De grens over

Botswana.. Een land dat eigenlijk helemaal niet op onze planning stond. Prachtig, maar ook duur, en eigenlijk niet geschikt als je geen 4x4 jeep hebt maar een simpel bakkie. Een paar dagen voor we landden in Johannesburg besloten we om tóch Botswana aan te doen. Het zou onze route naar Namibië flink verkorten en we zouden niet twee keer dezelfde route hoeven te rijden (anders zouden we heen en terug via Upington Namibië inrijden). En een nieuw land bezoeken is natuurlijk altijd leuk als je gek bent op reizen, nietwaar?

Aan het einde van de middag steken we de grens over bij Groblersbrug / Martin's Drift. De fee die we moeten betalen om onze auto mee te nemen de grens over mag alleen worden betaald in Botswaanse Pula's en het dichtstbijzijnde pinautomaat in Botswana is natuurlijk tientallen kilometers ver weg. Dus wisselen we een klein bedrag tegen een gigahoge commissie, we moeten wel. Eenmaal de grens over vinden we een kampeerplekje bij Kwa Nokeng lodge. Het is gelukkig droog is en niet al te koud. Ja, zo vinden we kamperen weer leuk :).

De volgende ochtend rijden we verder richting Planet Boabab, zo'n beetje de enige camping in de wijde omgeving. De afstanden in Botswana zijn groot en er zijn zo weinig dorpjes onderweg waar je kunt tanken, inkopen kunt doen of kunt slapen, dat je je reis toch echt moet plannen.

Maar het rijden in Botswana is leuk. Botswana voelt al meteen zo anders dan Zuid-Afrika. Het is ruiger, dunner bevolkt (niet zo gek als je weet dat de Kalahari woestijn 85% van het land beslaat!), op en rond de weg lopen overal dieren (geitjes, ezels, koeien, struisvogels..), en mensen verplaatsen zich vaak met ezelskarren, wat wij toch wel bijzonder vinden om te zien. Ook leuk om te zien is dat de kleuren van de Botswaanse vlag overal terugkomen: muren, gebouwen, prullenbakken, paaltjes, ruststops langs de weg, alles is in het mooie lichtblauw, wit en zwart van Botswana geverfd. Het blauw staat voor water, en het wit en zwart voor de diverse etnische samenstelling van het land en de harmonie tussen verschillende rassen. De mensen in Botswana zijn trots, zo veel is duidelijk. Later komen we er overigens achter dat dit niet voor niks is, Botswana viert namelijk 25 september 50-jarig onafhankelijkheid. Een feestje waard!

Van Botswana hadden we vooraf niet echt een beeld maar we zijn verrast door hoe goed de Botswanen het voor elkaar hebben. Het land heeft een stabiele democratie, is veilig, relatief 'rijk', en ze hebben animal conservation hoog in het vaandel staan (zo is jagen op wilde dieren er verboden, ondanks het geld dat hierin omgaat). Hoewel de ezelkarren anders doen vermoeden lijken de mensen hier niet arm, de winkels zijn mooi, en ook de auto's om ons heen zijn een stuk beter dan in Zuid-Afrika net over de grens.

Wat voor ons reizigers wel even wennen is is dat Botswana geen budget-bestemming is. Het land richt zich duidelijk op de luxe toeristen, toeristen van middelbare leeftijd die het niet erg vinden om veel geld neer te leggen voor een mooie lodge of gamedrive. Maar gelukkig voor ons kun je op veel plekken voor een euro of vijf ook gewoon je tentje opzetten ergens in de achtertuin van zo'n luxe lodge. Waar we dan ook weer lekker helemaal alleen staan. That's more like it!

Als we aankomen bij Planet Boabab informeren we tegen beter weten in toch nog even hoe duur een excursie naar de Makgadikgadi pans is (een enorme zoutvlake vol vogels, wilde dieren én stokstaartjes, die hoog op ons lijstje staan). Ai, veel te duur. We doen maar alsof we niet schrikken van de prijs en zeggen 'er nog even over na te denken' :). We besluiten maar gewoon te genieten van de indrukwekkende baobab bomen die overal in de omgeving te vinden zijn. Ook heel mooi. Nadat we de zon achter de baobab bomen hebben zien zakken genieten we van een braai en kampvuur bij ons tentje. Heerlijk dat kamperen.Read more