• A Walk in the Woods (2015, R. Redford)

    June 23 in England ⋅ 🌬 21 °C

    23 juni 2025 – Helder met witte wolken, 20 °C

    Erica’s billen hadden na de 70 kilometer van gisteren even wat rust nodig. Dus vandaag geen lange fietstocht.

    Fietsen in Engeland is een waar genot. Er zijn talloze achterafweggetjes en veel fietspaden en bospaden die fietsen heel aangenaam maken. Even opletten met links fietsen, maar verder is het hier heerlijk trappen. Maar nog meer is Engeland een wandelland. Het aantal wandelpaden kent bijna geen grenzen. Overal slingeren paden door weilanden, graslanden en bossen. Je kunt eindeloos wandelroutes maken over die paden, vaak zonder ook maar één asfaltweg tegen te komen.

    Al die paden zijn het gevolg van een eeuwenoud systeem genaamd rights of way (wandelrechten), dat publieke toegang tot privégrond mogelijk maakt. De meeste van die wandelpaden zijn ontstaan uit oude routes die mensen gebruikten om van dorp naar dorp te reizen, naar de kerk of naar de markt. Als een pad minstens twintig jaar onafgebroken door het publiek wordt gebruikt, kan het een wettelijk recht van doorgang worden. En Engelsen zijn in dat soort zaken conservatiever dan een Yorkshire pudding. Dat wordt dus niet veranderd. En dus kom je om de halve kilometer wel een bordje tegen: “Public Footpath”, “Bridleway” of “Byway”.

    En daar maken wij vanochtend fijn gebruik van als we rond Boxted Cross (zo’n vijf kilometer fietsen) een wandeling uitstippelen. Mooie variatie van weggetjes, bospaden en weilanden. Als we na een uurtje lopen een weiland met een groepje stieren willen oversteken, is niet helemaal duidelijk of de stieren ons niet moeten of gewoon nieuwsgierig zijn. Twee van hen gaan pontificaal midden op het wandelpad staan en blijven ons strak aankijken. Erica had net een artikel gelezen over een oude boer die door zijn eigen stier te grazen was genomen. Dus ja, wat te doen. Teruglopen kan, maar dan moeten we weer de heuvel op over het pad vol bramenstruiken, en onze blote onderbenen hebben al genoeg krassen en schrammen. We wachten een kleine tien minuten. Dan gaat het de stieren vervelen en druipen ze af. Kunnen wij verder, over het eeuwenoude footpath.

    We drinken koffie bij een zelfpluk-aardbeienboer – zo’n typisch Engels tafereel waar niemand zich druk maakt en alles op goed vertrouwen gaat. Uiteraard heeft ze er een fruittaartje bij. Een paardentrailer is omgebouwd tot hippe koffietruck en eromheen zijn picknickbanken gezet. Om de haverklap komen Engelsen voorbij met armen vol aardbeien die ze zelf geplukt hebben op de farm.

    Een paar kilometer verder kopen we vlees bij een slager die zijn slagerij gewoon bij de boer op het erf heeft. Beetje bijzondere plek, maar naast groente en fruit ligt er verrassend veel lekker vlees in de vitrines op de rommelige plek op het erf. In de diepvries zelfs wild. We gaan voor de wilde zwijnworsten met appel.

    Na een klein tukkie in de middag fietsen we nog een paar kilometer naar het oosten, naar bierbrouwer (en wijnmaker) Jack Rabbit. In de zon, tussen de wijnranken, drinken we een fris pilsje. En ze verkopen er Baron Bigod, een kaas in Brie-stijl. En ik moet zeggen: die kaas is echt heel erg smaakvol en smeuïg. Zo zie je maar, een zee ertussen doet er culinair niet zoveel toe.

    Morgen gaan we weer 80 kilometer op de fiets, dan richting Mersea Island. Kijken hoe het eiland erbij ligt in de Noordzee.
    Read more