Van 20 april tot 5 mei 2015 reizen Paul Chevrolet en zijn Rockin' Cadillacs van Nashville naar New Orleans om te proeven waar hun muziek zijn roots heeft. Volg ze op deze TravelBlog. Read more
  • 14footprints
  • 1countries
  • 16days
  • 80photos
  • 0videos
  • 1.9kkilometers
  • 884kilometers
  • Day 14

    I know what it is to miss New Orleans

    May 3, 2015 in the United States ⋅ 🌙 20 °C

    Laatste dag. Jazzfest. Maar eerst kwam 's morgens het bericht dat een bookingsagent in Lafayette graag optredens wil regelen in Louisiana voor ons, "next time we're arround". Dat brengt onze koppen even op hol. Afgesproken dat we met "the dude" in gesprek gaan om te zien wat dat voor een nieuw hoofdstuk kan opleveren.

    Jazzfest was vandaag een stuk rustiger. Gelukkig. Veel locals, weinig toeristen. En gelijk is de sfeer anders. Nog relaxter. Ruimte dus om heel veel verschillende dingen te zien:
    - Anders Osborne met een rare mengeling van beachboys, New Orleans blues en veel te lange psychedelische solos.
    - Decan John is een klein mannetje met een groot orkest op een veel te groot podium
    - The Meters met jaren 70 funk, toen hun tijd ver vooruit maar nu enorm ouderwets.
    - The Radiators met zeer degelijke oude mannen rock.
    - Kim Carson met onvervalste country snik, blonde wapperhaartjes en slidegitaar.
    - Lenny Kravitz met veel poses, strak gitaarwerk en een feestende menigte.
    - Higher dimension of Praise, gospel in zijn meest eenvoudige soort, groot koor, piano, drum hammond en een voorganger. Maar oh wat lekker is dat.
    - The City of Love met nog meer gospel (want ja het is zondag) van een 60 man groot gospelkoor, maar nu gemengd met rap, en breakdance. Wat een feest.
    - the Blind Boys of Alabama.......dat is iets speciaals. 4 zwaar bejaarde blinde mannen worden begeleid door een heerlijke band. De mannen klinken individueel zeer breekbaar, maar samen is hun gospel zo diep. Ene kippenvel moment na het andere. Al 75 jaar zingen deze "jongens" van een blindenschool in Alabama de sterren van de hemel: "to spread the message" . Het 5e lid kan niet meer mee op tour, te oud. Maar na 3 nummers wordt deze stokoude man het podium op geduwd in een rolstoel. Hij zit ineen geschrompeld in een iets te roze (en iets te groot) pak en begint een mop te vertellen die ellenlang duurt. Als hij klaar is liggen de andere 4 boys in een deuk. Wij hebben er niet veel van begrepen. Dan zingt hij een deuntje, wordt omhoog getrokken door twee helpers die hem heftig heen en weer schudden. Het moet op dansen lijken. De zaal gaat uit zijn dak. Hij wordt weer afgevoerd en de overige 4 zetten de show voort. Als 1 van de blind boys ook nog zingend de zaal in gaat lopen, explodeert het publiek in de enorme tent.
    - The O'Jays in witte pakken met danspasjes zetten ze de hele Congo-weide op de kop.
    - Steve Winwood speelt zo saai als dat hij er uit ziet.
    - Trombone Shorty geeft al een korte gast performance bij Lenny Kravitz (hij is oud bandlid bij Lenny). Maar met een soloshow na Lenny mag hij het festival afsluiten. Doet hij elk jaar. Opgegroeid in de Treme, de wijk waarin het festival plaats heeft, is dit een thuiswedstrijd en dat is te merken. Beukend en met ongelofelijk veel energie zet hij als laatste de weide met 40.000 man in vuur en vlam met zijn lekkere mengeling van funk, hardrock, jazz en latin.

    Nog snel na de laatste noten de voedsel stalletjes af om die dingen te eten die we nog niet hadden gehad. Tot het laatste bordje smaakt alles te gek (jamma jamma, fried plantanes, kip op een stokkie, alligatorsauce piquante shrimp, grits, pecan catfish, pecan bourbon icecream, crawfish bread, boiled crawfish)

    En dan naar ons appartement, inpakken. Dan zit de de reis erop. Twee weken was te kort is de conclusie. Maar gelukkig hebben we de foto's nog. En de nieuwe single.....en de videoclip.

    Let's take a ride from Nashville tot New Orleans..........binnenkort te koop.
    Read more

  • Day 13

    Moon over Bourbon Street

    May 2, 2015 in the United States ⋅ 🌫 20 °C

    Tweede dag Jazzfest. De heenweg lopend door Treme gebruiken we om extra opnamen te maken voor de videoclip. Treme leent zich daar perfect voor met zijn mooie Victoriaanse huizen met veranda's en trapjes om de voordeur te betreden. Soms in perfect gerestaureerde toestand, maar vaak ook afgebladderd of zelfs compleet vervallen. Veel oude verrotte stoepen voor de deur en mooi oude bomen met veel aftakkingen. Daarnaast is Treme de oudste "zwarte" wijk van Amerika en is de broeinest van muzikaal New Orleans. Dus hoe toepasselijk willen we het hebben. Veel passanten vragen zich wel af wat ik precies zit te doen zittend tegen een oude verwoeste Amerikaanse bak mijn mond bewegend op muziek uit de iPhone.

    De laatste opnamen voor de clip hebben we vannacht gemaakt op Bourbon street. Was heel erg grappig om te doen. Hoewel het vannacht volle maan was en de neonreclames die aan elk café hangen bulten licht geven, zou het toch onvoldoende licht zijn voor de clip. En ons idee was dat ik in een behoorlijke pas tussen het feestende volk door ons nummer zou zingen/playbacken. Gert Jan bediende de de camera en moest achteruit door Bourbonstreet lopen om mij te filmen, Ries zou Gertjan geleiden door de mensenmassa en Steef zou er naast lopen met een lamp om mijn geplayback uit te lichten met een zaklamp. Al gelijk in de eerste take bleek dat dit fantastische beelden oplevert. Mensen reageerden allemaal heel grappig als we in gezwinde spoed door het volk heen playbackten. High fives, zwaaiende mensen, toegeworpen glimmende kralenkettingen (is een bijzondere gewoonte hier om bij festiviteiten kralenkettingen te gooien), gekke bekken en gejuich maakte de beelden bijna geregisseerd. Rond 1 uur vannacht waren we klaar en hebben we een afzakkertje gepakt in de oudste kroeg van New Orleans, Lafittes Blacksmith shop.

    Maar eerst was daar nog de tweede dag van het Jazzfest. De zaterdag, we waren gewaarschuwd, is de drukste dag van het festival. Nou druk was het. Er was geen doorkomen aan. Overal mensen, mensen, mensen. Dus zwerven van podium naar podium was er niet bij. Selectief kiezen en op tijd op je plek zijn was het devies .

    De eerste was Marcia Ball. In Europa een totaal onbekende dame, maar een grote dame in New Orleans. Gekleed alsof de de huishouding zo gaat doen en met een uitstraling van een gemiddelde huisvrouw gaat ze met haar benen gekruist achter haar piano zitten. Ze begint te spelen en je denkt, oe oe, die dame kan de boogie op de piano spelen. Vervolgens begint ze te zingen met een vergruisde stem en valt een rete strakke band in met een vette hammondorgel en een vierkoppige blazerssectie. In een set van ruim een uur neemt ze ons mee langs talloze plekken in Louisiana. Als ze de ballad "Lousiana they tried to wash you away", over de Katrina ramp, inzet krijgt ze het veld met 20.000 man doodstil.

    Marc Broussard soult op het volgende podium als een jonge mengeling tussen Huey Lewis en Southside Johnny een lekker anderhalf uurtje weg. Dan proberen we het podium te bereiken waar de 89-jarige Jerry Lee Lewis ("the last one stading" van de rock en roll dinosaurusen) misschien wel voor het laatst een optreden ten beste geeft
    . Nou ja,te beste.....halverwege de set komen we eindelijk aan op het veld. Jerry blijkt al niet meer te verstaan, zijn geram op de piano loopt konsequent een halve tel achter de band aan, hij zit ver voorover gebukt achter zijn piano. Gelukkig speelt de band strak, waardoor de nummers te herkennen zijn. Maar Amerikanen houden nu eenmaal van helden en vergeten deze niet als ze oud en versleten zijn. Dus elk nummer wordt door 30.000 man met gejuich en geklap ontvangen. Als hij zijn set beëindigd met Great Balls of Fire en hij opstaat en zijn afscheidsbuiginkje maakt, zwaaien 30.000 mensen hem uit. Alsof ze willen zeg, dank voor alles en daar ga je. Bewust of onbewust realiseert zich iedereen op de veld dat het heel goed de laatste keer kan zijn dat ze hem live aan het werk zien. Ontroerend.

    Elton John pakt het geheel anders aan. Met een totaal over de top geluid, veel bombast, een akelig lelijk pak, 12 synthesizers, een overtuigend goed humeur, Leo Beenhakker uit de tanningsalon op gitaar slingert hij de ene hit naar de andere over het totaal volgepakteveld met 40.0000 loeihard meezingende Amerikanen. Dit wordt ons allemaal te veel....Na Candles in de Wind gaan wij ons heil elders zoeken.

    Nog snel een gumbo en een breadpudding met rum gesnoept en nog even met de heupen los bij de gespierde reus op trekzak, Dwayne Dopsie and the Zydeco Hellraisers. Alleen al met zo'n naam verdien je een Award, vind ik.

    En voor de foodies, we aten ook nog: crawfish Monica, boudinballs, breadpudding in rum, crawfish enchillada, crawfish sack, oysterpatties, crawfish beignets, alligator pie, fried tomatoes, chicken Po'boy.
    Read more

  • Day 12

    I'm just a girl

    May 1, 2015 in the United States ⋅ 🌙 21 °C

    Dag 1 van Jazzfest in New Orleans start met een heerlijk loopje van 5 kilometer van ons huis naar het festivalterrein. Dwars door de "zwarte" wijk Treme ( voor diegene die de gelijknamige tv-serie nog niet gezien hebben, ga dat doen. Is de mooiste serie die ik ooit gezien heb). We worden door de bewoners na geroepen. "Have fun on Jazzfest". Ja, vier witte mannen met korte broeken en rugzak maakt gelijk duidelijk wat je komt doen in de Treme.

    Jazzfest is zo'n festival waar het programma er niet toe doet. Het is prachtig weer, er zijn 12 podia, er is heerlijk versgemaakt eten en drinken te over en je deelt het met nog 60.000 liefhebbers. Dus ja, wat kan er mis zijn. Niks.

    We ontbijten maar gelijk uit 1 van de vele stalletjes: een mufuletta (dik belegd broodje met ham, kaas, olijven en kappertjes), broodje brisquet (zacht klaargestoomd rundvlees) en een broodje creoolse kip. Uiteraard afgesloten met frozen Mango.

    De muziek is vandaag zo divers als het maar kan zijn. We beginnen met Kirsten Diable. Volgens Steef een vrouw met vele kwaliteiten: lange benen, hot pants aan, grote elektrische gitaar om haar schouders, lekker zingen, lang blond haar, fijne liedjes en een lekker portie uitstraling. De eerste ontdekking is alvast in de pocket.
    Paloma Faith brengt een aangename revue van popmuziek met zang en dans, Chermaine Neville kan de familievlag niet helmaal dragen, Erica Falls RnBt relaxed door de set, The Jambalaya Cajun Band laat zien dat 50 jaar dezelfde liedjes spelen best kan (we zijn de Rolling Stones van de Cajun, grapte de violist in hoogopgetrokken bandplooibroek met rode bretels), Shooter Jennings (zoon van Waylon en Jessi Colter) zingt de laaste sporen van een fles Bourbon van zijn stembanden, Rosie Ledell trekt als een waanzinnige aan haar trekzak, Dirty Dozen Brass Band spelen een spetterende lange set New Orleans funk, Rockin Dopsie raspt zijn vingers kapot op een wasbord terwijl hij zo vals als een kraai Zydeco klassiekers speelt en No Doubt sluit op een overvolle weide de dag af met een springerige set liedjes die alle kanten uitvliegen maar perfect passen bij het warme weer.

    Het kippenvel momentje kwam van Reverend John Wilkinson. De Dominee begint zijn set met redelijk uitgekauwde blues schema's, met teksten die in elke regel getuigen van de geneugten van het geloof en de heer. Na een nummertje of 5 krijgt 1 van zijn 3 dikbillige dochters de ruimte om in het tussenstuk haar getuigenis van de heer in zang om te zetten. Op aansporen van haar vader blijft het tussenstuk zich maar herhalen en dochterlief gaat steeds dieper in haar hart en schreeuwt annex zingt annex scheurt het er uit. Je voelt het borrelen in de enorme tent met ongeveer 1500 zittende mensen. De eerste mensen staan op, er worden aanmoedigingen geschreeuwd naar het podium, overal in de enorme zaal getuigen mensen van hun geloof door keihard "Yeah" te schreeuwen na elke regel tekst. En bij de 10e herhaling van het tussenstuk zang door dochterlief explodeert de zaal. En golf van geschreeuw, gefluit, geroep, en gegil vult de hele tent en houdt minuten aan. Iedereen staat op. Boem! Collective effervescence in zijn puurste vorm heb ik geleerd bij sociologie (zoek maar op, is van Durkheim).
    Kippenvel tot in m'n bilnaad. Je zou er bijna van gaan geloven.

    Maar naast de muziek was er natuurlijk het eten: aarbeien-balsamico-ijs, etouffe van rivierkreeftjes, creoolse broodje gevuld met worst, pepperoni en mozzarella, Jambalaya, broodpudding met witte chocolade, garnalenbroodje, red beans and rice, Crawfish strudel en veel heel veel strawberry-lemonade.

    Fijne dag dus.

    Om 1 uur 's nachts maken we nog een rondje door de stad. De grote meerderheid van de bezoekers op Bourbonstreet is ladderzat of knetter stoned. Midden op de straat staat een groot houten kruis met daaromheen een aantal mensen die het geloof uit schreeuwen. Op deze plek proberen mensen te overtuigen van een braaf christelijk leven lijkt mij redelijk zonde van je tijd. 1 van de discipelen is met de Bijbel in de hand, wijzend naar verschillende citaten uit het oude testament in gesprek met een man van een jaar of zestig, type zwerver. Maar de blik van de man verraad dat zijn gebruik van geestverruimende middelen een goed gesprek op basis van inhoud in de weg staat. Hij doet alsof hij luistert, maar concentreert zich scheelkijkend maar op 1 ding: niet omvallen.

    Wij vallen om 2 uur ook om en gaan na een afzakkertje op op ons terras naar bed. Beneden houdt het feestlawaai nog uren aan.
    Read more

  • Day 11

    Video killed the radio star

    April 30, 2015 in the United States ⋅ 🌫 19 °C

    'T is clip-dag vandaag. De reis van Lafayette naar New Orleans gaan we gebruiken voor de clip bij de song die we hebben opgenomen in Memphis. Tijdens het rijden is het de bedoeling dat we aan locatiescouting doen: zoeken naar een plek met Amerikaanse cliché's, bij voorkeur in vervallen staat. En dat is gelukt. Een Amerikaanse veranda, vergeelde reclameborden voor BBQ's, een gele schoolbus, een vervallen cowboysaloon. Eerst start Gert met een uitgebreide doorloop van het kamerawerk. Hij zoekt door zijn lens naar de juiste beelden en juiste kameravoering. En dan is het playbacken geblazen. Snap nu waarom Herman Brood dat het moeilijkste onderdeel van zijn muzikanten-zijn vond. Maar de eerste shoots zijn leuk geworden.

    Tegen de avond rijden we New Orleans binnen. Wat een stad is dit. Feestgangers die ons de weg naar ons appartement regelmatig blokkeren, taxi's in elke straat, hotdog kramen die overdwars op de toch al smalle straten staan.

    Ons appartement ligt op een halve blok huizen van Boubonstreet, het middelpunt van het feestgedruis. We wonen nu boven het enige schnitzel-café van New Orleans. Wie ooit bedacht heeft een schnitzel paradijs in New Orleans te beginnen, weet ik niet, maar die heeft wel een behoorlijk vrije geest gehad. Ons balkon van 12 bij 2 meter ligt aan de straat. Een majestueuze plek om naar de straat, de stad en zijn kostgangers te kijken.

    New Orleans is lastig te beschrijven aan mensen die er nog nooit zijn geweest. Het is om te zien misschien wel 1 van de mooiste steden van Amerika. Kleine straatjes, huizen met Spaanse balkonnetje en bloemen en veel leuke winkeltjes en restaurantjes met terassen. Dat klinkt bijna lieflijk en dat is het ook, maar het is ook iets anders. Alles loopt hier in het extreme door elkaar. Alleen al in de Franse Quarter, wat eigenlijk niet eens zo groot is, is het een onwaarschijnlijke combinatie van architectuur, kunst, muziek, sex en eten. Alles is er en zit gewoon naast elkaar. In de ene tent staat een tam Jazz orkest de solo te begeleiden van een stokoude klarinetist, aan de overkant van de straat staat een hardrockband te beuken, door de ramen van een romantisch huis schreeuwen dragqueens met iets te lage stemmen om aandacht, een deur verder speelt een Brass Band heerlijk funk, daarnaast zit een peepshow genaamd "barelyl legal", op een hoek van de straat zitten een violiste en een gitariste onwaarschijnlijk goed nummers te spelen die het midden houden tussen zwaar klassiek, jazz en zigeunermuziek, een block verder zit een man bijna ontkleed met een plastic paardenkop op zijn hoofd op een paar emmers te tikken, in een zaal vol feestende mensen staat een grote band jaren 70 disco en funk de zaal in te spuwen, kunstenaars tonen hun werk in mooie ateliers, voodoo priesters die je van je demonen af helpen, kleine Cajunstyle honky tonks om heerlijk te eten en grote sjieke balzalen waar uitgebreide culinaire diners worden geserveerd. En overal is muziek....over al.

    En zo extreem als de omgeving is, zo extreem van soort zijn ook de bezoekers. Half ontklede Engelse dronkaarden, vrijgezellenfeestjes verkleed als engeltjes, opgekrikte rappers, vrouwen op veel te hoge hakken met veel te strakke jurkjes, groepjes vrienden op stap zonder de vrouw, groepjes vriendinnen op zoek naar lust, brave stelletjes, muziekliefhebbers, losers en zwervers, zakenlui. Alles door elkaar. En dat in een prachtige Spaans aandoende omgeving en een temperatuur van ongeveer 22 graden. En dat alles onder wakend oog van de New Orleans Police force die op elke hoek van de straat aanwezig is en vooral dient als decor voor menig uitgelaten vriendinnen groepje die graag met de officier en zijn paard op de selfie wil.
    En de Mississippi stroomt rustig door.

    Uiteraard is het eten hier weer fantastisch. Het ziet er vaak niet echt fraai uit, maar het smaakt allemaal zo lekker. Dus na een bord Jambalaya en blackened garnalen en een flinke portie breadpudding hebben we ons gestort in Bourbonstreet. Al je zintuigen worden tot in de extremen geprikkeld. Vlak na middernacht op ons balkon geslopen en vanuit onze loge nog een uurtje de feestgangers bestudeerd.
    Read more

  • Day 10

    See you later Alligator

    April 29, 2015 in the United States ⋅ 🌙 15 °C

    Terwijl de rest zijn roes ligt uit te slapen trek ik mijn hardloopschoenen aan. Eens zien of dat lukt op muziek, bier en bourbon. Hoewel Lafayette volgens mij niet meer als 125.000 inwoners heeft, heeft de universiteit van Lafayette een sportcomplex waar je u tegen zegt. Grote en kleine stadions, atletiekbaan, een heuse sportDome. Er heen rennen moet langs wegen en over kruisingen. Dat gaat boven verwachting goed, want van iedereen krijg ik voorrang. Waarschijnlijk denken al die iets de dikke Amerikanen: dat had ik ook moeten doen. 6 kilometers over het sportcomplex maken de 10 kompleet voor vandaag.

    Het middag programma zou ook al weinig Rock & Roll worden. Ik ben met een paar eigenaardige exemplaren op stap. Steef wordt opgewonden van elke ambulance die voorbij komt. We krijgen levendig commentaar over type voertuig, rijgedrag, sirenegeluid en nut en noodzaak van toeters. Voel me ongelofelijk veilig bij onze chauffeur deze reis, behalve als hij langs een ambulancepost rijdt. Dan zit hij ongeveer omgekeerd in de bestuurdersstoel.
    Gert ligt en staat de hele dag in vreemde standen voor en achter ons om de reis op artistiek verantwoorde wijze op een gevoelige plaat vast te leggen. We zijn hem ook regelmatig kwijt. Is 'ie weer een hoekje opgelopen om roestige oude troep op een foto te veranderen in een mooie prent.
    Ries slaakt met enige regelmaat een gilletje van geluk, wijst dan ver weg in de boomtoppen omdat daar een piepklein vogeltje zit die vandaag geel gekleurd is, terwijl dat op woensdag groen moet zijn. De verrekijker wordt voor het hoofd gezet en we krijgen een moeilijke vogel naam te horen met gebruiksaanwijzingen, eet- en leefgewoonten.
    Ben blij dat ik mezelf bij me heb.

    En vandaag is het Ries zijn dag. We gaan op een platbodem de swamps van Louisiana in om vogels en andere beestjes te kijken. Via een dirtroad van een kilometer of vijf rijden we langs moerassen waar we alligators, schildpadden en veel paradijsvogels tegenkomen. De start van de expeditie ligt op een groot meer. Onze gids komt aanrijden in een van zwart plaatstaal opgetrokken hotrod met op het dak de Redneck-vlag.
    De confederant/redneck flag hoort bij de mannen en vrouwen die trots zijn op hun Southern roots. Het tonen van de Redneck-vlag wordt volgens mij niet altijd op prijs gesteld, vooral niet bij veel Afro-Amerikanen die het associëren met slavernij en racisme. Nou, zo'n type was het.
    Een vuil geel T-shirt aan, korte broek en een paar goedkope afgetrapt werkschoenen was het ontvangsttunue.

    We zitten daarna 2 uur bij hem in de boot. En terwijl hij de platbodem vakkundig tussen de bomen door en over moerasbanken en losse boomstammen in het water manouvreert praat hij aan 1 stuk door. In een zwaar Southern Amerikaans accent vertelt hij honderduit over alligators, vogels, moerasgebied en historie van het gebied. Elk nieuw verhaal begint standaard met "Yeah folks", hij maakt honderd keer dezelfde grap over de honger van de alligators, 30 keer een grap dat motor van de boot uitvalt en vertelt veel te sterke verhalen over wat er in de tour van gisteren allemaal is gebeurd.
    Hij is met zijn dochtertje van enkele maanden gevaarlijk in een boom geklommen voor een foto, hij is van zijn vrouw gescheiden omdat hij met ons in een bootje wilde varen, er lag een alligator van wel 7 meter langs de boot, er is een schildpad uit de bek van een alligator ontsnapt die daarna op zijn twee achterpoten de alligator uit zwaaide, zijn hond is door het moerasgras gezakt en hij heeft hem moeten redden door in het moerasgebied te springen.....enzovoort. Halverwege de expeditie legt hij de boot tien seconden stil. Moet je horen, zegt hij, wat mooi die stilte. Om vervolgens de motor weer te starten en verder te gaan met zijn sterke verhalen, "Yeah Folks! You might nog believe this story.........."

    Nog voor we de tour start lopen we op eigen houtje door de swamps. Op een steigertje staat een man in korte broek en hemd te vissen. Als ik ook op de steigers stap begint hij een praatje. Hij vertelt wat hij zoal vangt. Veel vis voor de maaltijd van vanavond maar ook andere niet eetbare beestjes. Die neemt hij mee naar huis en stopt ze in een groot aquarium. Kan hij er een beetje naar kijken. Toen hij onlangs een baby-alligator aan de haak sloeg en deze mee naar huis nam werd het zijn vrouw iets te veel. "me woman kicked me out of the house". Om zijn beide schouders hangt een tuigje waarin zijn gevaarlijk uitziend survivalmes met kartelranden glimmend bungelt.
    Als hij zich omdraait zie ik onder zijn andere oksel de holster met daarin een dikke glimmende blaffer. De combinatie van de man, pistool, het blikje budweiser in zijn hand en de lege blikjes in zijn koelboxje maken dat het toch veiliger voelt de steiger maar even te verlaten.....

    Na een heerlijk cajunmaal afgezakt naar een uitermate vage kroeg op een afgelegen desolaat winkelcentrum, Bob's bar. Een donkere kroeg met merkwaardig publiek. Beetje verkeerd geld leek het. Beetje shabby, dikke sigaren, zwarte Corvette voor de deur, hoogblonde gecoifeerde dames op leeftijd aan de bar, en een publiek dat regelmatig tegen de spelende bluesband schreeuwt.
    Totdat de band het blues nummer "I Believe" inzet. Voor ons zitten 4 Afro-Amerikanen dikke dikke sigaren te roken, door de tent heen te schreeuwen en begroeten elke dame die binnenkomt met iets te veel lichamelijk contact. Maar als "I Believe" start, antwoorden ze elke "I Believe" van de zanger met een perfect meerstemmig gezongen "I Believe". Alsof de blind boys van Alabama tijdens een kerkdienst ineens in de kroeg zitten. Na dit nummer gaan ze over tot hun reguliere ontregelende gedrag.

    Nog een afzakkertje genomen in de Blue Moon bar waar de plaatselijke Zydeco liefhebbers in een kring op het podium met elkaar en vooral voor elkaar Cajundeuntjes jammen.

    Evan Williams soldaat gemaakt en het is tijd om te gaan slapen.....morgen eindstation New Orleans.
    Read more

  • Day 9

    Allons à Lafayette

    April 28, 2015 in the United States ⋅ ☁️ 15 °C

    Ontbijt is inbegrepen, zei Ron. Ik had de jongens gewaarschuwd, het is wellicht een beetje een zwaar ontbijt. Bobby en Sue Ellen uit Texas zaten al aan tafel toen wij beneden kwamen. We zaten goed en wel, toen kwamen van links de schalen met eten: biscuits, spek, gehaktschijf, scrammbled eggs, grits (een soort van gortenpap), blue berry pancakes, schaal met fruit, koffie, jus d'orange, water, jam en maple syrup. Opgediend op grote schalen met hoeveelheden alsof er nog een schoolklas zou komen eten. Maar we waren toch maar echt maar met z'n zessen. En alles doorgeven naar rechts. Ron stond er bij als een volleerd coach om het doorgeven van de schalen vol lekkers in goede banen te leiden.
    Netjes beleefdheden uitgewisseld met Bobby en Sue Ellen over Texas, Hillcountry, Austin, Rodeo, Crawfish uit modderige poeltjes en TexMex eten. Op de vraag wat Bobby het allerlekkerste TexMex gerecht vindt, noemt hij de hele menukaart van een gemiddelde Mexicaan op. Nog mazzel dat we het gesprek hebben weten te houden op eetbare onderwerpen. Voordat je het weet zit je met een Amerikaan in een ingewikkeld gesprek over geloof, abortus, softdrugs en euthanasie.

    Onze buiken helemaal rond gegeten hebbend nemen we afscheid van Ron en trekken verder over de 61 (over wie de nog net niet ontdekte zanger Paul Chevrolet in zijn nog uit te brengen megahit "lets take a ride" ooit lyrisch zong: "61 sings spinning wheels"). Na een korte hike door het Catherine National Parc (met daarin een close encounter met een echte alligator) buigen we van de 61 af naar de swamps van Cajun-country. Veel kleine slingerwegen langs plassen, riviertjes en moerassen. Langzaam verkleuren architectuur, plaatsnamen en taal van Engels naar Frans.

    Tegen het einde van de middag arriveren we in Lafayette, op de Clinton street, waar een mooi lichtblauw huisje op ons wacht. Via Airbnb voor een habbekrats gehuurd. Huisje met 3 slaapkamers, keuken, patio en woonkamer. In een lekker rommelige stijl van veel houten planken, balken en baksteen. We hebben via een SMS een code opgestuurd gekregen die ons toegang verschaft tot de woning. 10 tellen later is het huis van ons. Bedden snel verdeeld: wie slaapt bij wie en waarom (niet). Ries moet bij Stephan. Niet leuk, maar iedereen komt een keer aan de beurt.

    Vanavond eerst een lange wandeling gemaakt richting een Cajunstyle snackbar Olde Tyme Groceries. 'T is een ooit wit geschilderd pand met grote rode letters, een luifel aan de voorkant en een dakbedekking die wij zouden gebruiken voor hooguit een tuinschuurtje. Binnen bestel je aan de veel te hoge balie een halve Po'boy en side dishes. Twee meter naar rechts kun je bij dezelfde dame afrekenen.

    Wij gaan in de ruimte er naast zitten en wachten op wat gaat komen. Dan komt de serveerster. Alle Po'boy's en de porties frieten zijn in enorme stukken waxpapier ingepakt. De serveerster heeft alle 8 pakketjes op haar armen tegen haar weelderige borsten opgestapeld en serveert ze 1 voor 1 aan ons uit. De grote stukken waxpapier worden open gevouwen en daarin ligt een enorm stuk stokbrood met daarop sla, tomaten, saus en de gefrituurde grote garnalen of kalkoen. Ries had de "Po'boy special" besteld en was daarmee in het gelukkige bezit van een stokbrood met daarop een bult vleeswaren waar een gemiddeld gezin in Nederland het brood twee weken belegt.

    Na een ijsje zijn we doorgelopen naar de Blue Moon Saloon, een vermaarde Cajunmuziek-tent. En tent is daarbij wel een goed gekozen woord. Want het hele café is niet meer dan een aantal houten schuurtjes aan elkaar getimmerd, wat reclame borden, een koelkast met te veel soorten bier, plastic vuilnisbakken om de lege flessen van grote afstand in kapot te gooien en kerstverlichting aan de wand.
    De hele avond werd gevuld door het Cajun-country Conservatorium van Lafayette. Ja dat bestaat echt. De eerste band die speelde (trekzak, viool, wasbord, drums en bass) bestond uit leerlingen en de avond werd afgesloten door een band bestaande uit docenten van net conservatorium (trekzak, drums,bass, 2 violen, acoustische gitaar). Er werd door het publiek lustig op los gedanst. Dat Cajundansen lijkt nog het meest op een geil uitgevoerde vorm van klompendans. Maar wel leuk om te zien.

    We sluiten de avond, traditiegetrouw, af met een bourbon. De Rebel Yell fles is tot de bodem leeg, dus nu drinken we uit Evan Williams. O ja en de verkoopster van de Walmart die ons de fles verkocht wilde maar niet geloven dat we de 25 al gepasseerd waren.....bril vergeten, denk ik.
    Read more

  • Day 8

    Natchez burning

    April 27, 2015 in the United States ⋅ ☁️ 16 °C

    Van Greenville naar Natchez is een lange rustige rit. Eerst over de highway 1 en daarna verder over de highway 61 (waarover de legendarische Paul Chevrolet in zijn sun-recorded song zo poëtisch zong: "61 sings spinning wheels"). Een tussenstop maken we in Vicksburg aan de Yahoo-rivier. Toen ik hier 4 jaar geleden was stond het water zo hoog dat zelfs het station niet meer bruikbaar was en tot aan de ramen onder water stond. En ook al is het seizoen het zelfde en is het water hoog, blijkbaar stroomt er niet zoveel water door de Mississippi dat dit nu problemen geeft. Op een damwand zien we staan dat 2011 de hoogste stand was sinds 1927.

    In Vicksburg in de lokale alternatieve koffieshop een bak koffie gescoord met moddervette double-chocolate-cake. Het café hield het midden tussen een oude hippie tent, een plaatselijke bibliotheek in een ver dorpje in Drenthe en een uitdragerij.
    De cake zat zo vol met boter dat de iPhone na het nuttigen niet meer te bedienen was vanwege vette vingers.

    De lunch wilde onderweg maar niet lukken. Alle dorpen die we tegen kwamen waren leeggelopen en van enige betrouwbare horecagelegenheid was geen sprake. Dus dan maar doorgereden naar Natchez.
    Natchez kent gelukkig een iets drukkere toeristische sector, dus er is wat meer te doen. Maar Ron, de uitbater van ons Vicoriaanse onderkomen geeft ons weinig kans op muziek. Maandag is niet zo'n populaire muziekavond. Ook niet in Natchez. Ron legt ons zeer uitgebreid uit waar we wel en niet moeten gaan eten en weet zelfs op elke menukaart nauwkeurig te vermelden wat wel en niet lekker is: geen etouffe nemen in dit café, geen pasta eten met kappertjes in het andere café (they put too much capers in it), wel hamburger met boudin-worst aan de overkant van de rivier nemen, etc, etc.

    Het huis waar we slapen is ver boven onze stand. Erica heeft vanuit het thuisfront in Almere geregeld dat we in het prachtige Wesselhouse mogen slapen. Een prachtig Victoriaanse bouwwerk vlak bij de rand aan de Mississippi. Ik deel met Ries een donker houten hemelbed, met mooie gedraaide pilaren en een witte gehaakte hemel. Als dat niet romantisch is.

    Maar voor het eten nog even de kroeg in. Onderaan de klif ligt een saloon. Volgens Ron kon je nooit weten wat er gebeurt in deze saloon en wie de gasten vanavond zouden zijn: highschool kids, gay bikers, RedNecks .....Op onze vraag hoe je gay bikers herkent, antwoord hij kort en bondig: "You can tell".
    De saloon is geel van ouderdom. Aan het plafond hangen honderden briefjes van 1 en 5 dollar, aan de wand hangen spiegels, oude Mississippi stombootreplica's, blaadjes met spreuken en oude vergeelde posters. Achter de bar staat een cowboy met een lange dikke baard, een bandana om zijn hoofd en cowboylaarzen aan. Bij de deur staat de andere uitbater, een kabouter van ongeveer 1 meter veertig, met een grijze sik, een stem als catweazel en een strooien cowboyhoed. Ze verkopen heerlijk local beer. Terwijl wij in de bar zitten en de fles met lokale bier aan onze mond zetten, gaat buiten de zon langzaam onder en komt er een witte Mississippi-radarboot voorbij.

    Nog snel een bord Catfish en Shrimps naar binnen gewerkt, met wederom het lokale gerstennat.

    Lopend op weg naar ons optrekje worden we op straat nog even aangesproken door een jonge gast in basketbal-outfit uit Louisiana. Als hij door heeft dat we Dutch zijn, dankt hij ons nog hartelijk voor onze rol als Nederlander bij het bevrijden van de Amerikanen van de Engelsen. "Really appreciate it". Wij begrepen niet precies welke rol we als Nederlanders gespeeld hebben, maar we hebben hem maar meegegeven dat wij het graag hebben gedaan. Hij was ons nu nog dankbaarder. Volgens mij meende hij het nog ook.

    En nu zitten we heel gezellig, onder een 4 meter hoog plafond met houten waaier in de huiskamer vol Amerikaans antiek van het Wesselhouse, de gratis wijn van de huiseigenaar op te drinken.
    Morgenochtend wacht ons een majestueus ontbijt, belooft Ron ons.
    Read more

  • Day 7

    Goin down to Rosedale

    April 26, 2015 in the United States ⋅ 🌙 15 °C

    Het ontbijt in Clarksdale was een nieuw hoogtepunt op deze reis. #Not. In een even ongezellige als rommelige hotellobby waar posters aan de wand hangen van festiviteiten van lang her, stond in de hoek een arm mandje met wat broodjes, jam gemaakt van kleurstoffen en jelly, een tube roomkaas, klef witbrood en de slapste bak koffie tot nu toe (en de Amerikanen zetten al zulke slappe bakken). Maar gelukkig stond er een apparaat met een grote afbeelding van versgepeste sinaasappelsap. Er is hoop, we krijgen onze vitaminen. Maar wat eruit kwam was iets totaal nieuws. Het was homeopathische sinaasappelsap. Het goedje was met zoveel water verdund, dat er objectief gezien geen sprake meer kon zijn van enige spoor van sinaasappel. Volgens de drogredenering van de homeopaten heeft het wel een heilzaam effect, dus toch maar gewoon opgedronken.

    Nog even Clarksdale afgestruind. Al was het maar omdat het voor Gert als fotograaf een ware speeltuin is. Verlaten panden, roestig ijzer, verlaten treinstellen, overwoekerde spoorlijnen en drie knappe reisgenoten annex fotomodellen. Ja want het is af en toe echt een modellen-vakantie. Gert geeft voortdurend instructies hoe en waar we moeten staan om zo mooi mogelijk op de foto te komen. Voor ons drieën natuurlijk een heel nieuwe ervaring.
    Kopje koffie met een blue verse muffin genuttigd op de knalroze picknickbanken van de Australische uitbater van The Holy Moly, voordat we onze reis naar het zuiden hervatten.

    Vanuit Clarksdale de highway 1 gepakt. Door het blueslandschap van grasvelden, landbouwakkers en wetlands passeren we Rosedale. Rosedale is bekend van de tekststrofe in Cream's Robert Johnson cover "Crossroads Blues", Goin down to Rosedale.

    Als we door het stadje Benoit rijden gebeurt er een wonder. Op mijn iPhone staan ongeveer 2500 liedjes. Waarvan 1 liedje afkomstig is van de blueszanger Tab Benoit, Hot Tamala baby van zijn cd Live: Swapland Live. Laat dat nu net die song zijn die uit de speakers knalt als wij het dorpje binnen rijden. Het dorpje is zo klein dat het het einde van de song niet eens haalt. Dat is spooky.....Voodoo. Komt waarschijnlijk door die homeopathische sinaasappelsap.

    Volgende stop is Greenville. Totaal uitgestorven. Geen mens op straat, geen winkel heeft de deur open en geen restaurant heeft zijn ovens aan staan. En dat is heel jammer. Want van mijn reis van twintig jaar geleden naar deze streek kan ik me de smaak en geur nog herinneren van de beste biefstuk die ik ooit gegeten heb, een biefstuk van Doe's Eating Place. Een honk tonk restaurant met bewapende bewaking voor de deur, de ingang in de keuken, biefstukken zo groot als Harley-zadels en een biefstuk-oven met de omvang van een gemiddelde Amerikaanse koelkast
    Train
    Train
    . De jongens hadden zich er zo op verheugd. Maar niet dus. Ook gesloten.

    Op naar een shoppingmall. Gegeten in zo'n verschrikkelijke ketenrestaurant. Daarna maar zelf spullen ingeslagen voor een BBQ. Want vannacht slapen we in een mooi lichtblauwe houten cottage met een porche met uitzicht op een brede uitloper van de Mississippi. We staan wel een beetje voor lul met onze instant-weggooi-BBQ naast de professionele apparaten die onze buren hier gebruiken om het vlees van zwarte randen te voorzien. We worden uitgelachen door passerende bewoners.

    Mooi was wel dat de de 22 jarige caissière van de Walmart, nadat ze we haar vertelde naar New Orleans te gaan, ons wel 4 maal op het hart drukte om vooral voorzichtig te zijn. Lief.

    Het is inmiddels 25 graden. Dus met de kop in de zon, de linkerhand vol met een blikje bier en de rechterhand een worst van de BBQ hebben we gekeken hoe de zon langzaam onderging in de Mississippi (nou ja, hij verdween gewoon achter de struiken aan de overkant van de Mississippi, maar dat klinkt niet zo lekker).

    Morgen naar het wonderschone Natchez.
    Read more

  • Day 6

    Clarksdale Blues

    April 25, 2015 in the United States ⋅ 🌙 22 °C

    We ontbijten eerst nog even in Memphis. Navraag leert dat een tentje CK genaamd 24 uur per dag ontbijt doet. En dat is te zien...tijd voor schoonmaken is er niet.

    Van onze assistent in the Sun, Philles, hadden we een "lead" gekregen naar 1 van de bekendste studio's van de wereld, en zeker van Memphis, Ardent. Daar aangekomen lijkt Philles niemand gewaarschuwd te hebben dat we komen. Via een zijdeur komt iemand ons vragen wat we willen. We noemen de naam van Philles. Dan is het goed. Als we een paar minuten hebben wil de techneut annex nerd van de studio ons wel een rondleiding geven.
    Een paar minuten later opent hij de zijdeur weer en laat ons binnen. Als een volleerde tourguide (alle Amerikanen lijken te kunnen praten als brugman en weten hoe een verhaal te vertellen) praat hij ons door de verschillende opnameruimtes van de studio heen. Technische details worden afgewisseld met annekdotes over grootheden in de popmuziek die hier hebben opgenomen. Elke zin eindigent met een Beavis- en Buthead-achtig lachje.
    Al in de centrale hal blijkt dat in deze studio ongeveer mijn halve platenkast is opgenomen: Huey Lewis, de Vaughn Brothers, North Mississippi Allstarrs, ZZ Top, etcetera, etcetera. 4 prachtige studio's met opnameruimtes met werkelijk alles wat je je kunt wensen als verwende muzikant. Het totale andere einde van het spectrum als je het vergelijkt met de Sun Studio. In het kantoortje prijken noncachalant in een lelijke bruine kast talloze niet afgestofte Grammy's en Oscars voor platen en filmmuziek die hier zijn opgenomen.

    Daarna richting de kitschkermis die Gracleand heet. Stel je hebt Elvis niet gekend als zanger/fenomeen, wat vertelt Graceland je dan....dat er een man was die liedje zong, gek deed, heel veel films maakte, oude auto's bezat, een vliegtuig lelijk had ingericht en 11 televisies tegelijk kon kijken. Maar de ware Elvis en zijn belang blijven ver uit beeld.
    Alles is ongelofelijk duur en Elvis wordt tot de laatste cent uitgemolken. Elvis asbakken, Elvis kerstballen, Elvis theelepels, Elvis strandballen, Elvis honkbalknuppels, Elvis alles. Maar muziek, ho maar. Je wordt met een Ipad om je nek en een koptelefoon op door zijn huis gestuurd. En je eindigt netjes bij zijn graf. Staand bij zijn graf denk je alleen maar: wat jammer dat je op zo'n manier herdacht wordt jongen.....ik wil je stem....(gelukkig is op de Ipad netjes ingesteld dat bij zijn graf de stem van Elvis "If I can dream" uit de koptelefoon knalt).

    We kijgen in een loods (omdat we een premium ticket hebben gekocht) nog wel flarden te horen en te zien van liveconcerten. Maar het was blijkbaar te duur om te investeren in een fatsoenlijke geluidsinstallatie.....wat een slecht geluid. Arme Elvis.

    Dan verlaten we Memphis. Eigenlijk met het zelfde gevoel waarmee ik ongeveer 20 jaar geleden Memphis verliet: Het was ooit. De stad lijkt wel heel erg te leunen op zijn verleden maar glijdt daarin steeds verder weg.

    Dan rijden we de 61 op, de blues highway. Onze eerste nacht slapen we in Clarksdale. De stad van de legende van de Crossroads. Ook hier stond mij van 20 jaar terug bij dat het vooral heel arm was. Dat is niks veranderd. De binnenstad is leeg. Alsof er net een oorlog is afgelopen. Er zit geen stoeptegel recht in de weg, 80 % van de panden is leeg en staat er vervallen bij. Hoe "blues" wil je het hebben.
    'T is nog middag en we zoeken een plekje dat lijkt op een terras en waar we een biertje kunnen krijgen. We zien een paar banken tegen een muur staan van een pandje dat op een cafe lijkt. We lopen naar binnen. Daar zitten vier mannen met elkaar te praten. We worden hartelijk onthaald. Als we 4 bier vragen, zegt de eigenaar: "Pak zelf maar. Ligt achter de bar in de koeling. Anders moet ik weer gaan uitleggen wat ik allemaal voor soorten bier heb".
    We duiken in de koelkast achter de bar, trekken het bier uit de kartonnen dozen, betalen 5 dollar en plaatsen ons op de bankjes voor de kroeg. Met de kop in de zon en een blikje bier in de hand verwonderen we ons er over hoe het kan dat in het rijkste land van de wereld mensen in zo'n enorme gribusbende moeten leven.

    's Avonds eten we onze eerste portie tamales in een tent die moet lijken op een steamboat en waar het personeel in donkerblauwe overalls ons bedient alsof ze net uit de machinekamer komen. En gelijk raak...heerlijk.

    Dan proberen we een kroeg te vinden met een fatsoenlijke bluesband. Maar dat valt nog niet mee. In de tent van Morgan Freeman speelt de slechtste bluesband die ik in tijden gehoord heb. Red's lounge zit een behoorlijke zanger te zingen, de tent zit vol.

    En ook hier klinkt de rebel yell voor 't slapen gaan.
    Read more

  • Day 5

    Behind the Sun

    April 24, 2015 in the United States ⋅ 🌧 13 °C

    Dit moet de dag worden. En alleen al die gedachte maakt zenuwachtig. Dus vanochtend gezond ontbeten, volgens recept van onze eigen calorieen-goeroe Stephan. 0% vet in de yoghurt, wilde bloemenhoning en pitjes in de muesli.

    Eerst even langs de Mississippi slenteren om rusig te worden. Een bezoekje aan het Rock en Roll museum voor het historische besef. Een stuk Fried Chicken bij Miss Polly's Soul Kitchen cafe voor de eiwitten. The boss bij Polly's, kalend met vale sweater en een pielig staartje onder zijn grauwe pet vandaan, belooft ons tender chicken & absolutly not greasy. In een keuken die er wel heel greasy uit ziet staan oude door tijd en gebruik aangetaste pannen vol kip te koken in een rode bouillon. Even de kip door het belag. In de loeihete frituur. Klaar is het. Uiteraard op gezellige plastic bordjes, met plastic bestek.

    Na een middagdutje vetrekken we in de pooring rain (yes I was walking in Memphis, walking with my feet ten feet off of Beale) over Union Avenue richting de Sun Studio voor het opnemen van onze nieuwe song: Let's take a ride.

    We worden warm onthaald bij de kassa door een zwarte dame die de helft van haar tanden in de loop van de tijd verloren heeft. Wel netjes tand om tand. We krijgen eerst een rondleiding door het museumpje en de Studio zelf. Onze gids Ples Hampton (die tevens onze persoonlijke assistent blijkt te zijn tijdens de opnames en zoon van ....) leidt ons door de geschiedenis van de Sunstudio in een tempo waar Mathijs van Nieuwkerk een puntje aan kan zuigen. Man wat een tempo, maar wat ook een passie. ADHD gemengd met een enorme drive voor muziek en historie: "I'm a history warrior".
    Later vertelt hij ons dat hij eigenlijk maar 1 doel in zijn leven heeft en dat is de Sun Studio in een zo orgineel mogelijke staat behouden en herstellen. En daarbij lijken de kleinste details het belangrijkste (welk lampje, welk knopje, welke wandbekleding).
    Hij leidt ons langs BB King, Ike Turner, Elvis, Jerry Lee Lewis, Rufus Thomas, U2, Roy Orbison, Carl Perkins, Johhny Cash (ja daar is'ie weer) en al die andere grootheden die onder de leiding van Sam Phillips in the Sun Studio hun legendarische platen maakte. Het maakt allemaal heel nederig.

    Als de rondleiding is afgelopen vertrekt het publiek en blijven wij onthand op de heilige grond achter. Voelt een beetje vreemd en bijna angstig. Nu moeten wij het waarmaken. Curry Weber schudt ons de hand. Hij is de technicus die ons opneemt vanavond. Hij vraagt geroutineerd naar de bezetting en de wensen. Maar hij maakt ook gelijk duidelijk dat het de bedoeling is dat we gaan klinken als "Sun Studio". Geen fratsen, geen effecten, alles gaat direct op de tape. Niet dat we iets anders in gedachte hadden, maar dat het maar duidelijk is.

    Na een bak koffie heeft Curry de boel klaargezet en kunnen we beginnen. De micofoons stammen allemaal uit de jaren 50. Prachtig design, zo groot als pakken meel en als je met je neus in de microfoon staat te zingen lijkt het alsof je het speeksel van Elvis kunt ruiken.

    En bij de eerste tonen blijkt dat deze plek werkelijk magisch is. Vanaf de eerste track klinkt het als een klok. Alles lijkt op zijn plaats te vallen en alles klinkt even open als vet.
    Terwijl ik op het kruisje op de grond sta waar Elvis zijn eerste songs in zong, probeer ik niet te gaan zweven en de Cadillacs bij te houden. Op drift zijn ze. 4 tracks later staat het er op. Bandje en zang live er opgeknalt. Compacter kan het niet klinken. Volgens Curry de meest soulvolle versie tot dan toe. Dit wordt hem dan. Ook Curry krijgt er lol in. Stevig meestampend met de song, armgebaren makend alsof hij de bas zelf bespeelt en luchtgitaar spelend tijdens de solo laat hij blijken dat hij het leuk vindt: "Great song guys, sounds like The Replacements...take that as a compliment".

    Nog een half uurtje om de koortjes in te zingen (worden door Curry de grond in geboord: "it sounds silly"), foutjes weg te werken en aanvullende tamboerijntjes in te spelen. De vader van Pless had een magische tamboerijn, vertelt de ADHD-er. Elk nummer waar deze tamboerijn op voor komt werd een hit....dus kreeg de tamboerijn het koosnaampje "the hitmaker". Een begrip in de muziekwereld, zo wil Pless ons doen geloven.

    Dan is het alles goed vastleggen en aan ons meegeven.

    Er ontspint zich een gesprek met de tourguide/opname-assistent over de details van de Sun studio, zijn vader die zijn leven sleet als geluidstechnicus en hoe hij probeert alles in The Sun in de originele staat terug te krijgen, legendarische studio's in Nederland en hij levert ons ook nog een afspraak met de grootse en mooiste studio's van Memphis: Ardent Studios. Ardent is wereldberoemd om zijn enorme opnamezalen en geluid. Sam & Dave, Led Zeppelin, ZZ Top, REM, Bob Dylan en Jimmie en Stevie Ray Vaughan namen er hun platen op. Wij mogen morgen even naar binnen om te kijken en te voelen. Pless regelt de afspraak.
    De eigenaar van de studio was zo'n goede koopman dat hij alles kon verkopen volgen Philles. "He could make a wet donkey burn" zou Jim Dickinson volgens onze tourguide over de eigenaar hebben gezegd.

    We krijgen nog een stapel Sun Studio T shirts ("if the customer is pissed, give him a T-shirt. Customer satisfied. Free publicity") mee naar huis en mogen een sticker van Paul Chevrolet plakken op de apparatuur van de Sun Studio. Als dank voor een produktieve avond.

    Ondertussen komt het water met bakken uit de hemel. Onze tourguide biedt aan om ons in zijn Lexus LS400 uit 1985 naar ons appartement te brengen. Zijn auto staat geparkeerd achter de Sun en bleek al heel lang geen schokbrekers meer te hebben en de remmen doen ook maar nauwelijks wat ze moeten doen. Hotsend en klotsend zet hij ons keurig af voor de deur van de Exchange Builiding on Second Street. Bij de 24/7 store kopen we een paar bakken noedels die we met een beetje warm water oplappen tot een warme maaltijd.

    Rebel Yell uit de kast en voldaan achterover na deze bijzondere dag.

    En gek...moest tijdens het zingen even aan Ton denken....als die nog geleefd zou hebben, zou die meegegaan zijn...en wat zou die dan hebben genoten.....hij was er vast een beetje bij......ergens.
    Read more