Stappen naar het oosten

August 2015 - December 2017
A 844-day adventure by Jandaan en Marleen Read more
  • 92footprints
  • 21countries
  • 844days
  • 431photos
  • 0videos
  • 77.4kkilometers
  • 53.8kkilometers
  • Day 17

    Baikalmeer

    September 1, 2015 in Russia ⋅ 🌙 18 °C

    Het Baikalmeer is het grootste zoetwatermeer van de wereld. Je kunt zelfs de hele wereldbevolking er 30 jaar met schoon drinkwater van voorzien en 60% van de flora en fauna zijn uniek. Daar moeten we heen en dan gaan we in de adventuremodus door te hiken. Zo geschiede zo gedaan. De start is Listvyanka. Een schattig rustig dorp aan het meer en de laatste soort van levendige plaats voor onze hike. We zitten als enige in een guesthouse waar de engelse taal in communicatie volledig ontbreekt. Dat is dus veel handen. Veel voeten. Geduld en een glimlach. De huizen zijn allemaal van hout. Her er der wat spaanplaten. Sowieso afgewerkt met flinke puntdaken. Blijkbaar is dat de gangbare esthethiek. Om de veiligheid op elk terrein te waarborgen heeft elk erf een hond. Die van ons lijkt meer op een leeuw. Een enorme lobbes. Luistert naar Djiek. Scheiten doe je in een hok. In de tuin. Op de nalatenschap van eerdere hikers. Neus dicht en zitten maar. We slapen heerlijk en de volgende morgen start de tocht naar Bolshie Koty. Eerst nog een permit halen. 3 mannen in een hok aan het baikalmeer zitten uiterst quasi interessant en drukdoende hun parkmonitoring op te voeren. Zoals wel meer zaken in rusland met een geveinsde ernst worden uitgevoerd. 'Of er beren zijn in het park?' De zeer agressieve grizzly op foto's is toch het onderzoeken waard. 'Da!' 'Wat moeten we dan doen als we een ontmoeting hebben die we liever niet wensen?' Stilte. Daarna gebulder van het lachen, ze maken zich groot, maken kabaal, en grommen flink. Voor zover de berenvoorbereiding. Enigszins beduusd en met de permit in de hand kunnen we op pad. Het pad is op en af en bedraagd ongeveer 24 km langs het Baikalmeer. De realiteit van dat getal was na 8 uur lopen duidelijker. Verrot en voldaan komen we aan na een schitterende natuurexplosie langs het Baikalmeer. Aankomst Boshie Koty. Verlaten. Op wat honden, een koe, paarden, een rus die een lange ketting achter zich aansleept in een wolkje wasem (is de stilte hem teveel geworden) twee super sjacherijnige wijven bij een soort van minimarket en natuurlijk ons guesthouse. Maar waar? Gelukkig hebben 2 franse reizigers ons kunnen helpen. We deelden het huisjescomplex blijkbaar. De bewaarder van de hutten is Liuba. Een klein kazachstaans vrouwtje. Aan weerszijde van haar hoofd hangen twee prachtige grijze staarten. Haar rechterarm trilt constant. Ze vliegt over het complex met een soepele tred en quote wijsheden als 'life is beautiful, but many people sleep en dont see it.' Voor zover Liuba. Als ze in de Middeleeuwen leeft is ze zeker een heks. Ik mis de grote kruidenpan op hoog vuur. Boshie Koty is stil, verlaten, nog stiller en enkel jezelf is de aanwezige aktiviteit. Twee nachten zijn we er gebleven en toen weer de 24 km terug. Dit tot tevredenheid van Liuba. Walking is good. Nature is good. Keeps you strong. Na afscheid en goed karma over en weer gewens stappen we voort. Terug naar Listvyanka. Terug naar het scheithok. Terug naar de Backpacks. Terug naar Djiek.Read more

  • Day 22

    Op weg naar Ulanbataar

    September 6, 2015 in Russia ⋅ ☀️ 14 °C
  • Day 28

    Van stad naar helemaal niets

    September 12, 2015 in Mongolia ⋅ ☀️ 17 °C

    En daar gaan we onze eerste grens over - over land. Eerst Rusland uit. Dan Mongolie in. Alle tassen moeten tot twee maal toe de bus uit. Een dansende Mongoolse hond ruikt aan onze tas op zoek naar drugs. Mongoolse douanebeambten zijn een stuk gezelliger dan de Russische. Ze lachen zelfs. Het vingerafdrukkopieerapparaat werkt niet zo goed, onze vingers worden stevig tegen het glas gedrukt door de man achter het loket.

    En daar rijden we Mongolie in! Het land was ongeveer 800 jaar geleden het grootste wereldrijk tot zover in de geschiedenis onder leiding van de legendarische Chinggis Kaan. Nu al adembenemende landschappen. Door het gebonk van de bus, de lange rit, worden we onverbiddelijk gegrepen door de slaap. Dag landschap.

    Ulaan Bataar (UB) is de hoofdstad van Mongolie en er wonen 1,3 miljoen mensen. Dat is terug te zien in de 1,3 auto's die zich een weg persen door de stad. Na lang wachten mogen voetgangers eindelijk oversteken en zelfs dan schieten auto's alle kanten langs je.

    In UB heerst onder de toeristen de tourkoorts. "Welke tour ga jij doen?" "Ik ga voor de Gobi en paardrijden in centraal Mongolie." "Het is niet mogelijk om hier zelfstandig te reizen, zo weinig infrastrucuur." "Niet te betalen die tours!" Ook wij zijn snel gegrepen.
    En zo vinden we onszelf drie dagen lang terug in UB - wachtend op Duitse medetourgangers die niet op komen dagen, mailtjes uitsturend naar tourorganisators (aansluiten bij anderen maakt het goedkoper), pratend met andere reizigers, en verlangend naar die stad uit gaan.

    Dag vier is het zover. Beladen met kilo's aardappels, wortels, uien, sigaretten en verzorgingsproducten om weg te geven aan de ger families waar we gaan slapen, stappen we de minivan in naar Bat-Ulzii. Geen tour maar met openbaar vervoer. Die vans zitten iets voller dan de gemiddelde tourvan. Gelukkig zit hij naar een uur vol genoeg en kunnen we vertrekken. Tien minuten later komen er nog twee autobanden bij. En ja hoor drie jongens lukt ook nog wel. Nee hoor, vijf dozen geen probleem. Op het hoogtepunt tellen we 34 mensen in de kleine bus.

    Pijnboompitten pellen en eten is goed tijdverdrijf voor onderweg. Jandaan zit heerlijk ingeklemd tussen een alcoholistenechtpaar dat tegen hem aangekruld ligt te slapen.
    Wat me opvalt is de bijna totale afwezigheid van hekken in t landschap. Overal lopen beesten - paarden, geiten, koeien en en een paar varkens - en ze kunnen gaan waar ze willen. Als ze op de weg lopen stuift de bus luid toeterend op ze af.

    We verheugen ons op rond etenstijd aankomen, met de familie van de horseman waar we vier dagen mee gaan rondtrekken te eten, en te ervaren hoe het is om met zo'n familie in een ruimte te slapen.

    Om 1 uur 's nachts komen we aan na een finale die zich laat beschrijven als een opgepropte achtbaansrit over rotsen en zand.
    De beloning is een hemel vol met sterren van horizon tot horizon. En onze horseman Mongole die ons in een volgend busje zet. Om drie uur 's nachts eten we een welkomstmaal in de tent van de familie. Marleen heeft wel iets moeite met de lauwe yakmelk en pastasoep met aardappel, maar gelukkig wil Jandaan wel helpen met de kommen legen. We vragen ons af in welk bed wij moeten slapen. Op de grond ligt een klein meisje. Aan de overkant ligt de vermoedelijke moeder. En wij zitten voor het bed van het echtpaar. Verder geen bed te bekennen. Het antwoord komt snel. "Come I bring you to your ger".

    En nu zitten we hier. Dit stukje schrijvend op een matje voor onze ger. Het uitzicht bestaat uit met gras begroeide heuvels, een paar paarden, een kudde geiten die langs trekt, net gemolken yaks die aan de overkant van de rivier grazen op een heuvel en een paar witte ronde tenten. Blauwe hemel, wat roofvogels. Een Mongoolse ruiter drijft te paard vier paarden voor zich uit. Het geluid van water en wind. Wat lekker toch dat niets.
    Read more

  • Day 38

    De tour wacht op niemand! (Part I)

    September 22, 2015 in Mongolia ⋅ ⛅ 1 °C

    De flipperkast en de duur van onze reis naar Moncho heeft erin gehakt. De eerste dag is een dag van stilstaan en bijkomen. Stilstaan gebeurt met een niet te controleren kracht. Je kan er niet aan ontsnappen. Schitterend landschap, een kudde van 300 geiten, wat paarden, nieuwsgierige honden en een totaal gebrek aan communicatiemogelijkheden met Moncho. Al deze elementen zorgen ervoor dat in het nu zijn met alles wat je meedraagt direct plaatsvindt.

    Tot nu toe waren we enkel Ulanbataar gewend als Mongolie. De stad die de helft van haar inwoners telt. En nu is die indruk 180 graden gedraaid. Met de seconde voelen we ons meer thuis in deze harmonie van natuur. Waar de Mongool en wij ook een plek hebben om die harmonie te bewaren. Wat ons sowieso direct opvalt is hoe hard het leven op het platteland is. Als de zon schijnt dan vreten de zonnestralen diep in je huid. Als het waait is het zo ijzig dat je direct al je beschikbare lagen zoekt en aantrekt. Temperatuurverschillen van overdag 20 graden en 's nachts onder het vriespunt is standaard. Dit al meemaken op de eerste dag verklaart direct de verweerde koppen van de familie van Moncho.

    De tijd is relatief en niet in het bewustzijn. De zon glijdt gemoedelijk in een mooie boog van oost naar west. Als de zon eenmaal onder is dan volgt een duidelijke activiteit van het leven buiten: 'Hout halen en zo snel mogelijk in je oven laden en aansteken.' Binnen een fractie ben je koud tot op het bot en is de nacht meer overleven dan bijkomen. De ger is het huis van het nomadisch bestaan van de mongolen. Elke ger heeft zijn eigen indeling en versiering. Toch zijn er, al lerende onderweg, standaarden te bespeuren. Allereerst al het hout is Oranje. Elke ger heeft een buddha altaar. Een minikeuken aan de rechterzijde. Alles is zo lean mogelijk ingericht. Het is de groeimarkt van IKEA zou je kunnen bedenken. De ger is rond en centraal in het midden staat de houtgestookte oven. De radius betreft ongeveer voor de familieger, de mainger, 4 a 5 meter. De hoogte is maximaal 2,5 meter en dan loopt het schuin af naar de buitenste ring tot ongeveer 1,20 meter. Het ziet er uit met een beetje fantasie als een tefal 10 liter pan zonder handvatten. In die meters moet dus alles gebeuren. Van slapen tot koken. Van tv kijken tot yakwodka produceren. Van de baby verschonen tot touristen verzorgen.

    Moncho is onze gids. Zijn naam betekent platte neus. Hij kijkt wat guitig uit zijn diepdonkerbruine ogen. Hij is blij, nieuwsgierig en een beetje stout. Morgen gaan we op pad. Moncho komt ons uitleggen wanneer we gaan. Met geduld. Handen en voeten. En wat hulp van een gids van een andere groep die is gearriveerd weten we onze vertrektijd. 11.00 uur. Dan gaat het beginnen. Samen op een paard. Met een niet engelstalige gids op pad over de mongoolse hoogvlakte. We hebben er zin in. Eerst nog de nacht. De kou trotseren. Als mummies ingepakt in onze slaapzak dooft het vuur langzaam en neemt de nacht het over.

    'Goodmorning,' een olijke Moncho brengt ons ontbijt. 'Twenty minutes,' gevolgd door een grote glimlach. Dat is ongeveer het Engels vocabulaire dat we kunnen gaan verwachten de komende tijd. De nacht was waanzinnig koud. De volgende nacht moeten we maar met volledige bepakking de slaapzak inkruipen. En dat zonder douche voor een dag of zes. Wat een vooruitzicht. Terug naar de natuur is langzaam een nieuwe geur-identiteit opbouwen.

    Eenmaal genesteld op ons zadel schrijden we langzaam en bijna geruisloos door een waanzinnig landschap. We rijden in een soort karavaan. Achter elkaar. In stilte. Alleen en toch samen. Glooiende vergezichten en uitgestrekte groene velden is voor vandaag ons bewegend decor. We worden gevolgd door een hond. Die bij navraag bij Moncho niet bij ons hoort. We passeren wat gers, yak-, paarden- en geitenkuddes. Boven ons circuleren de koningen van de lucht. Op de thermiek bewegen de roofvogels met flinke spanwijdte zeer gecontroleerd door het luchtruim. Ons doel voor de dag is het bereiken van de grens van ander landschap. Eigenlijk stappen we vandaag van het ene schilderij in het andere schilderij. Zachtjes. Berustend. En telkens gevolgd door de hoeven die voornamelijk de decibellen produceren die ons bewust maken dat geluid vandaag onze metgezel is. Moncho roept af en toe 'Are you good?' Die wij steevast beantwoorden met: 'Yes, we are good!' Langzaam doorbreken we de ruis in communicatie en verbinden we intuïtiever met elkaar. Taal blokkeert eigenlijk 'echt' contact. Alleen dit is al gaaf om langzaam te gaan voelen om ons bewuster van te worden. Wat daarbij helpt is een ijsbreker tijdens de lunch. Doordat we onze eigen lunch moesten faciliteren hadden we 24 gekookte eieren bij ons. Die we ook konden delen met Mocho. Aangezien landbouw lastig is in dit grillige droge landklimaat zijn eieren schaars. Waardoor Moncho niet hoefde na te denken om deze aanreiking gretig aan te nemen. Mijn opa had vroeger een truc om je ei te pellen. Je pakt een gekookt ei in je rechterhand en met overgave en zonder enige vorm van aarzeling breek je het op je voorhoofd. Soms werd het voorhoofd van de schooiende hond ook gebruikt als eibreker. Dit uiteraard tot grote hilariteit bij de aanwezige gasten. Uiteraard was deze truc bijzonder geslaagd bij Moncho. Schuddebuikend kon hij zijn lachen niet onderdrukken. Mijn opa's truc was de eisbreker en het begin van een koosnaam: 'Oendoek, ei in het Mongools.' Uiteraard kon Moncho niet achterblijven en brak weliswaar in twee keer ook een ei op zijn hoofd. Gevolgd door een lachorkest van twee Hollanders en een Mongool. Na de lunch sprak Moncho wederom 'twenty minutes, we go!' Gevolgd door te gaan liggen onder een boom voor wat schaduw en een rots als kussen. Moncho bestrijdt de dinnerdip door te tukken. Ons restte niets anders dan wachten tot de tijd weer rijp was om onze stappen te vervolgen.

    Na de dipbestrijding voltrok onze reis. Langzaam verandert het landschap om ons heen naar moeilijkere ondergrond. Het gebruik van paarden als vervoersmiddel wordt hiermee duidelijk. Het pad is directer en gaat frequenter op en neer. Met een langzaam dalende zon bereiken we onze eerste overnachtingsplek. Eerst nog de paarden ontladen en ze voorzien van lekker voedzaam gras en onze billen kunnen gaan genieten van wat welverdiende rust. Gebruikelijk bij het betreden van een ger is dat de yakmelk en koekjes binnen 10 seconden worden voorgeschoteld. Zo ook nu. Binnen een mum van tijd worden we volgepropt met zuivel en snacks gevolgd door stilte en elkaar onderzoeken. Na een minuut of vijf pakt een moeder haar baby ontbloot haar borst en voorziet haar kind van energie. Dit gebeurt met zo'n vanzelfsprekendheid die ik in Nederland niet herken. Daarin is kuisheid toch voornamelijk het adagium. Het leven buiten is onbeschrijflijk fascinerend. Het weer is buitengewoon grillig en zwaar te verduren voor onze fijne westerse huid. Scheiten doe je buiten. Op een gat met wat planken. De ruimte tussen planken is maximaal 20 centimeter. Het is primitiever dan de Russen het faciliteerde. Broek naar beneden, hurken maar en stort je shit in het donker. Dit kan gebeuren onder een waanzinnige sterrenhemel en wat nieuwsgierige yaks. Het leven stopt tussen half tien en tien. Je beweegt mee met het ritme van de zon. Dit betekent dat wij nu goed voorbereid volledig ingepakt rond tien uur ons licht laten doven.

    Dag twee brengt ons naar de Eight lakes. Dit is een avontuurlijke tocht waarbij we een berg op onze paarden moeten trotseren. Je merkt aan de paarden dat ze voet voor voet zeer bedachtzaam hun weg zoeken tussen de rotsen, boomwortels en flink stijgende en dalende ondergronden. Paarden zijn van nature vluchtdieren en dat betekent dat het paard elk moment kan schrikken en er vandoor kan schieten. Bij het bestijgen van de berg roept Moncho ineens: 'Quick, quick!' Snel wordt duidelijk waarom. Er treedt een groep vol bepakte yaks ons tegemoet. De potigheid en oerkracht straalt van de beesten af. Er komt geweld op ons af en Moncho is er niet helemaal gerust op hoe zijn paarden gaan reageren. Marleen en ik kijken gefascineerd en gebiologeerd naar de omtrekkende bewegingen van de yaks. Het zijn namelijk enorme bange poeperds. Met opengesperde en met een schichtige blik in de ogen passeren deze oerbeesten ons de smalle steile helling. Het is alsof een passage uit the lord of the rings ons onderdeel van dit moment maakt. Wat een fantastische ervaring en natuurlijk hebben onze paarden zich keurig staande gehouden in dit onberekenbare moment van kruisen.
    Read more

  • Day 39

    De tour wacht op niemand! (Part II)

    September 23, 2015 in Mongolia ⋅ ⛅ 1 °C

    Boven is het lunchtijd en na meerdere Oendoeks betreden we weer onze paarden. Na ongeveer 5 minuten doorkruisen we wat lastiger terrein. Het is denk ik maar een meter of 50 maar het vraagt de opperste concentratie van paard en ruiter. Moncho slalomt, met in de ene hand de teugel van zijn hengst en in de andere het touw van het pakpaard, zeer geraffineerd en soepel door de rotsen. Het is een genot om te kijken naar zoveel beheersing en skills. Mijn paard volgt voorzichtig zijn pad. Plotseling struikelt hij door zijn voorbenen en deze verandering van positie zorgt ervoor dat ik uit mijn zadel in zijn nek val. Ik pak zijn nek beet als een liaan en probeer mijzelf in balans te houden. Aangezien een nek en ruiter zich niet behoren te vereenzelvigen is de reactie mijn paard dat hij schrikt en lichtjes steigert waardoor ik weer naar achter wordt geworpen. Dit alles gebeurt in een omgeving met flinke kuilen, keien en rotsen. Voordat ik weet val ik samen met mijn paard naar links de rotsen tegemoet. Het paard raakt nu in paniek. Corrigeert zichzelf en begint wild om zich heen te slaan met zijn achterbenen. De situatie versnelt en loopt volledig uit de hand. Ik bungel half achter het paard en probeer op acrobatische wijze de slaande achterbenen te ontwijken. Alsof het kwaad nog niet is geschied, zet mijn paard een angstsprint in. Dit is opzichzelfstaand niet problematisch. Alleen hing ik er als een lappenpop achter omdat mijn stevige bergschoen besloot vast te zitten in een van de stijgbeugels. Daar hang ik achter een paard dat in paniek zich een weg baant over rotsen, kuilen en flinke keien. Op dat moment probeerde ik door hard te schreeuwen het paard te laten stoppen. Wat uiteraard niet lukte. Wel alarmeerde mijn stem Marleen en Moncho. Het enige dat ik nog weet is dat ik dacht: 'Dit is niet goed, serieus niet goed!' Marleen moet mijzelf als kwetsbaar stuk vlees waarnemen achter een op hol geslagen paard. Achteraf vertelde ze me dat ze doodsangsten heeft doorstaan. Op miraculeuze wijze raak ik los na een meter of vijftien en blijf half in shock liggen. Boef en Moncho zijn snel bij me. Het paard krijgt er flink van langs. Ik ben zo bij mijn bewustzijn dat ik aangeef dat het paard er niets aan kon doen. Hij schrok. Wat ik me goed kan voorstellen. Daarna knielen zowel mijn lieve schat, lichtelijk van streek, en Moncho, die vaderlijk knielt en mijn bol begint te aaien, zich naast me. Deze 10 tot 15 seconden hebben een diepe indruk op ons gemaakt en heel even maakt zich een louterende stilte zich van ons meester. Luttele seconden later wekt de werkelijkheid ons en is pragmatisme noodzakelijk. Ik probeer, duidelijk onder invloed van adrenaline als natuurlijk medicijn, op te staan. Al snel roept mijn lijf mijzelf een halt toe en wordt alles zwart voor mijn ogen. Ik ga snel diep zitten om flauwvallen te voorkomen. Dit herhaalt zich nog een aantal keer totdat ik door mijn liefste en Moncho wordt overreden en moet gaan liggen. Ik moet blijven liggen. We wachten een uur en kijken dan verder naar hoe we de tour voort gaan zetten. Of dat überhaupt nog mogelijk is. In de tussentijd kan ik schade bij mezelf opnemen. Ik ben een paar keer flink geraakt tegen mijn rechterbeen, er zijn wat oppervlakkige wonden op mijn vingers en mijn rechterarm is lichtelijk bedrukt met wat schrammen. Eerste voorzichtige conclusie is. 'Ik heb geluk.' Ik had volledig gewond en kapot hier kunnen liggen. Het enige dat me op dat moment zorgen baart is pijn in mijn kont. Mijn stuitje. Mijn gedachte daarna is hoe kan ik in godsnaam weer op dat paard komen met deze stekende pijn in mijn achterwerk? De context is niet in mijn voordeel. We zitten op zeer moeilijk begaanbaar terrein. Auto's kunnen me niet bereiken. De zon brandt flink op me in en ik moet door. Niets doen is geen optie. De legendarische woorden van Mart Smeets: 'de Tour wacht op niemand,' dwalen door mijn gedachten en bereiken de fysieke wereld. De zelfspot als medicijn is alweer aanwezig. Alleen die helpt nog niet bij het gaan verplaatsen. Wat onvermijdelijk is. Na ongeveer een half uur heeft mijn lijkbleke kop weer wat kleur en kan ik langzaam wat heen en weer schuifelen. Het is tijd om door te gaan. Al kan ik me er nog niet goed een voorstelling van maken. Ik beslis om eerst een stuk te wandelen wat wonder boven wonder wel lukt. Hierdoor tank ik vertrouwen en het drukt de pijn aan mijn reet wat naar de achtergrond. Helaas is het niet mogelijk om onze slaapplek te voet te bereiken. De omgeving is ook drassig. Een mini moerasachtig landschap waar de paarden tot minimaal hun knieën in wegzakken. Ik moet weer in het zadel. Er is geen andere mogelijkheid. Voorzichtig bestijg ik weer de beugels en dat wordt beantwoord met vlijmscherpe steken en tranen die in mijn ogen springen. Dit is een moment in je leven waarin je de vijand verslaat en totaal verbluft je eigen overwinning op een onmogelijk geachte prestatie kan waarmaken. Alleen ik zit alleen nog maar in het zadel. Marleen haar paard gaat als eerst en weigert. Paarden vinden water gemiddeld genomen eng. Ervaring van een ruiter in het geven van vertrouwen en leiding in hetzelfde moment zijn belangrijke ingrediënten om een paard zijn angst te laten overwinnen. Ik weet dat ik moet en onbewust stuur ik mijn paard het zompige mos in. Door het deinen van het paard door de ondergrond weet ik niet wat er met me gebeurt. De pijn is gruwelijk. Ook mijn paard weigert. Ik duw al mijn dominantie door de strot van het paard en het lukt om het beest aan de overzijde te manoeuvreren. Ik ben blij en opgelucht. Er schuilt nog wat angst onder mijn huid aangezien het stuiteren over rotsen nog vers in mijn geheugen ligt opgeslagen. Toch heb ik de eerste slag gewonnen, de demonen verjaagd. Op wilskracht, schock en adrenaline bereiken we onze tweede slaapplaats. Het uitzicht is van ongekende schoonheid. Ik ben nu halverwege. De komende dagen worden een hel. Nu ben ik trots en opgelucht. Ik kan rusten en bijkomen. Starend over het adembenemende uitzicht. Een meer ingesloten door groene heuvels, gers en beesten geven me plotseling een inzicht dat ik nooit zo heftig heb ervaren. Vergelijk het met god heeft tegen me gesproken maar dan zonder god. Zo kan ik het t best duiden. Ondanks alles wat er is gebeurd is er altijd de mogelijkheid om te kiezen. Het is alsof die oude Liuba vanuit listvyanka me woorden influistert gedragen door de wind. 'Life is beautiful, many people are asleep and dont see it.' Nu sta ik daar met mijn liefde. Niet wetend wat er komen gaat. Met heftige pijnscheuten als bliksemschichten door mijn reet. Te kijken naar een beeldschoon landschap gegrepen door een ondergaande zon. En ik zie het. Voel het. Keus is altijd aanwezig. Alles is er tegelijkertijd en ik kies voor de schoonheid.

    (Inmiddels zijn we weer in Ulanbataar, is mijn heiligbeen gebroken, maak ik het goed en sta ik onder behandeling in een prive ziekenhuis)
    Read more

  • Day 46

    Ons kantoor

    September 30, 2015 in Mongolia ⋅ ☀️ 5 °C

    Van vrijheid en elke dag anders, zijn we aanbeland in iets dat aanvoelt als een duidelijk ritme. Het kantoorgevoel van thuis maar dan haar 'Mongoolse gestrande toeristen' variant.

    Elke dag worden we rond negen a tien wakker in onze ruime kamer met Chinese lampen die pogen te doen voorkomen alsof ze uit Frankrijk komen. Het behang met goud-beige banen en de glimmende, met tulpen versierde, gordijnen ondersteunen deze sfeer.

    Omdat de Mongoolse huiskeeper op een tafel buitenshuis danst - haar bazen van het hoofdkantoor van ons guesthouse hebben haar niet in de gaten - lopen we elke dag na het aankleden 100 meter naar het hoofdgebouw om daar wel gevoederd te worden.

    Vier trappen omlaag. Erg langzaam om met het bot in Jandaan zijn kont rekening te houden. Schuin de speelplaats over, langs de wolkenkrabber waar ze 24/7 aan het bouwen zijn. De deur in op verdieping twee. Uit properheidsoverwegingen moeten de schoenen elke keer weer uit. Een flinke klus voor de patiënt met de grote bergschoenen die vastzaten in de stijgbeugel van het paard.

    We lopen naar de bank en gaan daar zitten tussen de andere reizigers. Per dag lijken het er minder te worden zo aan de rand van het seizoen. Vervolgens krijgen we onze in de pan gebakken boterham omwikkeld met een omelet. Dit hoofdgerecht wordt aangevuld met koekjes en boterhammen met jam.

    Vervolgens is het tijd om aan de staf te vragen om een taxi te bellen om ons naar het Intermed ziekenhuis te laten rijden. Steevast wordt ons verteld welke kleur de taxi heeft en hoeveel minuten we moeten wachten.

    Dan begint het grote onderhandelspel met de taxichauffeur. Soms gaat de meter aan en soms spreken we een prijs af. Voor ruim twee dollar lukt het wel daar te komen. Het is elke keer weer een avontuur om te zien welke route de taxi neemt en hoe vast het verkeer staat.

    In het ziekenhuis aangekomen lopen we meteen door naar boven. JD zijn fysio sluit zijn kont aan op het gloednieuwe radiation apparaat van Duitse makelij. Sinds gister gevolgd door tien minuten ultrasound behandeling. Erna kunnen we kiezen of we langs het Oostenrijkse stelletje lopen dat om dezelfde reden in het ziekenhuis vertoeft (zij slapen er wel) (bij hen is het meisje het paardenslachtoffer dat niet meteen los kwam van de beugel na de val), of meteen doorgaan naar de luxe Westerse koffiebar. Jandaan bestelt een dubbele espresso, of twee, en Marleen heeft sinds kort de warme chocolademelk ontdekt.

    Een optie in het programma is om daarna even te overleggen met de insurance manager van het ziekenhuis over de papieren rompslomp-de-verzekering-heeft-rapporten-nodig-om-uit-te-keren. Of we laten een taxi bellen om weer terug te keren in ons Ulaanbatarse huis.

    De rest van de dag bestaat uit veel rusten voor Jandaan. Een klein blokje om. Het weer bewonderen. Soepen en pasta's koken door Marleen. NPO gemist kijken. En doorligplekken voorkomen door Jandaan.
    Inmiddels gaat het wel al steeds beter en neemt de pijn af. Gelukkig.

    Langzaam leren we ook in ons ritme. Komt toch die consultant in ons boven.

    De eerste dag in het ziekenhuis maakten we de cruciale fout om daar al om tien uur te zijn. Wat duurt de dag dan nog lang als je om half een terug bent in je kamer en een beetje in en rond bed hangt!
    Ook hebben we ontdekt dat de tv in de dorm naast ons een HBO kanaal heeft met Engelstalige films, en hoe we het ding in de juiste instelling krijgen.
    En tot slot niet te vergeten, de halve liter Americano in het ziekenhuis is niet het goede ouwe Haagse bakje van thuis. Niet meer bestellen dus.

    Jullie horen het. Een groot spektakel.

    Hoe is het bij jullie op kantoor? Liefs van ons beide!
    Read more

  • Day 51

    Een nieuw begin

    October 5, 2015 in Mongolia ⋅ ☀️ 19 °C

    Het is vandaag de laatste dag dat ik het ziekenhuis van binnen zal zien. De therapie loopt af. Nog 1 keer en dan is er weer een nieuw begin. Er is nooit een einde enkel een nieuw begin. Uitgezonderd door de dood. Waar je ook van mening over kunt verschillen. Tegenwoordig lopen we naar het ziekenhuis. Mijn kont vertoeft zich in steeds betere conditie en de stappen beschrijven vooruitgang. De wandeling is niet plezierig. De uitstoot van uitlaatgassen verkorten onze levensduur waarschijnlijk met 1 maand per 10 meter. Buiten is buiten. Dat is dus goed. En de stuwende kracht om in beweging te komen is te hevig. De verkorte levensduur is een aangename consequentie voor zonlicht op onze wangen.

    De afgelopen twee weken hebben ons stevig in stilstand gedrukt. Vandaag is dus mijn laatste behandeling in het Intermed Hospital. Ons kantoor begint daarmee lanzaam te verschuiven. Geduldig opent een deur zich voor ons waardoor we stap voor stap weer activiteiten kunnen ondernemen. Veranderingen worden pas zichtbaar als je tijd hebt om die waar te nemen. In mijn beleving is de tijd in het regime der Nederlanden vaak moeizamer om beet te pakken. Het circus draait immers op volle toeren en de tour wacht op niemand. Zeker niet op tijd. Stilstaan. Het adagium van 'tijd is geld' verzegeld met oeroude, over na te denken, achterhaalde calvinistische waarden maken stilstaan een equivalent voor zwak. Dit is een gedachte die zomaar zonder dat ik dat kies voorbij komt vliegen. Zo volgen over diezelfde dam nog veel meer spinsels. Blijkbaar zit dit in mijn hoofd en er is nu ruimte om in de donkere kamers van de hersenen losgelaten te worden. Tegelijkertijd geeft het me ook richting om te doen en onderzoeken wat me drijft: schrijven. Ik lig op de behandeltafel. Met een halve blote kont en een koud apparaat dat golven mijn achterwerk instuurt. Voor versnelde progressie. Zachtjes worden mijn billen gemasseerd door een lief meisje dat elke keer blijmoedig start met de verkeerde behandeling. Grote witte billen met haar, zal ik maar eerlijk bekennen, brengen mij vermoedelijk ook wat aan het wankelen. Met de golven voor herstel wordt mijn brein ook geactiveerd met gedachten, overpeinzingen, ideeën en meer van dat soort spinsels. Langzaam stijg ik op van de tafel en beland ik in mijn brein. En zo vliegen in een relatief kort tijdsbestek allerlij thema's voorbij die ik graag zou willen uitpluizen, uitdenken en willen framen.

    'De veranderaar is niet gebaat bij verandering: De veranderaar is het infuus voor de huidige status quo;
    Hoogopgeleiden die dierlijk voor zichzelf kiezen (waarom hoogopgeleiden net zo goed apen zijn);
    De burger is als een kind, geef het een snoepje en het is even zoet.
    Democratie is als een verveelde, onverzorgde, obestitas burger uit de middenklasse. Ze barst uit haar voegen dus koopt ze ruimere kleding.
    Waarom Europa met haar calivinistische arbeidsethos zichzelf een blinddoek aanmeet voor verandering.
    De politiek bestaat uit de gratie om vooral bestaande rechten te verdedigen en niet bij het zoeken naar een nieuw moreel speelveld dat duiding creëert voor welk pad te volgen voor de toekomst.'

    Blijkbaar zit er meer politiek in mijn vezels dan dat ik had vermoed.
    Dagdromend word ik weer wakker.
    De therapie voor mijn achterste doezelt me elke keer weer zachtjes in slaap.
    'His ass is sweaty,'
    'Yesterday it was more.'
    Marleen en dokter Bolor kunnen er om lachen en zijn direct verbonden door mijn witte billen. Duidelijk geen heiligbeentjes.

    Zo dwalen mijn gedachten af naar wat Mongolie heeft gebracht. Welke herinneringen in mijn netvlies zijn gebrand. Eindeloos uitgestrekte hoogvlakten beschilderd met hemelse witte gers. Dieren die in balans leven met een woeste natuur. Alcoholisme als nationaal probleem. De ergste luchtvervuiling die ik tot nu toe heb meegemaakt. Vermakelijke gesprekken met dokter Bolor. Een appartement dat langzaam verandert in een vuilnisbelt. Dansen op een Mongoolse bruiloft benevelt door teveel Wodka. Geiten die door de lucht vliegen als pakketten sorteren bij TNT. Het geslis van articulerende Mongolen. De lelijke schoonheid van Ulanbataar. Yakken die volbepakt ons voorbij schrijden. Verkeerspolitie om de ijzerfile enigszins in goede banen te leiden. Kinderen die met onze ballonnen, restant verjaardag, de blits maken op het schoolplein. Onbegrensde gastvrijheid op 't platteland. Mongoolse masculiniteit op een hengst; een filmster die in vertraging de set op komt galopperen. Afscheid van Moncho gehuld in melancholie en tranen. Sneeuw op Marleen d'r verjaardag en minutenlang staren uit ons raam naar die witte dalende lieve watjes. Workshop aanvragen bij de insurance manager van het ziekenhuis; Hoe krijg ik snel mijn geld van mijn verzekeringsmaatschappij.

    Een luidde piep verstoort mijn reflectie. De therapie is voorbij. Mijn kont wordt met papier schoongeveegd en voorzichtig maar competent wordt mijn boxer weer omhoog geschoven. Dit was de laatste keer. Ik voel me zelfs een beetje ontgoocheld. Het kantoor brengt ook rust. Een ritme. Dit was elke dag een leuk onderhoudend uitje. Langzaam kleed ik mezelf weer aan en rest onvermijdelijk het nemen van afscheid. Samen gaan we op de foto. Beiden rommelen we wat aan ons haar. Dokter Bolor vindt het wel vermakelijk en voorziet zichzelf nog van een nieuwe laag lippenstift. De foto is naar welbevinden en goedkeuring vrijgegeven. We wisselen elkaar een glimlach, wat ditjes en datjes toe. Zoals dat gaat bij afscheid.
    'Hello'
    'One cheesecake and one double espresso please?'
    In stilte zitten we in de koffiebar.
    Peuzelen gestaag de cake tot een einde.
    Stappen uit het ziekenhuis en wachten voor een stoplicht.
    'Ik heb zoveel zin in China'
    'Ik ook'
    Het licht springt op groen en onze stappen zetten richting een nieuw begin.
    Read more

  • Day 63

    Where's Wally? @ summer palace Beijing

    October 17, 2015 in China ⋅ ⛅ 16 °C
  • Day 63

    Ni Hao

    October 17, 2015 in China ⋅ 🌙 15 °C

    Morgen spuiten boef en ik met de bullettrain richting Pingyao. Dit betekent dat we al een week in China zijn geweest. Het land dat krampachtig het volk online probeert te beheersen door allerlei blokkades op te werpen. Blokkades die het vrije woord. De vrije gedachte tracht te temmen. De Chinese communistische partij is als een leeuwentemmer zonder zweep en kooi. Alles is diffuus. Alles is open. Alle controle lekt weg. Maar de partij geeft niet op. De partij zet door. Met discipline is zij niet voor niets daar waar zij is. De angst dat er nieuwe ideeën in de hoofden van de chinees worden gepland zorgt voor de grootst mogelijke censuur die je je kunt voorstellen online. Dat alles anno 2015. Overigens merk je op straat daar tot nu toe in onze ogen nauwelijks iets van. Paradoxaal mag het westen en onze heidense gedachte het land niet betreden. De Nike air max, Apple, BMW, AUDI, MC Donalds, Starbucks mag dat kennelijk wel. De ruilhandel is simpel economische groei en de vrije markt is voor het volk maar van de politiek blijf je af. Je vraagt je af hoe lang is dat houdbaar?

    Nog maar een week geleden zijn we in Beijing aangekomen met de trein vanuit Ulanbataar. Wij deelden onze slaapcabine met Khana en Enkhe. Twee olijke mannen van rond de 40 die voor handel richting China afdaalden. Zoals alle ontmoetingen duurde het ook even voordat het ijs met hen was gebroken. Mongolen zijn van nature verlegen en hebben een stimulus nodig. Nou blijkt dat Mongolen fanatieke gokkers zijn. Komt mijn jarenlange pseudo gokverslaving uit mijn studententijd me toch nog goed van pas. Marleen haar spel-speelzucht en met name winnen maakte ons als duo volmaakt. Dobbelen. Dobbelen en nog eens dobbelen. Mongolen houden er van. Binnen de kortste keren stond onze slaapcoupe vol met fanatieke mongolen die meeleefden in de voor- en tegenspoed. Het lot van elke gokker.

    Na een onrustige nacht voor mij en een voorspoedige voor de boef arriveren wij in Beijing. De ontmoeting is overweldigend. Mensen. Mensen en nog eens mensen. Uiteraard worden we door twee hysterisch opgewonden chinezen op de plaat gezet nadat we twintig passen van de trein verwijderd waren. Vervolgens worden we meegezogen in de niet te ontkomen zuigkracht van een mensenmassa dat koerst naar de uitgang. Buiten worden we eindelijk met fatsoenlijk weer getrakteerd. Na de vrieskou in Mongolië staat de zon strak in het blauw haar werk te doen. Op het stationsplein wemelt het van mensen en bedrijvigheid. Mannetjes die je willen ronselen. Mensen die met al hun waar op de grond zitten te wachten op hun trein. Een ziek meisje dat een zak vol kotst. Beijing. Ni Hao.

    Welvaart in de wereld is je zo volvreten dat je je niet meer kunt vertonen op het strand. Zo is het ook gesteld met de uit de klauwen gegroeide economie, welvaart en dito buikjes van de gemiddelde chinees. China is Amerika in overtreffende trap. Alles is hier groter.

    De afgelopen week is als een bullettrain voorbij gevlogen. We hebben meerdere hutongs door gestruind. Als echte culinaire backpackers. Reizen = eten. Hebben we onze tong zoveel mogelijk laten strelen met al dat lekkers dat de extreem gevarieerde Chinese keuken te bieden heeft. Elk hoekje van de forbidden city doorzocht. Tempels bekeken. Cultuur gesnoven op het plein van de hemelse vrede. Waar overigens elke vorm van geschiedenis (tianmensquare + tank + student) agressief wordt uitgewist. Zelfs 26 jaar na dato. We hebben in twee verschillende hostels getukt. Waarvan het Leo Courtyard Hostel een historie kent van lichte zeden. Blijkbaar consumeerden hoge ambtenaren hier hun rust. Weggezonken in de anonimiteit. Tjingtao Beer is een prettige lager van 600 ml. Boef treedt op als moeder van franse lieve backpackjongetjes die hun vlucht moeten halen. Helaas zijn ze met hun zatte hoofd in slaap gevallen en werden ze door moeders van der rijst een half uur voordat ze zouden opstijgen uit hun deleriumdroom ontwaakt. Twee a drie uur in een kattencafe gezeten. De muur in al haar megalomane realiteit aanschouwd, beklommen en bewandeld. Al hoestend en slijmschrapend kennisgemaakt met de luchtvervuiling. Het weer is: strakke blauwe luchten als een Beijing gesluierd in de mist. Het is teveel wat we allemaal meemaken. Onze zintuigen worden overprikkeld. Het is heerlijk en vermoeiend. We zien, proeven, ruiken en horen alles in een miljardvoud. Slapen in dorms is dodelijk door het onderbreken van je nacht door promillage van de jeugd. Ouderdom is zichtbaar, voelbaar en onontkoombaar. Dat wordt wel duidelijk bij het aanschouwen van gedrag van begin twintigers. Ik zucht. Accepteer. Overleef. Tussendoor zijn we ook nog een bekende uit Amsterdam tegengekomen en zijn we voor een bliksembezoek via de fabriek van Dirkjan, Tom en Mark Darcy in Tianjin geweest. Mark op sleeptouw genomen. Overdadig gegeten en met de lunch aan de 40 procent. Op zijn chinees is aan de drank. Fabriek zag er keurig uit. Daar kunnen veel vingers in Nederland nog van worden afgelikt. Slapen in een fabriek is overigens prima te doen. Is nog wel een kostensnijder thuis in de Eurozone.

    Samenvattend zijn deze 7 dagen in China een rollercoast van hartelijkheid, vriendelijkheid, behulpzaamheid en overdaad aan indrukken. Het overtreft al onze verwachtingen. We zijn verliefd.

    Wat gaat er nog meer komen?
    Nu eerst nog een Tsjingtao.
    Op naar Pingyao.

    Weltrusten.
    Read more