant met het historische centrum, waar de tijd traag door de straatjes glijdt. Hier splitst het kanaal zich even van de rivier.

    Langs het kanaal rijden voelt bijna hypnotisch. Geen muziek, geen podcast, geen boek. Alleen het suizen van m’n ketting, wat vogelgeluiden en het wiebelen van de takken boven het water. (Sorry Jan, je lieve fietsvitamine-playlist blijft nog even ongebruikt.)

    Na Moret wordt het pad ruiger. Gras, zand, af en toe een verdwaalde boomwortel. Op een gegeven moment verdwijnt het pad volledig. M’n navigatie blijft koppig volhouden: rechts aanhouden bij het kanaal. Dus schakel ik terug naar de kleinste versnelling en ploeg ik vier kilometer lang door hoog gras. Net voor Nemours komt er weer iets padachtigs onder mijn wielen.

    In Nemours torent een kasteel boven het kanaal uit. Hier eet ik bij Il Piatto, een Italiaanse deli met een overdaad aan Italiaanse lekkernijen: een focaccia met rucola, kaas, pesto, zongedroogde tomaatjes en zoute olijven. De eigenaar vraagt honderduit over m’n tocht, en stopt er als cadeautje een cannelloni met pistachecrème bij. “Bon pour les muscles,” zegt hij grijnzend.

    Bij het kanaal, op een bankje, eet ik mijn lunch op. Twee bankjes verder zitten een jongen en meisje, eind twintig, allebei wat versmeerd. Ze raken elkaar liefdevol aan, geven kusjes en lachen giebelen als de een de ander aait. Hun blauwe Decathlon-tentje staat naast de bank. Er puilt wasgoed, vieze slaapzakken en een halfleeg luchtbed uit. Ze wonen daar, zo te zien. Lief, zonder perspectief (zo op het oog).

    Na Nemours volgt de route het kanaal verder zuidwaarts. In Cepoy vloeien het Kanaal du Loing en het historische Kanaal de Briare samen. Ooit een essentiële schakel in de wijnhandel, nu een rustig decor met eenden en sluizen.

    In café Taverna de l’Écluse met z’n lichtblauwe luiken, drink ik koffie onder posters van oude vrachtschepen. Buiten passeert een plezierbootje langzaam de sluis. Het verval is flink, zeker twee meter. Ik blijf kijken tot het bootje zachtjes uit beeld zakt en weer wegdrijft.

    De sluizen worden steeds monumentaler. Alsof ze hun belangrijkheid willen compenseren nu de vrachtvaart is verdwenen. En dan: Montargis.

    “Venetië van het Gâtinais,” zeggen ze hier. En met 131 bruggen mag dat. De stad blinkt en kronkelt. Mijn huisje ligt net buiten het centrum, in een wijk waar de huizen scheef hangen, verf van de kozijnen bladdert en ramen zijn dichtgespijkerd.

    Mijn huisje staat in een wat vervallen, doorlopend straatje met een wegdek van puin.

    Een oude overbuurvrouw ziet me zoekend rondlopen en wijst me met een vriendelijke glimlach de juiste deur. “Airbnb?” vraagt ze. “Oui,” zeg ik (’t is Booking, maar dat is te lastig uitleggen in het Frans). “Pays-Bas?” vraagt ze. “Ah… de belles tulipes,” zegt ze, en ze lacht alsof ik haar een bos tulpen overhandig.

    Ik douche, haal bij de slager konijn met aardappelpuree en draai een wasje. Alles ruikt weer een beetje fris. Net als ik. Morgen een dagje vrijaf.

    https://youtu.be/KUXB2GLchB4?si=t6gcYpIG0TCKy2Ig
    Read more