- Show trip
- Add to bucket listRemove from bucket list
- Share
- Day 18–19
- May 20, 2025 at 10:10 AM - May 21, 2025
- 1 night
- ☀️ 18 °C
- Altitude: 63 m
FranceChâtellerault46°48’59” N 0°32’41” E
Un homme qui me plaît (1969)

20 mei – Fris en zonnig, 12 graden bij vertrek, 22 graden in de middag, lichte wind uit het noorden.
En we mogen weer, mijn fiets en ik. Na een rustdag in Nouâtre zit ik vanochtend opnieuw op de fiets, met 75 kilometer voor de boeg. Eerst een paar kilometer terug naar het dorp, daar steek ik de Vienne over. Vanaf nu blijf ik de rivier volgen tot aan Chauvigny.
Het is fris en helder in Nouâtre. Het zonlicht glinstert op de Vienne, die zich traag door het landschap slingert. Voor het eerst deze reis rijd ik een flink stuk over doorgaande wegen. Tot nu toe waren het vooral gravelpaden, modderstroken en graspaden waar ik overheen fietste.
Het rijdt vlot door. Maar ook al is het verkeer beperkt, de passerende auto’s en vrachtwagens halen me toch uit die prettige zen-modus waarin je tijdens rustig fietsen kunt zakken. Je gaat ongemerkt ook sneller, alsof je je moet aanpassen aan de snelheid van alles om je heen. Misschien in overdrachtelijke zin ook wel het nu van deze reis.
Links en rechts van de weg strekken uitgestrekte graanvelden zich uit. Goudgele halmen wiegen zachtjes in de wind – een schilderachtig contrast met de strakblauwe lucht. Af en toe fiets ik door kleine gehuchten waar de tijd lijkt stil te staan: verweerde stenen huizen, bloeiende klimplanten en locals die vriendelijk knikken als ik passeer.
Tegen tienen bereik ik Châtellerault. Deze stad heeft een robuust industrieel verleden – jarenlang draaide hier een belangrijke wapenfabriek. Vanaf de brug over de Vienne zie ik het silhouet van het Hôtel de Ville al opdoemen. In het centrum stuit ik op Pâtisserie Raveau, waar in de etalage een maagdelijke tarte au fromage blanc staat te pronken. Die is dus vers. Ik bestel een stuk met een sterke Franse koffie. Ontbijt! Romig, friszoet, en met een korstje dat net niet te kruimelig is.
Ik fiets verder. Rond lunchtijd kom ik aan in Vouneuil-sur-Vienne. Helaas blijkt hier dinsdag de dag te zijn dat alles is gesloten. Midden op het dorpsplein staat wel een felgekleurde pizza-automaat, zo’n moderne obelisk die je hier overal tegenkomt – van industriegebied tot boerengehucht. Voor tien euro belooft de machine een houtovengebakken pizza in minder dan drie minuten. Ik besluit het nog een keer een kans te geven. Ben bang dat dit iets te veel culinaire moderniteit is, en dat in het land van Escoffier en Bocuse.
Vlak voor de lunch wordt de route mooier, rustiger. Ik volg de Vienne verder tot Bonneuil-Matours, een charmant dorp met een typische kerktoren. Onder de platanen op het dorpsplein zit het terras van Bon’œil Gourmand. Daar lunch ik met een klassiek Frans gerecht: bavette met pepersaus en gebakken aardappeltjes. Eenvoudig, maar heerlijk. Als dessert een “eigen interpretatie” van tiramisu – dat hadden ze eigenlijk niet moeten doen, maar het smaakt evenwel goed (maar het is geen tiramisu).
Nog vijftien kilometer te gaan. Het landschap wordt heuvelachtiger naarmate ik Chauvigny nader. Het is inmiddels ook 24 graden. Dus het vraagt wel veenwater om mijn eigen gewicht en dat van mijn bagage elke keer naar boven te trappen. Halverwege pauzeer ik bij een inlaat in de Vienne: ik lig even in het gras en koel m’n voeten in het heldere water. De stilte wordt alleen onderbroken door vogels en een verre tractor.
De aankomst in Chauvigny is spectaculair. Vijf middeleeuwse kastelen torenen boven de stad uit, een indrukwekkend gezicht vanaf de rivier. Ik slinger omhoog door smalle steegjes met uitzicht op de vallei. Mijn onderkomen ligt bijna helemaal boven: Le Clou, een alternatief cultureel collectief. Denk: gedeelde keuken, boekhandel, bar, theater, biologische winkel en natuurwijn in pompen. Een paleisje vol alternativo’s.
Mijn kamer zit op de eerste etage, met uitzicht op het binnenplaatsje. De houten balustrade is overwoekerd door wijnranken. Beneden discussiëren vijftigplussers over de toestand van de wereld – mannen in mouwloze shirts, vrouwen in zelfgemaakte jurken van gerecyclede gordijnen. Dat werk. Maar het is gemoedelijk.
Ik haal gebakken flensjes bij de bakker (liggen daar gewoon voorgebakken onder een glazen stolp bij de kassa) en eet ze op aan een roestige tuinset in de rommelige tuin van het collectief, met uitzicht op de vallei.
Als ik weer uit de tuin kom en mijn afwas in de communitykeuken (zo ziet die er ook uit… studentenhuiskeuken) heb gedaan, zit Manu – beheerder en type “bassist van de band De Amazone Stroopwafels” – op de binnenplaats met wat vrijwilligers. Er is kaas. Er is stokbrood. Er is wijn. Of ik wil proeven. Avec plaisir. Ik proef mee en haal in het winkeltje een Bellefois Bière Triple. Een klein feestje voor de smaakpapillen onder de druivenranken.
Als de schemering valt, klim ik naar boven naar mijn kamer. Vanaf mijn houten balustrade typ ik deze woorden. Door de druivenbladeren heen kijk ik op de oranje dakpannen van de middeleeuwse gebouwen. Daarboven cirkelen vleermuizen hun eerste rondjes.
Filmpje: https://youtu.be/68ACerkEGQg?si=NnfqtQiRx4s0KKK7Read more