• La gran familia (1962, Alberto Closas)

    Jun 1–2 in Spain ⋅ ☁️ 19 °C

    zondag 1 juni 2025. 15–18°C, bewolkt met lichte regen en onweersbuien

    Mijn mooi-weer-geluk lijkt voorlopig even op. Nadat de feestende Urnieta-studenten dansend aan mijn raam voorbij zijn getrokken, valt het water met bakken (en veel geluid van onweer) naar beneden. M’n nacht verloopt ook wat onrustig, deels vanwege het bed, deels het weer, maar vooral de studenten van Urnieta. Zij weten, ondanks het weer, van geen ophouden. Ook al is het weer niet heel feestelijk, zij feesten tot 5 uur vannacht vrolijk door. Niet dat ze overdreven veel lawaai maken, maar net genoeg om af en toe van wakker te worden.

    Dan ook maar vroeg vertrekken. Het weer is niet heel veel beter geworden en ik moet een paar flinke klimmen zien te overwinnen.
    Het miezert. Net niet genoeg om je regenjas aan te trekken. Maar ook niet genoeg om na een uur toch goed nat te zijn. En de hele fiets en tassen zitten inmiddels onder de modder. Net als ik denk dat het toch handig is om m’n regenjas te pakken, houdt het op met regenen. Het blijft zwaar bewolkt en regelmatig zal ik in de wolken rijden en dus nog steeds nattigheid voelen.

    De rit is prachtig. Hier zijn de fietspaden (met dank aan de EU) op veel plaatsen keurig aangelegd en de eerste 30 kilometer volg ik de Oria-rivier. Mooie oevers, watervallen en rotswanden. Met af en toe een glimp van mooie uitzichten als de zon probeert erdoor te komen. De Oria was ooit een belangrijke levensader voor de ijzerindustrie in Gipuzkoa — je ziet nog oude fabriekstorens verstopt tussen het groen. Tegenwoordig fiets je er langs als pelgrim of peloton.
    Ik kom door allemaal leuke Baskische plaatsjes. En overal zijn activiteiten op deze zondag. Ik kwam een schaaktoernooi in de openlucht tegen, een basketbalwedstrijd in de markthal, een orkestje met drie blokfluiten en een trommel (met volwassen mannen die er heel serieus bij keken), een verzameling oude auto’s hadden zich verzameld op een pleintje. Je merkt het meteen: Basken houden van hun dorpsleven. Lokale identiteit en gemeenschapszin zitten hier dieper dan de wijn in een Rioja-vat.

    De eerste 35 kilometer gaan wel omhoog, maar heel gestaag. Dus ik kan een behoorlijk tempo aanhouden.
    Maar in de omgeving van Beasain en Zumárraga wordt het serieus. Ik rijd omhoog naar de uitlopers van de Sierra de Aralar, met toppen tot rond de 400–500 meter, met stijgingspercentages van 12 tot 16%. Gelukkig is er halverwege de klim een dorp. Even koffie en een snackje. En dat is wel heel erg fijn in Baskenland. Elke anderhalf uur neem ik een stop, wat te drinken en een pintxo. Er komt van alles voorbij vandaag: aardappeltortilla, een gefrituurde knapperige bal met rundvlees en peper (het had geen naam volgens de barvrouw), een stokbroodje met roerei, croquetas.

    Na de eerste top te hebben bereikt met veel gestamp en heel veel rondjes draaien met m’n benen is de afdaling naar Bergara een makkie. Maar vanwege het weer is het vandaag wel jasje aan, jasje uit. In de klimmen heb ik echt genoeg aan mijn wielershirt, maar de dalingen zijn toch behoorlijk fris.
    Maar vanaf daar begint de volgende klim, de laatste voor Durango. Het voert me naar het prachtige natuurpark Urkiola, met een piek van 600–700 meter hoogte. Een lekker ruig gebied met fraaie kalksteenformaties. Het beklimmen gaat met heel veel gesteun en gekke bekken (zie ik later op de video). Boven staan heel veel bordjes met verwijzingen naar prachtige uitkijkpunten. En ja, ik loop deze reis regelmatig in overdrachtelijke zin met m’n hoofd in de wolken, maar op de toppen van Urkiola loop ik letterlijk met m’n hoofd in de wolken. En zie dus vrijwel niks van de omgeving. Dan maar even lekker heel hard afdalen. Heb ik toch nog een beetje plezier van m’n klimpartij.

    Aan de rand van het park ligt het heiligdom van Urkiola — ooit een heilige plek gewijd aan de Romeinse god van de bossen, nu populair bij geliefden die een steen op de “liefdessteen” leggen in de hoop op eeuwige liefde. Ik overweeg even een offer voor mijn ketting en versnellingen, maar besluit dat liefde voor de fiets ook zonder ritueel kan.

    Aan het einde van de afdaling ligt Durango. Een prachtig stadje en ondanks dat het zondag is en de winkels dicht zijn, is het er gezellig bij de cafés en restaurants. Het is inmiddels droog en iedereen zit weer lekker buiten op het terras. En het is heerlijk lopen door de straatjes met de fraaie okergele panden.
    Durango zelf is een oud handelsstadje dat zwaar gebombardeerd werd tijdens de Spaanse Burgeroorlog — nog voor Guernica. Het herstel van de stad werd een Baskisch symbool van veerkracht. Geen wonder dat zelfs de terrasstoelen hier met de borst vooruit staan.
    Mijn verblijf is een beetje een gekke plek. Net buiten het centrum ligt een enorm pand dat deels een opleidingsinstituut is, maar ook buurthuis, sportschool, bar en heeft ook nog eens slaapplek. Een paar meerpersoonskamers, maar ik heb de “luxe”, met eigen douche en uitzicht op de bergen (daar houdt de luxe ook wel op).

    Ben maar even in de bar gaan zitten om onder het genot van een biertje en een pintxo met Spaanse ham dit stukje te schrijven. En inmiddels valt de regen met bakken uit de hemel. En het lijkt erop dat dat morgen niet veel anders zal zijn (95% kans op regen, volgens de Spaanse weerstations). Maar de volgende rit is zonder noemenswaardige klimmen.
    Vandaag hebben mijn inmiddels gebruinde en overtrainde kuiten vandaag toch maar weer mooi geflikt.

    Ben trots op ze.

    En hier een regenachtig filmpje: https://youtu.be/h8BaGc8u0p8
    Read more