• Les Petits Mouchoirs (2010)

    May 27–28 in France ⋅ ☁️ 21 °C

    Dinsdag 27 mei — 86 km gefietst
    Weer vandaag: bewolkte met een zonnetje en 23 °C, zwakke oostenwind

    86 kilometer vandaag. Maar eerst zien dat ik de voorstad van Bordeaux uitkom op een drukke dinsdagochtend. Fiets uit de personeelruimte van het hotel laten halen (mocht ’ie een nachtje staan), alle tassen er weer op, navigatie op het stuur geklikt en de camera’s aan het stuur gemonteerd… en go!
    Het eerste stuk is puzzelen. Ook hier liggen fietspaden op de gekste plekken. Het is rond acht uur, midden in de spits, dus de auto’s komen en gaan van alle kanten. Ik moet wel zeggen: zo lomp als Fransen kunnen zijn bij auto-tegen-auto, zo hoffelijk zijn ze voor mijn bepakte fiets. Bijna overal stoppen ze, rijden ruim om me heen of zorgen dat ik de ruimte krijg. Ook als ik op de weg fiets, heb ik nooit het gevoel dat ze me niet zien of negeren. Blijkbaar boezemt een fiets hier iets van respect in. Of ontzag. Of lichte verwarring.

    Nog heel even na Bordeaux zijn er wat wijngaarden en wijnchateaus – het laatste staartje van stedelijke grandeur – maar al snel wordt het: bos, bos en nog eens (of was eens) bos. Van de chique wijnwereld duiken we de uitgestrekte Landes de Gascogne in. Een naam die klinkt als een vergeten ridderorde, maar vooral synoniem is voor: bomen. Heel veel bomen.

    Het aantal fietsers en wandelaars dat deze route ook meerdaags doet, neemt in de ochtend flink toe. Vanaf Hostens kies ik een alternatieve route: de Piste Cyclable Mios-Bazas, een oude spoorbaan die is omgetoverd tot een biljartloper van asfalt tussen eindeloze bomenrijen. Het zijn indrukwekkende lanen van groen, tot plots het landschap zwart kleurt. In 2022 woedden hier zware bosbranden. Je ziet de sporen van de vlammen nog duidelijk, maar ook de jonge aanplant die alweer omhoog schiet. Een grimmige herinnering aan de kracht van vuur – en het doorzettingsvermogen van de natuur.

    Dit is het Regionaal Natuurpark Landes de Gascogne, een van de grootste aaneengesloten bosgebieden van West-Europa, vol met zeedennen (Pin Maritime, voor de botanisch geïnteresseerde). Eindeloze rijen bomen en varens in een bijna mathematische orde. De geur van hars hangt zwaar in de lucht.
    Vanaf Joué verder over de Route de Augnac en de Route de Biganon. Het aantal fietsers en wandelaars is hier nu nul. Af en toe een tractor die je met een zwaai passeert. In het dorp Saugnacq-et-Muret hangt een plakkaat met de grap dat dit dorp meer letters dan inwoners telt. Grappig. Doet het goed na 60 kilometer zwoegen.

    Het fietspad door het bos lijkt eindeloos, al is het maar omdat het in een rechte lijn verdwijnt aan de horizon. Het pad blijft maar rechtdoor gaan, kilometers lang, tot het bos ineens stopt. Linksaf, en dan rij ik ineens langs de péage, de snelweg waar het leven in 130 km/u langsraast. Slechts een Heras-hek en een drempel scheiden mij van een stoet aan campers, vrachtwagens en vakantiegangers. Niet bepaald idyllisch, maar het heeft iets absurds.
    Door de eentonigheid van het bos heb ik eigenlijk niet in de gaten dat ik al bijna 75 kilometer heb weggetrapt en begin honger te krijgen. De kaart leert dat er maar één optie is om te eten en die ligt —hoe ironisch—langs de snelweg. Het wegrestaurant is keurig afgeschermd met een hek, maar ik ontdek een onderhoudsdeur. Ik doe net alsof het de normaalste zaak van de wereld is, fiets tussen de vrachtwagens door, parkeer m’n fiets tussen de caravans en loop naar binnen. De blikken zeggen: hoe dan?!

    Gelukkig: in het wegrestaurant werd ik werkelijk door niks verleid. Dus snel een simpel broodje en een ijsthee, en weer door. Net op tijd krijg ik een mail: ik kan al om twee uur in mijn huisje. Nog een uurtje doortrappen, en dan ben ik er. Nu maar hopen dat de servicebeurt niet door iemand op slot is gedaan….
    Het landschap begint hier al wat nautischer te worden. De dennenbossen maken langzaam plaats voor een opener landschap, meer zand, en je begint de invloed van de Atlantische Oceaan te voelen. Niet zozeer in de wind, maar wel in de volledige afwezigheid van elke vorm van heuvel. Het wordt plat, vlak, droog – bijna strandachtig.

    In de hoofdstraat van Ychoux (spreek uit als iets tussen ‘Isjoeks’ en ‘Ietsjoe’) zit een kleine supermarkt. Bescheiden in omvang, maar net genoeg voor een avondmaal. Ze hebben geconfijte eendenboutjes liggen. Boontjes erbij. En mijn favoriet deze vakantie: een grote fles Yop aardbeienyoghurtdrank. Driekwart liter Yop gaat na het fietsen en douchen in één keer leeg. Elke dag. Zonder schuldgevoel.
    Het huisje ligt net buiten Ychoux, aan het einde van een rommelig landweggetje. Midden in het dennenbos ligt het oude, beetje vervallen, huisje in de zon. Snel een wasje draaien (volgende adres heeft geen wasmachine), kan het nog drogen in de zon.

    Over zon gesproken: ben de afgelopen dagen al meerdere keren gewaarschuwd. Het wordt de komende dagen 35 graden. Dus morgen maar vroeg vertrekken. Gelukkig daarna een rustdag… aan zee. Wordt gezien de temperatuur waarschijnlijk…in zee.

    Filmpje: https://youtu.be/KRXH5zF4jFU
    Read more