Yucatan Mexico 2024

March - April 2024
A 18-day adventure by Bertus Reist Read more
  • 14footprints
  • 1countries
  • 18days
  • 134photos
  • 0videos
  • 867kilometers
  • Day 2

    El primer dia

    March 30 in Mexico ⋅ ☀️ 33 °C

    Laat op de avond komen we aan op de luchthaven van Mexico-Stad. Aangezien onze vlucht pas om 6 uur de volgende ochtend naar Mérida in Yucatan vertrekt, hebben we een slaapcapsule gehuurd op de luchthaven. Een soort grote plastic lijkkist XL met neonverlichting. We hebben elk onze eigen capsule, niet echt gezellig. Maar goed, we kunnen even liggen na 12 uur zitten in de Boeing.
    Bij onze eerste aanblik van Mérida lijkt het arm en rommelig. Het kost me altijd wat moeite om door de rommel, vervallen huizen en straten, magere straathonden en oude wrakken van auto's heen te kijken en de schoonheid achter de eerste aanblik van armoede te ontwaren. Ons ruil-huis bevindt zich in een door slagbomen en bewakers beveiligd wijkje net buiten de stad. Er liggen tientallen van dit soort wijkjes net buiten de stad. Het lijkt eerder op een vakantiepark dan op een woonwijk, met rijtjes kleine kubusvormige huisjes, vaak met een eigen zwembad, dakterras en gemeenschappelijke voorzieningen zoals een padelbaan en speeltuin.
    Na een korte powernap rijden we een paar kilometer naar de oude wijk en belanden bij Taqueria El Paradero. Een wat vervallen vettig tentje op de hoek van de straat. Een terras onder een roestige overkapping. De jongste zoon is druk bezig met het snijden van tientallen kilo’s rode uien, opa maakt salsa van dozen vol groene tomaten, de zoon perst honderden limoenen en oma is binnen bezig met het maken van grote stapels tortilla's.
    De grootste billen van het stel waggelt naar ons toe. Ze vertelt ons in rap Spaans dat ze alleen nog tostada's hebben. Het duurt even voordat we het begrijpen. Prima. Heerlijke broodjes met gekruide kip, rode ui en wat sausjes.
    's Avonds gaan we wat chiquer eten in Mérida, bij een hippe plek , Catrin47. Er is een DJ in de hoek, flitsende muurschilderingen op het buitenterras, doodskoppen in het rood neon en vooral lekker eten: tostada's met tonijn, tortilla's met rundvlees en cactus, en kip met pittige chocoladesaus. Een glaasje Pina erbij. Daarna rijden we over de grote Paseo De Montejo met enorme herenhuizen en gaan we voor een glaasje tequila naar huis. Tijd om bij te slapen.

    Toppertje vandaag waren de Tacos Villamelón met Cactus.
    Ik zou ze zo maken:

    500 gram ribeye steak, in dunne plakjes gesneden
    Hand vol varkens-crackling
    1 rode ui, in dunne plakjes gesneden
    2 teentjes knoflook, fijngehakt
    1 groene paprika, in reepjes gesneden
    1 jalapeño peper, fijngehakt
    3 Guajillo-pepers
    1 boompepers
    2 tomaten
    stuk chorizo
    1 eetlepel olie
    Zout en peper
    1 limoen, in partjes gesneden
    1 bosje verse koriander, gehakt
    12 maïstortilla's
    1 kopje verse cactus (nopales), in reepjes gesneden
    Optionele toppings: guacamole, zure room, salsa, geraspte kaas
    Bereiding:

    Verhit de olijfolie in een grote koekenpan op middelhoog vuur. Voeg de plakjes ui toe en bak ze tot ze zacht en lichtbruin zijn, ongeveer 3-4 minuten.
    Voeg de knoflook toe aan de pan en bak deze kort mee tot het aroma vrijkomt, ongeveer 1 minuut.
    Bak crackling, pepers, , chorizo en tomaten mee.
    Voeg de plakjes ribeye steak toe aan de pan en bak ze tot ze mooi bruin zijn aan de buitenkant maar nog sappig van binnen, ongeveer 2-3 minuten per kant. Breng op smaak met zout en peper.
    Voeg de reepjes rode, groene en gele paprika toe aan de pan, samen met de gehakte jalapeño peper en de reepjes verse cactus. Bak ze mee tot ze zacht zijn maar nog wat knapperig, ongeveer 3-4 minuten.
    Verwarm de maïstortilla's
    Vul elke warme tortilla met een portie van het steak, groenten en cactusmengsel. Garneer met verse koriander en serveer met partjes limoen.
    Serveer de tacos Villamelón met guacamole, zure room, salsa en geraspte kaas.

    Zoiets
    Read more

  • Day 3

    El dia despise del primer dia

    March 31 in Mexico ⋅ ☀️ 27 °C

    Voordeel van een jetlag is dat je al om 5 uur klaar wakker bent en om half acht, als de temperatuur nog de hachelen is, al in de stad loopt. Nadeel is dat je om half tien al weer enorme trek krijgt als je de versgebakken tortilla’s in de straatstalletjes ruikt en je dan al snel te verleiden bent om te gaan zitten en al weer aan het eten bent. Als we om half acht de Paseo de Montejo oprijden zijn vrijwilligers al druk met de wegafzettingen. Op zondag gaat de lange Paseo dicht voor het autoverkeer en hebben fietsers, wandelaars, hardlopers en skaters vrij spel. De verkopers van onzinnigheden bouwen hun kraampjes vast op en de voedselstalletjes worden opgebouwd. T’is al gezellig druk.  Langs de Paseo staan de prachtigste herenhuizen en paleizen, uit tijden dat Mexico goud geld verdiende aan de handel in hennepvlas, touw en textiel. Na de Paseo lopen we de Calle 64 af, een straatje met gekleurde huizen. Gelukkig niet allemaal netjes opgeknapt, dus er blijft nog wat authentieks. Op Parque de San Juan hebben handelaren hun van blauwe en zwartte plastic afdekzeilen zelf geknutselde terrassen gemaakt. Onder het zeil staan plastic tuinstoelen en kleine tuintafeltjes. Oude reclamebonnen dienen als tafelkleed. Op de voedselkarretjes wordt drukt gehakt om het varkensvlees in kleine stukjes te krijgen, uitjes in blokjes te snijden en van emmers vol met onder water staande radijsjes wordt garnituur gesneden. Af en toe sist er een hete bakplaat als er een straal met water uit een oude colafles met gat in de dop op de plaat wordt gespoten om aanbaksel los de weken. Een flesje coca cola komt uit de grote oranje koelbox met smoezelig witte deksel. Onze tortilla wordt geserveerd op een bordje. Om het bordje zit een plastic zakje en op het zakje ligt onze tortilla met varkensvlees, uitjes en saus. Want ja afwassen kan niet in het park, dus wordt na elke maaltijd het plastic zakje van het bordje gehaald en voorzien van een nieuw zakje voor de volgde klant. En dat alles om half tien in de ochtend. En als je denkt dat we de enige gek zijn die om half tien op paasochtend aan de tortilla zit. Mis. Het zit vol met Mexicanen…

    We lopen terug door de aangenaam rommelige straten met gekleurde huizen naar de auto.  Vlak voor we het Maya museum bezoeken, schieten we nog even een eettentje binnen. Onverwacht lekker stoofpotje met een groen drankje van ananas, spinazie en nog meer (maar niet geheel duidelijk wat). Heel lekker fris.

    Ons even in de Maya cultuur ondergedompeld. Een Amerikaans met Mexicaanse roots zegt ons dat hij blij is dat we ons interesseren voor zijn roots.

    Na een lekker tukje in ons huisje reizen we nog een keer de stad in. Alleen heten alle wegen hier Calle en komt het nummer er achter nogal nauw. Dus een typfout op de TomTom brengt je dan in buurten waar je normaal niet snel zult (en wilt) komen. TomTom leidt ons door een wirwar van straatjes langs rommelige huizen, straten vol zwervende hondenfamilies, uitgebrande auto’s, vervallen winkelgevels en straten voor gaten. Na meer dan een uur zijn we in de stad en eten we in een onvervalste Mexicaanse kantine, met in de hoek oma die al kleiend de ene tortilla na de ander vouwt, Mariachi uit de speakers en op het bord een uitgeholde edammer kaas, gevuld met gehakt, rozijnen, kappertjes en olijven (queso relleno). Hoe Edammerkaas in de Yucatankeuken terecht komt? Het schijnt dat er ooit een schip uit Nederland, op weg naar de Antillen is overvallen door piraten, waarbij de lading (met ook veel edammer kaasjes) in de zee terecht kwam. Omdat ze omwikkeld zijn met een dun laagje plastic spoelde ze in goede staat aan voor de kust van Yucatan. De mensen vonden de kaasjes en verwerkte die in hun keuken. En nog steeds is de edammerkaas een standaard ingrediënt in de Mexicaanse keuken van Yucatan…..zo gaat het verhaal. Of het aar is? Zou het niet weten.

    Maar, dish of the day is: Cazuela Cochinita Pibil con Cebolla Curtida

    En als je het zelf wilt maken heb je nodig:

    1,5 kilogram varkensschouder  (als je het in een bananenblad wikkelt, laat het dan heel; als je een draadpan of slowcooker gebruikt, in stukken snijden)
    1 kopje vers sinaasappelsap
    ¾ kop vers limoensap (ongeveer 6 limoenen)
    1 theelepel zout
    5 eetlepels achiote pasta
    5 teentjes knoflook
    2 laurierblaadjes
    3 grote bananenbladeren
    Slagerstouw
    Koriander, voor garnering
    Maïstortilla's, om te serveren
    Voor de ingelegde ui:

    1 middelgrote rode ui, fijn in ringen gesneden
    1 kopje witte azijn
    1 eetlepel zwarte peperkorrels
    ½ theelepel suiker
    ½ theelepel zout
    1 Doe varkensvlees in een diepe ovenschaal of braadpan en laat het op kamertemperatuur komen.

    2 Om de marinade te maken, combineer je de sap, achiote, knoflook en zout in een blender of keukenmachine en pureer tot een gladde massa. Giet over het vlees en dek het af. Laat minstens een uur rusten.

    3 Terwijl het vlees marineert, maak je de ingelegde uien: Meng in een middelgrote kom de in blokjes gesneden rode ui, peperkorrels, ½ theelepel zout, suiker en azijn. Laat in de koelkast staan, af en toe roeren tot het klaar is voor gebruik.

    4 Verwarm de oven voor op 175 graden. Leg schone bananenbladeren in een overlappend patroon op een schoon werkblad. Plaats het gemarineerde vlees in het midden en bedek met laurierblaadjes. Vouw bananenblaadjes omhoog en over het vlees en vorm een strak pakket; beveilig met slagerstouw en keer terug naar de braadpan. Dek af met folie.

    5 Bak varkensvlees 3-4 uur, controleer periodiek door de bladeren, tot de vork gaar is.

    6 Haal uit de oven en laat 10 minuten staan. Versnipper vlees met twee vorken (meng de resterende saus er door als het een beetje droog lijkt) en serveer onmiddellijk met ingelegde uien, koriander en tortilla's ernaast.
    Read more

  • Day 4

    El tercer dia

    April 1 in Mexico ⋅ 🌙 27 °C

    Het verkeer is op maandag net even anders dan de afgelopen zaterdag en zondag. Volop drukte. Scooters, fietsers, vrachtverkeer, auto’s maar vooral veel oude versleten pickuptrucks met de achterbak afgeladen vol met….mensen. Staand. Dicht naast elkaar als haring in een ton staan ze op de bak van de pickups, rijdend over de snelweg naar hun baantjes. We zagen gisteren wel her en der een familie die tuinstoelen hadden neergezet in de bak van de pickuptruck, biertje in de hand (of snel verstopt in het schort als er politie in het zicht is) en gezellig keuvelend terwijl pa de truck met 90 kilometer per uur over de hobbelige snelweg rijdt. Maar het aantal mensen wat op maandag in de pickup-bak naar z’n werk wordt vervoerd is enorm.

    Het idee was om vandaag de opgraving van Dzibilchatun (nee dit is een keer geen typfout) te bezoeken. Zou op 30 maart weer feestelijk geopend zijn. Maar helaas, we worden bij te roestige bouwhek tegengehouden door een bejaarde poortwachter. Nee het is nog niet geopend…wanneer wel?….geen idee….mei… Misschien….

    Door naar de kust dan. Progreso heeft een aangename boulevard langs z’n witte strand met azuurblauwe zee. We ontbijten een eitje met Chaya, een Mexicaanse spinazie met medicinale krachten. Wordt hier ook in een frisdranken gestopt met Ananas en limoen. Aqua de Chaya. Errug lekker bij 40 graden Celsius.

    Over het schiereiland met links de zee en rechts de Laguna Rosada, bekend om zijn Pelikanen, reigers en flamingo’s, rijden we zuidwaarts.

    Bij Xcambo steken we de lagune over en komen we alsnog bij een Mayadorp met tempel. We hebben het (Maya) rijk voor ons alleen. Er is een rommelig hokje waar een mannetje zit tussen zijn rommel om de 5 euro entree te innen en voor de rest is het vrijwel leeg. Een serene ervaring. Je voelt tocht iets geks tussen al de tempels. Zal verbeelding zijn…maar toch.

    Heel anders dan onze lunchplek Motul. Een druk marktplaatsje wat al zijn omliggende gebouwen wijnrood heeft geverfd. Tientallen kleine taxi-scooters zoemen rond de markt als vliegen, de markthal ligt afgeladen vol met groentes, fruit, grote stukken vlees, varkenskoppen, kip en eieren. Die eieren zijn de specialiteit hier, Huevos Motulenos: gebakken ei op gebakken bonen, onder en boven een gefrituurde tortilla met salsa, gefrituurde bakbanaan, varkensvlees en verkruimelde verse Mexicaanse kaas. Ultieme anti-katervoer lijkt mij. We smikkelen er van op het open terras boven de markt met uitzicht op het centrale plein van Motul.

    De middag hangen we in ons, inmiddels weer gevulde, zwembadje. Om 7 uur nog even de stad in om in een iets te hippe garage met DJ een lekkere Sopa de Lima te eten. In de straat voor het gemeentehuis heeft zich inmiddels een compleet orkest neergevlijd. Om klokslag 9 uur komen er 20 dansers en danseressen de straat op in Yucatan-klederdracht die een uur lang leuke dansjes doen. Een soort Riverdance meets linedance op z’n Mexicaans. De honderden omstanders vinden het prachtig.

    Recept van de dag:

    Aqua de Chaya:
    1 kop ananas
    1 kop sinaasappelsap
    1 kop Chaya bladeren, fijngehakt
    2 kop water
    2 kop ijsblokjes
    Honing (naar smaak)

    Alles behalve de ijsblokjes, in een blender fijn maken tot alles vloeibaar is. Onder de ijsblokjes gieten. Klaar!
    Read more

  • Day 5

    Curator dia con diversion nadando

    April 2 in Mexico ⋅ 🌙 31 °C

    Op zoek naar de Cenotes vandaag. eerst een tussenstop bij Zona Arqueologica de Mayapan voor nog meer Maya-cultuur. Maar de locals zijn boos dat ze wel last hebben van de toeristen, maar er weinig voor terug krijgen. Dus is de weg geblokkeerd met takken en een spandoek en bivakkeren de protesteerders in een zelfgebouwde hut van takken. Geen mogelijkheid om er te komen dus.

    We rijden door naar de Cenotes bij Mucuyche, Yaal Utzel. De weg er heen is heel lang geleden geasfalteerd, nooit meer iets aangedaan en nu vol met maankraters. Voorzichtig rijden we de dorre droge bossen in. De bermen van de weg liggen bezaaid met afval. En niet afval van mensen die af en toe een bekertje in de berm gooien maar zoveel afval dat het lijkt of de plaatselijke vuilophaal al zijn vuil stort in het bossen. Grote bergen huishoudelijk afval, wc potten, frisdrankkratten, autobanden, alles ligt langs de rand van de weg. Triest.

    Bij de Cenote van Yaal Utzil (betekent “goede zoon”) is een piepkleine parkeerplaats. Er is een groen houten zelfbouwhek om de Cenotes neergezet. Met de hand geschilderde plankjes wijzen ons de weg. “First Pay then swim” staat er met hanenpoten geschilderd op een plankje. Een Cenote ontstaat als er in een gebied geen rivieren zijn en het oppervlaktewater toch ergens heen moet. Er ontstaan dan ondergrondse rivieren. Op zwakke plekken in de aarde is in de Yucatan door meteorietinslagen de aarde op veel plekken opengebroken en zijn grote gaten ontstaan waar ondergrondse zwembronnen ontstaan met glashelder water. Er zijn het honderden. Zwembroek dus aan en afdalen via een door lokale boeren in elkaar geknutseld trapje in de sinkhole. Omkleden doe we achter 2 rechtopstaande pallets en een zelf geknipt gebloemd douchegordijn dat aan een tak hangt die als rail voor het gordijn dient. De cenote is in totaal 19 meter diep. Je moet een ruime 10 meter afdalen via de trappen om bij het water te komen (of van je hoogtevrees afkomen door vanaf de rand naar beneden te springen). Het water is felblauw en aan de rand van de cenote groeien bomen gevaarlijk balancerend in de lucht. Er hangen lianen aan de wanden van de cenote en zwaluwen hebben de gaten in de wand gebruikt om hun nesten te bouwen. Heerlijk dobberen we een uurtje in het helder water terwijl we genieten van het uitzicht als we naar boven kijken.

    We rijden via binnenwagen terug naar Merida. Een kleine tussenstop voor een detour over de vervallen Hacienda van Uayalceh. We parkeren de auto voor de deur van knalgele muur van een tortillabakkerij, waar de muziek hard uit de speakers knalt terwijl de geur van vers gebakken tortilla’s de bewoners van het dorp verleidt tot kopen van de tortilla’s. De Haciënda is na een lange welvarende historie van Hennepboeren en landbouw, paarden- en vee-fokkerij nu al lang verlaten en vervallen. Prachtig om rond te lopen in wat eens een glorieus gebouw moet zijn geweest. Ideale plek voor een paar zwart-witplaatjes.

    Een dertig kilometer verder rijden we het erf op van een andere Haciënda, Teya. Nu keurig gerestaureerd met een enorm restaurant. Obers in witte broek en witte bloes staan ons keurig te woord, complimenteren Erica met haar Spaanse uitspraak en brengen ons een grote stenen plaat met 3 vleessoorten, groentesaus en tortilla’s. Het wordt saai…..maar week heel erg lekker. Er lag onder andere “Poc Chup” op de steen. Hoe je dat maakt?

    Poc Chuc

    Ingrediënten

    1 kilo varkensvlees in filets
    1 rode ui
    2 zure sinaasappels
    1 bosje koriander
    Zout
    Gemalen zwarte peper
    Oreganopoeder
    Plantaardige olie
    4 tot rode of groene tomaatjes
    Habanero-chili

    Pers de sinaasappels. Maak van de sap en oregano een marinade.
    Marineren de varkensfilets in dit sap (minimaal 45 minuten).

    Snijd de ui in grote stukken. De koriander wassen en fijn hakken.

    Filets uit de marinade halen en op smaak brengen met met zout en peper. Daarna bakken in een voorverwarmde koekenpan met een scheutje olie. Sap van de marinade over het vlees gieten.

    Grill de ui en tomaten (in stukken). Habanero-chili wassen, zaden verwijderen en de witte delen van binnen verwijderen (zaden achterhouden om eventueel pittiger te maken). Bak ze mee.

    Maak van de gegrilde groenten een saus in een keukenmachine. Breng de saus op smaak met zout en peper (en eventueel peperpitjes).
    Als varkensvlees gaar is, garneer je ze met stukjes koriander en serveer je ze meteen. Serveerde de saus er apart bij. En uiteraard tortilla’s.
    Read more

  • Day 6

    Quinto dia, tempo de coccion

    April 3 in Mexico ⋅ ☁️ 25 °C

    Metzin heet ons vanachter de balie van het Hotel Merida Santiago van harte welkom. Ze is klein van stuk, heeft een vriendelijk gezicht en spreekt perfect Engels met een aangenaam Mexicaans accent. We komen voor de kookles. We nemen even plaats in de kleine hippe lobby en drinken een Chaya-limonade (is weer gezond voor alles). Na een minuut of tien komt Metzin ons halen. Boodschappentas om de arm en een zomerhoedje van zeegras op haar hoofd. Ze leidt ons door de straatjes rond ons hotel, vertelt het een en ander over de geschiedenis, we proeven een lokaal choco-drankje gemaakt van grof gemalen Yucatan cacao met water en lopen zo langzaam naar de markt Mercado de Santiago. Een relatief kleine markt met weer veel groente, fruit, tortilla bakkerijtjes, en een grote hal met vlees, vooral kip en varken. Rundvlees doet Yucatan niet aan. Metzin heeft het boodschappenlijstje van de kok in de hand. En we schuifelen van kraam naar kraam. Grote Yucatan avocado's (met meer water en een rammelende pit), recado (kruidenpasta) bij een oude familiestalletje, pompoenpittenpoeder voor de dip (Sikil pak), kippenbouten en varkensvlees in de vleeshal. Het vlees hangt aan grote halen in de toch redelijk warme lucht. De slager pakt een stuk van de haak en snijdt met een enorm groot mes het grote precisie flinter dunne plakjes varkensvlees. Nog even langs de bloedhete trotillabakmachine-winkel voor een stapeltje deegflapjes en een zakje ongebakken deeg.

    In het hotel zit een kleine keuken rechts van het terras, waar op d e stalen werkbank al twee snijplankjes klaar staan, met een mes en een schort. Reyna is de chefkok van dienst. Zij doet op haar eigen snijplank voor wat we moeten doen en ze leidt ons zo door alle stappen van de receptuur van de 6 verschillende gerechten. Reyna spreekt alleen Spaans, dus Metzin vertaalt elke zin nauwgezet.

    De puddinkjes met caramel gaan het eerst de oven in. Daarna de kip in kruiden en zure sinaasappelsap gemarineerd, op een bananenblad met groente en pepers in de pan gelegd en op het stalen fornuis gezet om de pruttelen. We frituren de tortilla’s tot chips, vouwen van het deeg empanada’s met Edammer kaas, maken van het resterende deeg gemengd met Chayabladeren kleine kuipjes. Die worden gefrituurd en daarna gevuld met de dip van pompoenpitten. We roosteren de tomaten tot ze zwart zijn en vijzelen die tot saus. We bakken de pompoentjes met ui en tomaat en strooien er ruim kaas over. Als laatste prakken we de avocado met limoen en mengen het met ui en tomaat tot gaucomole. We krijgen instructies over de opmaak van de borden. Half één zitten we dan aan tafel op de mooie binnenplaats van het hotel met een tafel vol met onze eigen gerechtjes. Wijntje erbij, niks meer aan doen. Ik zeg: dat was een heel fijn verjaardagscadeau van de meiden.

    En Reyna geeft ons het recept van de kip nog even mee…..voor de blog

    In de avond zitten we eigenlijk nog vol van de lunch. We pakken een klein kaal restaurantje op een kantorencomplex vlak bij ons huis voor een kleine avondsnack. Ik eet een heerlijke Gorditas (gefrituurd maisdeegflapje) met vlees, ui, tomaat en kaas voor nog geen 2 euro. Heerlijk. De eigenaresse van het zaakje is er zichtbaar trots op. Kom daar maar eens om in Nederland.

    POLLO PIBIL van Reyna,

    2 kippenpoten met vel
    30 g Achiote pasta
    2 zure sinaasappels
    1 zoete peper
    1⁄4 witte ui.
    1⁄2 tomaat
    epazote (soort munt/citroenmelisse)
    bananenboombladeren (zacht gemaakt boven vuur).
    zout

    Los de pasta op in het zure sinaasappelsap. Bedek de kip met dit mengsel. Marineer 30-60 minuten in de koelkast.

    Prik de groenten aan een spies en hang ze boven open vuur tot ze licht zijn geschroeid.

    Bak de kippenpoot aan totdat het vel mooi bruin is.

    Leg het bananenblad in een pan en daarop de kip.

    Leg de groenten en de epazote bladeren erop en breng op smaak met zout en peper. Giet marinade erover en voldoende water zodat de kip onder staat. Dek af met meer bananenblad tot het gesloten is.

    Kook 30 minuten (of tot het binnenste minimaal 65 graden Celsius is). Laat saus iets inkoken.

    Serveren met rijst en citroen.
    Read more

  • Day 7

    Dia Seis, en al Mercado

    April 4 in Mexico ⋅ 🌙 22 °C

    “Dia Seis, en el Mercado tus peso’s valen el doble”

    We gaan naar de markt. Een grote markt. En we zijn gewaarschuwd. Deze markt is een aanslag op alle zintuigen, op elke denkbare manier. We zullen zien.

    De wijk rond de markt is om half acht al een drukte van belang. Handelaren rennen rond met karretjes vol handelswaar, vrachtautootjes rijden af en aan, voor ons loopt een oude vrouw met haar verhandelbare kruiden op haar hoofd en uit de winkeltjes klinkt overstuurde muziek uit veel te grote grote zwarte boxen van matige kwaliteit (maar wel met gekleurde lichtjes in de speaker die net na de maat heel leuk mee knipperen).

    De Mercado Lucas de Galvez is de grootste markt van Merida. Dagelijks komen hier honderdduizend Mexicanen hun vlees, groenten, snacks, pluimvee, pannen, totilla’s, fruit en ander huishoudelijk spul kopen van kleine handelaren en keuterboertjes.

    Het is een wirwar van honderden kraampjes, stalletjes, keukentjes en winkeltjes. Er wordt gekookt, er wordt gehandeld, er wordt gegeten, er wordt gekletst, er wordt vlees gesneden, er wordt geschreeuwd, er worden kisten vol mango’s op steekkarretjes tussen het publiek door geduwd. Het is druk, iedereen loopt tegen iedereen, het ruikt er lekker, het stinkt, het is er viezig, er is kleurenpracht, de zoete mango’s kleuren de lucht, er wordt ongelofelijk vals muziek gemaakt door mensen met een vlekje, zangvogeltjes in kooitjes zingen de schoonste melodieën, magere kittens wachten lijdzaam op slachtafval van de vishandelaren, gehandicapten bedelen in een rolstoel om een paar centen, een bloemenstal vol geurig en kleurige bloemen fleurt het einde van een gang op. T’is vooral veel, heel veel. Heel veel van alles. En alles is kapot en vies. In 1950 is de huidige hal gebouwd en het lijkt er niet op dat er veel aan gedaan is sinds die tijd. En waarschijnlijk gaat het ook niet lukken met zoveel bezoekers per dag. En toch, het heeft charme. De tien ander toeristen die ook de markt bezoeken haal je er zo uit. Voor de rest zijn het alleen maar Mexicanen.
    We kopen wat typische kruidenmixen bij een aanbevolen adres.

    We komen langs Taquería La Tia. Een klein stalletje achter glas. Er zit een stevige Mexicaan met zwarte mondkap achter het glazen wandje en voor met ligt een speenvarken aan stukken. Met zijn vingers maakt hij de stukken speenvarken los en legt ze routineus op een broodje of een taco, stukje crackling er op, papiertje er onder en doorgeven aan de ober annex klantenwerver. We gaan zitten op een veel te klein houten krukje aan een veel te smal tafeltje tegenover een Mexicaans stel. Op het tafeltje staat een grote plastic bak uitjes, een een plastic bakje kruiden en een hete saus. Erica neemt de taco, ik de torta (broodje). Het speenvarken heeft een hele nacht liggen garen in de tuin van La Tia en als het op is, sluit La Tia voor de dag. Erica heeft moeite met de omgeving in combinatie met het vettige vlees. Ik laat het me goed smaken. Ja het is ietwat vettig. Amerikanen hebben daar een mooier woord voor: Succulent. Het smelt in de mond.

    Na anderhalf uur zijn onze zintuigen doof en verlaten we de markt. Struinen door de straten en parkjes van Merida. Bezoeken het paleis van de Gouverneur, doen een museumpje, drinken Italiaanse koffie en lopen dan heel langzaam naar Los Almendros. De vertaler van de kookcursus gisteren gaf ons deze tip. Een zaakje dat wat verder van de gebaande paden ligt, maar voortreffelijk kookt. Bleek te kloppen. Een bord vol met diverse gerechten uit deze streek wordt ons voorgeschoteld in een soort van ziekenhuisbord. Maar het smaakte verschrikkelijk goed.

    Moe, uitgewoond en uitgelopen keren we huiswaarts. Even “zwemmen” in ons poeltje en dan tukkie doen.

    Om zes uur rijden we naar een nabijgelegen dorp Cholul. Op het centrale plein ligt een mooie gele kerk Om de kerk heen ligt een parkje met sportvelden, een trambaan, speeltuin en naast de kerk is een dame op een paard aan het trainen om de lasso te werken terwijl het paard vol in galop is. Ze laat een grote stofwolk achter als ze het paard laat remmen voor een lassoworp. Op de stoep rond het park staan weer stalletjes…met eten.

    Maar wij gaan op chique en eten in een mooi gezellige tuin een soort Mexicaans fusion restaurant. Net even anders….

    Als we nog even een rondje om de kerk doen kunnen we een rommelige huiskamer in kijken. Er staat in handgeschilderde letter boven de deur: Tamales. Mevrouw des huizes opent een enorme zwartgeblakerde pan en daarin zitten de tamales in groene bananenbladeren verpakt. We nemen er vast 3 mee….voor morgen.

    En wat hebben we vandaag als recept om te onthouden (van het ziekenhuisbord van Los Almendros):

    Papadzules

    2 1/2 kopjes water
    2 grote bladstengels van epazote
    1 theelepel zeezout
    225 gram gepelde rauwe pompoenpitten
    12 kleine maïstortilla's
    5 hardgekookte eieren (gepeld, grof gehakt en gezouten)

    Voor het serveren:
    1 kop salsa
    2 grote hardgekookte eieren, wit en dooiers gescheiden en fijngehakt
    12 epazote bladeren (optioneel)

    Doe het water, de epazote en het zout in een kleine pan en breng aan de kook. Zet het vuur lager en laat ongeveer 5 minuten sudderen.

    Rooster de pitten, laat ze afkoelen en maal ze fijn.

    Leg de gemalen zaden op een bord met een lichte rand rond de rand. Giet 1/4 kopje epazote-bouillon over de zaden en meng met je handen. Voeg geleidelijk de vloeistof toe tot je een kruimelige maar samenhangende pasta hebt.

    Leg de pasta in een kaasdoek en pers de olie er uit (doen we niks mee, is goed voor je handen). Verkruimel de pasta in een blender, voeg de resterende gezeefde epazote-bouillon toe en meng tot een gladde massa.

    Breng de saus over in een koekenpan en verwarm op het laagst mogelijke vuur, bijna constant roerend omdat het zetmeelgehalte van de zaden begint op te zwellen en de deeltjes de neiging hebben te stollen op de bodem van de pan.
    Dompel een van de warme tortilla's in de saus: het moet licht bedekt zijn. Als de saus te dik is, verdun hem dan met een beetje extra warm water. Werk zo snel als je kunt, dompel elke tortilla in de saus, houd hem vast met een tang, maar steun hem met een spatel zodat je niet achterblijft met een beetje gebroken tortilla in je tang.

    Strooi een deel van het gehakte ei over een-derde van de tortilla, rol het op en leg het op een verwarmde schaal.

    Als alle papadzules zijn samengesteld, giet je er de resterende saus overheen. (Als de saus dikker is geworden en er korrelig uitziet, doe hem dan terug in de blender met een beetje extra warm water en meng tot een gladde massa.)

    Giet nu de tomatensalsa over en strooi de gehakte eiwitten en dooiers er over. Versier eventueel met restjes epazote.

    Als laatste touch, lepel in klein beetje van de olie erover. Serveer onmiddellijk ander zakt de olie terug in de saus en is al dat werk voor niets geweest.
    Natuurlijk is het kleurrijker en aantrekkelijker om de papadzules samen op één serveerschaal te serveren.
    Read more

  • Day 8

    El septimo dia con una vista celestial

    April 5 in Mexico ⋅ ☀️ 27 °C

    Met elke dag minimaal 35 graden op de thermometer, leek het ons lekker vandaag de zee op te zoeken. Ten noord westen van Merida licht een kleine landstrook met daarop een klein dorpje Sisal.
    Sisal is wel een echt badplaatsje, maar nog eentje die niet is aangetast door commercie en buitenlands toerisme. Het zijn allemaal kleine ondernemers die een paar centen proberen te verdienen aan de overwegend Mexicaanse badgasten. We vallen bepaald op in de straten en op het strand met onze lengte en bleke huid.

    We huren op het strand voor een appel en een ei een provisorisch gemaakt gazebo met een dak van bananenbladeren, een hangmat, vier stoelen en een tafel. Uitzicht op de helblauwe zee waar grote witte en grijze pelikanen landen om hun voorraad vis aan te vullen. Om de 5 minuten loopt er iemand voorbij met op zijn hoofd een grote voorraad voorgesneden tropisch fruit, bekers drinken, ijsjes, lollies, pinda’s. Allemaal in de hoop om iets te verkopen.

    Naast ons grote (in aantal dan) Mexicaanse families die met veel geluid, muziek, gepraat en gesnack hun dagje strand beleven. En voor de muziek nemen sommige dan hun complete karaokeset mee het strand op (uiteraard weer met knipperende lichtjes)

    Het dorp is wel helemaal ingericht op strandvertier, maar alle restaurantjes zien er authentiek en een beetje identiek uit. Een groot vierkant gebouw opgetrokken uit betonblokken, vrolijk doch slordig beschilderd in wilde kleuren, ramen en deuren zijn er niet, alles is open, grote coca cola koelkast voor de drank, een zelf getimmerde bar, vaak een soort kerstverlichting aan het plafond en snoeren voor elektriciteit die van hot naar her over de muren lopen. In Restaurant Brisa de Mar waar wij eten, zijn wel chique houten stoeltjes geplaatst in plaats van de gemiddelde plastic tuinstoel. We eten vis (verser wordt het niet, die ochtend met blauwe sloepjes gevangen) en Kibis (een variant op de Libanese kebab).

    Op de terugweg ontdekt Erica nog een bijzondere Cenote (de ondergrondse waterpoelen). In een willekeurige tuin in een dorp verderop heeft iemand tijdens het bewerken van de grond een cenote ontdekt. We komen in het doorsnee aandoende straatje aan. Er is niks te zien. Er wappert wel een oude banner aan de boom dat hier de cenote is. Kinderen van een jaar op 10 rennen op ons af. Of we de cenote willen zien. Ja dus. Dan laten ze blijken trots te zijn op hun paar woorden Engels: “hello”, “overthere”….en…”money”. We lopen om het armoedige huisje over de keien door de tuin van de bewoners. Om ons heen de kinderen en een paar zwerfhonden (zo zien ze er tenminste uit). Het jongetje wijst naar een gat in de grond, met daarin een stalen laddertje. We dalen af in het gat en komen in een kleine ronde ruimte met een doorsnee van misschien 8 meter dat vol met helder water staat. Dit is ‘m dus, de cenote.

    Na 15 minuten klimmen we er weer uit en rijden door naar huis.
    Daar blijkt de watervoorziening gestopt te zijn in onze straat. Vvuil van het strand, maar zonder water om ons af te spoelen. De technische ploeg van het wijkje komt langs om water vanuit de tonnen op het dak van de buren over te pompen naar onze ton, zodat we in ieder geval kunnen douchen.

    Morgen verlaten we het huisje en rijden door naar onze volgend stek. Een paar honderd kilometer zuid-westwaarts.

    Nog even over dat Libanees eten in Mexico: Natuurlijk, de Mexicaanse keuken staat bekend om zijn tortilla's, taco's, tequila, salsa's. Het is een mix van voornamelijk Spaanse en inheemse keukens, maar er zijn ook veel andere invloeden. Er is bijvoorbeeld een behoorlijke Arabische invloed die via de Spanjaarden en vervolgens door de Libanese migratie naar Mexico kwamen.
    Zo wordt de “Al Pastor” vulling voor de taco gemaakt op een shoarmarol, Taco's Arabes worden niet geserveerd met tortilla's maar met pitabroodje. Mazapan wordt in Mexico gemaakt met pinda's, maar lijken op halva wat wordt gemaakt met amandelen of pistachenoten. En vandaag aten we dus kibis, de Mexicaanse variant op kebab.

    Kibis Yucatecos

    250 g rundergehakt
    250 g bulgur
    ½ witte ui, fijn in blokjes gesneden
    Een handvol muntblaadjes, fijngehakt
    1 teentje knoflook, geplet
    1 ei
    1 el Fajita-kruiden (het bevat annatto-zaden, perfect voor dit gerecht)
    1 tl Habanero Salsa
    1 tl zout
    1 tl zwarte peper
    olie, genoeg om de kibis te bakken

    Spoel de Bulgur en laat minstens twee uur weken. Laat uitlekken

    Meng alle ingrediënten in een kom tot alles goed verdeeld is. Maak middelgrote ballen met het mengsel en vorm voorzichtig een langwerpige bal zoals een American football.

    Bak in de hete olie. De kibis zijn klaar als ze aan alle kanten perfect goudbruin zijn. Haal ze uit de olie en plaats ze op een rooster of over papieren handdoeken om overtollige olie af te tappen.

    Lekker met ingemaakte uien

    1 kleine rode ui, fijn in blokjes gesneden
    1 habanero peper, gesneden of fijn in blokjes gesneden
    ¼ kopje citroensap
    ¼ kopje sinaasappelsap
    zout naar smaak

    Meng het citroensap met het sinaasappelsap en zout. Voeg de in blokjes gesneden ui en habanero toe en laat marineren terwijl de kibis klaar zijn.
    Eventueel bruine bonen en eens als erbij….
    Read more

  • Day 9

    El octavo dia, y media

    April 6 in Mexico ⋅ ☀️ 29 °C

    We verlaten ons aangename huisje in Merida. Nog steeds geen stromend water maar dankzij de “poolguy” net voldoende water in de tank om te kunnen wassen en plassen.

    Qua rijden ben ik blij dat ik de stad uit ga. Niet dat de Mexicanen vervelend rijden (ze rijden rustig, alleen regels en strepen op de weg zijn er niet echt). Maar Mexicanen maken echt ‘s werelds allervervelendste verkeersdrempels. Molshopen heten ze. Bulten in de weg van zeker 30 cm hoog en nog geen 20 cm breed. Vaak totaal onaangekondigd en in de kleur van de rest van het wegdek op totaal onnodige plekken. Die hebben ze in de jungle niet.

    Onze eerste stop is Haciënda Yaxcopil. Eén van de grootste Haciënda’s hier in de regio. Groot tijdens de veeteelt, maar nog groter tijdens de fabricage en handel in Henneptouw. De Haciënda was ooit bijna 100 vierkante kilometer groot. Nu is het een museum en zijn kamers ingericht met oorspronkelijke meubels en schilderijen. Tot 1984 was de fabriek nog in gebruik. En de plek is nu een gewild object voor fotoshoots en filmopnames.

    Als we de huiskamers van de hacienda net doorgelopen zijn en we de tuin van de hacienda even inlopen, en we staan wat te wijzen naar een oude boom en ons af te vragen hoe oud die zou zijn, ziet “Manuel de oude tuinman” zijn kans schoon. In keurig Spaans, telkens checkend of wij het nog begrijpen (zo niet dan doet’ie het met handen en voeten voor, wat vooral bij de martelkamer tot een bijzonder schouwspel leidde) leidt hij ons verhalen vertellend over het terrein van de hacienda. We komen niet meer van hem af, zoveel is duidelijk. De machine kamer, het familietheater, de droogkamers, het zwembad, de waterput, het treintje, we krijgen alles, incl demonstraties, uitgelegd. Bij de machinekamer gaat’ie helemaal los. Daar heeft hij als kleine jongen nog gewerkt, zegt’ie. Hij pakt een groot stuk Agaveblad en laat ons stap voor stap zien hoe van aanvoer tot touw maken de fabriek werkte. Hoogtepunt komt als hij van het Agaveblad de strengen heeft losgetrokken, ontdaan heeft van het pulp en hij zijn broekspijp tot aan de knie opstroopt. Door een vliegensvlugge rolbeweging van de strengen tussen zijn vingers en de huid van zijn oude bruine onderbeen te rollen ontstaat langzaam een echt touwtje. Zo te zien doet Manuel dat vaker, want er zit geen haartje meer op zijn onderbeen. Zijn allemaal verdwenen in de demonstratie van touwrollen. Hij legt in beide einden een knoopje. We mogen nog even voelen hoe enorm sterk het touw is en Erica krijgt het kado, touw inclusief beenhaar. Daar nemen we afscheid van Manuel.

    We rijden nog een paar kilometer door en komen bij de Mayastad Uxmal. En da’s een echte toeristentrekker. Bussen laden mensen uit, eerst een straatje met souvenirwinkeltjes en dan kassa’s. Twee kassa’s. Eén kassa om belasting te betalen……en een tweede kassa voor het entreekaartje. Er is één controleur bij de ingang voor de belasting…..en vier meter verder één controller voor het entreekaartje.

    Bij de ingang schrikken we wel even. Bus ladingen voor ons met allemaal bordjes in de lucht zodat de toeristen niet per ongeluk de verkeerde gids volgen. Maar gelukkig is Uxmal zo enorm groot, dat je al redelijk snel weer rustig kunt rondkijken en rondlopen. En indrukwekkend is het, een enorme stad, inclusief gigantische tempels uit een periode tot aan 500 voor de jaartelling is bewaard gebleven. Prachtige versieringen, immense bouwwerken en een bijzondere plattegrond.
    Een paar uur rondlopen is geen probleem, behalve natuurlijk dat het er bloed heet is. We tikken toch al gauw de 40 graden aan.

    We rijden nog een paar kilometer verder en bezoeken nog een kleine archeologische opgraving, Kabah. “Hier mag je wel op de tempels klimmen”, zegt de gids ons met trots. T’is veel kleiner dan Uxmal, maar ook fraai.

    Ons hotel ligt vlak bij Kabah. Onze kamer is al klaar. Nou ja kamer. Het is een parkje in de jungle met allemaal kleine huisjes in stijl van de oorspronkelijke Yucatanse huisjes. Heel schattig. En het eten is er nog eens lekker ook.

    Morgen een lange rit verder de jungle in.

    En de snack van de dag? Dit at ik in Uxmal:

    Panuchos & cochinta pibil.

    300 gr varkensnek in grove stukken
    4 el olijfolie
    1 rijpe avocado
    sap van 1 limoen
    16 verse witte maïstortilla’s
    zonnebloemolie, om in te frituren
    1⁄4 witte kool, ragfijn geschaafd
    1 bosje lente-ui, fijngesneden

    marinade
    1 sinaasappel, in stukken
    1 tl gedroogde oregano
    1⁄2 habanero-chili
    100 ml ciderazijn
    1 el agavesiroop
    1 ui
    1⁄2 bos koriander, grof gesneden
    1 teen knoflook
    1 tl komijn
    75 g achiote-pasta

    pickles van rode ui
    200 ml azijn
    1⁄2 el suiker
    1/2 teentje knoflook
    1 takje Mexicaanse oregano of majoraan
    habanero-chili

    zwarte bonen – frijoles refritos
    70 g ghee
    1 guajillo-chili
    2 teentjes knoflook
    1 takje rozemarijn
    1 ui, fijngesneden
    400 g zwarte bonen, met vocht (1 blik)

    habanero-mangosalsa
    4 el zonnebloemolie
    1 ui, fijngesneden
    3 teentjes knoflook, fijngesneden
    1 tl komijnzaad
    3 el suiker
    2-3 habanero-chili’s
    1 mango, grof gesneden
    1/2 bos koriander, fijngesneden
    2 tomaten, grof gesneden
    100 ml passata
    100 ml ciderazijn

    salsa bandera
    1/2 komkommer, in blokjes
    1 grote tomaat, zonder zaadlijsten, in blokjes
    1 ui, in blokjes
    limoensap

    Meng in de hoge kom van de staafmixer alle ingrediënten voor de marinade met 200 ml water, peper en zout en pureer met de staafmixer tot een marinade. Leg de varkensnek in de marinade en marineer 1 nacht of een paar uur.

    Verwarm voor de ui-pickles de azijn met 60 ml water, de suiker, knoflook, oregano en chili. Schenk de hete pickle over de ui. Dek af en zet 1 nacht of enkele uren koel weg.

    Breng de volgende dag het vlees in de marinade aan de kook en stoof afgedekt op laag vuur in ± 2 uur helemaal gaar. Trek met een vork het vlees uit elkaar.

    Maak intussen de rest van de onderdelen. Verhit voor de zwarte bonen de ghee in een pan met dikke bodem. Voeg de guajillo-chili, knoflook en rozemarijn toe en laat 10 min. zacht bakken op laag vuur. Haal de chili, rozemarijn en knoflook eruit, voeg de ui toe, bak in 10 min. goudbruin. Doe de zwarte bonen met vocht erbij, laat 20 min. zachtjes koken. Pureer met de staafmixer, voeg zout en peper toe.

    Verhit intussen voor de habanero-mangosalsa de zonnebloemolie in een pan met dikke bodem en bak op middel hoog vuur de ui, knoflook, komijnzaad, suiker, chili’s, peper en zout 15 min. of tot het mengsel gaat karamelliseren. Voeg de mango, koriander en tomaten toe en laat 5 min. bakken. Voeg de passata, azijn en 100 ml water toe en laat 15 min. zachtjes koken. Pureer met de staafmixer en breng op smaak met zout. Voeg evt. nog wat water toe als de saus te dik is.

    Meng voor de salsa bandera alle ingrediënten door elkaar en breng op smaak met peper, zout en limoensap. Pureer de avocado met het limoensap en breng op smaak met zout en peper.

    Besmeer 8 tortilla’s elk met 1 el frijoles. Druk de overige 8 tortilla’s er stevig op. Verhit de zonnebloemolie tot 180°C. Frituur de panucho’s en laat ze goed uitlekken op keukenpapier.

    Beleg de panucho beleggen met 1⁄2 el avocadopuree, wat witte kool, wat cochinita pibil, wat mango habanero-salsa, el salsa bandera, ingelegde rode ui en fijngesneden lente-ui. Geef er nog extra zuur, limoen en peper bij.
    Read more

  • Day 10

    Dia nueve y el camino fue decepcionante

    April 7 in Mexico ⋅ ☀️ 29 °C

    De weg is lang vandaag, in letterlijke zin (bijna 250 kilometer op min of meer dezelfde weg) als figuurlijk (de totale reisduur was bijna 5 uur). De hele weg loopt door de jungle van de Yucatan. Het wordt steeds heuvelachtiger en groener. Af en toe passeren we een groepje huizen, soms een dorpje. Veel armoedige huisjes en hutjes, maar als het dorp enige omvang heeft, is er altijd een centraal plein dat er erg goed verzorgd uit ziet. Vaak met een speeltuintje, bankjes, soms gymtoestellen en natuurlijk….een kerk. Maar altijd keuring onderhouden.

    Het wegdek wordt per kilometer slechter. Gaten zo diep als kinderbadjes doemen ineens op. Verraderlijk, vooral omdat vaak hele delen prima te berijden zijn. Maar met 80 kilometer per uur door een gat heen denderen met een Chevrolet Aveo (modelletje “kan het nog iets goedkoper”)…..niet aan te raden, voelt niet lekker. Heel veel ander verkeer is er niet. Heel af en toe een tegenligger. Die zie je dan ook slingerend over de weg aankomen in een poging de kuilen te ontwijken door van links naar rechts over de gehele rijbaan te zwalken.
    En de junglebegroeing neemt ook vanaf de zijkanten steeds meer van het afvalt. Op de weg zien we dode slangen en langs de kant van de weg door droogte gesneuvelde koeien.

    In Hopelchén stoppen we even voor een break. Het blijkt een gezellig stadje. Er staan diverse kraampjes rond de centrale rotonde, het parkje zit vol met mannetjes die gezellig kletsen en er speelt wat jong muzikaal talent Mexicaanse deuntjes. Brommertaxitjes rijden af en aan met nieuwe bezoekers. We kopen een koude cola bij de drogist en voegen ons bij de heertjes onder een grote boom. Altijd leuk om even naar te kijken. Een paar heren doen nog even een dansje op de klanken van het jeugdorkest.

    Bij de kerk is duidelijk dat de dienst net is begonnen met zang. Voor de kerk staan 2 nonnen, met voor hun uitgestald dozen voor met zelfgebakken taarten en koekjes. Gebakken voor een goed doel. Ik neem de pīna-taart. Een heerlijk luchtige taart met ananas, verser dan vers.

    Het tweede deel van de rit gaat qua wegdek nog moeizamer, eigenlijk moet ik ongeveer 50 km per uur aanhouden om de gaten goed te kunnen ontwijken. Daarom arriveren we pas om half drie arin Xpujil, vlak bij onze eindbestemming. Een rommelig maar heel druk stadje, met veel verkeer, veel winkeltjes en een paar prachtige kunstwerken op rotondes. De kunstwerken detoneren behoorlijk met een rommelige omgeving. Net buiten de drukke winkelstraat zien we een eettentje onder een groot zwart zeil dat is vastgemaakt aan een zeegroene houten gevel. Volgens internet een familierestaurantje met lekker eten. Ziet er alles behalve uitnodigend uit. Er ligt veel rommel op het terras, er lopen zwerfhonden, op elke tafel ligt een ander kleedje, in de deur hangen van schorten gemaakte gordijntjes en binnen staan de warme pannen met eten op eiertraytjes (als onderzetter). De menukaart is op de wand geschilderd.

    Als we zitten op de plastic stoelen aan de houten tafels met plastic tafelkleed komt zoonlief ons uitleggen wat er allemaal te eten is. Als we het niet helemaal begrijpen, komt hij uit de keuken met een klein voorbeeldhapje. We eten lekker van de witte borden met blauwe rand: biefstuk op Mexicaanse wijze (met heel veel ui) en een soort kipschnitzel.

    Volgegeten rijden we door naar onze overnachtingsplek: een ecolodge in de jungle. Een achttal prachtige huisjes met rieten daken die verspreid door de jungle zijn neergezet. Ieder huisje heeft zijn eigen vrije uitzicht op de jungle door de enorme ramen aan de uiteinde van het bed. Hier houden we het wel twee dagen vol.

    In de bar van het complexje eten we onder een afdakje nog een snack (Quesedilla’s, quacemole, bonenpuree en sikel pak. Chippie erbij, helemaal goed).

    Glaasje Mezcal na en ik krijg gelijk geleerd hoe je een Mezcal behoort te drinken:

    Mezcal met appel en sal de gusano

    1 borrrelglaasje Mezcal
    1 granny appel in partjes
    1 agave-larf uit de fles mezcal
    1 tl zeezout
    1 tl gedoogde Mexicaanse chili, fijngehakt

    Maak eerst de sal de gusano: Haal de larf uit de fles mezcal en droog hem af. Droog hem in de magnetron voor 10 seconden. Hak de larf in zo klein mogelijke stukjes.

    Doe de zout, larf en chili in een vijzel zodat het goed mengt.

    Leg de plakjes appel op de schaal en strooi de sal de gusano er over.

    Doe de schijf appel met sal in de mond en neem dan een zipje van de mezcal. De smaken exploderen in je mond.

    (PS je kan natuurlijk ook gewoon sal de gusano kopen. Scheelt weer gedoe met de larf.)
    Read more

  • Day 11

    Decimo Dio, Maya y el eclipse solar…..

    April 8 in Mexico ⋅ ⛅ 26 °C

    Decimo Dio, Maya y el eclipse solar perdido

    ‘T is lekker slapen in de jungle. Alleen vogelgeluiden komen door het rieten dak en de verschillende gaten in de muren. ‘s morgensvroeg kunnen de gordijnen electronisch open vanuit bed en hebben we een mooie blik in de jungle.
    Op de achtergrond horen we nu ook het vrachtverkeer dat druk bezig is van alles te vervoeren. Snel zou blijken waarheen.

    Eerst maakt de kokkin van de huisjes een lekker ontbijtje voor ons. Koffie, toast, jam en fruit. Tot voor zover prima te doen. Dan komt de ober met de Huevos Rancheros aan. Een bord vol tortilla, bruine bonen, gebakken ei, tomatensalsa en hete saus. Best heftig op de ochtend. Ontbijtje voor de arbeider, zeg maar. Zou er gedurende dag nog lol van hebben bij verschillende beklimmingen. De smaak kwam nog vaak terug.

    Eigenlijk waren we afgereisd naar Xpujil voor de beroemde verborgen Mayastad Calakmul. Maar wat verklaarde veel van het vrachtverkeer deze ochtend, uitgerekend deze maandag is de weg er naar toe aan de beurt voor een reparatie/opknapbeurt. Als ik de reviews moet geloven niet geheel ten onrechte. De weg schijnt nogal een kuilen-hel te zijn. Weg dus afgesloten. Dus geen Calakmul. Maar gelukkig was dit gebied in de tijd van de Maya’s een welvarende streek, dus we krijgen 3 tips om in de buurt te bekijken. Niet zo beroemd volgens de hoteleigenaar, maar wel net zo mooi.

    Inderdaad. Prachtig. Midden in de jungle ligt, achter een soort van gracht de resten van een Maya stad. De tempel prijkt hoog boven de boomtoppen uit. Via een klimtouw kun je de tempel tot de top bestijgen en hebt dan een grandioos uitzicht over dit deel van Campeche. Op een Belgisch gezinnetje na, zijn we de enige tussen de ruïnes. De tempels, het sportstadion en een deel van de behuizing staan er na 3000 jaar nog prima bij.

    Aan de andere kant dan dit deel ligt “het Wassenaar” van de Maya’s in dit gebied. De rijken, edelen en voorgangers in de religie woonde in een mooier versierd deel. Een ronde hier lopen is wat korter, maar op een andere manier indrukwekkend.

    Na een korte “nap” staren we ons (bijna) blind op de zonsverduistering die vandaag plaats vindt. In Amerika en Canada een volledige eclips. Hier zou het 60% zijn. Maar we staren ons suf tegen het zonlicht in maar zien niks. Om 11.16 uur, het moment supreme, schuift er een dikke wolk voor de zon, die pas na half twaalf weer verdwijnt. Niks gezien dus (behalve blauwe vlekken).

    Voor de lunch rijden we Xpuijl in. Op basis van de gevels een leuk restaurantje uitzoeken is vrijwel geen doen. Helft van de keren is niet duidelijk of iets een restaurant is (of een huiskamer), de andere keer doet alles zo smoezelig aan dat je niet zeker weet of het goed komt. We stoppen redelijk willekeurig bij een zaakjes dat iets van een terras heeft,

    Het is El Coral. Blauwe wanden met vissen er op geschilderd. El Corla is op geen enkele website te vinden, dus we moeten het doen zonder enige review. Moeders Coral blijkt achter het plastic gordijn tussen de stalen tobbes en plastic emmers prima garnalen in knoflook en pepers te kunnen bakken.

    Aan de noordkant verlaten we Xpujil en rijden diep het oerwoud in. We slaan rechts af en vervolgen 8 kilometer een weg het bos in die van asfalt in gebroken afvalt verandert, en daarna heel uiteindelijk in zand en klei verandert. Ik laveer de Chevrolet tussen de gaten en geulen. Als de gaten te diep worden en de helling te steil voor ons autootje parkeren we bij de. Stalen poort. Alleen met z’n tweeën lopen we langs de ruïnes van El Hormiguero, Een transcendente ervaring zo helemaal alleen, ver weg van de andere mensen tussen de gouwen van duizenden jaren her. We hadden nog een beetje gehoopt op een paar aapjes, maar helaas, die vonden het blijkbaar te warm om zich te laten zien.

    We rijden terug en lopen nog een rondje door Xpujil tussen de winkeltjes met groenten, rotzooi, schoenen, telefoons, auto-onderdelen, snacks, nepsieraden en gebarbecuede kip.

    De kokkin van het complex maakt nog een lekkere frisse Mexicaanse vleessalade (Dzik de res) voor ons. Eigengemaakt Mango-ijsje als toetje. Nog een glaasje Mezcal na en dan lekker pitten. Morgen gaan we richting zee.

    Huevos Rancheros
    Tortilla's
    4 kleine mais tortilla's
    olie om in te bakken (optioneel)

    Refried beans
    1 blik zwarte bonen
    1/2 ui
    50 gram chipotle in adobo
    1 teentje knoflook
    1/2 theelepel gemalen komijn
    peper en zout (naar smaak)

    Eieren
    4 eieren

    Tomaten Jalapeno salsa
    3 Roma tomaten
    1/2 ui
    1/2 jalapeno
    1 teentje knoflook
    peper en zout (naar smaak)

    Refried Beans
    Pel de ui en knoflook, en snijd deze en grove stukken. Fruit deze aan in een pan met een scheutje olie.
    Giet de bonen af en was ze. Voordat de ui en knoflook bruin beginnen te worden, voeg je de bonen toe aan de pan.
    Voeg de chipotle, de eetlepel Adobosaus, de 1/2 theelepels komijn en peper en zout naar smaak toe. Laat het een paar minuutjes koken. Laat het even afkoelen en doe alles in de blender.

    Tomaten Jalapeno Salsa
    Rooster de tomaten in de oven op 200 graden gedurende 20-25 minuten. Doe de geroosterde tomaten in een blender samen met 1/2 ui, 1 gepeld teentje knoflook en de halve jalapeno. Blend goed.

    Tortilla's
    Verwarm de oven voor op 180 graden Celsius en rooster de 4 tortilla's in de oven tot ze krokant zijn. Dit duurt zo'n 5 tot 10 minuten.

    Eieren
    Bak de eieren.Voeg eventueel naar smaak peper en zout toe.

    Opmaak
    Leg de krokante tortilla's (tostadas) op een bord en schep hier een goede portie van de refried beans op. Leg de gebakken eieren op de refried beans en top af met de salsa! Doe eventueel nog wat limoensap over het geheel voor een frisse smaak.
    Read more