Zuidereiland

Nieuw Zeeland of Aotearoa ( Het land van de lange witte wolk ), zoals de Maori’s het noemen, is adembenemend mooi.
Het is het land van de Maori’s.
Volgens antropologen zijn de eerste Polynesische voorvaderen van de Maori’s in de 9e eeuw in grote kano’s over de Grote Oceaan naar deze eilanden gevaren.
NZ wordt pas 1200 jaar bewoond.
Om kennis te maken met al de verschillende spectaculaire landschappen hoef je geen grote afstanden af te leggen.
Een besneeuwde berg kan vlak bij een kale vulkanische woestenij liggen.
Een ongerept strand op een paar km van een drukke stad.
NZ bestaat uit twee grote eilanden plus het kleinere Stewart Island.
Het Noordereiland is het dichtstbevolkt.
Het Zuidereiland is ruig en spectaculair.
Het strekt zich over een lengte van ruim 1500 km uit van de subtropische Noordkaap in het noorden tot de sub-Antarctische wildernis van Stewart Island in het zuiden.
Eenderde van het land valt onder natuurbescherming.
De hoogste berg van het Noordereiland is Mount Ruapehu, 2796 meter hoog.
In Rotorua vind je heet water spuwende geisers, kokende modderpoelen en op het hele eiland komen natuurlijke warm water bronnen voor.
Lake Taupo is ooit tijdens een enorme vulkaan uitbarsting ontstaan en vormt het hart van het Noordereiland.
Op het Zuidereiland gaan de oostelijk gelegen Canterbury Plains over in de Zuidelijke Alpen, die zich in het westen uitstrekken.
Wanneer luchtstromen door de Zuidelijke Alpen omhoog worden gestuwd lozen ze hun vocht, wat aan de westkust enorme hoeveelheden neerslag veroorzaakt.
Er valt soms per jaar meer dan 5000 mm.
Aan de andere kant van de Alpen bedraagt de jaarlijkse neerslag slechts 300 mm.
Het opvallendste aan de inheemse fauna is het ontbreken van grote viervoetige landdieren.
Ook slangen komen er niet voor.Weiterlesen