• Bertus Reist
jul. – aug. 2017

Colorado New Mexico

Een huizenruil in Fort Collins en aansluitend 14 dagen rondcrossen door Colorado en New Mexico. Meer informatie
  • Het begin van de reis
    23 juli 2017

    Workin’ For a Livin

    22 juli 2017, Verenigde Staten ⋅ ☀️ 23 °C

    Hij was die ochtend gestart in zijn nieuwe baan. 's Morgens vroeg opgestaan om op tijd bij de instructie-ochtend te kunnen zijn. In de haast had hij uit gewoonte zijn oude bril opgedaan: iets te grote dikke bekraste glazen met een beige gemarmerd montuur. Maar niet met de juiste sterkte voor het beveiligswerk wat hij die dag moest doen, zo zou hij bij zijn eerste "klant"  merken. Lezen kon hij er namelijk niet mee. Bij binnenkomst in het instructie-lokaal van de beveiligingsfirma op Heathrow kreeg hij zijn T-shirt met firma-opdruk uitgereikt. T-shirt in maatje M hadden ze hem gegeven. Hij had zijn gewicht en lengte moeten opgeven. Daar hadden ze zijn shirt op uitgezocht. Dat hij heel korte beentjes had en een enorme pens, dat hadden ze niet voorzien. Dus nu kwam het shirt net onder zijn navel en werd zijn buik voor de rest bedekt met een geribbeld grauw wit onderhemd.

    Hij wenkt naar mij. Ik mocht komen. Hij lachte zijn 3 resterende gele tanden bloot en verexcuseerde zich tegenover mij: Ja ik was zijn eerste "klant" die random uit de rij was gepikt voor extra strenge secutity-check. Dat moest van Trump. Vanaf deze week. Dus vandaar dat hij was opgeroepen door het uitzendbureau, ze hadden werk voor hem......

    Ik werd natuurlijk weer uit de wachtrij geselecteerd voor een strenge security-check. Tot de boarding mocht ik in een door linten afgeschermd deel van de wachtruimte met mijn mede-verdachten als vee in de wei wachten op de check. De hele check verliep uiterst klungelig en onhandig. Duidelijk nog geen routinekwestie. Maar de bijna tandeloze security-man was zo lief en onhandig dat hij mij in de 15 minuten durende check zijn verhaal van deze ochtend in plat Engels uit de doeken deed.

    Na een rustige vlucht naar Denver de auto gepakt om in een uurtje naar Fort Collins te rijden. Aan onze linkerhand verdween de goudgele zon langzaam achter de Rockies. Een kleurrijk schouwspel van schaduw en licht trok als een westernfim aan ons voorbij (met op de voorgrond de olie-Ja-knikkers).

    Ons huis is prachtig. Enorm groot, prachtige tuin met porch en uitzicht over een weiland. Lucky Basterds.  
                                                                                                                   
    https://www.youtube.com/watch?v=lcIK3akktLU
    Meer informatie

  • My Heroes Have Always Been Cowboys

    23 juli 2017, Verenigde Staten ⋅ ☀️ 23 °C

    Vroeg wakker. Beetje jetlag denk ik. De temperatuur is om 5 uur 's ochtends al lekker. De eerste hardlopers rennen voorbij onze tuin. Als ik de vliegreis niet zo in de benen had zou ik ze achterna zijn gegaan.​

    Robbie viel gisteren bij thuiskomst op de bank als een blok in slaap. Midden in de nacht meldde ze zich aan ons bed. Even erbij gekropen, maar daarna toch terug naar haar eigen bed. Ware het niet, dat het huis muren heeft op plekken waar Robbie ze niet verwacht. Vol met haar lichaam tegen de muur. Dan ben je gelijk weer wakker.

    Vanochtend ontbeten in Doug's Day Diner. De hele buurt zat er te ontbijten. Bommetje vol, veel lawaai en blank houten tafels en stoelen. Er is een soort van standaard voor inrichtingen van dit soort zaken. En natuurlijk was alles weer veel te veel voor een Europese maag in de ochtend.

    Fort Collins even ingegaan. Mooi ook dat het FORT Collins heet. Bij een Fort moet ik gelijk denken aan mijn eerste terug te halen associatie met Amerika, namelijk het FORT van plastic-hout wat ik kreeg van Sinterklaas. Op elke hoek een houten toren, met "Koibois en Indians". Zou daar de liefde voor dit gekke land zijn begonnen.....of was het toch gewoon Elvis

    Fort Collins is een mooi plaatsje met een heel gezellig centrum vol cafe's, boetiekjes en bierbrouwers. Bierbrouwers genoeg hier. Behalve de bekende Belgische brouwer van FatTire zitten er hier nog een stuk of 18 in de stad. Dus dat wordt proeven. En ik moet zeggen, ze kunnen er wel wat van hier in Fort Collins. Beetje het Belgie van Amerika, lijkt het.

    Op Robbie's uitdrukkelijke verzoek hebben we geluncht in Chipotle, want ja, alle YouTubers eten daar....dus wij ook. Grote tortilla gevuld met bonen, rijst, tomaten, guacamole en nog veel meer. Beetje zwaar, maar niet onaardig voor een keten.

    Morgen gaan we de bergen in. Kijken of mijn nieuwe aangeschafte bergschoenen echt zo lekker lopen als de vriendelijke verkoopster bij REI beweerde.

    https://www.youtube.com/watch?v=rT0MOG9ZGWk
    Meer informatie

  • Love Land

    24 juli 2017, Verenigde Staten ⋅ ☀️ 18 °C

    Maandagochtend. Vroeg op. We gaan de Rockies in. En om ons gestel wat te sparen beginnen we met een eenvoudige, redelijk vlakke hike. Fort Collins ligt op ongeveer 1500 meter hoogte. Dream Lake, ons uiteindelijke doel, ligt op 3000 meter. Dus om ons Flevolandse gestel (ons terras thuis ligt op -5 meter) langzaam te laten wennen beginnen we voorzichtig.

    Na een mooie rit vanuit Fort Collins rijden we de Rockies in door het dorp met de prachtige naam Loveland. Borden langs de weg geven al vroeg aan dat de parkeerplaats van “Bear Lake” (ons eerste wandeldoel) vol zit en dat we op een park & ride moeten parkeren. Daar blijkt dat “Bear Lake” de Disney-attractie van de Rockies is. In een rij van ongeveer 100 meter lang onder een afdak moeten we wachten op de bussen die ons richting “Bear Lake” vervoeren. Een bont stoet wandelaars wacht rustig af in de Disney-rij. De één professioneel uitgerust met bergschoenen, wandelstokken, hoofddeksels, rugzakken en waterzakken, de andere met een trolley voor de kids, koelbox en teenslippers. Dit wordt geen moeilijke hike....lijkt mij.

    Eenmaal in de bus zijn we in een kwartier op de bestemming. Snel een rondje om “Bear Lake” in een lange polonaise achter de rest van de bus aan, daarna snel rechtsaf naar de start van de klim naar Dream Lake. Dat is al een iets rustiger pad, maar we zijn bepaald niet alleen. Wel merken we bij het stijgen dat de hoogte z’n werk doet in ons hoofd. Een beetje licht.

    Op de terugweg wordt onze puber chagrijnig. Omhoog ging ze als een speer ('t is net zo vermoeiend als kickboxen, beweert ze). Naar beneden was de lol er af, omdat ze dezelfde weg terug moest lopen. Dan besluit Robbie op een steen te gaan zitten en voorlopig niet verder te lopen. Een beslissing die haar een spannend moment zal opleveren. Want terwijl Erica en ik doorlopen, besluit een enorme Elk met zijn Cub/baby achter ons op het wandelpad te gaan staan. Nu zijn wij dus gescheiden van onze eigen Cub/baby. Wij staan aan de ene kant van de Elk, Robbie aan de andere kant. Totale paniek bij de bejaarde vrijwilliger van het National Park. In haar boswachter-outfit (broek tot boven de navel opgetrokken en het beige overhemd bij de broek in) met portofoon maant ze iedereen niet verder te lopen en het hazenpad te kiezen (letterlijk...gewoon dwars door het bos om te lopen). Robbie besluit toch maar heel voorzichtig dicht langs de Elk en de baby te lopen. Stapje voor stapje sluipt ze langs de Elk. “You’re a brave girl” fluistert de boswachter haar toe.

    Beneden is er totale paniek bij de vrijwilligers. Wat te doen met de onophoudelijke stroom wandelaars die de bussen uit komen en langs de Elk moeten/willen. Iedereen wordt op de stoep gemaand en krijgt van moeder-overste onder de boswachters met overslaande stem instructies over wat te doen “in case of an Elk encounter”.

    De buschauffeuse van in de 70 kwebbelt lustig door met andere passagiers voor- en achterin de bus over de waarschijnlijkheid van een Elk op de weg, terwijl ze ons vakkundig de bergweg afstuurt richting parkeerplaats.

    In cafe “Claire’s on the Park” bestel ik een Meatlaof van Elk-vlees. Eigen schuld. 

    https://www.youtube.com/watch?v=f1b7Usj_2dY
    Meer informatie

  • I Hardly Ever Sing Beer Drinking Songs

    25 juli 2017, Verenigde Staten ⋅ ☀️ 22 °C

    Vanochtend gestart met een 9 kilometer Run door Fort Collins. Het is hier heet (boven de 30 graden). Maar gelukkig ben ik vroeg wakker en kan dus voor de hitte uit beginnen met rennen. De route loopt dwars door de wijkjes om ons huis. De hele route loop ik over een strak aangelegd betonnen voetpad, langs honderden houten vrijstaande woningen, met keurig aangelegde en gemaaide gazonnetjes, een opgerolde krant in plastic op de oprit, hier en daar een Amerikaans vlaggetje in de aarde geprikt en allemaal met een garage groot genoeg voor 2 auto’s. Op veel opritten staan ook 2 auto’s, opvallend vaak 1 personenauto en daarnaast een 4wd of pick-up. En zie hier de tegenstelling Nederland-USA: niemand heeft een hegje of hekje om zijn voortuin. In Nederland heeft men toch als snel de neiging om, hoe klein de voortuin ook is, er snel een Gamma-hekje te plaatsen of haagje in te planten. Hier lopen de openbare ruimte en de tuin bijna naadloos in elkaar over. Geen stoeptegels te bekennen, alles aangelegd met grote platen gegoten beton.

    Pas na 5 kilometer rennen kom ik de eerste blok rijtjeshuizen tegen.

    De ochtend zijn we naar de Satanka Cove afgereisd. Net buiten Fort Collins ligt het Horsetooth Reservoir. Rond 1930 stond de Poudre Valley jaren droog. Het Reservoir werd ontwikkeld om het probleem op te lossen. Een enorm meer is het gevolg.Er is een oude inheemse Amerikaanse legende over de rotsen om de grote plas. De Vallei van Tevredenheid (vandaag Horsetooth Reservoir) werd eens bewaakt door een reus, zodat er niet op buffels, herten of antilopen kon worden gejaagd. Chief Maunamoku leidde een troep Indianen om de reus te vermoorden. Bij het doden van de reus sloeg de chief met een tomahawk (uit de hemel) recht in het hart van de reus, eerst in het midden, daarna rechts en daarna links. De volgende dag transformeerde de reus in steen en ligt nu aan (en in) het meer en staat bekend als Horsetooth Rock.

    En nu kun je er Suppen. En voor beginners als wij zijn ging het best aardig. Beetje wiebelig in het begin, maar al snel werd het meditatief peddelen over het enorme meer. Geen zuchtje wind, geen golven, 30 graden, wolkje voor de zon en om ons heen af en toe een duoootje American Housewifes die al peddelend de laatste roddels uit de buurt doornamen.

    Vanmiddag heb ik me maar eens goed laten voorlichten over de bieren uit Fort Collins. Met wel 20 kleine brouwerijen (met elk veel verschillende bieren) een waar walhalla voor bierdrinkers. De “bierspecialist” van dienst in de Liquor Store was een mengeling van een Franse oververhitte sommelier en een Amerikaanse football-fan. Vol overgave stortte hij zich op het enorme bierrek in de liquor-store om met met veel armgebaren uitleg te geven over de bieren. Mooie omschrijvingen van de namen, de herkomst, de gewonnen prijzen, de nadronk, smaaksensaties, het alcoholpercentage & het doordrink-gemak. Typisch Amerikaans: vol passie en met veel energie.

    Uiteindelijk 12 verschillende bieren meegekregen, allemaal van harte aanbevolen door mijn eigen zytholoog. Bij de uitgang rende hij me nog achterna met een kaartje van een plaatselijk brouwerij met op de achterkant "2 free taster trays" geschreven (met een handtekening van hemzelf, waarbij hij in de bochten van de W twee puntjes had getekend, zo grappig #not). Mag ik inleveren als ik in de brouwerij kom.

    Als de thunderstorms zich vanavond een beetje rustig houden, gaan we vanavond met de Belgisch/Amerikaans familie V. naar het wekelijkse foodtruckfestival in City Park.

    https://www.youtube.com/watch?v=dQ3VpAEDzXw
    Meer informatie

  • Sharp Dressed Man

    26 juli 2017, Verenigde Staten ⋅ 🌧 15 °C

    Underdressed, in two ways.

    Vandaag naar de Cheyenne Frontier Days. Amerika’s grootste Rodeo. Sinds 1897 komen hier cowboys uit heel Amerika samen om in één week voor 200.000 mensen hun vaardigheden met stieren, paarden, kalfjes, lasso’s en pistolen te showen.

    Wij zijn er niet bepaald op gekleed....het is matig weer (19 graden en een drizzel regen) en de folklore wil dat iedereen vandaag zijn beste cowboypak uit de kast trekt en aan doet. Daar lopen wij in onze korte broek en t-shirt wat te koud en underdressed bij. (Erica heeft nog wel in de Boot-Barn-tent een paar kekke cowboylaarsjes gescoord)

    Er worden herinneringen opgehaald aan vervlogen tijden. Mannen en vrouwen koken in grote Chuckwagons, koetsen waarbij gekookt wordt op vuur. Er is allerhande cowboy prullaria te koop in het cowboydorp. Op gemotoriseerde koetjes en kalfjes kun je de Rodeo nadoen (en er zijn volwassenen die dat doen). Uiteraard is er een standje met pistolen, een winkeltje met berenvellen, ijzeren mokken met rootbeer, een fotobooth met Saloon-thema, een knuffelweide vol vee en maiskolven op een stokkie.

    Om 12 uur begint in het enorm stadion de Rodeo. Sien (Robbie's maatje is Amerikaanse Belgische ...of andersom) is gezellig met ons mee. We kijken naar een wonderlijk schouwspel. Uiteraard begint het met een “message” van de sponsoren, waarna de dominee het woord neemt. Brullend roept hij de zegen over het stadion af, dankt de heer voor de koeien, stieren en ander vee en dan (met z'n allen!)...Amen. De cowboys hebben hun blik naar beneden, de rug recht en de Stetson op hun hart. Daarna volgt het luidkeels meegezongen Star Spangled Banner, gezongen door de plaatselijke Imca Marina.

    Met een enorme kanonskogel-knal start er een bijzondere voorstelling van ongeveer vier uur. Er is Bull-riding, Paardrijden/Rodeo in verschillende klassen, Bull-fight (van het paard afspringen om een kalf te vangen en die op z’n rug te leggen), Bull-rope (hetzelfde maar dan de 4 pootjes ook nog samen binden), Turnen op het paard, toneelstukjes over Buffalo Bill, ballet met vrouw en paard, nep schietpartijen, supersnel paarrijden met een (sponsor)vlag in je hand, jongleren met een lasso/pistool en zweep, parade van oude postkoetsen, kanonschoten, Miss Wyoming/Nebraska/Colorado/Utah, toespraken van de burgemeester en (“nations best!!!!!) Senator, een praatje met een voor ons onbekende countryster, een hobbelpaardrace voor de kleinsten, clownerie om de stieren af te leiden en junior-bullriding. De cowboys en –girls op de tribunes juichen, eten en drinken 4 uur lang.

    En dat alles aan elkaar gepraat door twee onverstaanbaar knauwende Cowboys en muzikaal begeleid door flarden van Sharp Dressed Man (ZZ-Top), Lust for life (Iggy Pop), Born in the USA (Bruce), Highway to Hell (AC/DC) en nog veel meer muzikaal lekkers.

    Maar na 3,5 uur op een metalen bankje in de koude wind te hebben gezeten en niet helemaal zeker weten of alles wat we zien volgens de Partij voor de Dieren door de beugel kan, besluiten we in de catacomben van het stadion af te dalen om op de aftandse braderie vol “kunst” en de rommelige Carnival (kermis) onze middag af te sluiten. Na een bliksombezoek aan downtown Cheyenne op naar huis waar we (op advies van Sien) een lekkere hamburger pakken bij de Red Robin in Fort Collins. 

    https://www.youtube.com/watch?v=7wRHBLwpASw
    Meer informatie

  • If There's a Heaven

    27 juli 2017, Verenigde Staten ⋅ ⛅ 12 °C

    Op zijn Nederlands hadden we natuurlijk geklaagd over de verschrikkelijke drukte in het Rockie Mountains National Park. De Amerikanen (en Belgen) om ons heen knikten allemaal meewarig. Niet doen in het hoogseizoen is hun devies. Neem de Higway 14 naar Walden, ten noorden van Fort Collins. Net zo mooi en veel rustiger. En hoe. Bijna geen kip op de weg. 100 kilometer door prachtige natuur, valleien en bergen en bijna niemand tegen komen. Zelfs zo weinig dat een koffietentje vinden bijna ondoenlijk was.

    Geholpen door 2 aandoenlijke bejaarde vrijwilligers in het infocentrum werden we verwezen naar een mooie wandeling op de Cameron pass op 3000 meter hoogte in het gebergte. Ongeveer een mijl of drie zou het zijn. Eenmaal aan het lopen was de rust zo lekker en de wandeling zo mooi dat we uiteindelijk 17 kilometer (en 500 meter klimmen) in de bergen hebben gelopen, helemaal tot aan de top. Daar lagen twee idyllische meertjes die American Lakes genoemd worden. En hoewel ons regen en onweer was beloofd hebben we de hele wandeling heerlijk in de zonnestralen tussen de bomen gelopen. De hoogte speelt ons nog wel steeds parten want bij de minste of geringste inspanning staan we beiden te duizelen op onze benen.

    En op de terugweg toch nog even een Moose gespot met een kleintje. God wat is het er allemachtig mooi.

    Van lunchen kwam niks terecht. We zijn pas om half vier terug bij de auto. Dus op een bankje een hand vol druiven en een bakje aardappelsalade uit de supermarkt verorberd.

    Terug naar Fort Collins. Weer 100 kilometer langs bergen, heuvels, bossen en gorges. Een beetje op tijd thuis zijn zou wel fijn zijn, want Robbie was de dag thuis gebleven. Vanmorgen was er geen beweging in te krijgen. Ze wilde het liefst een “hangdagje”. Dat heeft ze dus ook gedaan, van 9 uur 's ochtends tot onze thuiskomst om half zeven. Een beetje hangen, eitje bakken en youtube kijken.

    Om er toch nog een beetje beweging in te krijgen hebben we nog snel even een vader/dochter bioscoopavondje gepland. In een wel zeer luxe bioscoop met grote leren zetels en een tafeltje voor de enorme doos popcorn. Lachen om de Minions......

    Morgen gaan we zelf cowboytje spelen.....

    https://www.youtube.com/watch?v=v_ehOfgBaXQ
    Meer informatie

  • Beer for my Horses

    28 juli 2017, Verenigde Staten ⋅ ⛅ 19 °C

    Een dag met vele gezichten.

    Na het ontbijt vroeg in de auto op weg naar de Rocky Mountain Gateway Stables. Daar staan 3 prachtige paarden op ons te wachten voor een rit door de Rockies. The Joker, Last Call en Flax staan, voorzien van een prachtig versierd cowboyzadel, al klaar.

    In de bloedhete zon maken we een prachtige tocht op onze paarden door de Rockies. Over smalle paden, over keien, door modderpoelen, bergen op en bergen af loodsen de paarden ons door de prachtige natuur. Robbie had een beetje een onwillig paard, waardoor ze regelmatig achterop raakte. Maar met wat gescheld en getier kwam het paard toch nog in beweging en sloot ze de rij. Als een volleerde Cowgirl zat Robbie een beetje mooi te wezen op haar knol. Inclusief gaten in de knieen van haar gloednieuwe spijkerbroek.

    Prachtige dennenbossen en grote open meadows trokken aan ons voorbij. Beetje spierpijn in de dijen, maar vooral relaxen en genieten van het schitterende landschap.

    Hoe moet dat geweest zijn voor de eerste pioniers die (net als wij nu) voor het eerst met hun paarden over deze bergen en meadows liepen. Ik snap wel dat als je een beetje godsvruchtig bent je denkt dat de Heer hier zijn Walhalla heeft gemaakt en dat je dus “in gods country” leeft.

    Nadat we na twee uur soepel van onze paarden waren afgestapt, trapte we het gas weer in naar de Old Fall Road, die op de toppen van de Rockies overgaat in de Trail Ridge Road. De Old Fall Road is een gravelraod die maar een paar maanden per jaar open is. Steil omhoog brengt deze onverharde weg je naar de bovenkant van de Rockies (3500 meter). Bochtje naar bochtje worden we verrast door nieuwe uitzichten, watervallen en doorkijkjes (zie video). Bovenop het dak van de Rockies is een kleine snackbar waar we een salade nuttigen. Het uitzicht vanaf onze tafel was vele malen mooier dan dat de salade smaakte. De prachtige (maar o zo drukke) Trail Ridge Road brengt ons weer via veel slingerende wegen naar het dal.

    Daarna weer flink gassen want om 5 uur worden we opgehaald door de familie Verbeeck. Zij nemen ons mee naar de Brouwerij der Brouwerijen in Fort Collins: The New Belgium Brewery.

    Het bekendste bier van de brouwerij is Fat Tire. Op een fietstocht door België ontdekte 1 van de oprichters van de New Belgium Brewery het Belgische bier en bedacht dat hij dit kon gaan brouwen in zijn kelder. Hij kocht een bekende hoofdbrouwer uit Belgie om (een echte bier-transfer) om hem te helpen. Nu is het, vele jaren later, 1 van de grote brouwerijen van (het lekkere) Amerikaans bier. Zij waren ook het voorbeeld voor legio kleine brouwerijen in Fort Collins. Fort Collins mag zich nu “capital of micro brewers” noemen.

    In de mooi aangelegde tuin van de brouwerij zit het vol met mensen die een biertje komen proeven (er zijn inmiddels vele smaken bijgekomen). Grote glazen voorraadflessen bier worden genuttigd op het terras en grasveld. Maar ook genieters van één glas of mensen die een plankje nuttigen met 5 kleine glaasjes bier (proeverijtje). Elke dag is iedereen welkom in de brouwerij, maar vrijdag is het een speciale avond met spellen en muziek. Binnen wordt deze avond een bierdoppen-Bingo gespeeld.

    Ik start met een Abbey Dubbel. Daarna delen Fred en ik een proeverijtje van verschillende biertjes (Harmony Pilsner, Old Aggie, Voodoo Ranger Ipa, Pale Ale). Allemaal lekker.

    Dan word ik in het cafe van de Brouwerij plotseling op m’n schouder getikt. Achter me staat een zwaar bebaarde jonge man in blauw t-shirt. Hij vraagt lachend hoe het met me gaat: “Still having fun?” vraagt hij. “Yes” antwoord ik (in m’n beste Engels), om ondertussen te bedenken waar ik zijn gezicht ook alweer van ken. Gelukkig heb ik Erica daarvoor. Het is de verhuurder van de supplanken van een aantal dagen geleden. Hij had mij herkend (ik hem niet, hij Erica niet en Erica hem wel....zoiets).

    Na een enorme stortbui lopen we via de gezellige hoofdstraat van Fort Collins naar Rio, de plaatselijke Mexicaan, waar we (na een wachttijd van 3 kwartier) een lekkere Mexicaanse hap nuttigen met de Verbeecks, uiteraard onder het genot van een biertje van de New Belgium Brewery en een Margarita. 

    https://www.youtube.com/watch?v=o1JOFhfoAD4
    Meer informatie

  • Main Street

    29 juli 2017, Verenigde Staten ⋅ ☁️ 19 °C

    'Wist je dat ...' zei Fred terwijl we door de gezellige binnenstad van Fort Collins liepen “dat de gebouwen aan deze straat de inspiratie waren voor voor Disneyland's Main Street?” Nee, dat wisten we niet.

    Het zit zo (zeggen ze): Hollywood-designer Harper Goff, die Main Street (en nog veel meer) in Disneyland ontworpen heeft, groeide op in Fort Collins en gebruikt de gebouwen van zijn jeugd om het ontwerp voor Disneyland te maken.Vlak voor zijn dood in 1993, zei Goff dat Walt Disney oorspronkelijk de uitstraling van Main Street wilde laten modelleren na Marceline, een plaats in de Amerikaanse staat Missouri. Marceline was de plek waar Disney jeugdherinneringen aan had. Maar Goff had foto's genomen van Old Town Fort Collins om deze aan Disney te laten zien. Disney koos voor “Fort Collins” vanwege z'n typische gebouwen (een bank lijkt op een bank, een hotel op een hotel, etc). Het stadshuis van Disneyland werd van Fort Collins gekopieerd, maar ook het bankgebouw, de Avery en Miller Blocks, de oude brandweerkazerne, het Linden Hotel en het spoorwegstation Union Pacific. Dat maakt waarschijnlijk dat Fort Collins zo prettig bekend aandoet.

    We zijn de ochtend gestart met een gezellig gezamenlijk ontbijt met de Verbeecks in Silver Grill Café. Een enorme ontbijttent die bekend staat om zijn Cinnamon rolls. Ze zijn zo populair (met name die met Pecans) dat ze rond half elf strak uitverkocht zijn.

    Als we ons melden bij de counter (uiteraard met de mededeling: please wait to be seated) moeten we 3 kwartier wachten. Mensen staan al in groepjes voor de deur hopende dat hun naam wordt omgeroepen ("Taylor, party of five"). Maar niet getreurd, achter het enorme café is een gezellige wachtruimte/terras, waar iedereen kan gaan zitten tot ze aan de beurt zijn. Er is gratis koffie, water, chocomelk en Bloody Mary (uiteraard zonder alcohol).

    Als we aan de beurt zijn hebben we al een flinke sloot koffie op. Daarna komen de enorme cinnamon rolls. We delen met z’n allen 2 stuks. Eigenlijk al zwaar genoeg voor de ochtend, maar dan volgt het echte ontbijt: Texasstyle “wentelteefje” (of "verloren brood", zoals de Verbeecks het thuis noemden) met tropisch fruit en kokos. Ik heb de hele dag niet weer gegeten.

    Hoe je dat maakt, denk ik?

    Klop 1,5 kopje amandelmelk, 6 eieren, 2 el bruine suiker en ½ theelepel amandel-extract in een grote kom.

    Sop 10 oude sneetjes witbrood in het mengsel. Haal het natte brood eruit en besprenkel het met een ½ kop kokos. Bak ze in boter bruin in de pan, ongeveer 3 of 4 minuten per kant.

    Ondertussen meng 1 mango en 2 bananen (in stukjes gesneden) stukken met 2 eetlepels bruine suiker en een beetje limoensap.

    Leg de teefjes op een bord en bestrooi het met het fruit. Schenk er honing (met eventueel kaneel) overheen. Dat moet het ongeveer zijn.

    De rest van de dag een beetje gewinkeld langs al de pandjes die de inspiratie waren voor Disney. Nog even bij de makelaar langs geweest om te zien of een vakantiehuisje in Fort Collins in ons bereik ligt. En verdomd, voor een kleine 120.000 dollar koop je hier een alleraardigst huisje......sparen! Wie doet er mee?

    https://www.youtube.com/watch?v=GGrvY1xoUko
    Meer informatie

  • Bound fo Glory

    30 juli 2017, Verenigde Staten ⋅ ⛅ 19 °C

    Vandaag gaat de reis naar Morrison, Red Rock Theater. Een van de mooiste openlucht theaters van de wereld. Red Rock is helemaal gelegen in een door de wind in theatervorm geblazen rode gesteente. We gaan Susan Tedeschi en Derek Trucks zien (en dat is volgens de Rolling Stone dan weer de beste live band van de wereld). We maken de reis niet via de snelweg, maar rijden de langzame maar mooie route: The Peak tot Peak Byway, dwars door de Rocky Moutains. Het eerste plaatsje wat we aandoen is Ward. Ooit een stad voor (goud)delvers, nu een plaatsje voor de deplorabelen (zoals Clinton dat zo mooi kan zeggen). Het is een half verlaten dorp met houten huizen en caravans, met tientallen verrotte (kalssiek modellen en recentere modellen) krotten van auto's langs de weg, wegdek vol potholes en onkruid, dichtgetimmerde ramen, ingegooide ruiten, ingetrapte deuren, verroeste objecten van ijzer en hier en daar een bewoond pand. En vooral heel veel wielrenners, gek genoeg. We rijden een rondje door het dorp maar besluiten de koffie ergens anders te drinken.

    Dat wordt het dorpje Nederland. Zogeheten omdat een mijn daar ooit werd opgekocht door een Hagenees. Wel grappig, het is dus niet in het Engels geschreven, maar gewoon op z'n Nederlands. We nemen een bakje koffie in de oude "circus" trein van Buffalo Bill, draaien een rondje in een Nederlandse antieke draaimolen en we eten in de plaatselijke Rocky Mountain Oyster grill (een oester van het aparte soort, zal ik maar zeggen) een lekkere Egg Benedict en een wafel met gefrituurde kip (en hete saus en ahornsiroop). Inmiddels komt het water met bakken uit de hemel. We rijden verder.

    Er is nog 1 tussenstop gepland. Hermitage Square in Golden. Ooit gestart als de eerste dependance van Disney, nu zou het niet misstaan op de website Abandoned Places. Ongelofelijk triest, vervallen en sneu. Zo erg dat het wel weer een soort van schoonheid heeft. Hekken om de panden omdatz e op instorten staan, kermis attracties die piepen en kraken, een lege parkeerplaats en veel (heel veel) mexicanen met hun kinderen.

    Dan door naar Red Rocks Theater. Een prachtige plek  tussen enorme rode rotsen, met uitzicht op Denver en de Rockies in de verte. Magisch. De loop erheen is al prachtig. Via een paadje tussen de rotsen door ontwaart zich langzaam het Theater. Het is enorm, maar ook ongelofelijk mooi, vooral als na de 2 bands in het voorprogramma de TedeschiTrucksBand om 8 uur begint en de schemer invalt. De rode rotsen worden zacht uitgelicht en Susan en Derek spelen de sterren van de hemel. Hun 10 koppige band knalt er op los en de een na de andere gast (Jack & Jorma van Hot Tuna, Oliver, Chris & Jano van de Woodbrother, de orginele toetsenman van Joe Cocker en John Bell van Widesrepad Panic)uit de buurt komt het toneel op. Susan is zo op dreef dat ze zelfs de gitaar in haar nek legt in 1 van haar heerlijke bluessolo's. In de gospel-delen van de show gaat ze qua zang helemaal tot het gaatje. Wat een stem.

    Begonnen we de avond nog met een enorme regenbui, als Susan en Derek spelen klaart het weer op en kijken we tegen een plafond van sterren. In de verte branden de lichtjes van Denver. En natuurlijk vult de lucht zich ook met mariuhana, want die is nu legaal in Colorado, dus elke volwassene moet nu stoer met z'n joint staan zwaaien (ook al mag dat eigenlijk niet in het openbaar).

    Na 2 uur spetterende Blues, Soul en Rock sluiten ze af met Bound for Glory. Dan is het tijd om naar ons adresje voor deze nacht te gaan, een B&B in Denver. Daar lig ik nu dit verhaaltje te typen terwijl de dames al in slaap zijn gevallen na een indrukwekkende dag. 

    https://m.youtube.com/watch?v=ztkqKpTd3DE
    Meer informatie

  • No Sleep Till Brooklyn

    31 juli 2017, Verenigde Staten ⋅ ☀️ 20 °C

    Gisteravond laat aangekomen in ons overnachtingsadresje in Englewood, Colorado (vlak onder Denver). We moeten in de donkere nacht door een tuintje naar een wat verscholen deur met code. Keurig volgens de instructies van Melanie volgen we de lichtpaaltjes langs de stepstones door de tuin. Een net 2 kamer appartementje aan een typisch amerikaans wit plastic bungalowtje vastgeplakt.

    Een collectie koekjes onder een folietje en snackkaasjes staan in de koelkast. Lekker geslapen na een indrukwekkende avond.

    Vanmorgen vroeg, vlak voor vertrek nog even een praatje gemaakt met de eigenaresse van het appartementje (ze had met ons te doen gehad toen gisteravond de grote regenbui over het gebied trok) en hup, in de auto richting het centrum van Denver. Denver is een alleraardigste stad. Niks bijzonders, maar gewoon aangenaam om even doorheen te lopen. Veel kunst in de winkelstraten en veel leuke winkels. We ontbijten (o hoe cliché) bij Starbucks.

    Na wat winkelen en kleding neuzen zoeken we een lunchplekje. We vinden die bij Maggiano's Little Italy. Van buiten een flauwe doorsnee eettent in een Shopping-Mall, maar van binnen zoals je bij een Italiaans restaurant in New York verwacht. Bruin houten pilaren en lambrisering, booths/zitjes met donkerbruine skai-bekleding, okergeel behang, zwartwit forto's van familieleden aan de wand, hagelwitte napkins, gouden relief plafondplaten, Frank Sinatra uit de boxen en grote groene palmen ter verlevendiging van het geheel.

    Sergio is onze ober. Mooi in zwart/wit oberkostuum, donkere haartjes met vet strak achterover gekamt. Hij ziet gelijk dat Robbie een shirt aan heeft van de New York Mets (Baseball) uit Brooklyn. In een onvervalst Italiaans/Amerikaans accent (zie Godfather) wijdt hij uit over zijn Brooklyn, dat hij er geboren en opgegroeid is en nog maar weinig komt, daarom nooit meer de Mets kan zien spelen, De Mets in Colorado ook nooit op televisie komen en hij Brooklyn zo mist.

    Ondertussen prijst hij in een paar bij zinnnen de pasta with Italian sausage, de chickenbroth with meatballs, Linguine di Mare, Chef KB's Lobster Carbonara en Linguine & Clams aan. Robbie was zich geheel niet bewust van de betekenis van haar shirt, dus kijkt ze de ober meewarig aan na zijn spraakwaterval.

    De pasta, panini met soep en bruschetta's van de bar smaken uitstekend. We lopen nog even langs het hotel waar we in 2011 met Opa en Oma hebben gelogeerd en gaan dan met de gratis bus naar het einde van de winkelstraat. Daar ligt het prachtig opgeknapte Union Station. Plaatje. Dan plankgas weer terug naar huis, waar Erica die avond een poging doet om Maggiano's te evenaren met haar onvolprezen Pasta Carbonara.....en ik moet zeggen.....

    https://www.youtube.com/watch?v=07Y0cy-nvAg
    Meer informatie

  • Snake in the Bed

    1 augustus 2017, Verenigde Staten ⋅ ☀️ 23 °C

    Vandaag 50 kilometer weggetrapt op de fiets in 30 graden. Fort Collins kent prachtige fietspaden (ik zou haast zeggen van Almeriaanse kwaliteit). Een deel gaat langs de wegen, maar nog een veel groter deel gaat langs de rivieren en door de mooie parken  en natuurgebieden in en om Fort Collins. Via de PowerTrail, naar de PoudreTrail, naar de OverlandTrail, de SilverCreekTrail, de FossielCreekTrail en dan weer naar huis. Veel heuvels, weinig kruisingen, mooie uitzichten.

    Het grootste deel is een prachtig aangelegd fietspad, met om de 10 kilometer een echte reparatiehoek voor de fiets, met aan stalen kabels allerhande gereedschap en een fietspomp. Da's luxe. En natuurlijk veel bankjes onderweg die opgedragen zijn aan overledenen. En uiteraard ook hier regelmatig een bordje "adopted by........" om het geheel te financieren en iedereen het gevoel te geven dat het van "ons allemaal" is. En natuurlijk de huisregels: Niet (electrisch) roken en blowen op het fietspad.

    Enige nadeel, eenmaal uit het centrum weg kom je 30 kilometer lang geen cafeetje meer tegen. Wel allerlei beesten: herten (vlak bij ons bankje), stokstaartjes eigenwijs staand op hun uitgegraven holletjes, mooie vogels, een lama en.........tada......een slang. We werden al gewaarschuwd op door tegemoetkomende mensen op het fietspad: "Watch the snake, don't run over it!". De slang was inmiddels van het pad af en de grote jongen van 1,5 meter kroop zachtjes door het gras. Erica had goosbumbs allover. Daarna volgende alleen nog maar meer bordjes met waarschuwingen voor Rattlesnakes.

    Het eerste deel van het fietspad was nog wel druk ook. Zo druk zelfs dat langs de kant van het fietspad allerlei goedbedoelde tips over hoe te fietsen (Keeps kalm, Use audible signal when passing, Pass left, Reduce speed before entering blind curve) op bordjes in het gras geprikt stonden. Blijkbaar moeten ze er nog wel aan wennen, dat fietsen.

    Na 45 kilometer was het lunchtijd. Maar inmiddels waren we midden op een typsich Amerikaanse strip aan het begin van de stad beland met allerlei foodchains en kleine bedrijfjes. Tot mijn geluk zag ik er een                                             

    kleine brouwerij. Ze hadden een voormalige garage omgebouwd tot een leuke brouwerij annex kroeg (Zwei Brewery, inderdaad Duits bier). We gingen zitten en zoeken menukaart. "We koken geen eten" staat er op de kaart. Elke avond komt er een foodtruck langs en 

    dan kun je  eten en bierdrinken, maar......"We hebben er geen bezwaar tegen als u ergens anders uw eten haalt, het hier op komt eten met een goed glas versgebrouwen bier" staat er op de achterkant van de kaart. Kijk dat is nog eens een kroeg. Dus hop naar de PandaExpress (nasi/noodles met chinese kip) om een bakje eten te halen. Terug de kroeg in en daar onder het genot van een groot glas bier (Amber Weizen) de lunch genieten.

    De laatste 5 kilometer naar huis fietsen vielen zwaar.....

    https://www.youtube.com/watch?v=H-z1XqXm7pQ
    Meer informatie

  • All the Time in the World

    2 augustus 2017, Verenigde Staten ⋅ ☀️ 20 °C

    Vandaag de Cache la Poudre River af met een raft. De naam van de rivier (Frans voor "Verberg het poeder") is een verbastering van de originele Cache à la Poudre. Het verwijst naar een voorval in 1820, toen Franse opstandelingen, die door een sneeuwstorm werden belaagd, gedwongen werden om een ​​deel van hun kruit langs de oevers van de rivier te begraven.
     
    Maar goed, half 10 melden bij de Raft-company. We worden ontvangen door een (iets te) enthousiaste medewerker, Jake. 25 jaar, baseballpet op, hipster baardje, sportief lijf, ¾ sportbroek laag op de heupen, Hawaii-shirt, zonnebril vast met een brillensokje. Alles is Awesome.

    We tekenen een verklaring dat alles onze schuld is. We worden in een life-jacket gesnoerd en mogen een plastic pothelm uitzoeken. Dan volgt de instructievideo. Na de video wordt alles nog eenmaal samengevat door Jake: when you fall in the water, don’t  panic, always listen to the guide, nose above the water/toes above the water.
     
    Dan met z’n allen in de typisch Amerikaanse gele schoolbus. Heel leuk hebben ze op de voorkant de S en de H afgeplakt. Boven op de bus zijn 2 rafts gebonden en achter de bus hangt een trailer met nog eens 5 rafts.
     
    In de bus blijkt Jake ook nog eens een komiek van het flauwste soort:

    We komen een wagen met hooi tegen en roept keihard door de bus: Hey
    Hij vraagt wie het vandaag voor de eerste keer doet. De helft van de bus steekt zijn hand op. Hij zegt dan tegen de chauffeur: so many people for the first time in a bus.
     “Heeft iedereen de helm op, want dat is voor de veiligheid in de bus”.
    Nou ja, dat niveau dus.
     
    Op de startplek van de raft aangekomen mogen we in de boot van Carson. Gebruind lijf, pet op, zonnebril, gebatikte ¾ broek, 3 dagenbaardje en al even flauw als Jake. Uiteraard is alles weer Awesome. Hij legt snel uit dat Robbie en ik vooraan in de boot via telepathie moet zorgen dat we tegelijk peddelen. De rest van de boot met ons tempo volgen. Carson geeft de commando’s: peddle like a Vikingboat!
     
    Onderweg de ene naar de andere flauwe grap: “Heb je gehoord van van de enorme brand in het circus.......het was intens.....” (even in het Engels doen en hardop zeggen). Dat niveau.
     
    Maar Carson vertelt ondertussen veel van de omgeving, heeft allerlei beangstigende benamingen voor de rappids (Devils Staircase, Thunderrappid, Killing water), stuurt ons vakkundig tussen de rotsen door en als hij wel een rots raakt doet hij dat soepeltjes (“smooth as Micheal Bolton”). De rappids zijn niet al te zwaar en leuk. Na elke rapid volgt een Hig Five met de 7 peddles in de boat. We doen het uiteraard Fantastic!! volgens Carson.

    Maar vooral de omgeving is prachtig. Kleine tussenstop, nog weet 10 minuutjes met de bus en het volgende stuk van de rivier kunnen we af met onze raft.
     
    Na de raft hebben we honger en gaan wat eten bij LUCILE’S CREOLE CAFE. Volgens de kenners hier in het dorp een echte authentieke Cajun-tent. Nu is dat zo’n beetje het allerlekkerste eten van Amerika (en volgens kenners 1 van de betere keukens in de wereld). Dus de lat ligt hoog. We beginnen met koffie en biegnets (al la Cafe Du Monde in New Orleans). Grote vierkante "oliebollen" met veel, heel veel poedersuiker. Daarna een Jambalaya, Gumbo, Cornbread en Egg Benidict Sardou (met spinazie). Heerlijk was het, bijna alsof we weer in New Orleans waren. En laat nou ons favoriete bandje uit New Orleans (the Subdudes) hier ook gegeten hebben. Het was zo lekker dat we zelfs om een doggiebag hebben gevraagd. Toptentje dus.
     
    Vanavond treed Wendy Woo op in het park midden in het Universiteits-complex van Fort Collins (wat echt enorm is, inclusief sportcomplex en een enom stadion voor de Rams). Leuke setting. Veel groen, stokoude bomen, prachtig strak gemaaid gras, heuveltjes, meertje. Alle Amerkanen nemen hun klapstoel, dekens, koelboxen en speelgoed mee en gaan lekker in het park zitten, luisteren naar muziek en een praatje maken. Het parkje wordt omringd door foodtrucks. Eerst worden uiteraard uitvoerig de sponsoren bedankt en dan kan de band starten.
     
    En dan blijkt dat ook in het Rock&Roll-circuit van Amerika er zeer middelmatige talenten rondlopen. Wendy Woo zou net zo goed Wendy Who kunnen heten. Maar goed, op je stoeltje, in het park, omringd door foodtrucks en een koppie koffie. Alle tijd van de wereld.  

    https://www.youtube.com/watch?v=alcK9ZgykLs
    Meer informatie

  • Coulee, The Prairie Song

    3 augustus 2017, Verenigde Staten ⋅ ☁️ 11 °C

    Vandaag een bewolkte dag. Tijd voor de Prairie. Daar zijn niet tot nauwelijks bomen, dus daar wandelen in de volle zon bij 32 graden is niet wijs. Vandaag is de ideale dag. Net ten noorden van Fort Collins ligt de Soapstone Prairie Natural Area. Het is een breed uitwaaierend open landschap van bijna 19.000 hectare. Prachtige vlaktes waar je in je fantasie elk moment een hele horde bizons voorbij hoort denderen, achter nagezeten door jagende mannen. Echt een cowboylandschap. Via een lange gravelroad komen we langzaam dichterbij het glooiende landschap. Onderweg zien we aan onze linkerhand een horde bizons, die sinds een paar jaar weer in dit gebied leven. Verder is er niks....het geluid van de banden over het gravel, wind en het geluid in je hoofd. Na een mooie route lopend over de heuvels, lunchen we midden op de prairie bij een overdekt picknick tafeltje. Onderweg zijn we 1 man (en een slang) tegengekomen. Daarna terug naar Fort Collins.

    In de achtertuin van Fort Collins ligt het Lory State Park. Het is een half uurtje rijden, maar het landschap is totaal anders. Mooie bergen, dennenbomen, rode stenen en....een flinke klim naar Arthur’s Rock. Helemaal bovenin. Heel licht dondert het in de wolken ver weg. Boven op de Arthur’s Rock hebben we een adembenemend uitzicht over het meer waar we vorige week nog SUPte en Fort Collins. Ook hier weer totale stilte....vogels, wind, geluid in je hoofd en heel in de verte het gedonder van dreigend onweer.

    De weg terug gaat veel makkelijker. Alleen worden we overvallen door een flinke bui hagel. Met natte koppies (en een verzwikte enkel van Robbie) komen we weer bij de auto aan.

    We eten in één van de brouwerijen van Fort Collins. Deze keer is het Coopersmith Pub en Brewery. Een gezellige bar met (naar zou blijken) heerlijke burgers. De “Johnny Cash Ring of Fire Burgers” zit vol met BBQ saus, jalapeno-pepers en gorgonzola. Een paar heerlijke gefrituurde unionrings en een lekker glas eigen gebrouwen IPA erbij en klaar is kees. Buiten speelt het plaatselijke Mexicanen-orkest op het toneel op het plein vrolijke dansnummers en zitten weer hordes Amerikanen met klapstoeltjes te kijken. Op de terugweg even snel een kop koffie gehaald bij de drive-through van “Dutch bros”. Of we een klantenkaart wilde vroeg de vrolijke koffiedame aan het raampje. Nee lachte we, wij zijn op vakantie, we zijn Dutch (wijzend naar het opschrift op haar shirt). Wat we hier doen, vraagt ze. “4 weken vakantie houden”. “DANG!!” roept ze uit om haar verbazing te laten blijken. “Oh oke, huizenruil”, nee daar had ze dan nog nooit van gehoord. “Auto ook geruild? Awesome” “Was de tiener ook geruild?” hahahaha. We rijden vrolijk door naar huis. 

    https://www.youtube.com/watch?v=OY1bp2JLAww
    Meer informatie

  • I do

    4 augustus 2017, Verenigde Staten ⋅ ☁️ 15 °C

    Vandaag aandacht voor de Sign Shaker. Hij viel ons al een paar keer op op College Av., de grote doorgaande weg richting centrum. Er staan er een paar, maar niemand zo goed als Tim.

    Een Sign Shaker is iemand die een reclamebord voor een lokale ondernemer vasthoudt langs de weg en daarmee zwaait om de aandacht te trekken. Waarschijnlijk op plekken waar reclameborden niet mogen, of misschien is dit wel effectiever gebleken. Meestal worden die borden vastgehouden door mensen waarvan je inschat dat ze niet behoren tot de kroon der natie. Meestal gaat het om aanbiedingen, etenswaar, grote uitverkopen of iets dergelijks. Maar Tim valt wel heel erg op en is heel speciaal. Met een reclamebord in de hand, koptelefoon op, maakt hij de meest waanzinnige moves. Hij dans, haalt capriolen uit met zijn reclamebord, trekt aandacht van automobilisten en lijkt er helemaal in op te gaan in zijn job. Eindeloos gaat hij door, de hele dag. En Tim is zelfs “getransfeerd” door een lokale verfhandel. Hij was ooit werkzaam voor een firma uit Denver, maar Fort Collins heeft hem opgekocht.

    En hoewel er langs de weg wel meer Sign Shakers staan en sommige ook proberen Tim naar de kroon te steken....Tim blijft onze favoriet.

    Tim is zo beroemd dat hij zelfs een eigen “Story of” heeft op YouTube (https://www.youtube.com/watch?v=G2qjLe-4I1k).

    Maar goed , hij viel ons vandaag weer op opweg naar Reservoir Ridge Natural Area. Een mooi natuurgebiedje tegen Fort Collins aangeplakt. We hadden er al eens een stukje doorheen gefietst, maar de heuvels oplopen leek ons nog leuker. Wel een beetje sneu dat wij dachten met onze hike al een aardige prestatie neer te zetten, terwijl je dan voorbij gerend wordt door joggers die dezelfde route rennend afleggen.

    Na de hike nog even Old Town in. Cadeautje gescoord voor de Olsens voor hun fijne ruilhuis de afgelopen 14 dagen. En we konden het niet laten, toch nog even bij Lucile’s een lekker Cajun lunch halen (dit keer Rice & Beans, Cornbread en Gumbo). We werden hartelijke onthaald door de “lovely hostes” (de benaming die ze krijgt van haar eigen collega’s): “Oh you’re back!! So nice to see you Dutch people again, Danke Schön”. De "Lovely hostes" blijft ons maar demonstreren hoe goed Duits ze spreekt. We laten haar in haar waan. Vast lief bedoeld. En het eten was weer top.

    Vanavond nog even naar wat lokale Rock &Roll sterren gekeken op het centrale pleintje. De zanger dacht dat hij een mengeling was tussen Mick Jagger, Peter Wolf en Madonna. Onrustig dansend over het kleine podium (en soms het hele plein) zong hij nog wel een aardig deuntje Rock weg.

    Het is hier bijna elke avond raak met gratis livemuziek buiten En elke keer weer slepen de Amerikanen hun tuinstoelen mee om rustig met een potje bier te genieten van de muziek. Wel grappig want het is een echte bierstad, maar bier drinken op straat of überhaupt buiten is uit den boze. Maar vanavond op het plein mag je zomaar buiten een Odell biertje drinken, mits.......mits je achter de getrokken lijnen blijft. Bij de lijn staat een bewaker nauwkeurig te controleren of je toch niet stiekem een biertje meesnoept naar de rest van de straten.

    Morgen ons laatste volle dagje Fort Collins. Beetje verliefd geworden op het plekje...toch wel. Yes I Do.

    https://www.youtube.com/watch?v=w5h0A1u-XsE​
    Meer informatie

  • Let's Take a Ride

    5 augustus 2017, Verenigde Staten ⋅ ☀️ 20 °C

    Vandaag laatste hele dag Fort Collins. Vroeg op om in de Het Roosevelt National Forest nog een stevige wandeling te pakken. We kiezen voor de Hewlett Gulch Trail. Vroeg op omdat de boekjes schrijven dat het een redelijk drukke trail is. Hij stijgt een paar honderd meter en 16 kilometer lang, en dan wil je ook niet in de bloedhete zon lopen. Bij de start zijn we ook zo goed als alleen op de trail. Hij begin al mooi, een dal tussen twee bergen en om de paar honderd meter moeten we via rotsblokken over watertjes en beekjes lopen. Na de eerste helft begin het stevige stijgen. We lopen door gras tot aan ons middel. Dat komt omdat de meeste bomen om ons heen bij een heel grote bosbrand enkele jaren geleden volledig zijn afgefikt. Het bos ziet nu zwart van de bomen, zal ik maar zeggen. De bosbrand was zo groot dat wetenschappers zich erover hebben gebogen hoe dat nu heeft kunnen gebeuren. Bijna 1/3 van de bomen in Roosevelt National Forest zijn verbrand. Blijkt dat bosbrandjes eigenlijk in dit gebied van nature veel voorkomen. Zo houdt de natuur zich in evenwicht. Maar afgelopen decennia heeft men elk klein bosbrandje onmiddellijk geblust. Het gevolg was dat de bomen ongebreideld konden groeien en er als het ware een bos vol buskruit ontstond. Toen de vlam in de plan sloeg was het ook gelijk goed raak en was de brandstofvoorraad voor het uur bijna oneindig. Gevolg is wel dat er nu weer tal van grassen en struiken groeien die jaren weg waren geweest. En de policy nu is: “beheerst laten branden” (tenminste zo heeft Carson het ons op de Raft uitgelegd en hij had er voor gestudeerd, dus het zal wel kloppen).

    Naarmate de ochtend vordert wordt het steeds drukken en blijkt de trail vooral gebruikt te worden als honden-uitlaatplek. Iedereen had minimaal 2 honden bij zich.

    En net toen wij zwoegend en zwetend de top van de trail hadden bereikt, werden we gepasseerd door weer zo’n iets te fitte Amerikaan. Dit keer eentje op een mountainbike (met zijn hond achter zich aan).

    Om 12 uur waren we klaar, naar huis gereden en Robbie opgehaald om haar favoriete uitje te doen: naar de Super Target! Dat is een enorme supermarkt/warenhuis, met alles voor een habbekrats (en iets meer). Dat is pas leuk. Na een sinaasappel-wortel-gember-thee te hebben gedronken bij een plaatselijke theespeciaalzaak, waar we voordat we een kopje thee kregen uitgebreid werden geïnformeerd over de honderden theesmaken in hun Wall of Tea, hebben we een leuke trail door de Super Target gemaakt.

    Daarna naar de overkant gefietst en bij DC Oakes Brewhouse And Eatery een lekker eigen gebrouwen bier met Fish&Chips verorberd.

    Vanavond nog even met de buurman gekletst. Hij bleek bassist te zijn geweest in Memphis en daar met de grote jongens te hebben gespeeld. Kende uiteraard de Sun-studio goed. Hem even fijntjes gewezen op de wereldhit van Paul Chevrolet and the Rockin Cadillacs die daar is opgenomen. Was hem even ontgaan. Hij woont nu 2 jaar in Fort Collins en wil niet meer terug. Te mooi hier. Heeft wel weer een basgitaar gekocht.

    Nu is het opruimen, huis aan kant, koffers pakken en morgen rijden richting Denver airport. Daar pakken we de huurauto, leveren de huissleutel en autosleutel weer in bij de familie Olsen die dan net terug zijn uit Almere.

    Wat een mooi huis, wat een leuke stad en wat een leuk vrienden (de Verbeecks) hebben Jim, Annette en Sydney toch. Dank dat we in jullie woning mochten zijn deze 14 dagen! We zijn een beetje verliefd geworden op Fort Collins.

    Wij pakken morgen de auto voor het maken van een twee weken rondrit door Colorado en New Mexico. Let’s take a ride.....

    https://www.youtube.com/watch?v=7OceM3uEez0
    Meer informatie

  • Darker Shadow

    6 augustus 2017, Verenigde Staten ⋅ ⛅ 17 °C

    Fort Collins had ook moeite om afscheid te nemenvan ons. De hemel huilde de hele dag dikke tranen. Druilerige dag dus. De eerste volle natte dag sinds we hier zijn. Na de laatste check op de schoonmaak van het prachtige huis van de familie Olson, vetrekken we richting Denver. Een snelle hap in de broodjesketen Panera Bread en wat shopping in de fabriekswinkel van Nike en dan vol gas naar Denver Airport. Daar hebben we onze huurauto gehaald, Annette en Sydney Olson opgewacht en wat wederzijdse ervaringen uitgewisseld. Wij genieten van de bergen, zij hebben genoten van de zwanen om ons huis in Almere.

    Dan gaat het richting Como, een Ghost-dorpje tegen de rug van de Rockies.

    Vanaf Denver rijden we via Highway 285 de Rockies is. Het wordt al redelijk desolaat. Geen fatsoenlijke stad of dorp meer te bekennen. Allemaal aftandse dorpjes met veel rommelige huizen en troep langs de weg. Een restaurant zoeken langs deze weg is nog best ingewikkeld. Van buiten zien ze er allemaal niet uit, maar uit ervaring weten we dat je het soms goed kan treffen. Wij eten uiteindelijk in Bailey bij Rustic Station. Een blankhouten hut met aan de wanden grote opgezette dieren. Een elandenkop, zwijnskop, hertenkop en boven de bar een complete mountainlion op een boomstam. We zitten hier duidelijk tussen de locals. Iedereen wordt door de serveerster omarmd of liefkozend toegesproken. 

    Na een Ruebensandwich (rundvlees met zuurkool en gesmolten kaas) en een broodje pulled pork rijden we nog een halfuurtje door. Ineens eindigen de Rockies, rijden we stijl naar beneden en krijgen we een haast eindeloos uitzicht over zacht glooiende weilanden, hier en daar een verdwaalde zwarte koe en af en toe en rood/witte houten boerderij. Bijna onwerkelijk deze overgang.

    Dan komen we aan in Como. Werkelijk een afbraakdorpje.

    Como is opgericht door gelukzoekers die goud zochten tijdens de Colorado Gold Rush rond 1860. Como heeft zijn naam te danken aan mijnwerkers uit Como, Italië, die in de kolenmijnen werkten. Eind 1800 werd Como een depot van de Pacific Railroad. In die tijd woonde er zeker 2000 mensen in Como en was het met een bars, kerk, school en winkels een echt stadje. Later diende Como als verdeelpunt voor treinen naar het noorden, simpelweg omdat er in het gebied kolen werden gevonden en het daarmee de dischtsbijzijnde kolenlaadplek dichtbij Denver was (want reinen reden in die tijd immers op kolen). Maar daarna kwam de klad in de mijnbouw, werd de hogway aangelegd en had de spoorlijn zijn nut verloren, en dus liep Como helemaal leeg. De laatste trein reed in 1937.

                          Veel van de historische gebouwen staan er nog, maar zijn niet of nauwelijks onderhouden. Het originele spoorweg restauranthotel was jaren een restaurant maar is nu ons hotel. Ooit was het sjiek hotel en had het 43 kamers, nu heeft het er 3.

    Voor de rest hebben in het dorp nog 36 mensen hun vaste woonplaats, is de supermarkt annex bar al jaren dicht (terwijl de inventaris plus enkele artikelen er nog totaal verstoft instaan) en worden de paar wat opgeknapte huisjes voornamelijk in de zomer bewoond.

    Terwijl we over het zandpad naar het spoorweghotel rijden komt David, de eigenaar, ons tegemoet lopen, met naast zich een enorme witte pluizige hond, Shadow. David is, gezien zijn tongval, duidelijk Brits van oorsprong. In versleten  en bevlekte kleding treedt hij ons wat schuchter tegemoet. Hij vertelt op zijn Brits, met de nodige understatement, verhalen over het dorp. Hij is hier 9 jaar geleden naar toegekomen om een restaurant te beginnen, “but it didn’t make any money”.

    We komen een oude bar binnen. David wijst ons de koffiemachine en de glazen voor bier en wijn, laat ons de eetkamer/leefruimte zien en wijst ons de weg naar onze kamer. Hoewel alles er (zeker van buiten) vervallen uitziet is het van binnen toch een soort van netjes.

    David feliciteert ons nog even netjes met de overwinning van het vrouwenelftal.

    Wij hangen nog even in de leefruimte, waar David het haardvuur opstookt. Morgen gaan we de wandeltocht door Como doen. Op advies van David doen we dat vroeg: “beautiful things can happen in de moutains early in the morning.

    Als we naar bed gaan zit David in de hoek van de bar met aan zijn voeten de enorme Shadow.

    https://www.youtube.com/watch?v=S1Wo9rZ3nSE
    Meer informatie

  • Castle Made of Sand

    7 augustus 2017, Verenigde Staten ⋅ ☀️ 18 °C

    Slapen in een afbraak hotel maakt doorgaans niet dat je lange nachten maakt. Dus vroeg op. Aan de bar beneden in het hotel ligt Shadow al op de wacht. David komt binnen gekleed in dezelfde smoezelige kledij van gisteren. Hij zou er toch niet in geslapen hebben? Gereserveerd vriendelijk begroet hij ons en zegt dat hij nog even iets gaat halen. Hij komt terug met een grote schaal vol muffins, croissantjes en cakejes. Zo vers uit de verpakking. Maar goed, er was niet eens ontbijt beloofd. En bij gebrek aan een andere faciliteit in Como, namen we toch maar een cakeje bij de koffie.

    We proberen David nog te ontfutselen wat hij dacht toen hij 9 jaar geleden dit hotel kocht. Hij haalt zijn schouders op. “It looked like a good idea back then. It was a bigger project than I thought it was”zegt hij droogjes. Hij vertelt dat hij in het andere deel van het pand druk bezig is met 5 grote kamers die allemaal een eigen badkamer hebben. Maar omdat hij zijn hotel helemaal alleen runt en hij sinds dit jaar eigenlijk elke dag gasten heeft, vinden al die andere projectjes maar geen afronding. En hij doet alles zelf, want personeel betalen kan niet en uit andere dorpen halen is vanwege ontbreken van vervoer ook niet mogelijk.

    Hij vertelt alles met een droge glimlach om zijn mond, waar Erica en ik niet uit kunnen aflezen of hij het nu echt naar zijn zin heeft of eigenlijk soms ook zijn eigen uitzichtloze situatie beschouwt. Neemt niet weg dat het een uniek plek is, zo midden in een Ghosttown.

    We maken de ochtend nog een wandeling door het dorp langs verlaten, half verlaten en bewoonde panden (en kruisen de weg met een vos) en rijden dan verder over de 285 naar het zuiden. We maken een korte tussenstop in Fairplay. Fairplay is zo genoemd omdat daar zich mensen vestigden die pas tijdens de top van de goldrush naar dit gebied trokken om zich te willen aansluiten bij de pioniers onder de gelukzoekers. De pioniers wilden niks van deze mensen weten en sloten de nieuwkomers uit. Dat vonden de nieuwkomers niet eerlijk.....ze verzamelden zich in een dorp en noemden het Fairplay.

    Daar is een klein openluchtmuseum waar een mijnwerkersdorpje is nagebouwd. 50 gebouwen zijn gered van de ondergang en opnieuw opgebouwd in het museum, inclusief authentieke inrichtingen. Leuk om te zien en ongelofelijk rustig (we zijn de enigen), want het weer is “onduidelijk”. Als de zon schijnt is het snel warm, maar grote delen van de dag is het fris door het wolkendek en de regen (en zelfs een bultje sneeuw gezien).

    We rijden verder naar Salida. In Salida heerst “sport”. Raften, mountainbiken, kanoën, skiën, klimmen. Alles ademt buitensport uit. En het stadje ademt voor de rest dezelfde vrolijkheid en relaxtheid uit. Allemaal toffe winkeltjes, leuke eettentjes, volle gezellige terrassen en boetiekjes. Gezellig stadje. Onthouden.

    Door naar de Great Sand Dunes. Was het in Salida nog zonnig, nu rijden we de donkere wolken in over de eindeloze plains. Prachtig, onwaarschijnlijk veel ruimtes, maar als je slaperig bent na een brakke nacht, ook hypnotiserend en slaapverwekkend. Dus in de middle of nowhere bij een koffietentje op een kruising gestopt. Bakje cafeïne naar binnen en door.

    Om half vier komen we aan bij onze lodge met uitzicht op de Sand Dunes. Met bakken komt het uit de hemel, dus heel veel van de Dunes zien we niet.

    Snel een Navajo fried bread (een indianenoliebol met vlees, bonen, kaas en tomaten) gegeten in de enige eettent in een straal van 50 kilometer. Nu is het droog en zien we eindelijk hoe mooi de Sand Dunes eigenlijk zijn. Door ons blikveld schieten constant Hummingbirds (kolibri). Zo mooi.

    Morgen gaan we Snowboarden en Sleeën...in het zand. Als het droog is.

    https://www.youtube.com/watch?v=bn6ZvGDovjw
    Meer informatie

  • Theme of Breaking Bad

    8 augustus 2017, Verenigde Staten ⋅ 🌙 15 °C

    Vroeg op om voor de hitte uit de Sand Dunes te beklimmen. Het heeft de hele nacht geregend, maar nu schijnt de zon voorzichtig tussen de wolken door. De vele regenbuien maakt dat er van zandsleeën en zand-boarden niks gaat komen. Daar is kurkdroog zand voor nodig.

    Binnen 5 minuten van het hotel rijden we de Great Sand Dunes National Park and Preserve in. Het park is 342 km² groot, waarvan ongeveer 80 km² uit duinen bestaat. De hoogste duin die we (en naar later zou blijken alleen ik) gaan beklimmen is 230 meter hoog en behoort tot de hoogste van Noord-Amerika.

    Het gebied is een wonderlijk samenspel van geologische toevalligheden. Veel zand uit nabijgelegen bergruggen waait in de richting van de Dunes. Daar stroom een rivier in een soort U-dal met allerlei kiezels. Het zand wordt nat, plakt aan de kiezels en stapelt zich op. Het is ook zo nat dat zelfs op grote hoogte je na een klein beetje graven water tegenkomt.

    We steken de rivier over en starten de beklimming. Al gauw blijkt dat de dames dit niet gaan trekken. Alleen loop ik in een uur door naar de hoogste duin, om vanaf daar een spectaculair uitzicht te hebben over de 80 km² duinlandschap tegen een decor van de nene kant de Rockie Mounains en de andere kant de eindeloze plains. Door de regen van de nacht zijn de scheidingen tussen de noordzijde (nat) en zuidzijde (droog) nog scherper. Ook weer mooi. Ik ga er even een 15 minuten voor zitten. De wind maakt een vreemd fluitgeluid over het zand.

    Beneden gekomen rijden we richting Taos. Na een klein halfuur komen we op highway 159 en zegt mijn navigatie “deze we 160 kilometer volgen”. Wat volgt is 160 kilometer lang een spectaculair landschap met aan de ene kant bergen en aan de andere kant uitzichten zover je kan kijken. Het landschap is uit duizenden herkenbaar en je waant je zo in “Breaking Bad”. Her en der staan wat verloren trailer waar je elk moment Walther White en Jesse Pink uit ziet wandelen. Het uitzicht reikt zover dat we tientallen kilometers voor ons het noodweer kunnen zien waar we later in zouden terecht komen.

    Maar eerst lunchen. Dat doen we in San Luis. Plaatsje van niks. Eigenlijk geen keus, alleen "Misses Rio" is open en heeft luncht. In de tuin staat een "For Sale" bordje...Achter het pand kunnen we parkeren, waar we de auto zowat boven op een slang parkeren.

    De deur van het restaurant gaat open en we stappen een schijnbaar totaal lege eetzaal binnen, Veel rood, rode nepplanten, plastic tafelkleden, versleten groen tapijt en niet te duiden schilderijen aan de muur. Alleen in de hoek zit een jonge man met piratendoekje om het hoofd, vlecht tot tussen zijn schouderbladen, een hangsnor en oren vol oorbellen in het oneindige voor zich uit te kijken (volgens Robbie duidelijk onder invloed van een net in Colorado gelegaliseerd plantje) Hij lijkt ons niet waar te nemen. Hij zegt niks en peuzelt eenzaam aan een hamburger. Beetje een David Lynch decor, zal ik maar zeggen. We bestellen een Mexicaanse hap. In de keuken horen we oma tekeer gaan (qua stem en met potten en pannen) en snel staan de gerechten op tafel.

    Door over de 159. Nog 60 kilometer te gaan. Het noodweer breekt los. Bliksemschichten rond ons (veel langer en scherper als thuis) en bakken regen over de straten. Op een gegeven moment is de hoeveelheid water zo groot dat de weg het niet meer kan verwerken. Het verkeer gaat stilstaan langs de weg. Wij ook.

    Als we in Taos aankomen is de ergste regen weg. De zon komt er weer door en is het binnen no time weer 25 graden.

    We maken een rondje door het gezellige Mexicaans ingerichte Taos (en komen in een waanzinnig lekker chocoladezaakje terecht) en rijden dan richting ons huisje, het “Earthship”.

    Ongeveer 80 Earthships liggen in een pioniersgemeenschap vlak bij Taos. Het was een idee van architect Michael Reynolds. De Earthships zijn gebouwd met gerecycleerde materialen, zoals gebruikte autobanden, flessen en blikjes, en op drie zijden begraven in de grond. Zo verwarmen de Earthships zichzelf en koelen zich ook weer, maken hun eigen elektriciteit met zonnecellen en maken hun eigen water via een ingenieus zuiveringssysteem.

    Ze zijn daarmee minimaal afhankelijk van openbare voorzieningen en fossiele brandstoffen. Ze zijn gebouwd om alle beschikbare natuurlijke hulpbronnen maximaal te gebruiken, met name energie uit de zon en regenwater.
    De ontwerpen zijn heel makkelijk, zodat mensen met weinig bouwkennis ze kunnen bouwen. En rond om ons heen zijn hobbyisten nog druk bezig de meest fantasierijke bouwsel te maken. Een wonderlijk modern Alice in Wonderland dorp.
     
    En wij kijken nu naar boven en zien louter sterren vanuit onze kas tegen het huis. Het is nacht.
    Meer informatie

  • My House

    9 augustus 2017, Verenigde Staten ⋅ 🌙 20 °C

    We verlaten de Earthship Way en slaan rechtsaf met Taos in onze rug . Als snel rijden we op de Taos-hoogvlakte, die snel overgaat in uitgestrekte plains. Op de plains zien we een heel ander Amerika. Dat van de Trailer-trash. Over de plains verspreidt liggen gammele huisjes, oude caravans, hutjes van oude planken en golfplaten. Rondom de “huisjes” staan oude schoolbussen, verroeste pick-up trucks, oude auto’s van het modelletje sloep en verroeste onderdelen van machines en auto-onderdelen. Er staan borden langs de weg dat er nog meer zeer goedkope plekken voor trailers te huur zijn. Wat een contrast met de “hippe” earthship-buurt.

    Al is snel oordelen ook gevaarlijk. Ik sprak ooit een Amerikaan die maar niet uitgepraat raakte over de immense armoede in de binnenstad van Amsterdam. Hemelschreiend was het, volgens hem. Ik begreep niet helemaal wat hij bedoelde. Totdat hij verongelijkt, mede door mijn suggestie dat de grachtengordel nu juist stinkend rijk is, riep: “They have to live in wooden boats!!”

    Waar mee maar gezegd is: ook deze mensen zouden misschien ook uit “leven zonder regels” wel kunnen kiezen om te leven in een uitgestrekte plain met veel ruimte, geen buren, geen regels en geen gezeik. Of zou het toch gewoon armoede zijn, of is het hun variant op onze hufter-container-woning.

    Daarna volgt de Highway 158 zuidwaarts. Bijna 75 kilometer lang komen we zeggen en schrijven 6 auto’s, 1 hotrod en 2 vrachtwagens tegen. De rest is een voortdurend panorama van bergen, rotsen, rivieren en weilanden. De weg ligt als een lint door het landschap. Geen straf om hier te rijden.

    Pas als we vlak bij Santa Fe  komen neemt de drukte (en de bebouwing) weer toe.

    Santa Fe is een prachtige “on-Amerikaanse” stad. Met mooie bruine klei-gevels van de pueblo bebouwing, mooie architectuur van de oude legerpanden, kathedralen en kerken, mooie historische gebouwen en een gezellige Plaza in het midden van de stad waar muzikanten op elke kant van de Plaza hun deuntjes laten horen.

    De stad lijkt totaal overgenomen door kunstenaars, musea, sierradenhandelaren en galerijen. En de prijzen zijn niet bepaald kinderachtig. Voor de happy few, zal ik maar zeggen. Wel heel mooi, allemaal, dat moet gezegd.

    We eten in het populairste café van de buurt, Pasqual. Een klein tentje waar volgens de vergunning maximaal 49 mensen in mogen. Alles biologisch. Tex-Mex food met een moderne biologische twist. Lekker en gezellig.

    Ons Motel heeft alleen al een perfecte naam: The Silver Saddle Motel. In de basis is het een simpel Motel zoals er duizenden zijn, namelijk een grote bak met grind, daarop een lange rij kamers opgetrokken uit gasbetonblokken, met in 1 muur een deur, een raam en een uithangende airco en drie hermetisch afgesloten muren.

    Maar het echtpaar wat dit hotel bestiert heeft werkelijk alles uit de kast getrokken om met “props” het hotel tot een wild west/route66/Amerika thema te verheffen. Een zadel aan de muur van de hotelkamer, als decoratie een zilver gespoten cowboylaars met fel gekleurde kunstbloemen naast de douche, een oude houten paardenkar voor de deur, een patio met oude Amerikaanse caravan, parasols van een Mexicaans biermerk, geëmailleerde cocacola-borden aan de muur, cactussen in een plantenbak, lasso’s om de bankjes en een grote houten indiaan houdt de wacht.

    Tegenover het hotel branden de lampen van Café Castro. Aan de buitenkant zou het van alles kunnen zijn: een hoerenkast, een illegale gokhal, een café voor dronken Mexicanen. Volgens de sociale media zou het achter de afgesloten gevel een prima Mexicaans buurt-restaurant moeten zijn. We nemen de gok. Eenmaal binnen worden we hartelijk onthaalt door een Mexicaanse variant van Manuel. Eenvoudige vragen kan hij beantwoorden, maar de wat ingewikkeldere vragen snapt hij niet (bijvoorbeeld als Erica wil weten van een Wine-Margarita is).... hij spreekt Spaans (“I know nothing, I’m from Barcelona” hoor je hem bijna zeggen). De rest van het publiek bestaat louter uit locals, dus die hebben geen vragen (en spreken allemaal Spaans).

    Het eten is heerlijk.

    Vanavond nog even terug geweest naar de Plaza, daar speelt The Giving Tree Band, een soort psychedelische Country. Wel lekker, beetje apart. Het plein zit weer vol met Amerikanen en hun klapstoeltjes, lampjes over het plein gespannen en zie daar, het is weer gezellig.

    https://www.youtube.com/watch?v=m1VUNkukdHM
    Meer informatie

  • The Chain

    9 augustus 2017, Verenigde Staten ⋅ ☀️ 21 °C

    Eerst een rondje hardlopen door het dorp vol Earthships. Taos ligt op ongeveer 2000 meter hoogte en dat merk ik gelijk aan mijn adem als ik berg op moet rennen. Maar het uitzicht over de Mesa van Taos met de tientalen fantasierijke Earthships maakt veel goed. De plaatselijke zeepmaker vertelt ons dat in de jaren zeventig de bedenker van de Earthships toevallig in Taos woonde (men zegt op vlucht voor de overheid woonde hij in de woenstijn en leefde van gevangen slangen en hazen). Hij vroeg zich af of er met afval van mensen niet een huis te bouwen is dat helemaal zelfvoorzienend kan zijn. Hij is begonnen te bouwen met 1 huis in Taos en dat werd uiteindelijk deze verzameling woningen. Inmiddels heeft hij over de hele wereld aanhangers en worden (ook in Nederland) Earthships gebouwd. Helmaal zonder gas, bezine of andere hulpbronnen. En dat allemaal in het land van Trump. T’is maar goed dat hij niet weet hoe Huge, very Huge, very very Huge dit kan gaan worden.

    Na een douche en een lekker “Frenche Boule” van de plaatselijke bakker rijden we naar Orilla Verde, een natuurpark aan de Rio Grande. Het laatste deel van de weg gaat stevig bergop. De regen van afgelopen dagen heeft diepe sporen nagelaten, dus het is goed zoeken waar ik met onze Corolla kan rijden zonder de bodem te raken.

    Langs de Rio Grande lopen we in de bloedhitte een mooie trail om uiteindelijk een uitzicht te krijgen over die machtige Rio Grande. Het is een soort Grand Cayon in het klein. 240 meters diep uitgesleten slingert de Rio door het landschap van Colorado naar de grens met Mexico (met de Big, Big very Big Wall). Wij dalen af tot halverwege dipete van de gorge. We zijn (bijna) alleen en het uitzicht is prachtig. De rivier loopt vanaf hier helemaal door tot Texas en Mexico. Tenminste, dat deed ‘ie. Er wordt nu zoveel water aan de Rio onttrokken voor landbouw, dat enkele honderden kilometers verderop de rivier soms helemaal droog ligt.

    Dan rijden we terug naar Taos voor onze lunch bij Farmhouse Cafe and Bakery. Maar vlak voor Taos valt ons oog op een industrieterrein waar een groot grauw pand staat met een logo van “Taos Drums”. Daaronder staat “factory outlet”. We geven een ruk aan het stuur naar links en hobbelen met veel stof achter ons aan het zandpad op wat leidt naar het fabriekspand. We lopen langs een aantal Tipis en zien beneden aan de weg mannen druk zagen (en uithollen) van boomstammen. Eenmaal binnen zien we een ruimte vol trommels en andere Indianen-snuisterijen.

    We lopen wat rond en verwonderen ons over de drums, soms zo groot als een tractorwiel.

    Een oud vrouwtje van ongeveer 1 meter 35 treedt ons tegemoet en vraagt netjes of we alles kunnen vinden, of we wat zoeken, etc. We vertellen dat we uit Nederland komen (“oh nice”), dat we een beetje rommelen in de muziek en nog wat aanverwante wetenswaardigheden.

    Even laten zie ik door een deuropening de fabriek en kijk naar binnen. Er is maar 1 man aan het werk, aan zijn uiterlijk te zien een Indiaan/Native Amerikaan (je herkent ze gelijk aan hun ontblote roodbruime bovenlijf, verentooi, suede paardrijbroek, zwarte vlechten, pijl en boog, gekleurde strepen op de wang......neee, niet echt). Hij is bezig natte vellen over trommels aan het spannen. Hij groet mij vriendelijk (“Ugh”....neee niet echt).

    Ik roep Robbie om haar de inkijk in de fabriek te laten zien. Dan komt de vriendelijke oude dame van 1,35 meter aangelopen. Ze lacht minzaam, ze is wat van plan. “Ik zal jullie iets bijzonders laten zien” en ze loopt met ons de grote fabriekshal in. Ineens staan we naast een trommel van zeker 2, 5 meter breed en 2 meter hoog. Helemaal gemaakt uit 1 uitgeholde boomstam en bespannen met vellen van 2 complete herten. “Deze trommel is eigendom van Mick Fleetwood van Fleetwood Mac” zegt ze. “Mick bestelde al zijn Indian Drums bij ons. 20 jaar geleleden kwam hij binnen met het verzoek om de grootst mogelijk trommel te maken. Zo gezegd, zo gedaan”. Mick heeft de trommel netjes betaald en hij staat nog steeds in de fabriek. De reden? Mick woont op Hawaii en het klimaat daar is allesbehalve geschikt voor dit soort trommels. Robbie krijgt een slagstok in de hand en mag een paar flinke klappen op de trommel geven. Een prachtig diep geluid vult de ruimte. Met het verhaal in je achterhoofd denk je toch dat je Mick er een beetje in hoort.

    Dan krijgen we uitleg over de trommels, de fabriek en de vellen door de mini-host en de vellenspanner.  Sommige van de drums van het bedrijf wegen honderden kilo’s en kosten duizenden dollars. Veel van de grote trommels worden gebruikt als koffietafels.

    "Een trommel is een trommel is een trommel - het is bedoeld om gebruikt te worden, het is niet alleen een item dat op de muur of de vloer moet worden bekeken." Zegt de mini-host. “We hopen dan altijd dat de kopers kleinkinderen op bezoek krijgen, die een stok pakken en beginnen de slaan op de koffietafel”, ze lacht ondeugend als ze het zegt.

    De vriendelijke vellenspanner vertelt dat hij de huiden wast, ze spant op gevoel en dan de huiden te drogen en krimpen legt. Hij maakt er per jaar 20.000 en er is er niet 1 die hetzelfde klinkt. Er werken ongeveer 40 man in de fabriek. Alle “niet-Natives” werken op kantoor, verkoop en boekhouding. Voor het spannen van de vellen worden alleen Native-Amerikanen ingehuurd, omdat zij als enige aan een vel kunnen voelen hoe hij gespannen moet worden zodat deze een mooie klank oplevert.

    Dan worden we nog meegenomen naar het magazijn om de honderden trommels in de opslag te bewonderen. “De helft maken we in opdracht, de andere helft komt in het magazijn en gaat door naar gerenomeerde muziekzaken over de hele wereld.” We nemen vriendelijk afscheid van onze mini-host. Weer wat wijzer lopen we de fabriek uit, waar mannen nog steeds enorme boomstammen staan uit te boren.

    Door naar Farmhouse Cafe en Bakery in Taos. Op een idyllisch veldje vol bloemen, kunst, vijvertjes en windvanen ligt de boerderij annex cafe. Een alternatief tentje, met verdomd lekker eten (barleysoup met paddestoelen).

    We brengen nog een bezoekje aan de plaatselijk telecasterbouwer (is helaas gesloten) en de zeepmakerij (die weer eigendom is van 1 van de bewoners die ons wegwijs maakte de eerste dag en bij ons in de “straat” woont in ook een zelfgebouwde Earthship) en kijken vanaf de brug nog een keer de 240 meter gevaarlijke diepte in van de Rio Grande. Wel fijn dat naast het uitkijkpunt op de brug een praatpaal staat, waar je een knopje kan indrukken waarmee je nog iemand aan de lijn krijgt alvorens je besluit van de brug af te springen. Ja aan alles is gedacht.....Robbie vindt het maar vreemd dat je eerst nog zo iemand gaat bellen als je van de brug af wilt duiken.

    https://www.youtube.com/watch?v=O6P2_i0Y6ms
    Meer informatie

  • You Ain't Nothing but a Hounddog

    11 augustus 2017, Verenigde Staten ⋅ ☀️ 23 °C

    Nog even een spannend voorval gisteravond. In Amerika hangen verkeerslichten aan de overkant van de kruising. Dat is op zich heel handig, want dan hoef je nooit (zoals bij ons) ongelukkig omhoog te kijken of het licht al op groen springt. Maar omdat mijn Nederlandse oog daar niet helemaal op getraind is, heb ik met Erica afgesproken dat als zij vermoed dat ik het niet zie zij even roept: “licht staat op Rood”. Zo ook gisteravond. We naderen een nogal ingewikkelde kruising in Santa Fe. Zeg maar een dubbele Y-spliting. Mijn Navigon roept: links en dan nog een keer links. Ik rijd op de rechter weghelft, dus moet bedenken hoe ik naar links kom. Opeens roept Erica: Rood! Verdomd, aan de overkant rood licht. Ik ga vol in de remmen. Gelukkig op tijd. We staan stil. Dan hoor ik bellen rinkelen en zie voor én achter mij slagbomen dichtgaan. Ja, deze dubbele Y-kruising werd ook nog eens schuin midden gesneden door een spoorlijn. Dat had ik niet gezien. In de verte komt zo’n enorme grijze neus aanrijden zoals Amerikaanse treinen die hebben dichterbij. Ik zet de auto snel in z’n achteruit (wat dan toch even misgaat omdat paniek en een automatische versnellingsbak niet combineren met mijn reflex) en rijd de auto zo dicht mogelijk met de kofferbak tegen de slagboom zodat (voorzover mijn waarneming dat nu toelaat) het spoor vrij is. Achter ons zitten twee jonge Mexicanen zich te verkneukelen over mijn gestuntel. Zij hadden al lang gezien dat er (gelukkig) ruimte genoeg was tussen et spoor en de slagboom voor twee auto's. Vriendelijk groeten we de machinist als hij ons langzaam passeert. Hij groet vriendelijk lachend terug.

    De volgende dag verruilen we het Mexicaans gevoel van Santa Fe voor de cowboys uit de bergen en rijden in een lange rit van Santa Fe naar Hesperus. Totaal 360 kilometer door de meest prachtige natuurgebieden. Van die 360 kilometer heb ik denk ik 300 kilometer op de cruise-control gereden. Met een vaartje van 60 mijl per uur schuiven de meest spectaculaire en bijzondere landschappen aan ons voorbij. Net na Espagnola werden we eerst heel klein tussen enorme hoge fel rode rotswanden. Ineens verdwenen de rode wanden en maakten ze plaats voor vele kleuren geel geschakeerde zachte rotsen in allerlei vormen. Grote groene weides schoven voorbij. Torenhoge door de natuur uitgehouwen “kastelen” op bergtoppen, maar ook grijs versplinterd gesteente met her en der een dennenboom. Loofbossen, velden vol struiken, beekjes en wilde riviertjes. Alles in nog geen 400 kilometer.

    De eerste tussenstop is in Chama (zeg: Tjamma). Een klein dorpje met nog geen 1000 inwoners op 2000 meter hoogte. Het is vooral bekend omdat er rond 1880 een station werd gebouwd voor de “Denver and Rio Grande Railroad”. Het station en een aantal locomotieven zijn in ere hersteld en nu een toeristische attractie. Bijna alle namen van cafe’s en winkeltjes refereren op 1 of andere manier aan de spoorwegen. Wij nemen een appeltaart in Boxcar-cafe.

    Door naar Pagosa Springs. Een kuuroord met warme baden. Maar daar hebben we geen tijd voor. We bestellen een lunch in de "Old Town Natural Market and Deli". Een klein biologische winkeltje waar alles zelf gemaakt wordt. Op een tafeltjes boven op een heuvel nuttigen we de clamchowder, het broodje kerrie/kip en groente, de pastasalade en de biologisch-dynamische chips. Beneden staan jongeren met gele en groene fluoriserende borden langs de weg te schreeuwen. Ze willen automobilisten overhalen hun auto te laten wassen door klasgenootjes, voor een goed doel.

    Dan door naar Hesperus. We rijden Hesperus even voorbij om alvast voor zondag kaarten te halen voor een rondleiding door de Mesa Verde.

    Dan op zoek naar onze slaapplek op de HD Ranch. Navigon stuurt me de asfaltweg af een roodbruin gravelpad op. Een aantal kilometers en een aantal afslagen verder hebben we aan onze linkerhand de poorten van de HD Ranch. De oprijlaan beslaat nog enkele minuten.

    Eenmaal boven op de berg aan het einde van de afrit zien we een huis, omringt door oneindig veel paardenweides.

    We zetten de auto stil, doen de deur open en worden onthaald door een enorm gejoel van 4 beestachtig grote HoundDogs (vandaar HD Ranch). Ze bewaken het fort en de kudde goed. De stalmeester komt aangelopen schudt ons de hand. De honden worden rustig, kwispelen en willen aangehaald worden. “Het huis is klaar”, zegt de stalmeester en wijst naar een prachtig houten huis in de weide.

    Het huis ligt prachtig aan de rand van de weide en de bossen. Een enorme veranda met jacuzzi en binnen een enorme loftachtige woonkamer. Een haardje, tafels met poten van hertegewei, een bank met paardenbekleding en lampen van oude hoefijzers. Dat werk. En een uitzicht waar je stil van wordt.

    Na een warme hap (bij elkaar gesprokkeld bij de “Family Dollar”: pakje Uncle Ben’s Spaanse rijst, een rol diepvriesgehakt, zwarte bonen en sperziebonen uit blik en een zakje kant en klare gerookte bacon) komen de honden nog even langs voor hun “treat” en maken we een rondje langs de paarden met de meegeleverde wortelen.

    Daarna springen Erica en ik de jacuzzi in, met boven ons een sterrenhemel die langzaam om ons heen draait. Fijn plekje dit. 

    https://www.youtube.com/watch?v=yoHDrzw-RPg​
    Meer informatie

  • But I' Still just a Cliche

    12 augustus 2017, Verenigde Staten ⋅ ☀️ 24 °C

    Donald Trump zou trots op ons zijn vandaag. We hebben heerlijk het milieu besmeurd met vette vieze stooksel van steenkolen.

    Vanmorgen vroeg stond de Stoomtrein van Durango al voor ons klaar. Een oude locomotief daterend van eind 19e eeuw zou ons 70 kilometer verder en 100 meter hoger brengen. Van Durango naar Silverton. De Denver & Rio Grande Railway startte in 1881 met de bouw op de lijn naar Silverton. In juli 1882 werden de tracks naar Silverton voltooid en de trein begon zowel vracht als passagiers te beginnen.

    De lijn werd eigenlijk gebouwd om zilveren en gouden erts uit het San Juan-gebergte te halen, maar passagiers realiseerden zich al snel dat het uitzicht uit de trein spectaculair was, dus zijn ze ook passagiers gaan vervoeren. Die wagons rijden nog steeds en eentje was er voor ons. Couch nummer 20. Een open wagon met bakjes overdwars, zodat je een constant mooi uitzicht hebt. Wel een beetje smerig, want werkelijk in alle poriën vinden we nu nog roetdeeltjes.

    Met veel geweld van sissen, machinelawaai en stoomfluit vetrekken we om 9.00 uur richting Silverton. Ondanks dan de trein hier dagelijks rijdt, leek het wel of heel het dorp was uitgerukt om ons uit te zwaaien. Gedurende het hele eerste uur van de rit stonden er mensen en kinderen langs de kant van de weg fotograferend en zwaaiend. Nog opvallender waren de volwassen mannen van tussen de 40 en 60 jaar die volgepakt met foto-apparatuur ons stonden te fotograferen (ons als “de trein”) alsof het ding maar 1 keer per jaar langs komt. Zullen waarschijnlijk mannen met een modelspoorbaantje zijn.

    Eenmaal de stad uit wordt het spektakel om ons heen steeds groter. Het zijn allemaal clinches, maar het werd mooi, mooier, mooist. Eigenlijk gek, want de beelden ken je min of meer uit Disneyland, maar nu is het in het eggie. We rijden langs diepe afgronden, door nauwe doorgangen tussen rotsen, over houten bruggen, over weides, langs watervallen en meren. Tweemaal onderweg moet de Loco water bijvullen anders haalt hij de tocht naar boven niet. Zuchtend en steunend, krakend en sissend trekt hij het oude materieel naar boven. Drinken en ontbijt halen in de antieke restauratiewagen (consession-car with the happy consession man) was een avontuur op zich, omdat alle wagons los waren en slechts gekoppeld door een kleine metalen brug. Dus als in een Hully Gully op naar de consession man. En dezelfde weg terug en nu met handen vol koffie, limonade en een smerige breakfast-burrito)

    Na 3,5 uur komt 1000 meter hoger Silverton in zicht. Silverton is een westernstadje dat bestaat in de basis uit 1 grote kruising, onverharde gravelwegen, houten rekken om het paard aan vast te binden en daaromheen westernhuisjes, saloons, bars, gokhuizen en huizen van lichte zeden zoals we die kennen uit cowboy-films. Ook een enorm cliché, maar zo leuk.

    De Stoomtrein rijdt zo de hoofdstraat van Silverton in en stopt piepend en fluitend vlak voor de kruising midden in het dorp tussen de winkels en saloons.

    Daar mogen we 2 uur door Silverton slenteren en een hapje eten (wat in dit geval letterlijk een hapje was. Voor het eerst in deze drie weken waren de porties zo klein dat wij ze zelfs te klein vonden).

    Na 2 uur begint de weg naar beneden. Nu aan de andere kant van de trein, met dus andere vergezichten en plaatjes.

    Na 7 uur zijn we helemaal door elkaar gerammeld en zit het roet werkelijk is alle groeven en gaten. Met zeemansbenen lopen we nog snel even door de straten van Durango.

    Dit was een dag van clichés. Alles was (zoals het Amerikanen betaamt) tot in de puntjes verzorgd en aangekleed. Personeel (echt iedereen) liep in aangepaste historische kleding, enthousiaste verhalen onderweg van de wagonverzorger (uiteraard weer met de flauwe grappen) en punctueel als altijd. Elk beeld voelt als een fragment uit een film waar je net even niet op kan komen.

    De beelden waren spectaculair, betoverend en soms ongelofelijk van schoonheid. Dus een dagje niksen op een treinbankje, bruin worden en toch veel beleefd.

    https://www.youtube.com/watch?v=Mnv19g5NQW8
    Meer informatie

  • The Big Ranch

    13 augustus 2017, Verenigde Staten ⋅ ☀️ 23 °C

    Op naar Mesa Verde National Park. Een kleine 50 kilometer van onze Big Ranch is de ingang.  Een prachtige rit door het park  Een rit door een heel ander landschap vol kliffen, afgronden en ver-ver-vergezichten. Mesa is het enige Amerikaanse park dat zich Nationale Park mag noemen vanwege Cultuur in plaats van Natuur. In Mesa Verde zijn resten te zien van Pueblo, een indianenstam die hier tot de dertiende eeuw woonde. Er zijn vijf grote nederzettingen die zijn gebouwd op beschutte plekken in nissen in ravijnen. Je mag ze alleen bezoeken onder begeleiding van een Ranger. Onze Ranger vandaag is Pat. Pat staat ons om kwart voor 10 al op te wachten op de parkeerplaats onder een afdak van oude boomstammen en schors. Pat is tegen de zeventig en werkt als seizoenswerker/Ranger in de Nationale Parken. Ze vertelt dat ze inmiddels met pensioen is en zomers een park in Amerika uitkiest waar ze als Ranger aan de slag gaat. Ze krijgt dan een klein salaris, waar weer wat geld vanaf gaat voor kost en inwoning in het park. Zo heeft ze elk jaar een ander vakantiebaantje voor de zomer. ’s Winters is er geen werk. Ze kan dan kiezen naar parken te gaan die wel open zijn, of tijdelijk “naar huis” te gaan. Los van de verkoudheid en een kuchje maakt Pat nog een kwieke indruk. Zeker gezien het parcours dat we gaan lopen en klimmen om bij de Pueblo-woningen te komen.

    Wij gaan afdalen naar het Balcony House. In het Balcony House zijn ongeveer veertig ruimtes, het zijn kiva’s (soort overdekte schuilkelders), plaza’s en goed bewaarde kamers.

    Door de Ranger beneden in het Visitor Centre is beloofd dat het een avontuurlijke tocht is. In het visitorcentrum zijn zelfs enkele ladders en tunnels opgesteld, zodat je kunt meten of je er überhaupt doorheen en overheen kan. We moeten onder andere een tien meter hoge ladder beklimmen en door tunnels kruipen om de grotwoningen te bezichtigen. Vandaar.

    Trouwens wel te gek hoe in al de Nationale Parken zoveel enthousiaste Rangers werken. Je kunt geen Ranger tegenkomen of ze groeten je, in Visitor Centre’s staan ze je vriendelijk en uitgebreid te woord. En echt op elke vraag die je stelt komt een enthousiast en uitgebreid antwoord.

    Pat kijkt eens naar een Belgisch gezin dat naast ons staat. Vooral moeders heeft de aandacht van Pat. Je ziet Pat denken....hoe gaat deze mevrouw door die tunnels. De Belgische moeder zal ongeveer 120 kilo wegen en maakt ook niet een al te fitte indruk. Pat verzint een list: "Gaat u op die schoenen de tocht doen?" Vraagt ze, wijzend op de teenslippers van mevrouw. "No, no" zegt de Belgische "only my husband is goin". Je zag de opluchting op Pat's face. Ze hoeft het pijnlijke punt niet aan te snijden.

    Pat start dan met een complete uitleg van alle hindernissen die we onderweg zullen tegenkomen: houten ladders, nauwe doorgangen, zeer lage tunnels, plateaus zonder afscheidingen, diepe gaten en vooral de door Pueblo in 800 na Chr gemetselde muurtjes die de terrassen afscheiden, waar we niet tegen mogen leunen omdat ze zomaar naar beneden kunnen storten. Ze neemt nog wat veiligheidsinstructies met ons door. “And” zegt Pat “there is no way back”. Dus eenmaal begonnen aan de beklimming is hem ook afmaken.

    Onderweg vertelt Pat honderduit over de Pueblo’s die er gewoond hebben. Vertellen is duidelijk “haar ding”. En af en toe overhoort ze ons ook even om te zien of we nog bij de les zijn.

    Maar 1 ding wordt ook hier weer duidelijk: het idee dat natuurvolken in evenwicht leven met hun omgeving is een aardige façade. Ook de Pueblo pleegde roofbouw op hun omgeving. Zo erg zelfs dat ze slechts een jaar of honderd in de Cave-woningen hebben geleefd. Toen was het land uitgeput, alle bomen omgekapt en alle dieren gedood of verdreven. Dat maakt dat de Pueblo vetrokken richting de grote rivieren (Rio Grande en Colorado) en hun Cave-woningen achterlieten. Pas vele honderden jaren later had de natuur zich voldoende hersteld en vestigde zich nieuwe volkeren in het gebied. Neemt niet weg dat ze prachtige grotwoningen hebben achtergelaten op zeer onwaarschijnlijke plekken. En voor ons waren er ladders, kabels en opstapjes gemaakt. Maar men denkt dat de Pueblo’s als ware rotsbeklimmers tegen de wanden omhoog en omlaag klommen zonder noemenswaardige hulp. Zo waren ze veilig voor indringers.

    Na een uur waren wij door onze Obstacle Course heen en stonden we weer zonder Pat bij de auto. Pat stond alweer klaar voor de volgende klim met de volgende groep.

    Wij rijden langzaam het park uit (nog altijd 50 kilometer) en bezoeken onderweg nog een paar wat makkelijkere gelegen restanten van Pueblo huizen.

    We pakken ook nog even het hoogste punt van de Mesa Vedre, zo’n 2500 meter hoog. Bovenop de heuvel was een aardig testje om te zien hoe helder de lucht vandaag was. We hadden mazzel met een zeer heldere (en schone) lucht vandaag, waardoor we minimaal 300 kilometer ver konden kijken.

    Na een kopje koffie bij de Franse Bakker (echt waar, een boulangier/patisserie, met lekkere baguette, eclairs, kleine subtiele schuimgebakjes en lekker kleine koekjes) nog een rondje door Durango gedaan en daarna met BBQ spullen terug naar de hut op HD Ranch voor een worstje en een Burger op de Weber bij Sunset.

    Net als we klaar zijn met eten komt de bazin van de Ranch nog even langs (zij was naar een paardenshow in Santa Fe met haar springruiters die rijden op Hollandse volbloedpaarden) met de 4 hounddogs. De 4 hounddogs ruimen vakkundig de tafel met BBQ resten af. Niks meer aan doen.

    Oh ja, en we zijn nog een beetje aan het oefenen op de nieuwe afsluitende zin die gangbaar is geworden in (dit deel) van de Sates. Na "Heve a Nice Day" volgt nu telkens "Have a good one", maar dan zeer snel en een beetje onduidelijk uitgesproken. Het heeft even geduurd voordat we verstonden wat ze zeiden. Nu is het voor ons weer oefenen om het goed en cool uit te spreken: Hav'AGoode1" . Zoiets.

    https://www.youtube.com/watch?v=x8LsbWpg4bY
    Meer informatie

  • All Downhill

    14 augustus 2017, Verenigde Staten ⋅ 🌙 6 °C

    "Waarom doen we dit?" vraagt Robbie zich klagend af als we de Opus Hut binnenstappen.

    We verlieten ons luxe onderkomen op de HD ranch tegen de middag. Durango uit draaien we de 550 op, ook wel de Million Dollar Highway genoemd. Een spectaculaire en spannende weg, die ons letterlijk en figuurlijk tot grote hoogte brengt.

    Een lekkere sandwich in Silverton bij Brown Paper Bag Café en we pakken de draad op de Million Dollar Highway weer op. Een klein stukje maar want dan slaan we af naar de Opus -pass. Een zandweg die ons naar 4000 meter hoogte zal brengen. De Opus-pass is vanaf 2 kanten aan te rijden. Voor de Westkant heb je echt een 4-wiel-aangedreven auto nodig tot aan de pass. De weg is daar te hobbeling en ruig om met een personenauto te berijden. Ons is verzekerd dat de oostkant prima te doen is met een normale auto. De OpusHut staat op een halve kilometer van de pass.

    Het gescheld, gevloek, gemopper en gegil in de auto tijdens de rit was ongeveer gelijk aan dat van de uitzendingen van "gevaarlijkste wegen van de wereld". De auto kan de weg naar de pass maar nauwelijks aan en ik moet heel wat kuilen, stenen en gaten voorzichtig omzeilen om te zorgen dat we niet vast komen te zitten met de auto. De motor moet een uiterste krachtinspanning leveren om de weg omhoog aan te kunnen.

    Na een half uurtje bereiken we de pass. Al die tijd heeft Robbie dwars door het spektakel heen geslapen.

    Dan moeten we de rugzakken pakken en lopend omhoog naar de OpusHut. En daar begint natuurlijk het gescheld van Robbie.

    De OpusHut ligt vrijwel tegen de pass aan, op ongeveer 4000 meter hoogte. Er zijn geen andere bewoners in de wijde omgeving. Het is een berghut waar wandelaars, mountainbikers (en 's winters skiërs) kunnen eten, vertoeven en overnachten. Het is allemaal super basic: er is alleen zonne-stroom en regenwater, een heel klein kamertje met een 2 persoons bed, in de lucht hangt de derde slaapplaats, geen douche, een composttoilet, schoenen uit bij de deur, gezamenlijke ruimte met lange banken langs de muur, Perzische tapijtjes op de vloer. Wel heeft de hut een grote keuken, waar Renato (onze Peruaanse host) om 4 uur eigen gemaakte tomatensoep klaar heeft en 's avonds lekker voor ons kookt. Er is van allerlei bier, wijn en andere drank aanwezig. Dus dat komt goed. Erica en ik maken 's middags nog een wandeling en na de soep ga ik er nog een paar uur alleen op uit om over de Opuspass wandelend het mooie Chrystal Lake te bereiken.

    Tijdens het avondeten ontmoeten we de enige andere gasten deze nacht in de hut, de familie Lovett. We eten gezamenlijk aan een lange tafel en hebben leuke gesprekken over (uiteraard) Trump, Charlottesville, maar ook Daan Rosengaarden waar moeder Lovett zeer in is geïnteresseerd. 

    Maar we komen ook te spreken over de staat Vermont, waar zij wonen en het idee van woningruil. En het zou zomaar kunnen dat we aan de tafel van de OpusHut in Colorado op 4000 meter hoogte aan een lekker rijstschotel onze volgende trip naar de USA hebben besproken: Vermont.

    Als ik dit schrijf is het kwart over 6 in de ochtend. Vanaf mijn bankje heb ik uitzicht op de zon die langzaam de Opus-pass verlicht. Renato wordt wakker en begint de spek te bakken en koffie te zetten. De ruimte vult zich langzaam met de geuren.

    Daarom Robbie, daarom doen we dit (maar ik geloof niet dat een overnachtingsplek zonder WiFi ooit op Robbie's goedkeuring kan rekenen). 

    https://www.youtube.com/watch?v=NEighj-hdQg
    Meer informatie