• 47. Pré-Alpes – 95 km, 2000 hm

    Jul 25–26 in France ⋅ 🌩️ 24 °C

    Een pittige rit. Maar liefst 3 cols met veel steile stukken. Prachtige natuur. Na de laatste col gisteren viel het al op dat het landschap groener werd. We kwamen in de Pré-Alpes d’Azur, het hooggelegen achterland van Nice. De nacht was koud maar in de tent hadden we het zelfs onder de dunne slaapzak nog lekker warm. Een heel ander verhaal wordt het om bij 4 ℃ in je korte broek uit de tent te komen om ontbijt te maken, maar Marja doet het zoals elke dag zonder mopperen terwijl Campo de tent leeg maakt.

    We beginnen nog met een stukje afdalen (we sliepen op 1000 m). We duiken de nauwe rotskloof van St. Auban in. Halverwege, in een grot naast de weg, zien we een complete openluchtkapel helemaal ingericht en blijkbaar nog in gebruik. De weg zelf is ook een kunstwerk, tegen de rotswand aangeplakt. De grot is ontdekt bij de aanleg van de weg in 1892 en bij die gelegenheid heeft men het heiligdom verplaatst van hoger op de berg. We zien in deze streek overal langs de weg tekenen van devotie, opvallend meer dan in andere delen van Frankrijk.

    Na de kloof kunnen we ons voor het eerst warmen in de zon. Al snel beginnen we aan de steile Col du Buis (1196, 3e cat) en kort daarna de Col de Félines (930, 4e cat). Die laatste valt wel mee, afgezien van een kort stukje het dorpje uit. Na een mooie afdaling kijken we uit op de middeleeuwse stad Entrevaux met daarboven een vesting op een rots.

    15 makkelijke kilometers verder rijden we opnieuw een gorge binnen. Dit is de aanloop naar de Col de la Sinne (1438, 1e cat). Het wordt bijna saai maar de gorge is echt heel indrukwekkend. Later opent het dal zich en op een splitsing nemen wij een heel smalle en vaak steile weg die omhoog kronkelt langs Pierlas, een dorp tegen de berg aangeplakt. Wij worstelen ons langs de haarspeldbochten omhoog. De lange klim zuigt het laatste beetje energie uit de benen terwijl achter ons donkere wolken onze kant op komen. Er is onweer voorspeld vanaf de middag en wij moeten nog een heel eind. Wat doen we?

    Aan de andere kant van de pas blijkt het voorlopig nog mooi weer te zijn en in het eerste dorp kijken we naar de opties. We weten dat we moeten afdalen naar 430 m en dat we vanaf dat punt gaan beginnen aan de lange klim naar de Bonnette, met ruim 2700 m het hoogste punt van onze tocht. Informatie over de weinige campings in de vallei is gebrekkig en de eerste camping waarvan we zeker weten dat die nog bestaat is waarschijnlijk te ver. We kijken naar andere overnachtingsmogelijkheden maar ook die informatie is gebrekkig. Telefoonnummers blijken afgesloten. We besluiten maar gewoon door te rijden en om ons heen te kijken.

    Vanaf het laagste punt rijden we nog 20 km verder tot we in Isola een hotelkamer vinden. Twee campings bleken gesloten en twee hotels idem. De regen kwam later dan voorspeld maar ‘s avonds onweert het. Wij zijn blij met een dak boven ons hoofd, een echt bed, en eigen sanitair.
    Read more