- Vis rejse
- Tilføj til træskolisteFjern fra træskoliste
- Del
- Dag 47–48
- 18. juni 2025 kl. 13.56 - 19. juni 2025
- 1 nat
- ☀️ 22 °C
- Højde: 10 m
EnglandParkeston51°56’35” N 1°15’18” E
The Sunset Limited (2011)

19 juni 2025 – Harwich, helder en rond 25 °C
Hoewel de narrowboat zeer aangenaam is, en ik de hele avond op het achterdekje in de ondergaande zon heb kunnen zitten, is slapen aan boord toch minder geweldig. ’t Is een lange boot, maar de slaapplek is net iets te kort voor iemand van 1,92 meter. Aan het begin van de nacht denk ik nog: dat gaat wel. Maar om een uur of vijf mist mijn lichaam toch echt twintig centimeter bed. Dus genoeg redenen om om zeven uur al op de fiets te zitten — komt goed uit, want ik heb vandaag honderd kilometer voor de boeg.
Het begin van de route is lekker groen: veel gravelpaden, weilanden en bos. Ik daal af naar de haven van Maldon voor een grote opgerolde croissant met suikerstroop en een pot koffie. M’n ontbijt.
Iedereen zou Maldon-zout eigenlijk in z’n keukenkastje moeten hebben. Het is niet zomaar zout, maar elegant flake-zout, met een structuur die bijna alles lekkerder maakt wanneer je het er op het laatst overheen strooit. De zachte vlokken lossen bijna sensueel op op je tong. De productie gebeurt in Maldon zelf, aan de oevers van de Blackwater Estuary. De Osborne-familie doet dat al sinds 1882 in een Victoriaanse zoutfabriek — een kleine Britse trots, waar traditie en terroir samenkomen in elk zoutkorreltje.
Daarna trekt de route landinwaarts. Colchester blijkt een leuke, grotere stad met een mooi kasteel en een sfeervolle binnenstad. Het is een van de oudste steden van Engeland — ooit de Romeinse hoofdstad Camulodunum. Ik loop een rondje en eet een lekkere carrotcake in het Passengers House.
Dan wordt de route wat minder. Het landschap blijft lieflijk en leuk, maar ik fiets grotendeels over een oude doorgaande weg richting havenstad Harwich. Veel verkeer, veel geluid en veel stinkende bestelbusjes. Af en toe duikt de route een zijweg in, maar steeds keer ik weer terug op diezelfde drukke weg. Bij een pub onderweg lunch ik met een fijn plankje vol lekkernijen: pork pie, ham, paté, schots ei, uienmarmelade, koolsla.
Na tweeën heb ik de honderd kilometer volbracht en rijd ik Harwich binnen. Omdat Erica rond acht uur met de veerboot aankomt, heb ik een hotel geboekt vlak bij de aankomsthaven. Daardoor zijn de restaurantmogelijkheden beperkt — behalve de bekende fastfoodtempels (met de gele M en co).
Google beweert dat vlak bij de haven het Railway Café zit, dat om zes uur open zou gaan. Als ik er rond die tijd aankom, zie ik echter niets dat ook maar lijkt op een restaurant of café. Nog eens goed de kaart bekijken: hier moet het zijn. Alles wat ik zie is een soort clubgebouw uit de jaren zeventig. Aan de zijkant zit een deur met een trapje. Binnen zie ik een soort sportkantine annex biljartclub. Rechts een deur met een houten bordje: “Railway Café”. Daaronder bungelt een bordje aan een touwtje: “Closed”.
Ik loop weer naar buiten. Een biljarter roept me na. Ik loop terug. “Ja,” zegt hij, “iemand draait voor de grap altijd het bordje naar ‘gesloten’, maar Netty is gewoon binnen.” Hij doet de deur open, schreeuwt “NETTY!!” om de hoek en laat me binnen.
Netty — kilootje of honderd, zwarte legging, grijs T-shirt met rouches en een schort over haar imposante voorgevel — komt uit de keuken gelopen. Ze opent twee aluminium rolluiken bij de counter en noemt op wat ze heeft. Ik ga voor de worst met aardappelen, groente en jus. Eigenlijk zou ik haar Sunday Roast moeten proeven, maar dan ben ik er al niet meer.
De ruimte is een kale, witte kantine met lange tafels bedekt met plastic zeil. In een hoek staat een whiteboard met gekleurde magneetletters, vermoedelijk bedoeld als speelhoek. Het tapijt heeft banen met het woord “Perry” erin geweven, kerstverlichting hangt her en der nog vrolijk na te gloeien, en op de wanden hangen posters uit de COVID-tijd met oproepen om afstand te houden. Als Netty mijn bord brengt, zitten er twee enorme Yorkshire puddings bij — nog over van de Sunday Roast van afgelopen weekend. Lucky me.
Om half acht arriveert Erica met de boot. Om half negen vallen we elkaar eindelijk weer in de armen, na twee maanden. Toch weer gezellig.
Morgen fietsen we samen naar Langham, om daar lekker een weekje van het dagelijks tachtig kilometer fietsen af te kicken.
En het filmpje: https://youtu.be/mdGKAgCo7UALæs mere