traveled in 8 countries Read more Almere, Netherlands
  • Day 15

    Decimocuarto dia, #yucatanescolor

    April 12 in Mexico ⋅ ⛅ 29 °C

    Decimocuarto dia, #yucatanescolor

    De laatste nacht in ons hotel was wellicht nog stiller dan de nacht ervoor. Het lijkt haast een spookhotel, waar wij de laatste gasten zijn en daarna zal sluiten. Niks is meer voorradig, alles is een beetje rommelig, sommige dingen zelfs al een tijdje kapot en vanochtend hield het water er ook mee op. In potentie zou je dit hotel de maximale aantal sterren geven, maar nu is het haast eng en komen we niet veel verder dan twee sterren voor de moeite. Als we ons kwart voor acht naast de pool zetten voor het ontbijt, reageert de beheerder/ober/keukenhulp/receptionist/barman ook nog enigszins verbolgen. Het ontbijt is pas om acht uur, geeft’ie ons mee. Terwijl er echt helemaal niemand is en hij alleen een kop koffie, twee getoaste stukjes oud brood, 1 krakeling en een gebakken eitje hoeft te serveren.

    De eerste tussenstop is een tequila-destilleerderij. Nou ja, tequila. Die naam is ook hier beschermd, dus dat mag niet zo heten in deze regio. Dus heet het hier Mayapan….vast zelf verzonnen. Ik moet nog rijden, maar Erica zit om negen uur ‘s ochtends al in de tequila-proeverij. Om Erica heen staan zeven Polen uit een busje die luidruchtig de alcohol achteroverslaan en allemaal een poncho mogen aantrekken, een grote Mexicaans sombrero krijgen (die we nog helemaal nergens anders hebben gezien) en gekke bekken trekkend op de foto gaan. Na Zdrowie!! schreeuwt de groep door de productiehal van de destilleerderij.

    We kopen een flesje en rijden door naar Valladolid. Een mooi klein stadje met een prettig centrum. Zelfs een enorme Cenote (enorm gat in de aarde met water onderin waarin kan worden gezwommen) midden in het centrum. Al flink wat toeristischer dan Merida, waarschijnlijk vanwege de nabijheid van de verschillende Maya complexen, waaronder Chichen Itza. Die hebben we overgeslagen vanwege het voorspelde hoge gehalte toeristen (en daarmee vaak bedervende pretpark uitingen)

    Op het centrale plein van Valladolid is bijna elk winkeltje gericht op toeristen. Ze zien gelijk dat we Nederlanders zijn en bij alles wat we willen kopen schieten de prijzen omhoog. We houden het bij een T-shirtje voor Robbie. Erica stevig in de rol van zakenvrouw….

    De Koffieman van 2 dagen geleden had nog een paar tips voor ons in Valladolid. Een koffiezaakje (uiteraard met goede koffie) en een goede zaak waar ze tamales verkopen. Is wel ons favoriete Mexicaanse eten (en dat zegt wat want eigenlijk is alles lekker hier). Tamales is een een laagje maïsdeeg, met daarop de vulling (vlees, kip, ei…..) en dat alles ingepakt in bananenbladeren. In Yucatan worden ze dan vaak in de grond gebakken in vuur, maar daar wordt het behoorlijk hard (en rokerig) van. Wij kende het alleen maar als gestoomd, waardoor de maisvulling luchtig wordt. En de Koffieman wist, in deze zaak verkopen ze gestoomde Tamales. Dus wij naar La Palapita de los Tamales. We eten onze tamales onder het altaar van de overleden moeder annex oprichter van dit restaurant. We voelde ons vereerd. En het was inderdaad heel lekker. IJsje van Agave cactus na en het laatste deel van de route naar het vliegveld kan worden ingezet.

    Er loopt zowaar een super-snelweg van Valladolid naar Merida, zonder hobbels, gaten, vrachtverkeer. Maar hoe we op die snelweg kunnen komen is behoorlijk onduidelijk. Hij wordt nergens aangegeven en TomTom denkt alsmaar een oprit te hebben gevonden, maar dat blijkt toch vaak een hek te zijn. Dat komt volgens de Koffieman dat politici bij dit soort grote projecten net doen of het af is, het succes claimen, maar als je dan gaat kijken is het maar half af of nog niet werkend.
    Ineens zien we een zandpad van circa 500 meter lopen en die lijkt te eindigen op de vluchtstrook van de snelweg. We wagen het er op….gelukt, we zitten op de super-snelweg. Bijna geen verkeer (niemand kan het vinden) en een weg zo glad als een biljartlaken.

    En nu dus op het vliegtuig. Wachten op de vlucht en in Mexico stad overstappen.

    Heb ik nog één bijzonderheid niet vermeld, die voor mij Mexico nog leuker maakt. Ik zeg niks nieuws als ik zeg dat ik helemaal niks geef om auto’s. Kan net een BMW van een Mercedes onderscheiden. Er is echter één model auto waar ik toch wel een soort van verliefd op ben…de kever. Eigenlijk het enige model auto dat qua ontwerp de tand des tijds heeft doorstaan, en ook de enige auto die alleen maar mooier wordt naarmate hij rotter en ouder wordt. En daar rijden er veel van in Mexico. Heel veel. Tot 2002 werden ze zelfs nog in de originele vorm (dus die die neppe nieuwe versie) gebouwd in Mexico. Ik heb er heel wat fotootjes van geschoten…te leuk om niet vast te leggen.

    Dus “so far” voor Mexico, we gaan weer naar Almere…het was meer dan aangenaam.
    Read more

  • Day 14

    Docimotercer die y me queue en el mono

    April 11 in Mexico ⋅ ☁️ 24 °C

    Ons hotel was muisstil vannacht. Minimaal 50 kamers en een hostel en wij zijn de enige gasten. Bij het ontbijt vliegt de manager de keuken in om een kop koffie te zetten en wat broodjes te toasten. Of we ei willen, vraagt hij. Prima. Met wat er op? Erica vraagt ham en kaas, ik vraag ui en kaas. De manager loopt naar één van de schoonmaakster en geeft een hand vol geld mee. Ze rent naar buiten en vliegt het winkeltje aan de overkant in. We hadden blijkbaar iets besteld dat niet op voorraad was.

    Dit is onze laatste volle dag in Mexico. We zijn nog een dag in Coba en willen toch nog een keer met een Maya de jungle in om wat wildlife te zien. Bij Punt Laguna kan dat. Een rommelige hobbelige parkeerplaats met een paar hutjes en een toegangsbord dat totaal is verweerd geeft de ingang aan van het natuurgebied. In het witte lemen hutje zit een man achter een oud donker houten bureau midden in de veder kale ruimte. Om hem heen stukken papier waarop lang geleden iets met stift is geschreven. Bij hem kunnen we wel een gids huren, een bewoner van de streek. Ja hij spreekt Engels en Maya-taal. In de verschillende instructies stond dat je stevige schoenen moest dragen, bij voorkeur een lange broek, lange mouwen en veel deet. Vanwege de muggen. Onze gids komt aanlopen op doorzichtige plastic slippers. De man achter het bureau geeft nog wel aan, geen garanties op apen. Maar het seizoen is goed (veel fruit in de bomen) dus de kans is groot.

    Onze gids leidt ons de jungle in en al vrij snel heeft hij een hele groep spidermonkeys (slingerapen) gevonden. Een gezin met een paar babyaapjes, die speels door de bomen slingeren. De gids doet nog even een “Johan Derksentje” door te vertellen dat moederaap Chino heet omdat ze kleine ogen heeft. Like the Japanese you know, zegt’ie terwijl hij zijn ogen tot kleine spleetjes drukt.

    Hij vertelt over de andere bomen en struiken in het bos. Over andere beestjes en over Maya gewoonten. Af en toe leidt zijn bijzonder uitspraak van het Engels wel even tot verwarring. Er zijn ook “Hogs” (varkens) in het bos, vertelt hij. En die vangen soms kleine beestjes, muizen en slagen als maaltijd. Bijzonder, varkens die slangen jagen…..maar even later begrijpen we dat hij “Hawks” (Havik) bedoelt. Maar veder is hij fanatiek en signaleert de ene na de andere apenfamilie. Af en toe komt er zelfs één heel dichtbij. Te leuk om naar te kijken zodat ik af en toe vergeet er een plaatje van te schieten.

    Hij slentert op z’n schuin afgesleten plastic slippertjes verder het oerwoud in naar een ander territorium, in de hoop ook de andere soort apen, de Howlers, te vinden. Het begint te donderen in de lucht en de eerste regendruppels vallen. De luchtvochtigheid neemt toe (95%). De lucht wordt donker. Zelfs onze Maya-gids zweet aan één stuk. We klimmen een hoge rots op en daar zitten boven in de boom een hele familie Howler-apen. Het zweet loopt bij ons nu uit alle gaten. De apen liggen rustig op een tak naar ons te kijken. Alleen de jeugdige aapjes springen af en toe van tak op tak. Na 90 minuten brengt hij ons weer naar de ingang van het park. We zijn kletsnat van het zweet en een beetje nat van de regen. Vlak voor de uitgang sluist hij ons nog even handig door een winkeltje vol handgeborduurde spulletjes, waar Erica zich laat verleiden om een heel “handig” tasje aan te schaffen met een punnikwerkje van 2 aapjes op de voorkant. “Altijd handig”.

    Inmiddels is het hard gaan regenen. In ons hotel nemen we een duik in het zwemblad tussen de bubbels die worden veroorzaakt door de dikke regendruppels.

    We eten die avond in restaurant Pischan. Er hangt een restaurant-naam-bord aan de weg met daarop het “Starbucks” logo. Best een gekke plek, midden in een Maya-dorp voor een Starbucks. We zijn verder nergens een Starbucks tegen gekomen. Maar de koffieman van gisteren vertelt ons dat hij dat bord gewoon heeft opgehangen, Starbucks bekers heeft gekocht en zijn eigen koffie er in verkoopt. Amerikaanse toeristen willen dat, is zijn stelling. Starbucks vond dat niet goed en heeft hem gedreigd met een rechtszaak. Hij heeft het bord verwijderd. En toen de wind was gaan liggen en de aandacht was verdwenen heeft hij het weer opgehangen. Ik eet er een heerlijke Pescado Tikinxic.

    Op de terugweg is de hemel weer helder en kleurt de hemel rood als ze zon onder gaat boven het meer. Zelfs bewoners van het dorp stoppen even en stappen van hun brommer of bakfiets om een foto te maken van het meer, de rode lucht en de ondergaande zon.

    Pescado Tikinxic

    6 filets van witvis, zonder graten
    2 gedroogde guajillo-pepers zonder stengel of zaad
    1/2 kopje vers sinaasappelsap
    1/2 kopje vers citroensap
    2 eetlepels witte azijn
    6 eetlepels achiotepasta
    9 teentjes knoflook
    1/4 kopje gehakte witte ui
    5 hele all-spice pepers
    1/4 theelepel pimento negra
    1/4 theelepel versgemalen zwarte peper
    1 theelepel zout
    1 eetlepel plantaardige olie
    warme maïstortilla's

    Doe de vis in een groot vuurvast materiaal.

    Rooster de guajillo-pepers ongeveer 30 seconden per kant in een koekenpan op middelhoog vuur. Doe ze vervolgens in een pan, dek af met water en breng aan de kook op middelhoog vuur. Kook gedurende 10 tot 12 minuten tot de chilipepers zachter worden.

    Voeg in de blender de gerehydrateerde guajillos plus 2 eetlepels kookwater, sinaasappel- en citroensap, azijn, achiotepasta, knoflook, ui, kruidnagel, piment en zout toe aan de blender. Meng alles tot een gladde puree.

    Giet de marinade over de vis en bedek deze aan beide kanten goed. Dek af met plasticfolie en laat 30 minuten tot 12 uur in de koelkast marineren.

    Als je het gaat bakken, haal je de vis minstens 15 minuten van tevoren uit de koelkast, zodat deze op kamertemperatuur is. Verwarm de oven voor op 200 C.

    Vet een groot vuurvast schaal in en leg de gemarineerde vis met de huid naar beneden. Bewaar de rest van de marinade.

    Bak de vis 10 tot 15 minuten, afhankelijk van de dikte, tot hij met een vork kan worden makkelijk “flaket” Het moet vochtig en dof zijn; laat het niet uitdrogen.

    Terwijl de vis wordt gebakken, verwarm je een pan op middelhoog vuur en verwarm je de olie. Als het warm is, giet je de marinade erin. Het spat, dus je kunt het deksel gebruiken om jezelf te beschermen. Kook de marinade 8 tot 10 minuten, met de pan gedeeltelijk afgedekt en regelmatig roerend, tot de marinade dikker wordt en eruitziet als een lichte puree of een dikke saus.

    Serveer in een kleine kom met een lepel, zodat je gasten meer saus krijgen. Serveer met gebakken paprika en tortilla’s.
    Read more

  • Day 13

    Doce dia y sale el sol

    April 10 in Mexico ⋅ ☀️ 31 °C

    Het idee was om in de ochtend te gaan kanovaren op de lagune van Bacalar (het meer van het woordspelletje in Wie is de Mol dit jaar). Maar de wind is te hard en de woensdag is eigenlijk rustdag voor de Laguna, dus sowieso is het eigenlijk niet de bedoeling. Dus gaan we met zonsopgang op het terrasje aan het uiteinde van de lange pier van ons hostel zitten en genieten van de rode ploert die langzaam tevoorschijn komt achter de eilanden voor ons. Daarna toch maar even het water in gedoken en een paar baantjes getrokken in het heldere blauwe (en aangename) water van de lagune.

    Ontbijten doen we aan de overkant. Twee containers, een rieten dak en liefde voor eten is alles wat er nodig is om een goed ontbijtje te maken, blijkt.

    De lange weg richting Coba, met tussenstop in Tulum, is weer bezaaid met vrachtwagens en vlaggende mannetjes en vrouwtjes met gele en oranje hesjes die druk zijn om al het materiaal voor de Maya-spoorlijn te vervoeren. Veiligheid is geen optie hier. Vrachtwagens worden veel te vol geladen met steen, gruis en zand. Regelmatig verliest een wagen een deel van zijn vracht als het weer eens door een gat in de weg rijdt. De brokken steen vliegen dan over straat.

    Wat wel nieuw is, is waarschuwingsborden voor grote katachtigen die de weg kunnen oversteken. De poema, de ocelot en de jaguar komen hier regelmatig voor in de jungle. En steken blijkbaar niet zo netjes de weg over als de gemiddelde zwerfhond hier. De aanwezigheid van de jaguar verklaart ongetwijfeld ook de naam van het uitstekende restaurantje in Tulum: Ricoh del Jaguar. Heerlijk hapje gegeten: drie huisgemaakte taco’s met biefstuk, gaucemole en habanero saus (is..a..very spicy hot, sir) en Quesabirria (8 uur gegaard rundvlees, gesmolten Oaxaca’s kaas in een gegrilde tortilla, met een runderbouillon om het in te dopen)

    Een uur later komen we aan in Coba. Klein stadje met in het centrum een enorme Maya ruïne en een groot meer. Ons hotel ziet er van de buitenkant uit als een flat uit de DDR, maar is van binnen een sfeervol hotel, met een groot binnenplein met terras met fontein en zwembad. Geen restaurant meer, vertelt de receptionist ons via een tekstje op het beeldscherm. Ook hier een tekort aan personeel.

    We hebben zin in koffie. Google maps laat zien dat er een koffiebar om de hoek van het hotel ligt. We lopen de straat in. Aan een oude boom hangt bungelend boven een bij de weg gezet licht blauw bankstel een houten bord met een kop koffie en een pijl. De pijl wijst op een zand/rotspad. We lopen het pad op, maar zien alleen maar oude huisjes, wat schuurtjes en veel rommel. Bij de eerste kruising met een ander zandpad willen we de moed opgeven, maar 50 meter verder op het pad lijkt een gehavende rood/wit/blauwe-open-vlag te wapperen. We lopen toch nog even door. We komen bij een dicht hek gemaakt van dikke versgelakte takken. De poort zit dicht. Net als we weer weg willen lopen, snelt een man ons tegemoet. Of we koffie willen, vraagt hij. Ja, zeker. Hij maakt de poort open, loop de open ruimte in, trekt een stuk groen landbouwzeil van een koffiebrandmachine en zegt dat hij de lekkerste koffie maakt en die zelf brand. Aan een tafeltje zit zijn vrouw met stokjes haar noodlesoep te eten (ze komt uit Maleisië vertelt ze later). My name is Poncho, zegt de ex-toersitguide, nu amateur-koffie-brander. Vol trots vertelt hij dat hij koffie is gaan branden om verse koffie te verkopen en dat iedereen hem in de buurt kent en bij hem koffie komt kopen. Welke koffie willen we. De deken wordt van de koffiemachine gehaald, koffiemachine ingeschakeld en opgewarmd. Het is 20 over vijf en wij zijn zijn eerste klanten vandaag. Hij vertelt honderduit over Yucatan, koffie, zijn ontbijtmenu, koffiezaakjes in het bijzonder, de Maya-trein, Punta Laguna (gaan we morgen heen), goede eettentjes in Valladolid (daar rijden we vrijdag door) en de lekkerste hete sausen (met Kut Habanero, ja zo heten ze echt). Drie kwartier later verlaten we zijn koffiehokje, twee heerlijke koppen koffie achter de kiezen, een hand vol tips en aanbevelingen, en 2 pakken koffie voor in Nederland. Het was echt heel goede koffie.

    We lopen om het meer heen. De zonsondergang zou er spectaculair zijn. Een kwartier voor de zon onder zou gaan, verdwijnt hij volledig achter de wolken, terwijl we in een restaurant aan het meer varkensvlees met groenen saus en een Sopa de Lima eten. De zon hebben we niet meer gezien.

    Sopa de Lima

    2 hele limoenen, plus nog 1 limoen voor garnering
    1 grapefruit
    1 grote witte of gele ui, ongepeld
    450 gr kippenbouten
    8 tenen knoflook, ongepeld
    4 gedroogde laurierblaadjes
    3 hele kruidnagels
    1 stuk kaneelstokje, bij voorkeur Mexicaanse kaneel
    5 hele allspice-bessen
    15 hele zwarte peperkorrels
    1 eetlepel Mexicaanse oregano
    1/2 liter kippenbouillon
    2 Roma tomatoes
    6 eetlepels plantaardige olie
    1 Hongaarse waspeper (of 1 kleine groene paprika), fijngehakt
    Zout
    6 kleine corn tortilla's, in reepjes gesneden
    Kleine bos verse korianderblaadjes, gehakt

    Gebruik een dunschiller om vier reepjes limoenschil en twee reepjes grapefruitschil af te schillen.
    Sap uitpersen van limoenen en grapefruit, 2 eetlepels sap opzij zetten. Zet zests en sap opzij.
    Snij de ui in de helft en zet de helft opzij.

    Plaats de andere helft in een grote sauspan. Voeg kip (of kalkoen), 4 teentjes knoflook, laurierblaadjes, kruidnagel, kaneel, allspice, peperkorrels en oregano toe. Voeg kippenbouillon toe en voeg zoveel water toe tot alle ingrediënten zijn ondergedompeld.

    Op middelhoog vuur zachtjes sudderen, Kook, draai kip af en toe, tot de kern van de kip 66°C is, ongeveer 30 minuten. Verwijder uit het vuur.

    Verwijder met een tang de kip voorzichtig uit de bouillon en breng deze over in een kom.

    Zeef de bouillon door een fijnmazige zeef in een hittebestendige kom en voeg limoenzests en grapefruitzests toe. Laat trekken.

    Spies de resterende 4 knoflookteentjes op een metalen spies en rooster ze boven directe vuur totdat knoflook op alle oppervlakken is geblakerd, ongeveer 3 minuten in totaal. Zet opzij.
    Gebruik een tang om tomaten boven de vlam te roosteren tot hun schil bubbelt en ze zwart worden, ongeveer 30 seconden. Als alternatief kun je knoflook in een droge koekenpan op middelhoog vuur roosteren. Verwijder knoflook en voeg tomaten en paprika toe, waarbij ze constant worden omgedraaid totdat ze helemaal zwartgeblakerd zijn. Verwijder de schil van de knoflook en tomaten.

    Hak de halve ui fijn. Verhit 2 eetlepels olie in een grote sauspan op middelhoog vuur. Voeg knoflook, tomaten, peper en gehakte ui toe, breng op smaak met een snufje zout en kook, roer regelmatig, tot het geheel zacht is, maar niet bruin, ongeveer 10 minuten.

    Verwijder de zests uit de bouillon en zeef. Giet de bouillon op het tomatenmengsel

    Voeg limoen- en grapefruitsap en kruidenbouillon toe naar smaak.

    Voor de tortillastrips: combineer de resterende 1/4 kop olie en tortillareepjes in een koekenpan met antiaanbaklaag. Verwarm op middelhoog vuur, roer en roer regelmatig, tot tortillareepjes meestal helemaal knapperig zijn, ongeveer 3 minuten.
    Breng tortillastrips over naar een met keukenpapier belegde plaat.

    Serveer: versnipper kippenvlees in hapklare reepjes met je vingers of twee vorken. Verdeel het vlees gelijkmatig tussen serveerschalen en begiet met hete bouillon. Voeg een klein handvol tortillareepjes toe en bestrooi met koriander. Snijd de helft van de laatste limoen in plakjes en de resterende helft in de wiggen.
    Voeg limoenwielen toe aan de soep en serveer onmiddellijk met wiggen aan de zijkant.
    Read more

  • Day 12

    El undécimo dia y nu dia tren-maya

    April 9 in Mexico ⋅ ☀️ 34 °C

    El undécimo dia y nu dia tren-maya comenzara a moverse

    Een rit aan één stuk van Xpujil naar Bacalar. Duizend, echt duizenden vrachtwagens hebben we gezien. Van het soort “kiepwagen”. Lekker van het oude soort, met van die kachelrook uit een glanzende pijp.

    En om de 2 kilometer (de hele 160 km lang) in- en uitritten voor deze vrachtwagens rechts van de weg. En bij elke in-/uitgang voor deze vrachtwagens twee Mexicanen met een oranje hesje, gele helm en vaak een mondkap tegen de stof en uitlaatgassen. Met een op het oog totaal willekeurige choreografie met hun oranje vlaggen zwaaiend proberen ze het verkeer af te remmen, te laten stoppen, snel door de laten rijden of voorrang te verlenen. Het leek vooral op een willekeurig gezwaai met de vlaggen. Maar goed. Mooier wordt de rit er niet van. En waarom dan die duizenden vrachtwagens. Mexico heeft zijn eigen Betuwelijn en die wordt gelegd in een grote cirkel over heel Yucatan heen. Het zal alle steden moeten verbinden middels spoor. Een behoorlijke klus dus en dat verklaart al die vrachtwagens.

    En dan ga je op andere zaken letten. Zo is daar de totale overheersing van Coca-Cola in het landschap. Je kan geen dorpje doorrijden, en al zijn de winkeltjes of cafeetjes nog zo armetierig, negen van de tien keer prijkt ergens het logo van Coca-Cola. Zij beheersen de totale frisdrankmarkt. Er is geen land in de wereld waar meer Coca Cola wordt gedronken dan in Mexico. Zelfs meer dan in Amerika. Het is zelfs zo erg dat Coca Cola tentakels heeft in de politiek, in sommige steden de enige zoetwaterbron bezit voor de productie (en cola daarmee goedkoper is dan drinkwater) omdat dat nu van ver moet komen, ze geïnfiltreerd zijn in religieuze ceremonies waar cola in plaats van heilig water wordt geschonken en subsidiëren ze elk zaakje dat Coca Cola op de muur wil schilderen (ze mogen dan op kosten van Coca Cola hun hele pandje schilderen). ‘Tis geen wonder dat je zoveel obese kinderen ziet.

    In Bacalar is het even schakelen. Het is een hip stadje aan een prachtige lagune, vlak bij de zee. De lagune is prachtig blauw. Maar ineens zijn we weer toerist tussen de toeristen. Het is hier beachclub na beachclub en overal komt uit de speakers een soort van hippe dance Mexicana. Effe wennen.

    We verblijven in Amigos Hotelino, een soort mix tussen een hostel en een hotel. Beneden is een rommelige gezamenlijke huiskamer met tegels op de vloer en een groot bruin bankstel met twee grote fauteuils en een grenen eethoek met koffie attributen, een toaster, een magnetron en frisdrank er op. We worden hartelijk ontvangen door Horacio, de eigenaar. Aan de tafel op het terras met prachtig uitzicht over de lagune checkt hij ons in en legt uitgebreid uit wat de omgeving te bieden heeft. Z’n tuin loopt tot aan het water waarna er nog een steiger zeker 25 meter de lagune in gaat. Aan het einde van de steiger een klein rieten dak met daaronder tuinstoelen en een hangmat. We nemen er plaats en genieten meer dan een uur van het uitzicht (en de keiharde wind). Wel een leuk detail, de hotelkamer is weliswaar sober een ouderwets, maar de kraan is gemaakt van een enorme schelp met licht roze binnenkant. Een soort van enorme vulva waar (als je er zacht over wrijft…) water uit komt……….

    Op advies van Horacio steken we de weg over en eten tostada’s met inktvis, Maui-maui, en ceviche klaargemaakte garnalen. Heerlijk is het.

    Het terrasje aan onze kamer kijkt uit over de de lagune en heeft ook een hangmat. Eenmaal zittend vallen we allebei in een lichte dommelslaap.

    De avond lopen we langs de lagune naar het stadje, eten een taco met mole, en margaritas en een pina colada. De wind is gaan liggen en de lagune verdwijnt langzaam in de duisternis.

    Tostadas de Ceviche de Pulpo (Octopus Ceviche)

    500 gr verse octopus
    2 tomaten fijngehakt
    1 rode ui fijngehakt
    4 eetlepels verse gehakte koriander
    2 el verse gehakte dille
    1/2 theelepel Worcestersaus
    1/2 kopje tomatensap
    3 limoenen
    zout
    peper
    2 eetlepels olijfolie
    10 kleine maïstortilla's
    Limoen in kwarten
    4 radijsjes, in dunne plakjes
    2 verse jalapeño pepers, dunne plakjes

    Kook de octopus. Kook een glas water of genoeg om de octopus te bedekken. Het is niet nodig om zout toe te voegen, een halve witte ui voegen en de octopus ongeveer 30 min koken. Controleer elke 15 minuten, prik de octopus en hij voelt stevig aan, hij is gaar.

    Laat de octopus afkoelen en snijd hem dan in stukken en doe hem in een kom.
    Voeg de tomaat, ui, koriander, dille, Worcestersaus, tomatensap, limoensap, zout en peper en olijfolie toe, meng heel goed en laat minstens een uur in de koelkast staan voor het opdienen, zodat alle ingrediënten mooi mengen.

    Om de tostadas te maken, verwarm de oven op 180 C graden. Leg de maïstortilla's op een ovenplaat en zet ze ongeveer 10 minuten in de oven of tot ze goudbruin zijn.

    Leg wat octopus ceviche op een tostada, garneer met radijs, vers gehakte jalapeños, een beetje meer limoen. Eventueel wat komkommer, avocado of knapperige sla erbij.
    Read more

  • Day 11

    Decimo Dio, Maya y el eclipse solar…..

    April 8 in Mexico ⋅ ⛅ 26 °C

    Decimo Dio, Maya y el eclipse solar perdido

    ‘T is lekker slapen in de jungle. Alleen vogelgeluiden komen door het rieten dak en de verschillende gaten in de muren. ‘s morgensvroeg kunnen de gordijnen electronisch open vanuit bed en hebben we een mooie blik in de jungle.
    Op de achtergrond horen we nu ook het vrachtverkeer dat druk bezig is van alles te vervoeren. Snel zou blijken waarheen.

    Eerst maakt de kokkin van de huisjes een lekker ontbijtje voor ons. Koffie, toast, jam en fruit. Tot voor zover prima te doen. Dan komt de ober met de Huevos Rancheros aan. Een bord vol tortilla, bruine bonen, gebakken ei, tomatensalsa en hete saus. Best heftig op de ochtend. Ontbijtje voor de arbeider, zeg maar. Zou er gedurende dag nog lol van hebben bij verschillende beklimmingen. De smaak kwam nog vaak terug.

    Eigenlijk waren we afgereisd naar Xpujil voor de beroemde verborgen Mayastad Calakmul. Maar wat verklaarde veel van het vrachtverkeer deze ochtend, uitgerekend deze maandag is de weg er naar toe aan de beurt voor een reparatie/opknapbeurt. Als ik de reviews moet geloven niet geheel ten onrechte. De weg schijnt nogal een kuilen-hel te zijn. Weg dus afgesloten. Dus geen Calakmul. Maar gelukkig was dit gebied in de tijd van de Maya’s een welvarende streek, dus we krijgen 3 tips om in de buurt te bekijken. Niet zo beroemd volgens de hoteleigenaar, maar wel net zo mooi.

    Inderdaad. Prachtig. Midden in de jungle ligt, achter een soort van gracht de resten van een Maya stad. De tempel prijkt hoog boven de boomtoppen uit. Via een klimtouw kun je de tempel tot de top bestijgen en hebt dan een grandioos uitzicht over dit deel van Campeche. Op een Belgisch gezinnetje na, zijn we de enige tussen de ruïnes. De tempels, het sportstadion en een deel van de behuizing staan er na 3000 jaar nog prima bij.

    Aan de andere kant dan dit deel ligt “het Wassenaar” van de Maya’s in dit gebied. De rijken, edelen en voorgangers in de religie woonde in een mooier versierd deel. Een ronde hier lopen is wat korter, maar op een andere manier indrukwekkend.

    Na een korte “nap” staren we ons (bijna) blind op de zonsverduistering die vandaag plaats vindt. In Amerika en Canada een volledige eclips. Hier zou het 60% zijn. Maar we staren ons suf tegen het zonlicht in maar zien niks. Om 11.16 uur, het moment supreme, schuift er een dikke wolk voor de zon, die pas na half twaalf weer verdwijnt. Niks gezien dus (behalve blauwe vlekken).

    Voor de lunch rijden we Xpuijl in. Op basis van de gevels een leuk restaurantje uitzoeken is vrijwel geen doen. Helft van de keren is niet duidelijk of iets een restaurant is (of een huiskamer), de andere keer doet alles zo smoezelig aan dat je niet zeker weet of het goed komt. We stoppen redelijk willekeurig bij een zaakjes dat iets van een terras heeft,

    Het is El Coral. Blauwe wanden met vissen er op geschilderd. El Corla is op geen enkele website te vinden, dus we moeten het doen zonder enige review. Moeders Coral blijkt achter het plastic gordijn tussen de stalen tobbes en plastic emmers prima garnalen in knoflook en pepers te kunnen bakken.

    Aan de noordkant verlaten we Xpujil en rijden diep het oerwoud in. We slaan rechts af en vervolgen 8 kilometer een weg het bos in die van asfalt in gebroken afvalt verandert, en daarna heel uiteindelijk in zand en klei verandert. Ik laveer de Chevrolet tussen de gaten en geulen. Als de gaten te diep worden en de helling te steil voor ons autootje parkeren we bij de. Stalen poort. Alleen met z’n tweeën lopen we langs de ruïnes van El Hormiguero, Een transcendente ervaring zo helemaal alleen, ver weg van de andere mensen tussen de gouwen van duizenden jaren her. We hadden nog een beetje gehoopt op een paar aapjes, maar helaas, die vonden het blijkbaar te warm om zich te laten zien.

    We rijden terug en lopen nog een rondje door Xpujil tussen de winkeltjes met groenten, rotzooi, schoenen, telefoons, auto-onderdelen, snacks, nepsieraden en gebarbecuede kip.

    De kokkin van het complex maakt nog een lekkere frisse Mexicaanse vleessalade (Dzik de res) voor ons. Eigengemaakt Mango-ijsje als toetje. Nog een glaasje Mezcal na en dan lekker pitten. Morgen gaan we richting zee.

    Huevos Rancheros
    Tortilla's
    4 kleine mais tortilla's
    olie om in te bakken (optioneel)

    Refried beans
    1 blik zwarte bonen
    1/2 ui
    50 gram chipotle in adobo
    1 teentje knoflook
    1/2 theelepel gemalen komijn
    peper en zout (naar smaak)

    Eieren
    4 eieren

    Tomaten Jalapeno salsa
    3 Roma tomaten
    1/2 ui
    1/2 jalapeno
    1 teentje knoflook
    peper en zout (naar smaak)

    Refried Beans
    Pel de ui en knoflook, en snijd deze en grove stukken. Fruit deze aan in een pan met een scheutje olie.
    Giet de bonen af en was ze. Voordat de ui en knoflook bruin beginnen te worden, voeg je de bonen toe aan de pan.
    Voeg de chipotle, de eetlepel Adobosaus, de 1/2 theelepels komijn en peper en zout naar smaak toe. Laat het een paar minuutjes koken. Laat het even afkoelen en doe alles in de blender.

    Tomaten Jalapeno Salsa
    Rooster de tomaten in de oven op 200 graden gedurende 20-25 minuten. Doe de geroosterde tomaten in een blender samen met 1/2 ui, 1 gepeld teentje knoflook en de halve jalapeno. Blend goed.

    Tortilla's
    Verwarm de oven voor op 180 graden Celsius en rooster de 4 tortilla's in de oven tot ze krokant zijn. Dit duurt zo'n 5 tot 10 minuten.

    Eieren
    Bak de eieren.Voeg eventueel naar smaak peper en zout toe.

    Opmaak
    Leg de krokante tortilla's (tostadas) op een bord en schep hier een goede portie van de refried beans op. Leg de gebakken eieren op de refried beans en top af met de salsa! Doe eventueel nog wat limoensap over het geheel voor een frisse smaak.
    Read more

  • Day 10

    Dia nueve y el camino fue decepcionante

    April 7 in Mexico ⋅ ☀️ 29 °C

    De weg is lang vandaag, in letterlijke zin (bijna 250 kilometer op min of meer dezelfde weg) als figuurlijk (de totale reisduur was bijna 5 uur). De hele weg loopt door de jungle van de Yucatan. Het wordt steeds heuvelachtiger en groener. Af en toe passeren we een groepje huizen, soms een dorpje. Veel armoedige huisjes en hutjes, maar als het dorp enige omvang heeft, is er altijd een centraal plein dat er erg goed verzorgd uit ziet. Vaak met een speeltuintje, bankjes, soms gymtoestellen en natuurlijk….een kerk. Maar altijd keuring onderhouden.

    Het wegdek wordt per kilometer slechter. Gaten zo diep als kinderbadjes doemen ineens op. Verraderlijk, vooral omdat vaak hele delen prima te berijden zijn. Maar met 80 kilometer per uur door een gat heen denderen met een Chevrolet Aveo (modelletje “kan het nog iets goedkoper”)…..niet aan te raden, voelt niet lekker. Heel veel ander verkeer is er niet. Heel af en toe een tegenligger. Die zie je dan ook slingerend over de weg aankomen in een poging de kuilen te ontwijken door van links naar rechts over de gehele rijbaan te zwalken.
    En de junglebegroeing neemt ook vanaf de zijkanten steeds meer van het afvalt. Op de weg zien we dode slangen en langs de kant van de weg door droogte gesneuvelde koeien.

    In Hopelchén stoppen we even voor een break. Het blijkt een gezellig stadje. Er staan diverse kraampjes rond de centrale rotonde, het parkje zit vol met mannetjes die gezellig kletsen en er speelt wat jong muzikaal talent Mexicaanse deuntjes. Brommertaxitjes rijden af en aan met nieuwe bezoekers. We kopen een koude cola bij de drogist en voegen ons bij de heertjes onder een grote boom. Altijd leuk om even naar te kijken. Een paar heren doen nog even een dansje op de klanken van het jeugdorkest.

    Bij de kerk is duidelijk dat de dienst net is begonnen met zang. Voor de kerk staan 2 nonnen, met voor hun uitgestald dozen voor met zelfgebakken taarten en koekjes. Gebakken voor een goed doel. Ik neem de pīna-taart. Een heerlijk luchtige taart met ananas, verser dan vers.

    Het tweede deel van de rit gaat qua wegdek nog moeizamer, eigenlijk moet ik ongeveer 50 km per uur aanhouden om de gaten goed te kunnen ontwijken. Daarom arriveren we pas om half drie arin Xpujil, vlak bij onze eindbestemming. Een rommelig maar heel druk stadje, met veel verkeer, veel winkeltjes en een paar prachtige kunstwerken op rotondes. De kunstwerken detoneren behoorlijk met een rommelige omgeving. Net buiten de drukke winkelstraat zien we een eettentje onder een groot zwart zeil dat is vastgemaakt aan een zeegroene houten gevel. Volgens internet een familierestaurantje met lekker eten. Ziet er alles behalve uitnodigend uit. Er ligt veel rommel op het terras, er lopen zwerfhonden, op elke tafel ligt een ander kleedje, in de deur hangen van schorten gemaakte gordijntjes en binnen staan de warme pannen met eten op eiertraytjes (als onderzetter). De menukaart is op de wand geschilderd.

    Als we zitten op de plastic stoelen aan de houten tafels met plastic tafelkleed komt zoonlief ons uitleggen wat er allemaal te eten is. Als we het niet helemaal begrijpen, komt hij uit de keuken met een klein voorbeeldhapje. We eten lekker van de witte borden met blauwe rand: biefstuk op Mexicaanse wijze (met heel veel ui) en een soort kipschnitzel.

    Volgegeten rijden we door naar onze overnachtingsplek: een ecolodge in de jungle. Een achttal prachtige huisjes met rieten daken die verspreid door de jungle zijn neergezet. Ieder huisje heeft zijn eigen vrije uitzicht op de jungle door de enorme ramen aan de uiteinde van het bed. Hier houden we het wel twee dagen vol.

    In de bar van het complexje eten we onder een afdakje nog een snack (Quesedilla’s, quacemole, bonenpuree en sikel pak. Chippie erbij, helemaal goed).

    Glaasje Mezcal na en ik krijg gelijk geleerd hoe je een Mezcal behoort te drinken:

    Mezcal met appel en sal de gusano

    1 borrrelglaasje Mezcal
    1 granny appel in partjes
    1 agave-larf uit de fles mezcal
    1 tl zeezout
    1 tl gedoogde Mexicaanse chili, fijngehakt

    Maak eerst de sal de gusano: Haal de larf uit de fles mezcal en droog hem af. Droog hem in de magnetron voor 10 seconden. Hak de larf in zo klein mogelijke stukjes.

    Doe de zout, larf en chili in een vijzel zodat het goed mengt.

    Leg de plakjes appel op de schaal en strooi de sal de gusano er over.

    Doe de schijf appel met sal in de mond en neem dan een zipje van de mezcal. De smaken exploderen in je mond.

    (PS je kan natuurlijk ook gewoon sal de gusano kopen. Scheelt weer gedoe met de larf.)
    Read more

  • Day 9

    El octavo dia, y media

    April 6 in Mexico ⋅ ☀️ 29 °C

    We verlaten ons aangename huisje in Merida. Nog steeds geen stromend water maar dankzij de “poolguy” net voldoende water in de tank om te kunnen wassen en plassen.

    Qua rijden ben ik blij dat ik de stad uit ga. Niet dat de Mexicanen vervelend rijden (ze rijden rustig, alleen regels en strepen op de weg zijn er niet echt). Maar Mexicanen maken echt ‘s werelds allervervelendste verkeersdrempels. Molshopen heten ze. Bulten in de weg van zeker 30 cm hoog en nog geen 20 cm breed. Vaak totaal onaangekondigd en in de kleur van de rest van het wegdek op totaal onnodige plekken. Die hebben ze in de jungle niet.

    Onze eerste stop is Haciënda Yaxcopil. Eén van de grootste Haciënda’s hier in de regio. Groot tijdens de veeteelt, maar nog groter tijdens de fabricage en handel in Henneptouw. De Haciënda was ooit bijna 100 vierkante kilometer groot. Nu is het een museum en zijn kamers ingericht met oorspronkelijke meubels en schilderijen. Tot 1984 was de fabriek nog in gebruik. En de plek is nu een gewild object voor fotoshoots en filmopnames.

    Als we de huiskamers van de hacienda net doorgelopen zijn en we de tuin van de hacienda even inlopen, en we staan wat te wijzen naar een oude boom en ons af te vragen hoe oud die zou zijn, ziet “Manuel de oude tuinman” zijn kans schoon. In keurig Spaans, telkens checkend of wij het nog begrijpen (zo niet dan doet’ie het met handen en voeten voor, wat vooral bij de martelkamer tot een bijzonder schouwspel leidde) leidt hij ons verhalen vertellend over het terrein van de hacienda. We komen niet meer van hem af, zoveel is duidelijk. De machine kamer, het familietheater, de droogkamers, het zwembad, de waterput, het treintje, we krijgen alles, incl demonstraties, uitgelegd. Bij de machinekamer gaat’ie helemaal los. Daar heeft hij als kleine jongen nog gewerkt, zegt’ie. Hij pakt een groot stuk Agaveblad en laat ons stap voor stap zien hoe van aanvoer tot touw maken de fabriek werkte. Hoogtepunt komt als hij van het Agaveblad de strengen heeft losgetrokken, ontdaan heeft van het pulp en hij zijn broekspijp tot aan de knie opstroopt. Door een vliegensvlugge rolbeweging van de strengen tussen zijn vingers en de huid van zijn oude bruine onderbeen te rollen ontstaat langzaam een echt touwtje. Zo te zien doet Manuel dat vaker, want er zit geen haartje meer op zijn onderbeen. Zijn allemaal verdwenen in de demonstratie van touwrollen. Hij legt in beide einden een knoopje. We mogen nog even voelen hoe enorm sterk het touw is en Erica krijgt het kado, touw inclusief beenhaar. Daar nemen we afscheid van Manuel.

    We rijden nog een paar kilometer door en komen bij de Mayastad Uxmal. En da’s een echte toeristentrekker. Bussen laden mensen uit, eerst een straatje met souvenirwinkeltjes en dan kassa’s. Twee kassa’s. Eén kassa om belasting te betalen……en een tweede kassa voor het entreekaartje. Er is één controleur bij de ingang voor de belasting…..en vier meter verder één controller voor het entreekaartje.

    Bij de ingang schrikken we wel even. Bus ladingen voor ons met allemaal bordjes in de lucht zodat de toeristen niet per ongeluk de verkeerde gids volgen. Maar gelukkig is Uxmal zo enorm groot, dat je al redelijk snel weer rustig kunt rondkijken en rondlopen. En indrukwekkend is het, een enorme stad, inclusief gigantische tempels uit een periode tot aan 500 voor de jaartelling is bewaard gebleven. Prachtige versieringen, immense bouwwerken en een bijzondere plattegrond.
    Een paar uur rondlopen is geen probleem, behalve natuurlijk dat het er bloed heet is. We tikken toch al gauw de 40 graden aan.

    We rijden nog een paar kilometer verder en bezoeken nog een kleine archeologische opgraving, Kabah. “Hier mag je wel op de tempels klimmen”, zegt de gids ons met trots. T’is veel kleiner dan Uxmal, maar ook fraai.

    Ons hotel ligt vlak bij Kabah. Onze kamer is al klaar. Nou ja kamer. Het is een parkje in de jungle met allemaal kleine huisjes in stijl van de oorspronkelijke Yucatanse huisjes. Heel schattig. En het eten is er nog eens lekker ook.

    Morgen een lange rit verder de jungle in.

    En de snack van de dag? Dit at ik in Uxmal:

    Panuchos & cochinta pibil.

    300 gr varkensnek in grove stukken
    4 el olijfolie
    1 rijpe avocado
    sap van 1 limoen
    16 verse witte maïstortilla’s
    zonnebloemolie, om in te frituren
    1⁄4 witte kool, ragfijn geschaafd
    1 bosje lente-ui, fijngesneden

    marinade
    1 sinaasappel, in stukken
    1 tl gedroogde oregano
    1⁄2 habanero-chili
    100 ml ciderazijn
    1 el agavesiroop
    1 ui
    1⁄2 bos koriander, grof gesneden
    1 teen knoflook
    1 tl komijn
    75 g achiote-pasta

    pickles van rode ui
    200 ml azijn
    1⁄2 el suiker
    1/2 teentje knoflook
    1 takje Mexicaanse oregano of majoraan
    habanero-chili

    zwarte bonen – frijoles refritos
    70 g ghee
    1 guajillo-chili
    2 teentjes knoflook
    1 takje rozemarijn
    1 ui, fijngesneden
    400 g zwarte bonen, met vocht (1 blik)

    habanero-mangosalsa
    4 el zonnebloemolie
    1 ui, fijngesneden
    3 teentjes knoflook, fijngesneden
    1 tl komijnzaad
    3 el suiker
    2-3 habanero-chili’s
    1 mango, grof gesneden
    1/2 bos koriander, fijngesneden
    2 tomaten, grof gesneden
    100 ml passata
    100 ml ciderazijn

    salsa bandera
    1/2 komkommer, in blokjes
    1 grote tomaat, zonder zaadlijsten, in blokjes
    1 ui, in blokjes
    limoensap

    Meng in de hoge kom van de staafmixer alle ingrediënten voor de marinade met 200 ml water, peper en zout en pureer met de staafmixer tot een marinade. Leg de varkensnek in de marinade en marineer 1 nacht of een paar uur.

    Verwarm voor de ui-pickles de azijn met 60 ml water, de suiker, knoflook, oregano en chili. Schenk de hete pickle over de ui. Dek af en zet 1 nacht of enkele uren koel weg.

    Breng de volgende dag het vlees in de marinade aan de kook en stoof afgedekt op laag vuur in ± 2 uur helemaal gaar. Trek met een vork het vlees uit elkaar.

    Maak intussen de rest van de onderdelen. Verhit voor de zwarte bonen de ghee in een pan met dikke bodem. Voeg de guajillo-chili, knoflook en rozemarijn toe en laat 10 min. zacht bakken op laag vuur. Haal de chili, rozemarijn en knoflook eruit, voeg de ui toe, bak in 10 min. goudbruin. Doe de zwarte bonen met vocht erbij, laat 20 min. zachtjes koken. Pureer met de staafmixer, voeg zout en peper toe.

    Verhit intussen voor de habanero-mangosalsa de zonnebloemolie in een pan met dikke bodem en bak op middel hoog vuur de ui, knoflook, komijnzaad, suiker, chili’s, peper en zout 15 min. of tot het mengsel gaat karamelliseren. Voeg de mango, koriander en tomaten toe en laat 5 min. bakken. Voeg de passata, azijn en 100 ml water toe en laat 15 min. zachtjes koken. Pureer met de staafmixer en breng op smaak met zout. Voeg evt. nog wat water toe als de saus te dik is.

    Meng voor de salsa bandera alle ingrediënten door elkaar en breng op smaak met peper, zout en limoensap. Pureer de avocado met het limoensap en breng op smaak met zout en peper.

    Besmeer 8 tortilla’s elk met 1 el frijoles. Druk de overige 8 tortilla’s er stevig op. Verhit de zonnebloemolie tot 180°C. Frituur de panucho’s en laat ze goed uitlekken op keukenpapier.

    Beleg de panucho beleggen met 1⁄2 el avocadopuree, wat witte kool, wat cochinita pibil, wat mango habanero-salsa, el salsa bandera, ingelegde rode ui en fijngesneden lente-ui. Geef er nog extra zuur, limoen en peper bij.
    Read more

  • Day 8

    El septimo dia con una vista celestial

    April 5 in Mexico ⋅ ☀️ 27 °C

    Met elke dag minimaal 35 graden op de thermometer, leek het ons lekker vandaag de zee op te zoeken. Ten noord westen van Merida licht een kleine landstrook met daarop een klein dorpje Sisal.
    Sisal is wel een echt badplaatsje, maar nog eentje die niet is aangetast door commercie en buitenlands toerisme. Het zijn allemaal kleine ondernemers die een paar centen proberen te verdienen aan de overwegend Mexicaanse badgasten. We vallen bepaald op in de straten en op het strand met onze lengte en bleke huid.

    We huren op het strand voor een appel en een ei een provisorisch gemaakt gazebo met een dak van bananenbladeren, een hangmat, vier stoelen en een tafel. Uitzicht op de helblauwe zee waar grote witte en grijze pelikanen landen om hun voorraad vis aan te vullen. Om de 5 minuten loopt er iemand voorbij met op zijn hoofd een grote voorraad voorgesneden tropisch fruit, bekers drinken, ijsjes, lollies, pinda’s. Allemaal in de hoop om iets te verkopen.

    Naast ons grote (in aantal dan) Mexicaanse families die met veel geluid, muziek, gepraat en gesnack hun dagje strand beleven. En voor de muziek nemen sommige dan hun complete karaokeset mee het strand op (uiteraard weer met knipperende lichtjes)

    Het dorp is wel helemaal ingericht op strandvertier, maar alle restaurantjes zien er authentiek en een beetje identiek uit. Een groot vierkant gebouw opgetrokken uit betonblokken, vrolijk doch slordig beschilderd in wilde kleuren, ramen en deuren zijn er niet, alles is open, grote coca cola koelkast voor de drank, een zelf getimmerde bar, vaak een soort kerstverlichting aan het plafond en snoeren voor elektriciteit die van hot naar her over de muren lopen. In Restaurant Brisa de Mar waar wij eten, zijn wel chique houten stoeltjes geplaatst in plaats van de gemiddelde plastic tuinstoel. We eten vis (verser wordt het niet, die ochtend met blauwe sloepjes gevangen) en Kibis (een variant op de Libanese kebab).

    Op de terugweg ontdekt Erica nog een bijzondere Cenote (de ondergrondse waterpoelen). In een willekeurige tuin in een dorp verderop heeft iemand tijdens het bewerken van de grond een cenote ontdekt. We komen in het doorsnee aandoende straatje aan. Er is niks te zien. Er wappert wel een oude banner aan de boom dat hier de cenote is. Kinderen van een jaar op 10 rennen op ons af. Of we de cenote willen zien. Ja dus. Dan laten ze blijken trots te zijn op hun paar woorden Engels: “hello”, “overthere”….en…”money”. We lopen om het armoedige huisje over de keien door de tuin van de bewoners. Om ons heen de kinderen en een paar zwerfhonden (zo zien ze er tenminste uit). Het jongetje wijst naar een gat in de grond, met daarin een stalen laddertje. We dalen af in het gat en komen in een kleine ronde ruimte met een doorsnee van misschien 8 meter dat vol met helder water staat. Dit is ‘m dus, de cenote.

    Na 15 minuten klimmen we er weer uit en rijden door naar huis.
    Daar blijkt de watervoorziening gestopt te zijn in onze straat. Vvuil van het strand, maar zonder water om ons af te spoelen. De technische ploeg van het wijkje komt langs om water vanuit de tonnen op het dak van de buren over te pompen naar onze ton, zodat we in ieder geval kunnen douchen.

    Morgen verlaten we het huisje en rijden door naar onze volgend stek. Een paar honderd kilometer zuid-westwaarts.

    Nog even over dat Libanees eten in Mexico: Natuurlijk, de Mexicaanse keuken staat bekend om zijn tortilla's, taco's, tequila, salsa's. Het is een mix van voornamelijk Spaanse en inheemse keukens, maar er zijn ook veel andere invloeden. Er is bijvoorbeeld een behoorlijke Arabische invloed die via de Spanjaarden en vervolgens door de Libanese migratie naar Mexico kwamen.
    Zo wordt de “Al Pastor” vulling voor de taco gemaakt op een shoarmarol, Taco's Arabes worden niet geserveerd met tortilla's maar met pitabroodje. Mazapan wordt in Mexico gemaakt met pinda's, maar lijken op halva wat wordt gemaakt met amandelen of pistachenoten. En vandaag aten we dus kibis, de Mexicaanse variant op kebab.

    Kibis Yucatecos

    250 g rundergehakt
    250 g bulgur
    ½ witte ui, fijn in blokjes gesneden
    Een handvol muntblaadjes, fijngehakt
    1 teentje knoflook, geplet
    1 ei
    1 el Fajita-kruiden (het bevat annatto-zaden, perfect voor dit gerecht)
    1 tl Habanero Salsa
    1 tl zout
    1 tl zwarte peper
    olie, genoeg om de kibis te bakken

    Spoel de Bulgur en laat minstens twee uur weken. Laat uitlekken

    Meng alle ingrediënten in een kom tot alles goed verdeeld is. Maak middelgrote ballen met het mengsel en vorm voorzichtig een langwerpige bal zoals een American football.

    Bak in de hete olie. De kibis zijn klaar als ze aan alle kanten perfect goudbruin zijn. Haal ze uit de olie en plaats ze op een rooster of over papieren handdoeken om overtollige olie af te tappen.

    Lekker met ingemaakte uien

    1 kleine rode ui, fijn in blokjes gesneden
    1 habanero peper, gesneden of fijn in blokjes gesneden
    ¼ kopje citroensap
    ¼ kopje sinaasappelsap
    zout naar smaak

    Meng het citroensap met het sinaasappelsap en zout. Voeg de in blokjes gesneden ui en habanero toe en laat marineren terwijl de kibis klaar zijn.
    Eventueel bruine bonen en eens als erbij….
    Read more

  • Day 7

    Dia Seis, en al Mercado

    April 4 in Mexico ⋅ 🌙 22 °C

    “Dia Seis, en el Mercado tus peso’s valen el doble”

    We gaan naar de markt. Een grote markt. En we zijn gewaarschuwd. Deze markt is een aanslag op alle zintuigen, op elke denkbare manier. We zullen zien.

    De wijk rond de markt is om half acht al een drukte van belang. Handelaren rennen rond met karretjes vol handelswaar, vrachtautootjes rijden af en aan, voor ons loopt een oude vrouw met haar verhandelbare kruiden op haar hoofd en uit de winkeltjes klinkt overstuurde muziek uit veel te grote grote zwarte boxen van matige kwaliteit (maar wel met gekleurde lichtjes in de speaker die net na de maat heel leuk mee knipperen).

    De Mercado Lucas de Galvez is de grootste markt van Merida. Dagelijks komen hier honderdduizend Mexicanen hun vlees, groenten, snacks, pluimvee, pannen, totilla’s, fruit en ander huishoudelijk spul kopen van kleine handelaren en keuterboertjes.

    Het is een wirwar van honderden kraampjes, stalletjes, keukentjes en winkeltjes. Er wordt gekookt, er wordt gehandeld, er wordt gegeten, er wordt gekletst, er wordt vlees gesneden, er wordt geschreeuwd, er worden kisten vol mango’s op steekkarretjes tussen het publiek door geduwd. Het is druk, iedereen loopt tegen iedereen, het ruikt er lekker, het stinkt, het is er viezig, er is kleurenpracht, de zoete mango’s kleuren de lucht, er wordt ongelofelijk vals muziek gemaakt door mensen met een vlekje, zangvogeltjes in kooitjes zingen de schoonste melodieën, magere kittens wachten lijdzaam op slachtafval van de vishandelaren, gehandicapten bedelen in een rolstoel om een paar centen, een bloemenstal vol geurig en kleurige bloemen fleurt het einde van een gang op. T’is vooral veel, heel veel. Heel veel van alles. En alles is kapot en vies. In 1950 is de huidige hal gebouwd en het lijkt er niet op dat er veel aan gedaan is sinds die tijd. En waarschijnlijk gaat het ook niet lukken met zoveel bezoekers per dag. En toch, het heeft charme. De tien ander toeristen die ook de markt bezoeken haal je er zo uit. Voor de rest zijn het alleen maar Mexicanen.
    We kopen wat typische kruidenmixen bij een aanbevolen adres.

    We komen langs Taquería La Tia. Een klein stalletje achter glas. Er zit een stevige Mexicaan met zwarte mondkap achter het glazen wandje en voor met ligt een speenvarken aan stukken. Met zijn vingers maakt hij de stukken speenvarken los en legt ze routineus op een broodje of een taco, stukje crackling er op, papiertje er onder en doorgeven aan de ober annex klantenwerver. We gaan zitten op een veel te klein houten krukje aan een veel te smal tafeltje tegenover een Mexicaans stel. Op het tafeltje staat een grote plastic bak uitjes, een een plastic bakje kruiden en een hete saus. Erica neemt de taco, ik de torta (broodje). Het speenvarken heeft een hele nacht liggen garen in de tuin van La Tia en als het op is, sluit La Tia voor de dag. Erica heeft moeite met de omgeving in combinatie met het vettige vlees. Ik laat het me goed smaken. Ja het is ietwat vettig. Amerikanen hebben daar een mooier woord voor: Succulent. Het smelt in de mond.

    Na anderhalf uur zijn onze zintuigen doof en verlaten we de markt. Struinen door de straten en parkjes van Merida. Bezoeken het paleis van de Gouverneur, doen een museumpje, drinken Italiaanse koffie en lopen dan heel langzaam naar Los Almendros. De vertaler van de kookcursus gisteren gaf ons deze tip. Een zaakje dat wat verder van de gebaande paden ligt, maar voortreffelijk kookt. Bleek te kloppen. Een bord vol met diverse gerechten uit deze streek wordt ons voorgeschoteld in een soort van ziekenhuisbord. Maar het smaakte verschrikkelijk goed.

    Moe, uitgewoond en uitgelopen keren we huiswaarts. Even “zwemmen” in ons poeltje en dan tukkie doen.

    Om zes uur rijden we naar een nabijgelegen dorp Cholul. Op het centrale plein ligt een mooie gele kerk Om de kerk heen ligt een parkje met sportvelden, een trambaan, speeltuin en naast de kerk is een dame op een paard aan het trainen om de lasso te werken terwijl het paard vol in galop is. Ze laat een grote stofwolk achter als ze het paard laat remmen voor een lassoworp. Op de stoep rond het park staan weer stalletjes…met eten.

    Maar wij gaan op chique en eten in een mooi gezellige tuin een soort Mexicaans fusion restaurant. Net even anders….

    Als we nog even een rondje om de kerk doen kunnen we een rommelige huiskamer in kijken. Er staat in handgeschilderde letter boven de deur: Tamales. Mevrouw des huizes opent een enorme zwartgeblakerde pan en daarin zitten de tamales in groene bananenbladeren verpakt. We nemen er vast 3 mee….voor morgen.

    En wat hebben we vandaag als recept om te onthouden (van het ziekenhuisbord van Los Almendros):

    Papadzules

    2 1/2 kopjes water
    2 grote bladstengels van epazote
    1 theelepel zeezout
    225 gram gepelde rauwe pompoenpitten
    12 kleine maïstortilla's
    5 hardgekookte eieren (gepeld, grof gehakt en gezouten)

    Voor het serveren:
    1 kop salsa
    2 grote hardgekookte eieren, wit en dooiers gescheiden en fijngehakt
    12 epazote bladeren (optioneel)

    Doe het water, de epazote en het zout in een kleine pan en breng aan de kook. Zet het vuur lager en laat ongeveer 5 minuten sudderen.

    Rooster de pitten, laat ze afkoelen en maal ze fijn.

    Leg de gemalen zaden op een bord met een lichte rand rond de rand. Giet 1/4 kopje epazote-bouillon over de zaden en meng met je handen. Voeg geleidelijk de vloeistof toe tot je een kruimelige maar samenhangende pasta hebt.

    Leg de pasta in een kaasdoek en pers de olie er uit (doen we niks mee, is goed voor je handen). Verkruimel de pasta in een blender, voeg de resterende gezeefde epazote-bouillon toe en meng tot een gladde massa.

    Breng de saus over in een koekenpan en verwarm op het laagst mogelijke vuur, bijna constant roerend omdat het zetmeelgehalte van de zaden begint op te zwellen en de deeltjes de neiging hebben te stollen op de bodem van de pan.
    Dompel een van de warme tortilla's in de saus: het moet licht bedekt zijn. Als de saus te dik is, verdun hem dan met een beetje extra warm water. Werk zo snel als je kunt, dompel elke tortilla in de saus, houd hem vast met een tang, maar steun hem met een spatel zodat je niet achterblijft met een beetje gebroken tortilla in je tang.

    Strooi een deel van het gehakte ei over een-derde van de tortilla, rol het op en leg het op een verwarmde schaal.

    Als alle papadzules zijn samengesteld, giet je er de resterende saus overheen. (Als de saus dikker is geworden en er korrelig uitziet, doe hem dan terug in de blender met een beetje extra warm water en meng tot een gladde massa.)

    Giet nu de tomatensalsa over en strooi de gehakte eiwitten en dooiers er over. Versier eventueel met restjes epazote.

    Als laatste touch, lepel in klein beetje van de olie erover. Serveer onmiddellijk ander zakt de olie terug in de saus en is al dat werk voor niets geweest.
    Natuurlijk is het kleurrijker en aantrekkelijker om de papadzules samen op één serveerschaal te serveren.
    Read more

  • Day 6

    Quinto dia, tempo de coccion

    April 3 in Mexico ⋅ ☁️ 25 °C

    Metzin heet ons vanachter de balie van het Hotel Merida Santiago van harte welkom. Ze is klein van stuk, heeft een vriendelijk gezicht en spreekt perfect Engels met een aangenaam Mexicaans accent. We komen voor de kookles. We nemen even plaats in de kleine hippe lobby en drinken een Chaya-limonade (is weer gezond voor alles). Na een minuut of tien komt Metzin ons halen. Boodschappentas om de arm en een zomerhoedje van zeegras op haar hoofd. Ze leidt ons door de straatjes rond ons hotel, vertelt het een en ander over de geschiedenis, we proeven een lokaal choco-drankje gemaakt van grof gemalen Yucatan cacao met water en lopen zo langzaam naar de markt Mercado de Santiago. Een relatief kleine markt met weer veel groente, fruit, tortilla bakkerijtjes, en een grote hal met vlees, vooral kip en varken. Rundvlees doet Yucatan niet aan. Metzin heeft het boodschappenlijstje van de kok in de hand. En we schuifelen van kraam naar kraam. Grote Yucatan avocado's (met meer water en een rammelende pit), recado (kruidenpasta) bij een oude familiestalletje, pompoenpittenpoeder voor de dip (Sikil pak), kippenbouten en varkensvlees in de vleeshal. Het vlees hangt aan grote halen in de toch redelijk warme lucht. De slager pakt een stuk van de haak en snijdt met een enorm groot mes het grote precisie flinter dunne plakjes varkensvlees. Nog even langs de bloedhete trotillabakmachine-winkel voor een stapeltje deegflapjes en een zakje ongebakken deeg.

    In het hotel zit een kleine keuken rechts van het terras, waar op d e stalen werkbank al twee snijplankjes klaar staan, met een mes en een schort. Reyna is de chefkok van dienst. Zij doet op haar eigen snijplank voor wat we moeten doen en ze leidt ons zo door alle stappen van de receptuur van de 6 verschillende gerechten. Reyna spreekt alleen Spaans, dus Metzin vertaalt elke zin nauwgezet.

    De puddinkjes met caramel gaan het eerst de oven in. Daarna de kip in kruiden en zure sinaasappelsap gemarineerd, op een bananenblad met groente en pepers in de pan gelegd en op het stalen fornuis gezet om de pruttelen. We frituren de tortilla’s tot chips, vouwen van het deeg empanada’s met Edammer kaas, maken van het resterende deeg gemengd met Chayabladeren kleine kuipjes. Die worden gefrituurd en daarna gevuld met de dip van pompoenpitten. We roosteren de tomaten tot ze zwart zijn en vijzelen die tot saus. We bakken de pompoentjes met ui en tomaat en strooien er ruim kaas over. Als laatste prakken we de avocado met limoen en mengen het met ui en tomaat tot gaucomole. We krijgen instructies over de opmaak van de borden. Half één zitten we dan aan tafel op de mooie binnenplaats van het hotel met een tafel vol met onze eigen gerechtjes. Wijntje erbij, niks meer aan doen. Ik zeg: dat was een heel fijn verjaardagscadeau van de meiden.

    En Reyna geeft ons het recept van de kip nog even mee…..voor de blog

    In de avond zitten we eigenlijk nog vol van de lunch. We pakken een klein kaal restaurantje op een kantorencomplex vlak bij ons huis voor een kleine avondsnack. Ik eet een heerlijke Gorditas (gefrituurd maisdeegflapje) met vlees, ui, tomaat en kaas voor nog geen 2 euro. Heerlijk. De eigenaresse van het zaakje is er zichtbaar trots op. Kom daar maar eens om in Nederland.

    POLLO PIBIL van Reyna,

    2 kippenpoten met vel
    30 g Achiote pasta
    2 zure sinaasappels
    1 zoete peper
    1⁄4 witte ui.
    1⁄2 tomaat
    epazote (soort munt/citroenmelisse)
    bananenboombladeren (zacht gemaakt boven vuur).
    zout

    Los de pasta op in het zure sinaasappelsap. Bedek de kip met dit mengsel. Marineer 30-60 minuten in de koelkast.

    Prik de groenten aan een spies en hang ze boven open vuur tot ze licht zijn geschroeid.

    Bak de kippenpoot aan totdat het vel mooi bruin is.

    Leg het bananenblad in een pan en daarop de kip.

    Leg de groenten en de epazote bladeren erop en breng op smaak met zout en peper. Giet marinade erover en voldoende water zodat de kip onder staat. Dek af met meer bananenblad tot het gesloten is.

    Kook 30 minuten (of tot het binnenste minimaal 65 graden Celsius is). Laat saus iets inkoken.

    Serveren met rijst en citroen.
    Read more

Join us:

FindPenguins for iOSFindPenguins for Android