• “Los lunes al sol” (2002, Javier Bardem)

    May 31–Jun 1 in Spain ⋅ ⛅ 22 °C

    31 mei 2025 – Grijs en vochtig, 18–21°C

    Na de zonnige hitte van gisteren is het vandaag grijs. Niet echt koud, maar de wolken hangen laag en er hangt water in de lucht. Ik verlaat mijn mooie stulpje in Biarritz met lieve woorden van Lina, de eigenaresse van de B&B. Het klikte, zal ik maar zeggen.

    Ik daal af naar de kust en volg deze eigenlijk de eerste uren. Langs prachtige stranden, mooie baaitjes en gezellige pleintjes. Het is duidelijk zaterdag, overal is het gezellig druk. Dat betekent ook dat doorfietsen niet echt makkelijk gaat. In Frankrijk zijn er nu wel veel fietspaden gemaakt, maar vaak houdt dat ook in dat je een pad met voetgangers deelt. En als dan zo’n wandelende familie over het hele pad uitwaaiert, moet ik regelmatig in de remmen.

    Halverwege stop ik even bij “Aux Délices d’Amatxi” in Urrugne. Een authentieke, lokale bakkerij/patisserie, bekend om zijn heerlijke “pâtisseries” en versgebakken “pain” (brood), waaronder de beroemde Tarte Amatxi. Volgens de krantenartikelen aan de wand heeft bakker Jean-François zelfs deelgenomen aan het Franse bakprogramma “La Meilleure Boulangerie de France”. Ik bedoel maar.

    Urrugne zelf is gelegen tussen groene bergen en de Atlantische Oceaan, dicht bij de Spaanse grens. Vlak na de Spaanse grens verlaat ik de EuroVelo. Dat is gelijk goed te merken. De wegen waar ik langs word gestuurd zijn nogal divers, van drukke wegen vol vrachtverkeer tot rommelige bospaden vol bouwpuin. Vooral de uitlopers van de Pyreneeën overfietsen valt zwaar. Hoewel de klimmen niet ellenlang zijn, stevig zijn ze wel. Ik heb wel een aantal keren het vrouwelijk geslachtsdeel aangeroepen, zal ik maar zeggen. De doortocht door Irun is een stap van het toeristische Frankrijk naar een meer werkende, industriële deel van Spaans Baskenland. Aangelegde fietspaden wijken ook vaak van de gewone weg. In plaats van de voorkant van de winkels, rijd je erachter langs, bij de bevoorrading. Vreemde keuze.

    Voor m’n lunchstop word ik een beetje geholpen door vijf Spaanse leeftijdgenoten met hun gezichten vol modder op peperdure mountainbikes. Ik zag wel op m’n kaartje dat er een goed lunchadres zou moeten zijn in de buurt van Astigarraga (onbetwist de “hoofdstad van de Baskische cider”, Sagardoa), maar ik zag alleen een rommelige benzinestation. Ze zien me twijfelen en wijzen me op een terras achter het benzinestation. “Is good,” zegt een van de mannen als ze zien dat ik nog steeds twijfel. Het blijkt een hotspot te zijn. Een oude benzinepomp/garage, maar daarachter een groot restaurant, terras en een speeltuintje. Ik zie iedereen een tortilla bestellen, dus ik speel op safe en laat me een dikke punt afsnijden. Ook weer lekker.

    Dan is het nog een kleine 15 kilometer naar Urnieta, aan de rechteroever van de rivier de Oria in Gipuzkoa, op slechts 10 kilometer van de grotere stad Donostia-San Sebastián. De stad wordt omringd door prachtige bergen, waaronder de Adarra, die met 811 meter de hoogste top is. Het is een merkwaardig stadje. Veel nieuwbouw uit de jaren 90. Veel pleintjes, veel groenstrookjes. Veel staat leeg, vergeelde etalages, oogt rommelig en vervallen. Ik slaap in een hotelletje met de pakkende naam “Pension-Txoko-Maitea-Ostatua”. Een vervallen pandje, was ooit wit, met balkonnetjes die lijden aan betonrot. De kamers zijn voorzien van een donkerhouten vloer, vanillevla-gele muren en hoge houten inbouwkasten met paneeldeuren. Op het bed ligt als versiering een glimmend kleedje dat nog het meest weg heeft van een tafelloper uit de afhaal-Chinees.

    De gezelligheid in Urnieta komt van honderden jongeren op straat. Blaasorkesten, trekzakken, veel geklets, lange tafels waaraan gezamenlijk wordt gegeten en gedronken. “Fiestas de la Juventud” (Jeugdfestival) is aan de gang. Het feest van jongeren die terugkeren naar Urnieta na hun jaar studie. Iedereen draagt een blauwe zakdoek om zijn nek en samen met het blaasorkest trekken ze van kroeg naar kroeg. Ik begrijp dat het bedoeld is om jongeren het gevoel te geven dat ze na hun studie thuis weer welkom zijn en niet blijven hangen in de grote stad.

    Ik schuif aan bij “Dendi-Berri Taberna,” een lokale bar. Ik bestel een bier en een paar tapas en kijk ondertussen naar de feestende jongeren. Morgen een zware rit voor de boeg en twee grote klimmen. Dus ik ga er vroeg in. Als het orkest onder mijn raam tenminste op tijd ophoudt.
    Read more