• Sliding Doors (1998 – Gwyneth Paltrow)

    24 Jun, England ⋅ 🌬 26 °C

    Datum: 24 juni 2025
    Weer: s Ochtends zwaar bewolkt, rond 20 °C, later opklarend met zon — droog en fris fietsweer.

    En dan ineens is er weer regen. Als we wakker worden, is alles nat – inclusief ons versgedraaide wasgoed. Gelukkig duurt het niet lang, dus rond half negen zitten we alweer op onze zadels. De lucht is nog zwaarbewolkt, maar het is droog.

    Vandaag fietsen we naar Mersea Island. Een deel van de route is bekend terrein, want we rijden via Colchester. Het is een fijne route over B-weggetjes en fietspaden die ons feilloos door de stad loodsen. Na Colchester verandert het landschap ineens: open, zacht glooiend en verrassend mooi. De weg naar het eiland is wel drukker, maar er is dan ook maar één toegangsweg – een smalle strook asfalt over een drooggevallen zeebodem, met aan weerszijden schitterende natuur die net boven water komt. Soms staat de weg onder water en kun je er niet door, maar vandaag kunnen we er gelukkig overheen.

    West Mersea is het grootste plaatsje van het eiland. Een slaperig vissersdorpje met wat horeca en winkels. We drinken koffie en eten een verrukkelijk kleffe Sticky Orange Cake – zo’n cake die net iets te veel boter en suiker bevat om verantwoord te zijn, maar precies goed is na dertig kilometer trappen.

    Het plan is om via East Mersea een kleine veerboot te nemen over de River Colne naar Brightlingsea. De River Colne mondt hier vlakbij uit in de Noordzee. De ferry is piepklein, gaat slechts zes keer per dag, dus reserveren is eigenlijk noodzakelijk. Als we proberen te reserveren blijkt de ferry vandaag niet te gaan. De wind is te hard voor het kleine bootje (“we care about your safety”). A bummer. Maar we willen toch nog even naar Cudmore Grove, een natuurreservaat tussen de Colne- en Blackwater-estuaria. Mooie uitzichten, zandstrandjes, kwelders, graslanden en glooiende weilanden. En dan breekt – precies bij het uitzichtpunt – de zon door. Perfect getimed.

    Er is maar één manier om weer van het eiland te komen: dezelfde weg terug, maar dan tegen de wind in. Onderweg stoppen we bij de enige pub aan deze kant van het eiland, The Dog & The Pheasant. De lunch is eenvoudig: een broodje met iets. En dat ‘iets’ is letterlijk wat er staat. Broodje worst met ui is… een broodje worst met ui. Niks meer, niks minder.

    De rit terug is vlak, maar met 35 kilometer stevige tegenwind voelt het af en toe als ploeteren. Net voordat we Colchester weer binnenrijden, duikt ineens zo’n typisch Engelse ijswagen op – roze, met een vrolijk deuntje (meestal Greensleeves of The Entertainer). In Engeland rijden deze wagens nog steeds rond, alsof de tijd heeft stilgestaan. Ze verkopen er vooral de “99 Flake”: een soort romig softijsje met een kruimelige chocoladereep van Cadbury erin. Niemand weet precies waarom het ‘99’ heet – misschien ooit de prijs, misschien een verwijzing naar een elite-regiment, misschien de voetmaat van een Italiaanse ijsverkoper. Maakt niet uit, het voelt gewoon typisch Engels. En ik ben er gek op.

    Rond half drie zijn we terug in Langham, na 65 kilometer. We trakteren onszelf op een aardbeienlimonade bij de zelfplukboerderij, gooien een chicken pie van de slager in de oven en strekken onze benen op tafel.

    Was weer een lekker dagje fietsen. Sliding doors, sticky cake, zachte weilanden en een vleugje Brits absurdisme.
    Baca lagi