Redelijk opgedroogd rijden we Meru uit, richting Hénonville. 'Route barrée à 900 m', hmmm, de afgelopen week hebben we geleerd deze afsluitingen te negeren zijn omdat we als fietsers er eigenlijk altijd doorkomen op de een af andere manier. Als we die 900 m de heuvel afsuizen hopen we dat dat nu weer is, want nu zo naar beneden rijden is bij terugrijden een hele klim. De werkzaamheden houden in dat in heel Hénonville straten worden opengebroken om iets met de leidingen en/of afvoer te doen. Gaten in de weg, kiezels en dan de actieve werkzaamheden. Even duimen of we er door mogen. Even oogcontact en handgebaren, ze stoppen even en wij mogen door, ze zijn allemaal even aardig en behulpzaam. Als we net op het punt staan om de opgebroken stad te verlaten moet Mario stoppen. Zijn trapper is (weer) los, reparatietas tevoorschijn halen. Het schroefdraad van het crankstel lijkt uitgesleten en de trapper wil er niet meer recht in. Na vele pogingen dan maar scheef, we moeten toch verder.
Nog een km of 12 naar Marines, een wat groter stadje, daar is misschien wel een fietsenmaker. Onderweg krijgen we, met links en rechts graanvelden, weer een gigabui die overgaat in een behoorlijke hagelbui met hagelstenen van zo'n 3-4 mm. Die komen best aan, gelukkig beschermt onze helm ons hoofd. Na de bui worden we door de wind grotendeels drooggeblazen en even over twaalven bereiken we Marines. Op het plein in het centrum vinden we een gezellig tentje waar we heerlijk lunchen. Zo hoeven we vanavond niet te koken.Read more
Traveler Wij hebben hetzelfde richtingsgevoel!! Komt altijd goed. Genoeg eten gekocht 😉😘