Sa Pa

October - November 2023
A 7-day adventure by Lou Read more
  • 7footprints
  • 1countries
  • 7days
  • 88photos
  • 5videos
  • 2.6kkilometers
  • 1.1kkilometers
  • 822kilometers
  • 586kilometers
  • Day 1

    Koeienvlaai

    October 29, 2023 in Vietnam ⋅ 🌫 15 °C

    Na een nieuwe koffer te hebben gekocht om degene te vervangen die in een hoogstandje van internationale samenwerking door het grondpersoneel op Schiphol, Charles de Gaulle, en Tan Son Nhat is gesloopt, is het tijd om te pakken. 2 maanden en een week zijn we in Ho Chi Minh City, aka Saigon, verbleven. Ondertussen zijn we toch best van ons plekje daar gaan houden, met de altijd glimlachende deurman, Mr. Lai. We hebben echter ook zin in een nieuw avontuur. De komende week staat Sa Pa op het programma. Een stadje hoog in de bergen, helemaal in het noordwesten van het land.

    Na een avondvluchtje, een paar uur wachten op het vliegveld van Hanoi, wederom een nachtelijke busreis in een te korte bedstee en een aankomst om half zes in de ochtend regelt iemand van het busbedrijf een taxi voor ons; Grab is in deze uithoek nog niet doorgedrongen, hoe toeristisch die ook mag zijn. Als we iets na zessen bij de "Sapa Jungle Homestay" aankomen verteld een slaperige receptionist ons dat we pas in de middag kunnen inchecken. We kunnen wel al onze koffers achterlaten en even bijkomen in de receptie. Karin heeft een beetje last van haar buik en de receptionist brengt heel attent een kop warme gemberthee. Na nog even genoten te hebben van de rondspelende kittens. Kunnen we daar ook nog een ontbijt meeëten, waar we toevallig twee Nederlanders tegenkomen die later die ochtend zullen vertrekken.

    Na het ontbijt is het tijd om een scooter te huren. In het stadje is niet zo veel te zien, maar de bergen rondom zijn natuurlijk spectaculair om doorheen te sjezen op twee wielen. Ze hebben helaas geen handbak, maar wel een semi-automaat. Volautomatisch gaat natuurlijk nooit werken op steile bergpaadjes. We besluiten meteen maar een rondrit door de Mường Hoa vallei te maken, bekend om de rijstterrassen en inheemse Hmong en Dzao dorpen. Dat zijn etnische minderheden in China en Zuidoost-Azië, die natuurlijk weer een taal uit een compleet geïsoleerde familie spreken (zoals Baskisch, bijvoorbeeld). Er worden veel looptours langs een aantal van die dorpjes georganiseerd, maar ik had al gezien welke route ze ongeveer namen, dus misschien kan dat ook wel op de brommer. Aangekomen bij de afslag van de hoofdweg (die inmiddels ook in een ruw grindpad is veranderd), zie ik dat er best wat locals op de brommer het wat stijlere en smallere pad waar de looptours ook over gaan betreden. Dat moet mij dan ook wel lukken...

    Niet dus.

    Het begint aardig, de grip is goed, af en toe zitten er wat gaten in de weg, maar daar kun je prima omheen. De koeien, waterbuffels en groepjes looptoeristen zijn eveneens eenvoudig te ontwijken en ook de hobbels zijn goed te navigeren. Het gaat pas een beetje mis als een tegemoetkomende auto mij niet genoeg ruimte geeft en ik naast de weg glij. Gelukkig een zachte landing, en meteen weer door. Na wat gezigzag en een steile afdaling komen we aan bij een prachtige stalen hangbrug. Even stoppen voor wat foto's van de brug en het uitzicht daarvanaf en dan staan we voor een keuze: de brug over en weer een stukje omhoog of een steile, glad-uitziende helling naar beneden.

    Dat er een stuk meer verkeer voor de eerste optie gaat is voor ons ook de doorslag. Meteen bij de eerste helling al trekt de brommer het niet (misschien toch in de 1 moeten beginnen), we stappen af en ik loop met de brommer, die zijn eigen gewicht trekt, naar boven. Karin volgt. Boven aangekomen zien we een nog langere en mogelijk zelfs steilere helling ons tegemoet komen. Mooi niet, we gaan wel lekker terug. De afdaling loopt Karin omdat ik niet het vertrouwen heb genoeg te kunnen remmen met twee. Bij de brug weer opstappen, aanloop maken en bij de overkant naar boven. Ik merk al snel dat de brommer niet wil in de 2, zelfs met aanloop. Terugschakelen blijkt een uitdaging met deze semi-automaat, waardoor ik furieus met mijn hak op de pook stamp voordat we tot stilstand komen en omkieperen op een steile helling. Het lukt! Helaas vergat ik in mijn focus op de versnelling een beetje gas terug te nemen. Wheelie. Boem. Plats. In de koeienvlaai. Ja, echt, het zou zo in een slapstick uit jaren 50 Hollywood kunnen zitten.

    Na ons schoongeveegd te hebben met wat bladeren gaan we een beetje geschrokken, maar grotendeels ongedeerd weer verder. Terug op de hoofdweg volgen we die verder door het dal. Echt een makkie vergeleken met wat we net hebben gehad. Zelfs het asfalt komt na een paar 100 meter terug (al blijft het om de zoveel tijd weer even een grindweg worden, gewoon zomaar). Af en toe vallen er al glimpsen van de prachtige vallei onder ons door de mist heen te ontwaren. Uiteindelijk komen we bij een pittoresk bergstroompje dat zich met enig drama over de rotsen stort. Mooie plek voor een korte pauze en een lokale snack: kastanjecreme in bladerdeeg, yummie. We besluiten nog een beetje de rotsen op te klauteren, maar ook dat blijkt niet zonder gevaar. Ik krijg een rietstengel in mijn smoel en Karin glijdt uit wanneer ze over het stroompje springt. Ik kan nog net haar hoofd pakken om te voorkomen dat ze van de rotsen afdondert, maar ze heeft wel haar enkel bezeerd.

    De rest van de route verloopt met weinig spektakel, maar wel met eindelijk wat spectaculaire uitzichten; we zijn inmiddels onder de wolken uitgekomen. In Lào Cai maken we nog een kleine omweg om even de grens met China te bekijken (verassend indrukwekkend eigenlijk, bijna alsof ze iets te bewijzen hebben), waarna we over een mooie bergweg terug naar het op 1.500 meter hooggelegen Sa Pa rijden. Als we maar genoeg benzine hebben...
    Read more

  • Day 2

    Fansipan

    October 30, 2023 in Vietnam

    Na een gezellige avond in restaurant Yummy waarin Maxim en ik Karin en Lisa hebben geleerd te Rikken besluiten we maar eens goed uit te slapen. Dat was ook wel nodig na een nacht in de bus. We zitten in een knus bungalowtje dat lekker omringd is door de natuur, maar toch nog vlakbij het stadje is. Ik heb zin in iets broodachtigs en wil een fijnere brommer, dus we gaan op zoek naar een andere brommerverhuur en de bakker in een heus doolhof aan steegjes waar Google maps van weinig nut is. We vinden maar één van de drie verhuren die daar in dat doolhof zou moeten zitten en die heeft ook geen handbak. Bij de koffietent weten ze echter contact te leggen met een andere verhuur die er wel een heeft. Daar kan ik morgenochtend wel even langsgaan.

    Om half twee ontmoeten we Maxim en Lisa weer bij "Sapa Station" in het luxe Hotel de la Coupule, het vertrekpunt van de eerste funiculair (een trein met een kabel, zodat die steile hellingen op kan) die ons naar het vertrekpunt van de echte kabelbaan brengt. Geinig ritje met al best wel gave uitzichten, maar niks vergeleken met wat ons te wachten staat, blijkt later. We worden bij het kabelbaanstation flink omgeleid door de wegwijsbordjes die zelf de weg wijs zijn. Daarbij komen we wederom door zo'n vreemd Instagram-parkje waar ze in Vietnam zo dol op zijn. Allemaal onderdeel van "Sun world Fansipan legend" zoals het funiculair-parkje-kabelbaan-tempel-nogeenfuniculair-bergtop complex heet, allemaal betaald door vastgoedontwikkelaar Sun Group.

    Bij de ingang van het station hebben we een mooi uitzicht op waar de kabelbaan heen gaat: de wolken. Met de zon die hier en daar doorbreekt en de kabels die tussen de bergen in de wolken verdwijnen is het net alsof we op het punt staan naar de hemel op te rijzen. We hebben de kar bijna voor onszelf, we hoeven deze alleen te delen met een Franse familie met kauwgomkauwende koters die constant zitten te kibbelen. Enfin, we worden om de zoveel tijd weer verrast met een spectaculair nieuw uitzicht, beginnend bij een weidse blik op het dal, en dan steeds stijlere en misterieuzere valleien die kronkelend de berg op klimmen. De magische sfeer wordt versterkt door de vlagen wolken die hier en daar rondhangen en waar we op een gegeven moment zelf ook in verdwijnen.

    Boven aangekomen na onze rit in de langste en hoogste driekabelige-kabelbaan ter wereld, hebben we de keus nog een funiculairtje te nemen, maar die is vrij prijzig en als we de trap kiezen, komen we ook nog langs een 8 meter hoge Boeddha en een volledig Boeddhistisch klooster dat door Sun Group, geheel volgens de 14e eeuwse stijl van de Trần dynastie, bovenop de berg is gebouwd. Het voelt een beetje absurd, zeker gecombineerd met de rustige instrumentale muziek die overal op verborgen speakers wordt afgespeeld en af en toe wordt onderbroken door aankondigingen over hoe fantastisch de prestaties van Sun Group wel niet zijn, maar het ziet er alsnog mooi uit en de uitzichten worden werkelijk om iedere hoek nóg fantastischer dan daarvoor.

    Een paar honderd traptreden beklimmen op drieduizend meter hoogte, brengt je gauw buiten adem. Karin klaagt niet, ondanks haar bloedarmoede en Maxim compenseert daarvoor door op humoristische wijze te mopperen dat hij zowat dood neervalt en hij toch niet voor niks is gestopt met roken. Desondanks redden we het alle vier tot de top op 3.147 meter (4 meter hoger dan honderd jaar geleden, maar ze zijn vergeten de bordjes aan te passen). Het is de hoogste berg van het Zuidoost-Aziatische schiereiland (Laos, Viëtnam en Cambodia) en heeft daarmee de nickname "The Roof of Indochina" verdient. Het voelt eerder alsof het boven het dak van de wereld uitsteekt, neerkijkend op het wolkendek met daartussendoor af en toe glimpsen van bergen en valleien in de diepte.

    Met stomheid geslagen door de uitzichten die we net hebben mogen aanschouwen dalen we weer af. We gaan door naar een luxe (maar nog steeds spotgoedkoop naar Nederlandse standaarden) restaurant waar ik Maxim en Lisa op een verkaardagsdiner trakteer. We krijgen hier ook de mogelijkheid om de beroemde zwarte Hmong kip te proeven die volgens de Vietnamese Wikipedia "de lekkerste smaak onder de hedendaagse kippenrassen in Vietnam" heeft. Zelfs het vlees en de botten van deze kip zijn grijs en omhult met zwarte vliezen. Het smaakt inderdaad goed. We maken de avond af met wederom een potje Rikken bij Yummy, waarna Karin en ik afscheid nemen van Maxim en Lisa. Zij gaan de volgende dag terug naar Hanoi en later deze week gaat Lisa door naar Australië en Maxim naar Nederland. Ik zou bijna jaloers op haar worden, maar dam herinner ik me dat ik over twee weken in Japan zit.
    Read more

  • Day 3

    De poort naar de hemel

    October 31, 2023 in Vietnam

    's Ochtends worden we op tijd wakker om van het ontbijt bij de homestay te genieten, zelfs nog voor Karin's meeting om 8 uur. Helaas zijn onze hosts vandaag net een beetje laat en moet Karin haar portie gebakken eieren, worstjes en witte toast met pindakaas tot daarna bewaren. Ook in Japan schijnen stand-up meetings wel eens uit te lopen. Ruim tweeëneenhalf uur later zijn ze pas uitgekletst.

    In de tussentijd ben ik naar de brommerverhuur gegaan die zogezegd echte handbakken had en inderdaad, hij heeft maar liefst twee Yamaha Exciters, 150 cc, 1 cylinder, 5 versnellingen en, godzijdank, een bedienbare koppeling. De een is wat prijziger dan de ander omdat die nieuwer is, maar ik zie dat bij senior het motorwaarschuwingslampje al brandt. Toch maar wat extra betalen, ik ga de rest van de week een langere solo-tour door de bergen van Hà Giang doen en dan wil ik niet met panne langs de weg komen te staan.

    Zodra Karin haar ontbijt op heeft en we twee flesjes water en twee bananen die we later vergeten op te eten hebben ingepakt, gaan we op pad. We rijden vanuit Sa Pa in een kronkelweg naar boven over een van de uitlopers van Fansipan. De pas heet Heaven's Gate en wat mij betreft heeft ie die naam goed verdient. Zodra we boven zijn aangekomen nemen we even pauze voor het fantastische uitzicht en een fotoshoot met de toch iets sexyere nieuwe brommer. Hij rijdt een stuk fijner, veel meer als een echte motor en we hadden geen beter moment uit kunnen kiezen om te wisselen. Wát een weg hebben de Vietnamezen daar gebouwd zeg. Daar kunnen ze in de Alpen nog een puntje aan zuigen. Glad asfalt, zwiepende bochten, adembenemende uitzichten en geen hond op de weg (ook geen koeien of waterbuffels deze keer). Ik ben helemaal in mijn sas en ook Karin vermaakt zich achterop kostelijk.

    Onder in het dal aangekomen nemen we pauze voor een koffie, waar de koffiejuffrouw uitgebreid de tijd voor neemt. Volgens mij doet iedereen dat in dit slaperige verzamelinkje huizen langs de weg wat denk ik voor een dorp door moet gaan. We vervolgen de weg met de intentie een grote cirkel om Sa Pa heen te maken, maar een eindeloze reeks wegwerkzaamheden goeit roet in het eten, we waren ook al wat laat vertrokken. Bij wegwerkzaamheden in Vietnam gooien ze om de een of andere reden een hele berg zand en grind over het bestaande wegdek, waardoor je flink moet vertragen. Ze zijn wel écht overal aan het werk. Niet zoals in Duitsland, waar ze 10km snelweg afzetten en je misschien ergens één sjofel daadwerkelijk in bediening ziet. Na een uur of anderhalf nemen we op een driepunt met uitzicht op een (actieve) graafmachine pauze voor gebakken rijst, die door een man met indrukwekkende wok-skills wordt bereid. Hier komen we erachter dat het rondje maken niet meer gaat lukken, dus keren we via dezelfde weg terug. Net op tijd voor een prachtige zonsondergang bovenaan de Heaven's Gate.
    Read more

  • Day 4–5

    Feest in Quản Bạ

    November 1, 2023 in Vietnam ⋅ ⛅ 23 °C

    Ik ga alleen op pad. Karin moet deze week gewoon werken, maar ik heb een weekje vakantie opgenomen om in volle teugen van het landschap in Noord-Vietnam te genieten. De meest populaire route daar is de Hà Giang loop, door de meest noordelijke provincie en over de Đồng Văn karst, een wonderbaarlijke geologische formatie. Meestal wordt de loop achterop de brommer van een guide in drie dagen gedaan, maar ik heb drie dagen om naar Hà Giang, door de loop, en terug naar Sa Pa te rijden. Zonder guide natuurlijk, want ik wil lekker zelf en zo hard als mij dunkt rijden.

    Probleem is dat het al bijna een volle dag naar Hà Giang rijden is en die loop écht niet in maar één dag kan. Op de kaart stippel ik een afsnijweg uit, die helaas niet over de meest spectaculaire bergpas gaat, maar nog zat schoons met zich mee moet brengen en in één dag te rijden is (als je niet bij alle touristenpuntjes stopt, maar daarvoor kom ik ook niet).

    Na het ontbijt en een kopje koffie in het café dat Karin heeft uitgekozen om die dag te gaan werken, kus ik haar vaarwel en ga met goede moed op pad. Het gaat bijna meteen bijna mis. Mijn brommer's enige minpuntje is dat de achterrem een stuk gevoeliger is dan de voorrem, precies niet wat je wilt op een motor, waar 70% van de grip tijdens het remmen op het voorwiel zit. In een haarspeldbocht op de weg uit Sa Pa ligt wat zand en heeft iemand de tuinslang op de weg gezet, perfecte boobytrap. Ik moet een beetje remmen en floep! Daar gaat mijn achterwiel, ff driften en ik rij weer door (met mijn hartslag iets verhoogd). Voortaan iets voorzichtiger bochten met troep op de weg benaderen.

    De rest van de route verloopt vrij soepel, ik neem de weg door een smal dal parallel aan dat van de Rode Rivier. Een rustige weg met rustgevende uitzichten. Wat Phở voor lunch in een klein stadje en door. Ik moet een bergketen oversteken en wederom is er een fantastische bergpas die mij dat toestaat. Ik begin nu echt in de flow te komen en ga om mijzelf te amuseren een beetje doen alsof ik in de MotoGP zit en in iedere bocht naast mijn zadel hangen om de motor rechter door de bochten te slepen (geen zorgen mama, ik rij niet zo hard als in de MotoGP).

    Als ik door een stadje vlakbij Hà Giang rij stapt er opeens een Pikachu de weg op die gebaart dat ik moet stoppen. Pikachu, moet ik misschien uitleggen, is een naam die men aan de verkeerspolitie geeft vanwege hun gele uniform. Het gaat hier helaas dus om iets veel angstaanjagenders dan een bliksemschietende muis. Ze hebben me erop betrapt dat ik met 60 de bebouwde kom binnenreed, kutzooi. Niks aan te doen, boete betaald en met iets minder goede zin doorgereden. De boete heeft zijn werk wel gedaan, want sindsdien zitten mijn ogen in de bebouwde kom steevast aan mijn kilometerteller gekluisterd (vooruit, ik kijk af en toe ook nog wel eens voor me).

    Als ik een halfuurtje later Hà Giang binnenrijdt kijk ik op de klok en op de kaart. Met een beetje geluk kan ik nog wel voor het donker in Quản Bạ zijn en dan hoef ik me morgen minder te haasten. En geluk heb ik. Op de weg omhoog naar de bergpas wordt ik al verrukt met de eerste aanzichten van de unieke puntbergen van de Đồng Văn karst (foto 5 en 6). Na een stukje rijden kom ik opeens een file tegen (foto 7), voordeel aan een tweewieler is dat je snel daarvoorbij bent, maar dan zie ik dat de weg is afgezet. Er staat een man met een walkie-talkie bij en niemand maakt aanstalten om om te keren, dus het zal zo wel open gaan. Inderdaad, 10 minuten later komt het signaal, gaat het touw weg en komt de kolonne in beweging, ik zorg dat ik snel bij de kopgroep zit om de drukte te vermijden. Gauw wordt duidelijk wat het oponthoud was, er was een serie aardverschuivingen geweest die de weg hadden bedekt, ik hoor later van een stel Fransozen dat het bijna de hele dag heeft gekost om de boel op te ruimen. En dan kom ik 10 minuten voor tijd vrolijk voorbij vliegen. Nice.

    Bij de bijna verlaten homestay aangekomen na een paar foto's van een zonsondergang die toch echt op aarde was wordt ik hartelijk welkom geheten door de gastvrouw, die etnisch Rode Dzao is. Ze vraagt of ik daar wil eten, al is dat dan wel met haar familie, want een bedrijf uit Hanoi heeft alle gewone tafels afgehuurd voor hun bedrijfsuitje. Ik neem haar aanbod van harte aan, want ik ben bekaf van 8 uur in het zadel. Het eten is verrukkelijk. Haar man verteld mij dat zijn vrouw de hele homestay heeft opgezet en runt terwijl hij op het land werkt. Zijn vrouw en haar zus stoken daarnaast van zijn maïs "Happy Water" waarvan hij mij continu glaasjes bijschenkt en waarbij bij ieder glaasje wordt geproost. Dat proosten gebeurt af en toe synchroon met het zeer luidruchtige proosten van de groep uit Hanoi buiten: "Hai, ba, dô! Hai, ba, dô! Hai, ba, uống!" (Twee, drie, proost! Twee, drie, proost! Twee, drie, drinken!)

    Na een tijdje komt de baas uit Hanoi (die zelf Chinees is) bij ons zitten. Hij drinkt een glaasje met ons en na een kort lesje in de Engelse uitspraak van "happy water" nodigt hij mij uit om buiten aan het feest deel te nemen. Mijn Vietnamese collega, Phong, had me al gewaarschuwd dat mij zoiets zou overkomen; het is schijnbaar erg hip om een Westerling op je feest te hebben. Ik was toch niet voorbereid. Iedereen wilt een shotje happy water (of vier) met mij doen en nee zeggen is geen optie. Dit gaat hard zo. Ook moet ik al het eten proberen, al heb ik me net al tegoed gedaan aan de maaltijd met de familie. De zwarte kip is van de partij en daarvan sla ik een stukje niet af. Ik moet verder nog even een speech doen die naderhand naar het Vietnamees wordt vertaald door de enige werknemer die een beetje goed Engels spreekt en dat wordt natuurlijk weer opgevolgd met wederom een groepstoast (zie filmpje).

    De gastvrouw gaat even wat maïskolven van de boerderij van haar man halen om te roosteren in een vuurtje (laatste foto), de karaoke set komt naar buiten en ik moet met heel wat mensen op de foto. Ik begin me zo langzamerhand een beetje zorgen te maken met het vooruitzicht van een hele dag op de motor zitten met een helm op en een knallende kater, als ik de avond überhaupt zou overleven.

    Shotjes doen. Halve liter water drinken. Meer shotjes doen. Biertje erbij?

    Onder een afdakje tovert een van de werknemers opeens een bong tevoorschijn en begint iets te roken, hij zei dat het zoiets als "American grass" was (al rook het daar niet naar) en ik grapte terug wat hij al dan niet van Dutch grass vondt. Praktisch hetzelfde, zei hij. Jammer.

    Uiteindelijk hield om 11 uur het feestje al op en ik kon zelfs nog de trap op klimmen naar mijn slaapzaal (die helemaal voor mij alleen was). Ik was een beetje teleurgesteld dat ze zo hun best deden om mij gezamenlijk dronken te voeren en ik uiteindelijk alsnog de last man standing was (zal er ook mee te maken hebben dat ze hier meestal al rond zes uur opstaan), maar ik heb uiteindelijk niks anders dan volop genoten van het feest.

    Dô.
    Read more

  • Day 5

    Pieken en dalen

    November 2, 2023 in Vietnam ⋅ ⛅ 19 °C

    Hoofdpijn.

    Hoe zou dat nou komen?

    Ik blijf nog een uurtje liggen terwijl de lui uit Hanoi om 7 uur al luidruchtig ontbijten en weer in de bus stappen. Als het dan tijd is voor mijn eigen ontbijt gaat het eigenlijk al weer verassend goed. Een paar pannekoeken met banaan en honing en een bakkie pleur d'r in en ik ben helemaal klaar om te gaan.

    Het is behoorlijk heiig en ik ben bang dat mijn uitzichten van de avond tevoren niet geëvenaard zullen worden. Vergeefse vrees, want de komende tweeëneenhalf uur slaak ik om de haverklap kreten van verwondering over de onaardse schoonheid van het landschap. De heiigheid geeft juist een extra, spookachtige allure aan de vervremende bergvormen. Meer woorden ga ik niet aan het landschap besteden, want die doen het geen eer aan (de foto's helaas ook niet, maar je krijgt misschien toch een beter idee).

    Ik kom af en toe al een tourgroep tegen met blanke lui achterop de brommer bij een local en een paar avonturiers die in het midden van de groep zelf rijden. Als ze dezelfde kant op gaan sjees ik ze lekker voorbij met mijn veel snellere en lichter beladen brommer. Google wil mij op een omweg over een minder steile weg sturen, maar als ik ook vrachtwagens en bussen van de steilere weg af zie komen, durf ik het wel aan. Blij mee, want het is een hoge weg met spectaculaire uitzichten en heerlijke bochten. Na een tijdje kom ik bij een café op de bergwand waar zo te zien wel tien tourgroepen en een schoolklas tegelijk voor koffie zijn gestopt (filmpje). Zelfs de kinderen van een jaar of 7 zitten aan de koffie hier, hoor ik een van de vele Nederlanders opmerken.

    Na nog wat afslagen kom ik op een rustige weg. Al een tijdje geen tourgroepen meer gezien, terwijl dit toch een logische stap in de loop lijkt te zijn. Hmm. De vorige weg had al wat gaten erin, maar dit wordt wel steeds erger. Af en toe missen er hele stukken wegdek en moet ik over de ruwe stenen manoevreren met mijn sportbrommertje. Er komt mij nog wel een enkele solo-tourist tegemoet die er vrij afgepeigerd uitziet, ik vraag me af waarom. De gaten in de weg worden frequenter en erger. Hopelijk krijg ik geen lekke band of gebroken vering. Als ik bijna bij de top van de pas ben zie ik een bord waarop staat dat ze de weg renoveren en in 2025 klaar hopen te zijn. Beter laat dan nooit.

    Op de top neem ik een slok water op een uitkijkpunt. De renovaties zijn hier gestart, al is er op dit moment weinig activiteit. De afdaling begint en ik bevindt me in iets wat meer weg heeft van een steengroeve dan een weg. Soms kom je nog wat flarden oud, met kuilen en gaten doorregen, wegdek tegen en dat zijn de beste momenten. De rest is niet anders te noemen dan off-road. Het losse zand en grind is nog goed te harden, gewoon niet te hard remmen of gas geven. De stenen zijn erger. Knal, boem, bonk, knertsj. Af en toen heb je ook nog wat bonus-modder of een waterplas waar je blind doorheen moet. Oh ja, het meeste is ook nog langs steile afgronden, zonder hek. Twee uur lang gaat het zo door. Opperste concentratie. Geen tijd meer om naar het landschap te kijken, want ik moet iedere kiezel voor mijn neus analyseren of ik daar wel of niet overheen kan. Wonder boven wonder overleven mijn brommer en ik het allebei zonder schade en zonder ook maar één keer plat te gaan.

    Uiteindelijk moet ik stoppen voor, je raad het al, een aardverschuiving. Deze keer lijkt het echter met opzet verschoven te zijn. Bovenaan de zandhoop is men bezig met graafmachines. Een Frans stel die mij eerder op hun volbloed off-road motor (jaloers) hebben ingehaald vertellen me dat ze over een paar minuten de "weg" weer openen. Net genoeg tijd om een slok water te nemen en een foto van mijn onverschrokken, met stof bedekte, staelen peerd te maken. Even om de zandhoop heen en dan: asfalt. Hallelujah!

    Hobbelig asfalt, dat wel, maar vergeleken met de beproeving van net is het Nirvana. Ik beloof nooit meer grappen over Belgische wegen te maken. Op het asfalt haal ik de Fransozen snel weer in en race naar het dorp in het dal aan de hoofdweg. Ik heb ondertussen stevige trek gekregen en verorber een goed bord gebakken rijst. Daarna is het nog geen uur heuvelafwaarts terug naar Hà Giang. Ik kan zelfs een flink stuk van de route terug naar Sa Pa rijden voordat de zon ondergaat. Heeft Google maps de gemiddelde snelheid op off-road roads toch best goed ingeschat.
    Read more

  • Day 6

    Een vlotte terugrit

    November 3, 2023 in Vietnam ⋅ ☁️ 23 °C

    Spierpijn.

    Hoe zou dat nou komen?

    Heeft vast niks te maken met het feit dat ik gisteren een paar uur over stapels stenen heb gestuiterd. Het bed van mijn "hotel" (zeven nog verassend netjes afgewerkte kamers onder een afdak) zal ook niet geholpen hebben. In Sa Pa sliepen Karin en ik op een matras dat je lichtjes uitgedrukt "stevig" zou kunnen noemen, maar dit geval lijkt meer op een stuk triplex met een laken erover en kostte waarschijnlijk nog minder. Fantastisch.

    Ik pak snel mijn biezen en stop langs de hoofdweg voor een bánh mì-tosti (niet eerder gezien, wel lekker) en een kijkje op de kaart. Omdat ik al dichterbij Sa Pa ben is er wel tijd voor een omweg door de bergen, dunkt me. Hiervoor moet ik bij Yên Bình afslaan. Op de brommert, half uurtje rijden, tank volgooien, bakkie pleur en de bergweg in. Na 20 meter zie ik echter al een schrikwekkend herkenbaar bord waarop iets wordt uigelegd over wegwerkzaamheden.

    Hmmmmm...

    Als ik de bocht om rij staat één groot modderbad mij op te wachten. Dat gaan we dus mooi niet nog eens doen. Wat eerder terug zijn bij Karin is natuurlijk ook helemaal niet erg, dus: Rechtsomkeert en gas erop.

    Het is rustig nu, omdat de hoofdweg naar Hanoi eerder afboog en dit slechts een verbinding is tussen twee lichtbevolkte provincies. Goede vaart. Ondanks de mist blijft het landschap nog steeds betoveren. Ik besluit deze keer de Rode Rivier te volgen en daar gaat het helemaal lekker, geen vierwieler te zien. Zo kom ik uiteindelijk voor twee uur al in Sa Pa, waar ik Karin weerzie in het vegan restaurant waar ze die ochtend heeft zitten werken. Na de lunch studeer ik wat Japans en werkt Karin verder. Als ik mij uiteindelijk wat begin te vervelen, breng ik de brommer terug naar de verhuur (geen woord over de laag stof en modder waarmee de eerder spik-en-spanne Yamaha bedekt is) en ga ik op Karins aanraden naar de spa voor een full-body massage. Dat is nog eens thuiskomen.

    's Avonds eten we mee met de familie die de homestay runt en ze hebben voortreffelijk gekookt. Vooral de typisch noordelijke gefrituurde loempiaatjes (heel anders dan je in Nederland ziet) zijn niet vanaf te blijven. We worden ook vergezeld door een Koreaans stel van middelbare leeftijd. De man spreekt belabberd Engels, maar laat zich daardoor niet tegenhouden. Erg vermakelijk. We sluiten af met een kopje bloementhee en slapende kittens op ons schoot. Welterusten.
    Read more

  • Day 7–13

    Hẹn gặp lại, Việt Nam!

    November 4, 2023 in Vietnam ⋅ ⛅ 29 °C

    Tijd om te vertrekken uit Sa Pa en over een klein weekje uit Vietnam, eerst nog Hanoi. We worden 's ochtends begroet door een stralend zonnetje om ons uit te zwaaien, maar het is nog niet meteen tijd om te gaan. We hebben namelijk wederom de nachtbus. Niet veel te vertellen, een dagje rondhangen in cafeetjes en restaurants. Karin volgt overdag een seminar online, ik studeer Japans, lees en blog wat. 's Avonds kijken we samen een Netflix show over cocktailmixers die het tegen elkaar opnemen in typisch overgedramatiseerde Amerikaanse stijl. Erg vermakelijk.

    Ik heb aan Lisa gevraagd of ze mij door wilt geven wat er in haar reispillen zit en dat hebben ze hier in de apotheek ook: 1 euro voor een pakje en door. Ik heb geen last van wagenziekte, maar misschien kan ik hiermee eindelijk wel slapen in een over de Vietnamese "snelweg" rondstuiterende bus. Het antwoord is ja, al blijkt het een stuk lastiger om vervolgens wakker te blijven. We kunnen gelukkig onze bagage in de lobby van het gloednieuwe appartementencomplex waar we de komende 5 dagen verblijven achterlaten. Geen reviews nog op Booking.com, maar het zag er op de foto's spik-en-span uit en de prijs was goed. Later bleken onze verwachtingen nog overtroffen te worden ook (zie filmpje), dikke 9 waard voor hun eerste review.

    Maar, voordat we in kunnen checken (en douchen en slapen vooral) hebben we nog zat tijd om een bezoekje aan het Vietnamees Etnografisch Museum (foto's 4 t/m 7) te plegen. Die hadden we vorige keer dat we in Hanoi waren helaas moeten laten schieten. Tijd om dat goed te maken. Er is veel interessants te zien en lezen over de honderden (ja, honderden) etnische groepen in het land die samen niet drie of vier verschillende talen spreken, maar talen uit drie of vier totaal ongerelateerde taalfamilies. Best divers land toch. De vermoeidheid van de reis wordt echter niet minder tussen het onophoudelijk geschreeuw van kinderen en de tweeëndertig graden hitte in. Ik zweer toch gehoord te hebben dat ze in Hanoi herfst hadden...

    De komende dagen verlopen zonder veel tumult, allebei werken. Wel gaan we nog een avondje naar de geinige waterpoppenshow in Hanoi (tweede filmpje) en Karin doet een fotoshoot in een Áo Dài (foto 9). 's Avonds en tussen de middag eten we een paar keer bij een van de tentjes in onze straat. Het blijkt een typisch Hanoiaanse hyper-gespecialiseerde straat te zijn. Hier hebben ze overal Phở Cuốn (foto 10), maar je hebt ook straten waar ze alleen maar electromotoren, weegschalen, rugtassen, of brommeruitlaten verkopen, om er maar een paar te noemen. Hier is men wel buitengewoon pushy, bij de tent tegenover onze vaste stek worden mensen met brommer en al binnengesleept en trekken ze de deur van een voorbijgaande auto open om te schreeuwen dat ze wel daar moeten stoppen voor een lekker happie. Relaxed eten zo.

    Zijspoor over noedels:
    Als je een willekeurige Vietnamees van de brommer plukt en vraagt waarvoor je naar Vietnam zou moeten komen krijg je als antwoord: het eten. Meestal is dat een combinatie van noedels, bouillon, wat vlees of vis en groene kruiden (Thaise basilicum, munt, shiso etc.) die apart worden geserveerd en die je zelf door je soep roert. De noedels zijn meestal bún (ronde rijstvermicelli), phở (brede, platte rijstnoedels), of mì (tarwenoedels van het instant-type). Vaak impliceert de noedel, eventueel in combinatie met het vlees, de bouillon die erbij hoort. Phở wordt meestal met een lichte, kruidige bouillon met o.a. kardemom, anijs, nootmuskaat en kruidnagel gegeten en is vooral populair als ontbijt. Het precieze recept verschilt per familie en dus ook per eettentje. Omdat het eigenlijk alleen een type noedel beschrijft heb je dus ook dingen als Phở Cuốn: een beetje gehakt en groen opgerold in een soort lasagneblad van phở. Bún bò (rund) wordt meestal van het type uit Huế geserveerd met een hartige bouillon. Mì komt vaak met wat Chinees geïnspireerde smaken zoals xá xíu (char siu) of hoành thánh (wantan) en wordt ook vaak geroerbakt met vissaus en groenten (zonder soep dit keer).

    De laatste dag in Hà Nội (en Việt Nam for that matter) dumpen we onze koffers weer in de lobby en gaan we de stad in. Onze vlucht vertrekt pas om twee uur 's nachts. Terwijl Karin in een cafeetje nog wat werk verricht ga ik naar het museum van schone kunst (foto's 11 t/m 13). Ze hebben hier alles op chronologische volgorde gesorteerd, van het stenen tijdperk tot hedendaags. Ik ben erg fan van de schilderijen van halverwege de 20e eeuw, waarvan er veel zijn geïnspireerd door de achtereenvolgende Tweede Wereldoorlog, de onafhankelijkheidsoorlog tegen Frankrijk en natuurlijk de oorlog tegen de Amerikaanse agressors, zoals ze hier bekend staan.

    Na het museumbezoek heeft Karin plannen: Bún chả voor lunch, phở (deze keer wel gewoon soep) voor avondeten en chè (toetje met kokosmelk, zoete, rode bonen en tapioca) voor haar en bánh mì voor mij als snack. We kunnen Vietnam niet verlaten zonder nog één keer onze favoriete specialiteiten te nuttigen. Vooral bún chả (foto 14), een typisch Hanoiaanse specialiteit (al hebben ze het overal) met gebarbecued varkensvlees en een zoetige bouillon. Bijzonder aan dit gerecht is dat de noedels (bún dus) los worden geserveerd en je die net zoals het bladgroen zelf beetje voor beetje door je soep roert, dan worden ze niet te slap. Het tentje dat ik heb uitgezocht zit goed weggestopt. Voor de deur licht zoals altijd het vlees op de barbecue, maar het eethok is weggestopt in een doolhof van donkere gangetjes waarin we de weg worden gewezen door de verschillende medewerkers die in die gangetjes de afwas staan te doen.

    De rest van de middag hebben we door het Old Quarter gedoold, af en toe neerstrijkend voor een Bia Hơi (bier voor 50 cent per glas). We wilden nog een drankje doen in de befaamde Train Street, maar werden gewijgerd door bewakers bij de ingangen. Misschien laten ze toeristen alleen in het weekend toe. Wel heb ik ook hier weer een schilderij als souvenir gekocht. Uiteindelijk zijn we ruim op tijd koffers op gaan halen en naar het vliegveld gegaan. Dat was goed ook, want er stond een flinke rij voor de bagage. Ze hebben ook nog even mijn handbagage gewogen en met een verveelde blik en de mededeling dat ik er na de security maar wat uit moest halen om onder het maximum te komen mochten we door. Bij het boarden kreeg ik bijna een hartverzakking toen opeens mijn koffertje weer gewogen werdt, maar ondanks dat de weegschaal ruim drie kilo teveel aangaf mocht ik door. Opzienbarend was de grote groep die panisch hun koffers aan het herpakken waren omdat zij wel waren tegengehouden, hoeveel moeten die er dan wel niet in hebben gepropt?

    Dit was Vietnam.
    日本でお会いしましょう!
    Read more