Van 20 april tot 5 mei 2015 reizen Paul Chevrolet en zijn Rockin' Cadillacs van Nashville naar New Orleans om te proeven waar hun muziek zijn roots heeft. Volg ze op deze TravelBlog. Read more
  • 14footprints
  • 1countries
  • 16days
  • 80photos
  • 0videos
  • 1.9kkilometers
  • 884kilometers
  • Day 1

    Trains, plains and automobiles

    April 20, 2015 in the United States ⋅ ⛅ 17 °C

    Probeer te volgen wat er gebeurde. Wij snapte het zelf al snel niet meer.

    We komen aan op Airport Dulles Washington, vlucht naar Nashville is vertraagd: operational problems. Oh nee, toch niet.......vlucht wordt gecancelled: landelijke computerstoring. Twee halve liters bier zijn al op, ervan uitgaand dat we in een uurtje vliegen in Nashville zijn.
    We worden overgeboekt op een vlucht in de avond, vanaf een ander vliegveld, Ronald Reagan Airport. Ligt een kleine 30 kilometer verder op. In een busje, niet uitgelijnd, rammelend, schuddend, een 1/2 uur over de Amerikaanse snelwegen, inclusief potholes, komen we aan bij het prachtige beeld van de goed gekuifde Ronald Reagan. De chauffeur neemt nog een slok uit zijn frisdrank container met opschrift "Big Gulp".

    We checken in....not....ook deze vlucht gecancelled: het weer. Hij gaat toch....hij gaat toch niet....hij gaat.........toch niet.
    Niemand weet het meer.

    Op het dak van de stalen constructie van dit gotische bedoelde vliegveld valt de regen met bakken uit de lucht en levert de glazen wand een enorm spektakel van weerlichtflitsen die de vliegtuigen op de grond verlichten. Maar vliegen doen ze niet.

    Vervolgens 2 uur met een slecht sprekende Amerikaan van United proberen nieuwe opties door te nemen. Hij komt uit op morgennacht. De hotels zitten allemaal vol en het komt allemaal door het weer, dus United treft geen blaam. Dus: zoek het uit. We blijven zeuren. Er komt nog een employe bij met net een puntje hogere IQ. Hij ziet nog een oplossing die anderen niet zien. Inmiddels liggen Gert en Stephan te pitten op twee bankjes in een totaal verlaten hal van Ronald Reagan Airport. Onze koffers liggen inmiddels wel in Nashville (lucky basterds).

    Resultaat? Morgen vliegen we eerst naar Atlanta, daar pakken we de vlucht naar Nashville. Komen we aan om ongeveer 5 uur in de middag. En voor nu? Nu zitten we met z'n vieren op 1 kamer in het Sheraton, net buiten Washington. Hierheen gebracht door een Ethiopier die de weg ook niet wist.....nog moest tanken onderweg en regelmatig slingerend over de weg ging omdat zijn huilende kinderen hem belde op zijn enorme mobiele toestel. Dus we zijn moe, vies, hongerig en beduusd.......we gaan slapen.....lekker knus met z'n tweetjes in een twijfelaar...is eens wat anders.
    Read more

  • Day 2

    The Airport Song

    April 21, 2015 in the United States ⋅ ⛅ 14 °C

    En toch nog aangekomen in Nashville. Gisteren liep dan toch alles op rolletjes. Ontbijt bij een Salvadoriaan met de meest ongezellige plek van Washington, met sfeervol tl-licht en grote dozen voorraad frisdrank als decoratie.
    Op Dulles troffen we de fantastische Maureen bij Delta. Ze was vanaf moment 1 voornemens ons nu eens echt te helpen. Uiteraard waren de tickets van Stephen weer kwijt. Nu wilde een voor ons vreemde vliegtuigmaatschappij de tickets van Steef niet vrijgeven. Maar Maureen wist van wanten. Met Steef onder de arm maakte ze korte metten met haar conculegaas. En Maureen "loved Amsterdam". En ze meende het. Wist er de goede restaurants, straatnamen en overwoog zelfs een appartement te kopen aan de overkant van het IJ na haar pensionering.

    Na twee korte vluchten en veel hangen op vliegvelden, zijn we dan toch aangekomen in Nashville. Onze luxe Van opgehaald en peddel to the metal naar ons huis.

    De entree van de wijk deed even vermoeden dat we in de plaatselijke opvang van dak- en thuislozen terrecht waren gekomen, maar ons straatje is prachtig en het huisje ongelofelijk fijn en luxe.

    Koffers uitgepakt en op naar Downtown Nashville. En dat is fijn. Tientallen Juke Joints met band na band. Na een bord vol catfish, pulled pork en beef, en onder begeleiding van twee engeltjes van 19 op gitaar en bas, brak in Acme de hel los met een garage-punk-country band met een gemiddelde leeftijd van 17. Je moet maar durven als Joint om op prime time deze jongens een kans te geven.

    Nog een paar kroegjes gezien, maar in Tin Roof troffen we het bandje van onze gading. Heel fijne gitarist, moddervette mondharmonica speler en swingende drums en bassist. Bier er bij en klaar is de avond.
    Wordt er nog wel even halverwege de set een beer van een kerel op het podium getrokken, die voor de vuist weg even een deuntje weg zingt. Maar met een strot alsof hij zojuist ontbeten heeft met grof korrelig schuurpapier. Ongelofelijk lekker en goed. Maar na 1 nummertje verdwijnt hij weer in het donker van Lower Broadway.
    En dan valt Steef in slaap op zijn glas Cola Light.
    Read more

  • Day 3

    Nashville Rebel

    April 22, 2015 in the United States ⋅ 🌙 11 °C

    Dag twee begon weer vroeg in Nashville. Steef en ik zaten rond half zes al aan de iets te hoge keukentafel van ons mooie huisje een iets te zwart bakje koffie weg te drinken.

    Na een stack of pancakes bij de plaatselijke Vietnamees op de lokale farmers-market slenteren we door de stad waar alles naar muziek ruikt, hoort, voelt en proeft. Van aalgladde countrysterren tot het donker zwarte geluid van Johnny Cash. Van modern kitscherige stadionpaleizen als verafgodingskerken voor de voor ons totaal onbekende countrymannen en vrouwen met iets te grote hoeden en iets te blond haar, tot de vervallen industriële panden waar onder felle verlichting de laatste ode wordt gebracht aan de verloren muziekhelden uit de goot. En dat allemaal in een straal van ongeveer 5 bij 5 kilometer.
    Om 11 uur 's chtends luisteren we eerst bij Tootsie's Juke Joint naar een heerlijke countrystem ( ja daar hebben ze er wel een paar van hier). Tootsie heeft een afgelopen 50 jaar zijn café niet opgeknapt, niet schoongemaakt en niet gelucht. En waarom zou je ook.

    Na het passen van iets te druk bestikte cowboylaarzen een eerbetoon gebracht aan held Johnny Cash, in zijn eigen museum.

    Op weg naar Musical Row een broodje Fried Green Tomato met BLT gegeten. Bedient door iets te strakke serveersters met cowboy laarzen.

    Musical Row is net zo vervallen als het legendarisch is. Schrijvershuis na schrijvershuis, studio na studio, platenlabel na platenlabel. De prachtigste huizen worden afgewisseld door de meest wanstaltige chaotisch creaties van dronken architecten.

    Maar we moesten nog even de Cumberland-river over. Want volgens de scène in Oost Nashville is Lower Broadway van Nashville het Walt Disney van de countrymuziek.

    Na een bord vol BBQ-meat in Driften-BBQ wil Steef als afsluiting van zijn bordje BBQ-kip een bak zwarte koffie. Er komt van de ober een heel verhaal over Alabama, zout en smerige koffie. Bottom line is: "onze koffie is niet te zuipen, zelfs niet met zout. Dus ik schenk het in, maar je hoeft niet te betalen. 'T is zo goor"
    Als de koffie werkelijk naar Cumberland-river-drap blijkt te smaken volstaat de ober met een vet zuidelijk accent: "Said so".

    Op naar de muziekstal van de Eastside. Elke avond spelen erin 5spot een bandje of 5. Allemaal een kleine 30 minuten en daarna inpakken en volgende band op het podium. Zonder problemen in 15 minuten opbouwen en spelen. Na een Nasviliaanse variant van Nirvana te hebben gezien, kwam er een band op waarvan de zang van de zanger zo vals was dat we het maar weer zijn gaan zoeken op Lower Broadway. Maar tegen middernacht gaat daar het lampje ook uit en staan in voornamelijk lege kroegen Southern-rockbandjes met iets te veel testosteron, iets te dikke buiken en iets te dikke bovenarmen het licht uit te blazen.

    Wij nemen nog een Rebel Yell (ja een bourbon van Billy Idol) en duiken voldaan het nest in. Lekker naast Gert Jan in ons gezamenlijk nestje.
    Read more

  • Day 4

    Let's go to Memphis in the meantime

    April 23, 2015 in the United States ⋅ ⛅ 12 °C

    Vroeg op en de zon die schijnt, zong Huub eens. En vandaag is zo'n dag. Het mooie huis in Nasville achter ons gelaten om via Loveless cafe de Natchez Pakrway op te draaien.

    Maar eerst ontbijten bij Loveless cafe. Al sinds 1951 de stek voor biscuits, gravie en fried chicken. Een druk bezocht plekje. Rijen auto's voor de deur en 20 minuten wachttijd voordat er een tafel vrij is. Van binnen is er sinds '51 zo te zien niet veel veranderd. We worden hartelijk ontvangen door de table-seater. De ober belooft ons 1 ding: you won't go home hungry. En hij was damm right. Tot vanavond hebben we niks meer gegeten.

    Wat er op tafel stond? Heerlijke biscuits (een soort broodje dat het midden houdt tussen een brioche en een Drents hardebroodje). Eerst een stapel biscuits met homemade jam. Daarna een bord vol vlees op de biscuits of wafels, moddevette dikke jus en grits met kaas

    Allemaal ongelofelijk lekker, maar vooral veel....heel veel.

    Totaal volgeschranst vertekken we naar de Natchez Parkway. Die is natuurlijk rond deze tijd groener dan groen. Met 45 mijl per uur stuurt Steef ons steady over de geleidelijk steeds meer slingerende Parkway. Bij Henderson maken we een ruime bocht naar Memphis.

    Nog even een stop in Whiteville, waar het enige cafe, genaamd "Country", ons voorziet van bakken vol slappe koffie en een home made pecan pie. En hoewel ze een cafe heeft van hooguit 10 vierkante meter, het interieur nog het meest weg heeft van een schafthut en het systeemplafond dat langzaam aan het onbinden is, heeft ze haar merchandise goed op orde
    ....er zijn T-shirts met haar logo.

    In Memphis aangekomen vinden we ons onderkomen voor komende nachten. Achtien hoog in een voorheen luxe appartementencomplex met alles behalve subtiele romatische elementen. Op 18 hoog kijken we over Memphis heen als een roofvogel. Het is hier en daar wat aftands, maar de plek is uniek.

    En ja aan de overkant zit het beroemdste bbq restaurant van Amerika (zeggen ze), Charlie Vergos' Rendezvous. Een enrome vreetschuur in een oud bankgebouw. En blijkbaar sparen ze al 100 jaar troep, want het plafond hangt er vol mee en de kasten puilen uit. Grotere varieteit in onzinnige prullaria als hier wordt getoond in kasten, aan muren en aan plafond is gewoon niet mogelijk. En iedereen heeft er gegeten, van Henry Kissinger tot The Rolling Stones. De ober doet gelijk een goede suggestie (neem van alles wat) en zet binnen no time de tafel vol overheerlijk bbq vlees, pickels, potatosalad en bier.
    Tot aan onze ellebogen zit het vet, zo lekker en smerig.
    Door de afwashulpen worden we nog even aangemoedigd om vooral door te gaan als bandje. Slaat nergens op, maar het enhtousiasme is zo groot dat je er bijna in gaat geloven.

    Daarna afdruipen naar Bealestreet voor een paar bier, want voor de muziek hoef je daar niet heen. Matig is misschien de beste omschrijving. Wel gezellig, dat dan wel. En nu slapen op 18 hoog. Hoop niet dat het gaat waaien, want dan gaan we dat voelen.
    Read more

  • Day 5

    Behind the Sun

    April 24, 2015 in the United States ⋅ 🌧 13 °C

    Dit moet de dag worden. En alleen al die gedachte maakt zenuwachtig. Dus vanochtend gezond ontbeten, volgens recept van onze eigen calorieen-goeroe Stephan. 0% vet in de yoghurt, wilde bloemenhoning en pitjes in de muesli.

    Eerst even langs de Mississippi slenteren om rusig te worden. Een bezoekje aan het Rock en Roll museum voor het historische besef. Een stuk Fried Chicken bij Miss Polly's Soul Kitchen cafe voor de eiwitten. The boss bij Polly's, kalend met vale sweater en een pielig staartje onder zijn grauwe pet vandaan, belooft ons tender chicken & absolutly not greasy. In een keuken die er wel heel greasy uit ziet staan oude door tijd en gebruik aangetaste pannen vol kip te koken in een rode bouillon. Even de kip door het belag. In de loeihete frituur. Klaar is het. Uiteraard op gezellige plastic bordjes, met plastic bestek.

    Na een middagdutje vetrekken we in de pooring rain (yes I was walking in Memphis, walking with my feet ten feet off of Beale) over Union Avenue richting de Sun Studio voor het opnemen van onze nieuwe song: Let's take a ride.

    We worden warm onthaald bij de kassa door een zwarte dame die de helft van haar tanden in de loop van de tijd verloren heeft. Wel netjes tand om tand. We krijgen eerst een rondleiding door het museumpje en de Studio zelf. Onze gids Ples Hampton (die tevens onze persoonlijke assistent blijkt te zijn tijdens de opnames en zoon van ....) leidt ons door de geschiedenis van de Sunstudio in een tempo waar Mathijs van Nieuwkerk een puntje aan kan zuigen. Man wat een tempo, maar wat ook een passie. ADHD gemengd met een enorme drive voor muziek en historie: "I'm a history warrior".
    Later vertelt hij ons dat hij eigenlijk maar 1 doel in zijn leven heeft en dat is de Sun Studio in een zo orgineel mogelijke staat behouden en herstellen. En daarbij lijken de kleinste details het belangrijkste (welk lampje, welk knopje, welke wandbekleding).
    Hij leidt ons langs BB King, Ike Turner, Elvis, Jerry Lee Lewis, Rufus Thomas, U2, Roy Orbison, Carl Perkins, Johhny Cash (ja daar is'ie weer) en al die andere grootheden die onder de leiding van Sam Phillips in the Sun Studio hun legendarische platen maakte. Het maakt allemaal heel nederig.

    Als de rondleiding is afgelopen vertrekt het publiek en blijven wij onthand op de heilige grond achter. Voelt een beetje vreemd en bijna angstig. Nu moeten wij het waarmaken. Curry Weber schudt ons de hand. Hij is de technicus die ons opneemt vanavond. Hij vraagt geroutineerd naar de bezetting en de wensen. Maar hij maakt ook gelijk duidelijk dat het de bedoeling is dat we gaan klinken als "Sun Studio". Geen fratsen, geen effecten, alles gaat direct op de tape. Niet dat we iets anders in gedachte hadden, maar dat het maar duidelijk is.

    Na een bak koffie heeft Curry de boel klaargezet en kunnen we beginnen. De micofoons stammen allemaal uit de jaren 50. Prachtig design, zo groot als pakken meel en als je met je neus in de microfoon staat te zingen lijkt het alsof je het speeksel van Elvis kunt ruiken.

    En bij de eerste tonen blijkt dat deze plek werkelijk magisch is. Vanaf de eerste track klinkt het als een klok. Alles lijkt op zijn plaats te vallen en alles klinkt even open als vet.
    Terwijl ik op het kruisje op de grond sta waar Elvis zijn eerste songs in zong, probeer ik niet te gaan zweven en de Cadillacs bij te houden. Op drift zijn ze. 4 tracks later staat het er op. Bandje en zang live er opgeknalt. Compacter kan het niet klinken. Volgens Curry de meest soulvolle versie tot dan toe. Dit wordt hem dan. Ook Curry krijgt er lol in. Stevig meestampend met de song, armgebaren makend alsof hij de bas zelf bespeelt en luchtgitaar spelend tijdens de solo laat hij blijken dat hij het leuk vindt: "Great song guys, sounds like The Replacements...take that as a compliment".

    Nog een half uurtje om de koortjes in te zingen (worden door Curry de grond in geboord: "it sounds silly"), foutjes weg te werken en aanvullende tamboerijntjes in te spelen. De vader van Pless had een magische tamboerijn, vertelt de ADHD-er. Elk nummer waar deze tamboerijn op voor komt werd een hit....dus kreeg de tamboerijn het koosnaampje "the hitmaker". Een begrip in de muziekwereld, zo wil Pless ons doen geloven.

    Dan is het alles goed vastleggen en aan ons meegeven.

    Er ontspint zich een gesprek met de tourguide/opname-assistent over de details van de Sun studio, zijn vader die zijn leven sleet als geluidstechnicus en hoe hij probeert alles in The Sun in de originele staat terug te krijgen, legendarische studio's in Nederland en hij levert ons ook nog een afspraak met de grootse en mooiste studio's van Memphis: Ardent Studios. Ardent is wereldberoemd om zijn enorme opnamezalen en geluid. Sam & Dave, Led Zeppelin, ZZ Top, REM, Bob Dylan en Jimmie en Stevie Ray Vaughan namen er hun platen op. Wij mogen morgen even naar binnen om te kijken en te voelen. Pless regelt de afspraak.
    De eigenaar van de studio was zo'n goede koopman dat hij alles kon verkopen volgen Philles. "He could make a wet donkey burn" zou Jim Dickinson volgens onze tourguide over de eigenaar hebben gezegd.

    We krijgen nog een stapel Sun Studio T shirts ("if the customer is pissed, give him a T-shirt. Customer satisfied. Free publicity") mee naar huis en mogen een sticker van Paul Chevrolet plakken op de apparatuur van de Sun Studio. Als dank voor een produktieve avond.

    Ondertussen komt het water met bakken uit de hemel. Onze tourguide biedt aan om ons in zijn Lexus LS400 uit 1985 naar ons appartement te brengen. Zijn auto staat geparkeerd achter de Sun en bleek al heel lang geen schokbrekers meer te hebben en de remmen doen ook maar nauwelijks wat ze moeten doen. Hotsend en klotsend zet hij ons keurig af voor de deur van de Exchange Builiding on Second Street. Bij de 24/7 store kopen we een paar bakken noedels die we met een beetje warm water oplappen tot een warme maaltijd.

    Rebel Yell uit de kast en voldaan achterover na deze bijzondere dag.

    En gek...moest tijdens het zingen even aan Ton denken....als die nog geleefd zou hebben, zou die meegegaan zijn...en wat zou die dan hebben genoten.....hij was er vast een beetje bij......ergens.
    Read more

  • Day 6

    Clarksdale Blues

    April 25, 2015 in the United States ⋅ 🌙 22 °C

    We ontbijten eerst nog even in Memphis. Navraag leert dat een tentje CK genaamd 24 uur per dag ontbijt doet. En dat is te zien...tijd voor schoonmaken is er niet.

    Van onze assistent in the Sun, Philles, hadden we een "lead" gekregen naar 1 van de bekendste studio's van de wereld, en zeker van Memphis, Ardent. Daar aangekomen lijkt Philles niemand gewaarschuwd te hebben dat we komen. Via een zijdeur komt iemand ons vragen wat we willen. We noemen de naam van Philles. Dan is het goed. Als we een paar minuten hebben wil de techneut annex nerd van de studio ons wel een rondleiding geven.
    Een paar minuten later opent hij de zijdeur weer en laat ons binnen. Als een volleerde tourguide (alle Amerikanen lijken te kunnen praten als brugman en weten hoe een verhaal te vertellen) praat hij ons door de verschillende opnameruimtes van de studio heen. Technische details worden afgewisseld met annekdotes over grootheden in de popmuziek die hier hebben opgenomen. Elke zin eindigent met een Beavis- en Buthead-achtig lachje.
    Al in de centrale hal blijkt dat in deze studio ongeveer mijn halve platenkast is opgenomen: Huey Lewis, de Vaughn Brothers, North Mississippi Allstarrs, ZZ Top, etcetera, etcetera. 4 prachtige studio's met opnameruimtes met werkelijk alles wat je je kunt wensen als verwende muzikant. Het totale andere einde van het spectrum als je het vergelijkt met de Sun Studio. In het kantoortje prijken noncachalant in een lelijke bruine kast talloze niet afgestofte Grammy's en Oscars voor platen en filmmuziek die hier zijn opgenomen.

    Daarna richting de kitschkermis die Gracleand heet. Stel je hebt Elvis niet gekend als zanger/fenomeen, wat vertelt Graceland je dan....dat er een man was die liedje zong, gek deed, heel veel films maakte, oude auto's bezat, een vliegtuig lelijk had ingericht en 11 televisies tegelijk kon kijken. Maar de ware Elvis en zijn belang blijven ver uit beeld.
    Alles is ongelofelijk duur en Elvis wordt tot de laatste cent uitgemolken. Elvis asbakken, Elvis kerstballen, Elvis theelepels, Elvis strandballen, Elvis honkbalknuppels, Elvis alles. Maar muziek, ho maar. Je wordt met een Ipad om je nek en een koptelefoon op door zijn huis gestuurd. En je eindigt netjes bij zijn graf. Staand bij zijn graf denk je alleen maar: wat jammer dat je op zo'n manier herdacht wordt jongen.....ik wil je stem....(gelukkig is op de Ipad netjes ingesteld dat bij zijn graf de stem van Elvis "If I can dream" uit de koptelefoon knalt).

    We kijgen in een loods (omdat we een premium ticket hebben gekocht) nog wel flarden te horen en te zien van liveconcerten. Maar het was blijkbaar te duur om te investeren in een fatsoenlijke geluidsinstallatie.....wat een slecht geluid. Arme Elvis.

    Dan verlaten we Memphis. Eigenlijk met het zelfde gevoel waarmee ik ongeveer 20 jaar geleden Memphis verliet: Het was ooit. De stad lijkt wel heel erg te leunen op zijn verleden maar glijdt daarin steeds verder weg.

    Dan rijden we de 61 op, de blues highway. Onze eerste nacht slapen we in Clarksdale. De stad van de legende van de Crossroads. Ook hier stond mij van 20 jaar terug bij dat het vooral heel arm was. Dat is niks veranderd. De binnenstad is leeg. Alsof er net een oorlog is afgelopen. Er zit geen stoeptegel recht in de weg, 80 % van de panden is leeg en staat er vervallen bij. Hoe "blues" wil je het hebben.
    'T is nog middag en we zoeken een plekje dat lijkt op een terras en waar we een biertje kunnen krijgen. We zien een paar banken tegen een muur staan van een pandje dat op een cafe lijkt. We lopen naar binnen. Daar zitten vier mannen met elkaar te praten. We worden hartelijk onthaald. Als we 4 bier vragen, zegt de eigenaar: "Pak zelf maar. Ligt achter de bar in de koeling. Anders moet ik weer gaan uitleggen wat ik allemaal voor soorten bier heb".
    We duiken in de koelkast achter de bar, trekken het bier uit de kartonnen dozen, betalen 5 dollar en plaatsen ons op de bankjes voor de kroeg. Met de kop in de zon en een blikje bier in de hand verwonderen we ons er over hoe het kan dat in het rijkste land van de wereld mensen in zo'n enorme gribusbende moeten leven.

    's Avonds eten we onze eerste portie tamales in een tent die moet lijken op een steamboat en waar het personeel in donkerblauwe overalls ons bedient alsof ze net uit de machinekamer komen. En gelijk raak...heerlijk.

    Dan proberen we een kroeg te vinden met een fatsoenlijke bluesband. Maar dat valt nog niet mee. In de tent van Morgan Freeman speelt de slechtste bluesband die ik in tijden gehoord heb. Red's lounge zit een behoorlijke zanger te zingen, de tent zit vol.

    En ook hier klinkt de rebel yell voor 't slapen gaan.
    Read more

  • Day 7

    Goin down to Rosedale

    April 26, 2015 in the United States ⋅ 🌙 15 °C

    Het ontbijt in Clarksdale was een nieuw hoogtepunt op deze reis. #Not. In een even ongezellige als rommelige hotellobby waar posters aan de wand hangen van festiviteiten van lang her, stond in de hoek een arm mandje met wat broodjes, jam gemaakt van kleurstoffen en jelly, een tube roomkaas, klef witbrood en de slapste bak koffie tot nu toe (en de Amerikanen zetten al zulke slappe bakken). Maar gelukkig stond er een apparaat met een grote afbeelding van versgepeste sinaasappelsap. Er is hoop, we krijgen onze vitaminen. Maar wat eruit kwam was iets totaal nieuws. Het was homeopathische sinaasappelsap. Het goedje was met zoveel water verdund, dat er objectief gezien geen sprake meer kon zijn van enige spoor van sinaasappel. Volgens de drogredenering van de homeopaten heeft het wel een heilzaam effect, dus toch maar gewoon opgedronken.

    Nog even Clarksdale afgestruind. Al was het maar omdat het voor Gert als fotograaf een ware speeltuin is. Verlaten panden, roestig ijzer, verlaten treinstellen, overwoekerde spoorlijnen en drie knappe reisgenoten annex fotomodellen. Ja want het is af en toe echt een modellen-vakantie. Gert geeft voortdurend instructies hoe en waar we moeten staan om zo mooi mogelijk op de foto te komen. Voor ons drieën natuurlijk een heel nieuwe ervaring.
    Kopje koffie met een blue verse muffin genuttigd op de knalroze picknickbanken van de Australische uitbater van The Holy Moly, voordat we onze reis naar het zuiden hervatten.

    Vanuit Clarksdale de highway 1 gepakt. Door het blueslandschap van grasvelden, landbouwakkers en wetlands passeren we Rosedale. Rosedale is bekend van de tekststrofe in Cream's Robert Johnson cover "Crossroads Blues", Goin down to Rosedale.

    Als we door het stadje Benoit rijden gebeurt er een wonder. Op mijn iPhone staan ongeveer 2500 liedjes. Waarvan 1 liedje afkomstig is van de blueszanger Tab Benoit, Hot Tamala baby van zijn cd Live: Swapland Live. Laat dat nu net die song zijn die uit de speakers knalt als wij het dorpje binnen rijden. Het dorpje is zo klein dat het het einde van de song niet eens haalt. Dat is spooky.....Voodoo. Komt waarschijnlijk door die homeopathische sinaasappelsap.

    Volgende stop is Greenville. Totaal uitgestorven. Geen mens op straat, geen winkel heeft de deur open en geen restaurant heeft zijn ovens aan staan. En dat is heel jammer. Want van mijn reis van twintig jaar geleden naar deze streek kan ik me de smaak en geur nog herinneren van de beste biefstuk die ik ooit gegeten heb, een biefstuk van Doe's Eating Place. Een honk tonk restaurant met bewapende bewaking voor de deur, de ingang in de keuken, biefstukken zo groot als Harley-zadels en een biefstuk-oven met de omvang van een gemiddelde Amerikaanse koelkast
    Train
    Train
    . De jongens hadden zich er zo op verheugd. Maar niet dus. Ook gesloten.

    Op naar een shoppingmall. Gegeten in zo'n verschrikkelijke ketenrestaurant. Daarna maar zelf spullen ingeslagen voor een BBQ. Want vannacht slapen we in een mooi lichtblauwe houten cottage met een porche met uitzicht op een brede uitloper van de Mississippi. We staan wel een beetje voor lul met onze instant-weggooi-BBQ naast de professionele apparaten die onze buren hier gebruiken om het vlees van zwarte randen te voorzien. We worden uitgelachen door passerende bewoners.

    Mooi was wel dat de de 22 jarige caissière van de Walmart, nadat ze we haar vertelde naar New Orleans te gaan, ons wel 4 maal op het hart drukte om vooral voorzichtig te zijn. Lief.

    Het is inmiddels 25 graden. Dus met de kop in de zon, de linkerhand vol met een blikje bier en de rechterhand een worst van de BBQ hebben we gekeken hoe de zon langzaam onderging in de Mississippi (nou ja, hij verdween gewoon achter de struiken aan de overkant van de Mississippi, maar dat klinkt niet zo lekker).

    Morgen naar het wonderschone Natchez.
    Read more

  • Day 8

    Natchez burning

    April 27, 2015 in the United States ⋅ ☁️ 16 °C

    Van Greenville naar Natchez is een lange rustige rit. Eerst over de highway 1 en daarna verder over de highway 61 (waarover de legendarische Paul Chevrolet in zijn sun-recorded song zo poëtisch zong: "61 sings spinning wheels"). Een tussenstop maken we in Vicksburg aan de Yahoo-rivier. Toen ik hier 4 jaar geleden was stond het water zo hoog dat zelfs het station niet meer bruikbaar was en tot aan de ramen onder water stond. En ook al is het seizoen het zelfde en is het water hoog, blijkbaar stroomt er niet zoveel water door de Mississippi dat dit nu problemen geeft. Op een damwand zien we staan dat 2011 de hoogste stand was sinds 1927.

    In Vicksburg in de lokale alternatieve koffieshop een bak koffie gescoord met moddervette double-chocolate-cake. Het café hield het midden tussen een oude hippie tent, een plaatselijke bibliotheek in een ver dorpje in Drenthe en een uitdragerij.
    De cake zat zo vol met boter dat de iPhone na het nuttigen niet meer te bedienen was vanwege vette vingers.

    De lunch wilde onderweg maar niet lukken. Alle dorpen die we tegen kwamen waren leeggelopen en van enige betrouwbare horecagelegenheid was geen sprake. Dus dan maar doorgereden naar Natchez.
    Natchez kent gelukkig een iets drukkere toeristische sector, dus er is wat meer te doen. Maar Ron, de uitbater van ons Vicoriaanse onderkomen geeft ons weinig kans op muziek. Maandag is niet zo'n populaire muziekavond. Ook niet in Natchez. Ron legt ons zeer uitgebreid uit waar we wel en niet moeten gaan eten en weet zelfs op elke menukaart nauwkeurig te vermelden wat wel en niet lekker is: geen etouffe nemen in dit café, geen pasta eten met kappertjes in het andere café (they put too much capers in it), wel hamburger met boudin-worst aan de overkant van de rivier nemen, etc, etc.

    Het huis waar we slapen is ver boven onze stand. Erica heeft vanuit het thuisfront in Almere geregeld dat we in het prachtige Wesselhouse mogen slapen. Een prachtig Victoriaanse bouwwerk vlak bij de rand aan de Mississippi. Ik deel met Ries een donker houten hemelbed, met mooie gedraaide pilaren en een witte gehaakte hemel. Als dat niet romantisch is.

    Maar voor het eten nog even de kroeg in. Onderaan de klif ligt een saloon. Volgens Ron kon je nooit weten wat er gebeurt in deze saloon en wie de gasten vanavond zouden zijn: highschool kids, gay bikers, RedNecks .....Op onze vraag hoe je gay bikers herkent, antwoord hij kort en bondig: "You can tell".
    De saloon is geel van ouderdom. Aan het plafond hangen honderden briefjes van 1 en 5 dollar, aan de wand hangen spiegels, oude Mississippi stombootreplica's, blaadjes met spreuken en oude vergeelde posters. Achter de bar staat een cowboy met een lange dikke baard, een bandana om zijn hoofd en cowboylaarzen aan. Bij de deur staat de andere uitbater, een kabouter van ongeveer 1 meter veertig, met een grijze sik, een stem als catweazel en een strooien cowboyhoed. Ze verkopen heerlijk local beer. Terwijl wij in de bar zitten en de fles met lokale bier aan onze mond zetten, gaat buiten de zon langzaam onder en komt er een witte Mississippi-radarboot voorbij.

    Nog snel een bord Catfish en Shrimps naar binnen gewerkt, met wederom het lokale gerstennat.

    Lopend op weg naar ons optrekje worden we op straat nog even aangesproken door een jonge gast in basketbal-outfit uit Louisiana. Als hij door heeft dat we Dutch zijn, dankt hij ons nog hartelijk voor onze rol als Nederlander bij het bevrijden van de Amerikanen van de Engelsen. "Really appreciate it". Wij begrepen niet precies welke rol we als Nederlanders gespeeld hebben, maar we hebben hem maar meegegeven dat wij het graag hebben gedaan. Hij was ons nu nog dankbaarder. Volgens mij meende hij het nog ook.

    En nu zitten we heel gezellig, onder een 4 meter hoog plafond met houten waaier in de huiskamer vol Amerikaans antiek van het Wesselhouse, de gratis wijn van de huiseigenaar op te drinken.
    Morgenochtend wacht ons een majestueus ontbijt, belooft Ron ons.
    Read more

  • Day 9

    Allons à Lafayette

    April 28, 2015 in the United States ⋅ ☁️ 15 °C

    Ontbijt is inbegrepen, zei Ron. Ik had de jongens gewaarschuwd, het is wellicht een beetje een zwaar ontbijt. Bobby en Sue Ellen uit Texas zaten al aan tafel toen wij beneden kwamen. We zaten goed en wel, toen kwamen van links de schalen met eten: biscuits, spek, gehaktschijf, scrammbled eggs, grits (een soort van gortenpap), blue berry pancakes, schaal met fruit, koffie, jus d'orange, water, jam en maple syrup. Opgediend op grote schalen met hoeveelheden alsof er nog een schoolklas zou komen eten. Maar we waren toch maar echt maar met z'n zessen. En alles doorgeven naar rechts. Ron stond er bij als een volleerd coach om het doorgeven van de schalen vol lekkers in goede banen te leiden.
    Netjes beleefdheden uitgewisseld met Bobby en Sue Ellen over Texas, Hillcountry, Austin, Rodeo, Crawfish uit modderige poeltjes en TexMex eten. Op de vraag wat Bobby het allerlekkerste TexMex gerecht vindt, noemt hij de hele menukaart van een gemiddelde Mexicaan op. Nog mazzel dat we het gesprek hebben weten te houden op eetbare onderwerpen. Voordat je het weet zit je met een Amerikaan in een ingewikkeld gesprek over geloof, abortus, softdrugs en euthanasie.

    Onze buiken helemaal rond gegeten hebbend nemen we afscheid van Ron en trekken verder over de 61 (over wie de nog net niet ontdekte zanger Paul Chevrolet in zijn nog uit te brengen megahit "lets take a ride" ooit lyrisch zong: "61 sings spinning wheels"). Na een korte hike door het Catherine National Parc (met daarin een close encounter met een echte alligator) buigen we van de 61 af naar de swamps van Cajun-country. Veel kleine slingerwegen langs plassen, riviertjes en moerassen. Langzaam verkleuren architectuur, plaatsnamen en taal van Engels naar Frans.

    Tegen het einde van de middag arriveren we in Lafayette, op de Clinton street, waar een mooi lichtblauw huisje op ons wacht. Via Airbnb voor een habbekrats gehuurd. Huisje met 3 slaapkamers, keuken, patio en woonkamer. In een lekker rommelige stijl van veel houten planken, balken en baksteen. We hebben via een SMS een code opgestuurd gekregen die ons toegang verschaft tot de woning. 10 tellen later is het huis van ons. Bedden snel verdeeld: wie slaapt bij wie en waarom (niet). Ries moet bij Stephan. Niet leuk, maar iedereen komt een keer aan de beurt.

    Vanavond eerst een lange wandeling gemaakt richting een Cajunstyle snackbar Olde Tyme Groceries. 'T is een ooit wit geschilderd pand met grote rode letters, een luifel aan de voorkant en een dakbedekking die wij zouden gebruiken voor hooguit een tuinschuurtje. Binnen bestel je aan de veel te hoge balie een halve Po'boy en side dishes. Twee meter naar rechts kun je bij dezelfde dame afrekenen.

    Wij gaan in de ruimte er naast zitten en wachten op wat gaat komen. Dan komt de serveerster. Alle Po'boy's en de porties frieten zijn in enorme stukken waxpapier ingepakt. De serveerster heeft alle 8 pakketjes op haar armen tegen haar weelderige borsten opgestapeld en serveert ze 1 voor 1 aan ons uit. De grote stukken waxpapier worden open gevouwen en daarin ligt een enorm stuk stokbrood met daarop sla, tomaten, saus en de gefrituurde grote garnalen of kalkoen. Ries had de "Po'boy special" besteld en was daarmee in het gelukkige bezit van een stokbrood met daarop een bult vleeswaren waar een gemiddeld gezin in Nederland het brood twee weken belegt.

    Na een ijsje zijn we doorgelopen naar de Blue Moon Saloon, een vermaarde Cajunmuziek-tent. En tent is daarbij wel een goed gekozen woord. Want het hele café is niet meer dan een aantal houten schuurtjes aan elkaar getimmerd, wat reclame borden, een koelkast met te veel soorten bier, plastic vuilnisbakken om de lege flessen van grote afstand in kapot te gooien en kerstverlichting aan de wand.
    De hele avond werd gevuld door het Cajun-country Conservatorium van Lafayette. Ja dat bestaat echt. De eerste band die speelde (trekzak, viool, wasbord, drums en bass) bestond uit leerlingen en de avond werd afgesloten door een band bestaande uit docenten van net conservatorium (trekzak, drums,bass, 2 violen, acoustische gitaar). Er werd door het publiek lustig op los gedanst. Dat Cajundansen lijkt nog het meest op een geil uitgevoerde vorm van klompendans. Maar wel leuk om te zien.

    We sluiten de avond, traditiegetrouw, af met een bourbon. De Rebel Yell fles is tot de bodem leeg, dus nu drinken we uit Evan Williams. O ja en de verkoopster van de Walmart die ons de fles verkocht wilde maar niet geloven dat we de 25 al gepasseerd waren.....bril vergeten, denk ik.
    Read more

  • Day 10

    See you later Alligator

    April 29, 2015 in the United States ⋅ 🌙 15 °C

    Terwijl de rest zijn roes ligt uit te slapen trek ik mijn hardloopschoenen aan. Eens zien of dat lukt op muziek, bier en bourbon. Hoewel Lafayette volgens mij niet meer als 125.000 inwoners heeft, heeft de universiteit van Lafayette een sportcomplex waar je u tegen zegt. Grote en kleine stadions, atletiekbaan, een heuse sportDome. Er heen rennen moet langs wegen en over kruisingen. Dat gaat boven verwachting goed, want van iedereen krijg ik voorrang. Waarschijnlijk denken al die iets de dikke Amerikanen: dat had ik ook moeten doen. 6 kilometers over het sportcomplex maken de 10 kompleet voor vandaag.

    Het middag programma zou ook al weinig Rock & Roll worden. Ik ben met een paar eigenaardige exemplaren op stap. Steef wordt opgewonden van elke ambulance die voorbij komt. We krijgen levendig commentaar over type voertuig, rijgedrag, sirenegeluid en nut en noodzaak van toeters. Voel me ongelofelijk veilig bij onze chauffeur deze reis, behalve als hij langs een ambulancepost rijdt. Dan zit hij ongeveer omgekeerd in de bestuurdersstoel.
    Gert ligt en staat de hele dag in vreemde standen voor en achter ons om de reis op artistiek verantwoorde wijze op een gevoelige plaat vast te leggen. We zijn hem ook regelmatig kwijt. Is 'ie weer een hoekje opgelopen om roestige oude troep op een foto te veranderen in een mooie prent.
    Ries slaakt met enige regelmaat een gilletje van geluk, wijst dan ver weg in de boomtoppen omdat daar een piepklein vogeltje zit die vandaag geel gekleurd is, terwijl dat op woensdag groen moet zijn. De verrekijker wordt voor het hoofd gezet en we krijgen een moeilijke vogel naam te horen met gebruiksaanwijzingen, eet- en leefgewoonten.
    Ben blij dat ik mezelf bij me heb.

    En vandaag is het Ries zijn dag. We gaan op een platbodem de swamps van Louisiana in om vogels en andere beestjes te kijken. Via een dirtroad van een kilometer of vijf rijden we langs moerassen waar we alligators, schildpadden en veel paradijsvogels tegenkomen. De start van de expeditie ligt op een groot meer. Onze gids komt aanrijden in een van zwart plaatstaal opgetrokken hotrod met op het dak de Redneck-vlag.
    De confederant/redneck flag hoort bij de mannen en vrouwen die trots zijn op hun Southern roots. Het tonen van de Redneck-vlag wordt volgens mij niet altijd op prijs gesteld, vooral niet bij veel Afro-Amerikanen die het associëren met slavernij en racisme. Nou, zo'n type was het.
    Een vuil geel T-shirt aan, korte broek en een paar goedkope afgetrapt werkschoenen was het ontvangsttunue.

    We zitten daarna 2 uur bij hem in de boot. En terwijl hij de platbodem vakkundig tussen de bomen door en over moerasbanken en losse boomstammen in het water manouvreert praat hij aan 1 stuk door. In een zwaar Southern Amerikaans accent vertelt hij honderduit over alligators, vogels, moerasgebied en historie van het gebied. Elk nieuw verhaal begint standaard met "Yeah folks", hij maakt honderd keer dezelfde grap over de honger van de alligators, 30 keer een grap dat motor van de boot uitvalt en vertelt veel te sterke verhalen over wat er in de tour van gisteren allemaal is gebeurd.
    Hij is met zijn dochtertje van enkele maanden gevaarlijk in een boom geklommen voor een foto, hij is van zijn vrouw gescheiden omdat hij met ons in een bootje wilde varen, er lag een alligator van wel 7 meter langs de boot, er is een schildpad uit de bek van een alligator ontsnapt die daarna op zijn twee achterpoten de alligator uit zwaaide, zijn hond is door het moerasgras gezakt en hij heeft hem moeten redden door in het moerasgebied te springen.....enzovoort. Halverwege de expeditie legt hij de boot tien seconden stil. Moet je horen, zegt hij, wat mooi die stilte. Om vervolgens de motor weer te starten en verder te gaan met zijn sterke verhalen, "Yeah Folks! You might nog believe this story.........."

    Nog voor we de tour start lopen we op eigen houtje door de swamps. Op een steigertje staat een man in korte broek en hemd te vissen. Als ik ook op de steigers stap begint hij een praatje. Hij vertelt wat hij zoal vangt. Veel vis voor de maaltijd van vanavond maar ook andere niet eetbare beestjes. Die neemt hij mee naar huis en stopt ze in een groot aquarium. Kan hij er een beetje naar kijken. Toen hij onlangs een baby-alligator aan de haak sloeg en deze mee naar huis nam werd het zijn vrouw iets te veel. "me woman kicked me out of the house". Om zijn beide schouders hangt een tuigje waarin zijn gevaarlijk uitziend survivalmes met kartelranden glimmend bungelt.
    Als hij zich omdraait zie ik onder zijn andere oksel de holster met daarin een dikke glimmende blaffer. De combinatie van de man, pistool, het blikje budweiser in zijn hand en de lege blikjes in zijn koelboxje maken dat het toch veiliger voelt de steiger maar even te verlaten.....

    Na een heerlijk cajunmaal afgezakt naar een uitermate vage kroeg op een afgelegen desolaat winkelcentrum, Bob's bar. Een donkere kroeg met merkwaardig publiek. Beetje verkeerd geld leek het. Beetje shabby, dikke sigaren, zwarte Corvette voor de deur, hoogblonde gecoifeerde dames op leeftijd aan de bar, en een publiek dat regelmatig tegen de spelende bluesband schreeuwt.
    Totdat de band het blues nummer "I Believe" inzet. Voor ons zitten 4 Afro-Amerikanen dikke dikke sigaren te roken, door de tent heen te schreeuwen en begroeten elke dame die binnenkomt met iets te veel lichamelijk contact. Maar als "I Believe" start, antwoorden ze elke "I Believe" van de zanger met een perfect meerstemmig gezongen "I Believe". Alsof de blind boys van Alabama tijdens een kerkdienst ineens in de kroeg zitten. Na dit nummer gaan ze over tot hun reguliere ontregelende gedrag.

    Nog een afzakkertje genomen in de Blue Moon bar waar de plaatselijke Zydeco liefhebbers in een kring op het podium met elkaar en vooral voor elkaar Cajundeuntjes jammen.

    Evan Williams soldaat gemaakt en het is tijd om te gaan slapen.....morgen eindstation New Orleans.
    Read more