• Withnail & I (1987, Richard E. Grant)

    June 12 in England ⋅ ⛅ 17 °C

    12 juni 2025 – Weer: nat en fris in de ochtend (14°C), zonnig en droog in de middag (18°C)

    “A mixed bag”, dat is het vandaag. Volgens de voorspellingen regent het de hele dag, dus ik pak me goed in: plastic om de tassen, regenjas aan, en alle moed verzameld. De rit is niet lang — 66 kilometer — maar wel voor meer dan de helft over onverharde wegen.

    Het eerste stuk, nadat ik Wells uit rijd, heb ik geluk. In de vallei kilometers verder zie ik de regen vallen, maar ik fiets droog. Ik moet nog wel een aantal flinke heuvels nemen om het laaggelegen Somerset uit te komen, maar daarna wordt het goeddeels vlak.

    Tegen half elf rijd ik dan toch de eerste druppels in. Het landschap blijft gelukkig prachtig. Dat is het mooie aan Engeland: zelfs in de regen straalt het iets melancholisch charmants uit. Alsof nat hier gewoon bij het decor hoort.

    Net voor Bradford-on-Avon worden de druppels dikker. Ik rijd over een aquaduct waaronder een ander kanaal loopt. Smalle narrowboats varen bijna in file — een soort Engelse ochtendspits, maar dan met theedrinkende vrouwen binnen en mannen in hun gele windjammers aan het stuur, achter op de boot, in de regen.
    Een pub bij de brug richting Bradford-on-Avon wordt mijn schuilplaats voor de ergste bui. Het komt met bakken uit de lucht. Als het na een half uur wat afzwakt en de enorme beker koffie op is, fiets ik door langs het Avon-kanaal naar het stadje. Bradford-on-Avon is ook weer zo’n ansichtkaartplek met stenen bruggen, prachtige kerken en panden, en een watermolen of twee.

    In een hoek van de oude winkelstraat, achter een trapje en wat verwilderde struiken, ligt de Secret Garden Coffee Shop. De naam dekt de lading. Het leeft normaal van z’n tafeltjes buiten in de geheime tuin, maar daar heeft vandaag niemand trek in. Binnen zijn gelukkig een paar tafeltjes. Ik lunch met een broodje tonijn, crisps (Engelse chips dus), en wat groente.

    Het blijft maar doorsijpelen. Ik draai het Kennet and Avon Canal op, waar het pad nu één grote modderpoel is. Ik ploeg me voort door de zacht geworden smurrie, over wat ooit een “towpath” was: vroeger liepen hier paarden die de narrowboats voorttrokken. Nu is het een testbaan voor modderresistentie. Mijn hele fiets, m’n tassen en m’n dikke kuiten zitten onder de prut. Alles wat draait en remt piept alsof het op sterven na dood is. Overal modder, zand, nattigheid.
    Het Kennet and Avon Canal zelf is trouwens een fascinerend stukje geschiedenis. Het werd begin 19e eeuw gegraven om een waterverbinding te maken tussen Londen en Bristol, via de rivieren Kennet en Avon. Een logistiek hoogstandje uit de Britse kanaalperiode — en tegenwoordig vooral geliefd bij toeristen in kleurrijke woonboten.

    Bij Devizes komt de zon door, precies op het spectaculairste stuk: de Caen Hill Locks. 29 sluizen over 3,5 kilometer, die samen een hoogteverschil van 72 meter overbruggen. De zestien sluizen die direct boven elkaar liggen zijn echt adembenemend mooi. In bijna elke sluis dobbert wel een narrowboat. Een beetje zoals camperplaatsen, maar dan drijvend en sfeervoller.

    Mijn kleding is inmiddels opgedroogd. Mijn fiets daarentegen lijkt op een modderschuit. En mijn Insta360-camera heeft het begeven. Volledig murw geregend. Geen filmpjes voorlopig dus — tenzij een wonder uit een zak witte rijst komt.

    Smerig en een beetje beschaamd loop ik mijn verblijf binnen: The Pelican Inn. Een pub waar de tijd al eeuwen stil lijkt te staan. Op de binnenplaats zijn drie oude paardenstallen omgebouwd tot hotelkamers. De oude grijze eigenaresse — het soort vrouw waar je liever geen ruzie mee maakt — bekijkt me van top tot teen, kijkt naar mijn fiets, en zegt kortaf: “Use that hose.” Ze wijst naar een tuinslang.

    Dus daar sta ik. Fiets, fietstassen, onderbenen, schoenen — alles gaat onder de straal. De fiets ziet er weer toonbaar uit. Ik iets minder. Maar goed.
    The Pelican Inn was in een ver verleden een “coaching inn” — een rustplek voor reizigers en postkoetsen. Je ziet het nog in de opzet: oude muren, grote poort naar een binnenplaats (nu een biertuin), en de stallen. Het mooie is dat de Engelsen het verdommen om de buitenkant te moderniseren. Alles is nog zoals op de oude schilderijen die in de pub hangen. Gelukkig is het binnen inmiddels comfortabel.

    Aan de overkant eet ik een simpele curry in een ultrahippe tent — vrolijke lampen, planten aan het plafond, kleurrijke schilderijen op felgekleurde muren, hippe mensen met hippe honden, en bestellen via een QR-code. Glaasje bier erbij, even opwarmen.
    De weersvoorspellingen zeggen: vanaf nu droog. Laten we het hopen.

    De Insta360 ligt nu in een zak witte rijst. Misschien red ik ‘m nog. Maar ik vrees het ergste (voor de camera, niet voor mij).

    Misschien wel het laatste filmpje: https://youtu.be/k8rJtoNBuNY
    Read more