Satellite
Show on map
  • Day 291

    Het Nomadenleven

    June 3, 2016 in China ⋅ ☁️ 21 °C

    In Langmusi boeken we ook een 2-daagse trekking. We gaan te paard de Tibetaanse graslanden ontdekken en zullen overnachten bij een nomaden familie. Spannend!

    Na een kort paardrijlesje mogen we op pad. Het voelt nog een beetje onwennig want we hebben allebei geen enkele ervaring. Onze paardjes zijn echter zo mak als lammetjes en dus kunnen we het af zonder hulp van onze gids. Gelukkig maar want onze gids spreekt geen woord Engels. Wij trouwens geen woord Tibetaans.

    Het duurt niet lang of we zitten met een enorme grijns op ons paard. Wat is dit fantastisch! Te paard kunnen we eindelijk de weg achter ons laten, steeds verder die prachtige groene heuvels in die we tot nu toe alleen van een afstandje konden bekijken. We steken rivieren over, nemen onmogelijk smalle paadjes en schuwen steile berghellingen niet. Ons paard doet precies wat we willen. Krijg nou wat! 😃

    Na 6 uur paardrijden en honderden foto's is het wel genoeg geweest. We stoppen bij onze slaapplek voor de nacht. Een dunne tent gemaakt van yakhaar met daarin wat dekens op de grond en een oven waarin yakpoep wordt gestookt, meer is het niet. Iedere 40 dagen binden ze al hun bezittingen op de rug van hun yaks en verhuizen ze naar een nieuw grasland. Moeilijk voor te stellen. Zodra we bij het vuur zitten en een kop thee aangeboden krijgen, installeert onze gids zich op de zachte dekens en valt in slaap. Hij lijkt weinig anders te doen dan slapen en spelletjes doen op zijn smartphone. De vrouw des huizes is jonger dan ik maar onze levens zijn zo verschillend. Het leven van een nomade is zwaar, helemaal als je een vrouw bent.

    Een nomadenvrouw staat 's ochtends vroeg voor zonsopgang op om de yaks te melken, water te halen vanuit de rivier, yakboter te maken, te koken en yakpoep te verzamelen en uit te smeren over het gras zodat het sneller droogt. Ze is de hele dag aan het werk, tot ver na zonsondergang. Mannen hebben eigenlijk maar één taak en dat is de yaks naar een van de graslanden brengen, ze bij elkaar houden en ze 's avonds weer terugbrengen naar het kamp. De rest van de dag slapen ze of drinken ze thee met hun vrienden in Langmusi. Het is hoe het is, maar we vinden het best moeilijk om te zien. Onze gids en zijn vrienden steken geen poot uit in het huishouden en staan rustig te kijken hoe hun vrouwen de yaks één voor één vastbinden om het melken de volgende dag makkelijker te maken. Dat zou toch wat sneller gaan als ze het samen zouden doen, denken we heel naïef.

    Als de yaks in het kamp zijn en de honden losgelaten zijn om de dieren te beschermen tegen de wolven, installeren we ons bij het vuur in de tent. Echt communiceren met ze kunnen we niet, maar met wat gebarentaal wordt het toch nog best gezellig. Er wordt een feestmaal voor ons klaargemaakt, de vrouw kneedt deeg om verse noodles voor ons te maken. Erg lief, maar we proberen maar snel te vergeten dat ze even daarvoor met diezelfde handen nog yakpoep over het gras had staan uitsmeren. Smakelijk, haha! Als toetje krijgen we tsampa aangeboden, een soort deegballetjes van yakboter met gerstmeel die precies zo smaken als yaks ruiken. Terwijl we de mantra 'alles is een avontuur, later lachen we hierom' in ons hoofd blijven herhalen proppen we het eten naar binnen. Als we het snel doorslikken proeven we het vast niet. Wie zei dat reizen alleen maar leuk en makkelijk was?

    Na het eten is het bedtijd. Als ze zien dat we bibberen van de kou verzamelen ze alle mogelijke dekens die er zijn, en we kruipen onder de stapel dekens die slechts een paar meter verwijderd is van de enorme berg yakpoep die gebruikt wordt voor het vuur. Vroeg in de ochtend worden we wakker omdat we weer moeten plassen. Shit, waarom waren we zo stom om zo veel thee te drinken de vorige avond? Dan merken we een dun wit laagje op onze dekens op. Sneeuw! Met trillende benen van enthousiasme én angst sluipen we de tent uit (ze hebben ons verzekerd dat de honden ons niets zullen doen, maar we hebben te veel verhalen over Tibetaanse mastiffs gehoord om daarop te kunnen vertrouwen..). Ineens staan we in een ongelofelijk mooi winterwonderland. De yaks zijn bedekt met een laagje sneeuw en maken zachte geluiden, de paarden staan dicht op elkaar om elkaar warm te houden, de groene heuvels zijn nu prachtig wit gekleurd, en daartussen wij die hier overduidelijk niet thuishoren. Het is een magisch gezicht. We kijken elkaar aan en lachen. Hoe zijn we hier nou weer terecht gekomen? Het is het mooiste moment van de trek, by far, en als we weer terug de tent insluipen om nog even verder te slapen (je weet het tenslotte nooit met die honden) voelen we ons een stuk beter. Alles is een avontuur, later lachen we hierom én verlangen we terug naar nu. Dit is het, léven!
    Read more