Satellite
Show on map
  • Day 7

    Sucre

    March 14, 2019 in Bolivia ⋅ ☁️ 16 °C

    Er is in Uyuni geen rechtstreekse bus naar Sucre te vinden dus gaan we eerst naar Potosi. De kwaliteit van het transportmiddel is een stuk minder dan we gehoopt hadden. We lijken 3 uur lang in de buik van een groot hobbelpaard te zitten. Ook al is de asfaltbaan perfect egaal, we botsen geregeld van onze stoel omhoog. Gelukkig worden we wat afgeleid door de mooie natuur onderweg. Via bergpassen en diepe valleien kronkelt de bus naar 4050 meter hoogte.

    Potosi is een van de hoogst gelegen steden ter wereld. De grootste inkomstenbron is al sinds de 16e eeuw de zilvermijn. De laatste jaren is er steeds minder grondstof te vinden maar toch werken er nog veel inwoners onder de grond. Als toerist kan je een rondleiding in de mijnen krijgen om te zien in welke erbarmelijke omstandigheden men daar leeft. Gevaarlijk, op sommige plekken heet en op andere ijskoud, slecht voor de gezondheid,… De gemiddelde mijnwerker kan na 10 à 15 jaar op pensioen omdat zijn longcapaciteit tegen dan gehalveerd is. Als hij het zo lang overleeft natuurlijk. Ik twijfelde even om er binnen te gaan maar ik denk dat ik schrik zou hebben om zo diep onder de grond in een kleine ruimte te kruipen.

    Onze bus richting Sucre is gelukkig een stuk comfortabeler dan de vorige. We zijn weer wat gedaald, naar 2700 meter. Sucre is na La Paz de belangrijkste stad van Bolivia en wordt ook de mooiste stad van het land genoemd. In de buitenwijken is dat niet direct te merken. Daar zien we vooral lelijke rode bakstenen gebouwen, zoals in Potosi ook het geval was.

    In het centrum hebben de straten smalle voetpaden en de uitlaatgassen van de auto’s en bussen zijn verschrikkelijk. Het is hier al even erg als in Bishkek. De gebouwen in koloniale stijl zijn wel mooi. Het centrale plein is een leuke mix van fonteinen, standbeelden en groene hoekjes. De drukte, zowel van mensen als van verkeer, maakt het echter niet zo aangenaam om er rond te lopen.

    Vé had gisteren ontdekt dat er een mooi kasteel op 5km buiten de stad ligt. We springen op een van de vele micro’s (minibusjes) om erheen te rijden. De “4” brengt ons langs het centrale plein, de boerenmarkt en andere bezienswaardigheden. Maar niet naar het kasteel. We besluiten af te stappen aan het busstation en vragen daar meer info. Het is effectief de 4 die we moeten hebben, maar een andere. Verwarrend. Gelukkig kost een ritje maar 1,5 bolivianos (€0,20).

    We wandelen door de drukke centrale markt en kopen wat verse groenten en fruit. Op het bovenste verdiep staan een heleboel vrouwen druk te roeren in hun metalen potten die op het vuur staan te pruttelen. Lijkt ons een ideaal plekje om te lunchen. We zetten ons aan een van de plastieken tafeltjes en proberen iets van het menu te kiezen. Mondongo, puchero, saice,… de namen klinken zeer exotisch. We hebben geen idee wat het allemaal is. Chorizo is herkenbaar dus kies ik daar voor. Aangezien er niks vegetarisch beschikbaar is, probeert Vé de saice. Vlees in een pikante saus met rijst erbij. Het smaakt allebei heel lekker en kost ons in totaal €4. Met 2 cola’s inbegrepen.

    Na de lunch doen we een nieuwe poging om naar het kasteel te raken. Na wat zoeken vinden we uiteindelijk de juiste micro die ons naar daar brengt. Castillo de la Glorieta werd gebouwd door een familie die eigenaars waren van een van de mijnen rond Sucre. Ze gebruikten het gebouw voor opvang van weeskinderen. Na een uurtje hebben we het elegante roze kasteel verkend en keren we terug naar ons hostel.
    Read more