podróżował/a po 2 krajach. Czytaj więcej
  • Dzień 58–59

    Stadsleven

    7 stycznia, Japonia ⋅ ☁️ 11 °C

    Het is tijd om de stad te proeven. Tot nu toe zijn we nog niet ver van ons appartement af gedwaald, maar daar komt verandering in. Karin gaat eerst naar een 4 uur durende kapbeurt (?!) en we ontmoeten elkaar daarna vlakbij Tōkyō Station, het centrum van het centrum. Daar is namelijk ook het Tōkyō International Forum, een mooi staaltje moderne archtectuur waar vandaag ook een bekende maandelijkse antiekmarkt zou moeten zijn. Als ik van het metrostation naar het forum loop, merk ik al eens stuk beter in wat voor metropool ik me bevind (1). Eersteklas jungle van beton, staal en glas. Bij het forum zelf komen we erachter dat de antiekmarkt vandaag nou net in een andere locatie is. Jammer, maar het gebouw stelt niet teleur (2).

    We besluiten dan maar een beetje rond het station rond te hangen. Het is één van de oudste gebouwen in Tōkyō en is volgens velen gebaseerd op Amsterdam Centraal (3), al lees ik op Wikipedia dat dit betwist wordt. Onder het station is het gebruikelijke doolhof aan gangen en winkelcentra. Karin en ik zijn op zoek naar het Ramen steegje. Een ondergronds gangetje met zes ramen restaurants, ieder met een eigen specialiteit. We vinden het door de uitstekende bewegwijzering zonder moeite en besluiten voor de rijke visramen te gaan.

    Hierna wandelen we door het giga park rondom het keizerlijk paleis. Je hebt hier een mooi uitzicht op een paar van de skylines van Tōkyō (4, 5) - het is te uitgespreid om van een enkele skyline te spreken. Bij een van de oude poorten van het in de Meiji Restauratie verwoeste Edo-jō stoppen we even voor een foto op plaats delict (6). Karin is er via een historische manga serie achtergekomen dat haar voorouders waarschijnlijk betrokken waren bij de moord op de eerste minister van de Shogun in 1860, tijdens een periode van groeiende onvrede met het Shogunaat. We maken op de terugweg nog even een stop in Akihabara, bekend om zijn elektronica en manga winkels en maid cafés. Het Otaku-mekka. Het straatbeeld is tot nu toe misschien wel het meest typische beeld waar men aan denkt bij Tōkyō (7).

    Op maandag gaat Karin voor het eerst in bijna een halfjaar tijd weer naar kantoor. Ze heeft de afgelopen dagen al veel zitten jammeren over haar lot. Zo is er op kantoor geen bed waar ze even in kan duiken voor een snel dutje en spreekt ze met grote vrees over hoe ze gepest zal gaan worden, arme meid. Ik hoef op maandagen niet te werken, dus meteen een goede kans om 's avonds Shinjuku te bezoeken en Karin van werk op te pikken. Shinjuku, wat letterlijk "nieuwe herberg" betekent, was oorspronkelijk een wegstation op de Tōkaidō, de grote kustweg van Edo naar Kyōto en Ōsaka. Sinds de tweede wereldoorlog heeft het zich sterk ontwikkeld tot een van de voornaamste commerciële districten in de stad en het is nu thuis van het drukste treinstation ter wereld, waar iedereen schijnbaar verdwaald raakt. Gelukkig verteld maps mij precies welke uitgang ik moet hebben en hoef ik alleen maar de bordjes te volgen, geen probleem. Ik heb even de tijd om onder de indruk te zijn van de reusachtige flats die boven mij uittorenen (8) voordat Karin haar werk heeft afgerond. Als ik haar ontmoet in de lobby, vertelt ze met een meelijwekkende blik hoe ze gepest is: ze keken haar aan en vroegen haar vragen, de klootzakken.

    We lopen samen naar de andere kant van het station. Waar het westen gedomineerd wordt door flats en in pakken gestoken overheidswerkers en salarymen met doodse blikken, is Kabukichō (9), het oosten een werkelijke bacchanaal aan licht, eten, drank en sekswerkers. Hier komen al die salarymen zich dus ontladen na een stressvolle werkdag. We lopen wat rond, ons vermakend met de felle reclameborden voor "No. 1 Dandy" enzovoorts en besluiten dan binnen te stappen bij een lopende band sushi-tent. De sushi is zeker niet de beste die ik heb gehad, maar de lopende band is wel leuk (10).
    Czytaj więcej

  • Dzień 57

    Een museaal beeld

    6 stycznia, Japonia ⋅ ☀️ 15 °C

    Het is wel even mooi geweest met die oude meuk. Natuurlijk zijn tempels, traditionele architectuur en klassiek aardewerk harstikke mooi en is geschiedenis ontzettend interessant, maar het is tijd voor wat nieuws, wat hedendaags. Helaas is het Nationaal Museum van de Moderne Kunst gesloten wegens een expositiewissel, maar het Museum of Contemporary Art Tokyo is wel open en maar 10 minuten met de bus van ons appartement.

    Als de bus de stop nadert, is het meteen al duidelijk dat we onze bestemming bereikt hebben, dit kan natuurlijk alleen maar een museum voor hedendaagse kunst zijn (1). Bij de entree kopen we een driedubbel ticket: twee tijdelijke exposities en de vaste collectie. De eerste tijdelijke expositie is een retrospectief van Yasuko Toyosuma, een kunstenares die veel met multiplex doet en daarnaast thema's als school, economie en het bankstelstel behandelt. In een donkere kamer waar verschillend gekleurde om de beurt door rood en groen licht worden belicht is het een leuk spel om proberen te achterhalen wat nou de echte kleuren zijn (2, 3). De gesmolten tekenspullen (4) zien er ook vrolijk uit en sommige van de talloze panelen zijn nog best aardig (5). Wat ik erg mooi vind is de diepte die ze weet aan te brengen door slechts wat oppervlakige inkepingen in het multiplex aan te brengen (7).

    Op de 2e en 3e verdieping, alsmede in de kelder, is een jaarlijkse expositie met een technologische tint. De werken hier spreken mij meer aan. Er is een nutteloze generator die elektriciteit opwekt door een motorfiets van 3 meter hoog langzaam te laten zakken en via kabels en tandwielen een generator aandrijft. Je hebt helaas net wat meer elektriciteit nodig om de motorfiets weer op te tillen. Ook erg vermakelijk zijn de "Stray Robot Sentai Crangers": robot-stofzuigers die gefilmd zijn terwijl ze allerlei avonturen in de stad beleven. Of de informatiefilmpjes over hoe je een goed voedzame maaltijd om je hooi heen bouwt, afkomstig uit een toekomst waarin de wereld is overgenomen door een geiten-aanbiddende sekte. Het hoogtepunt is echter een serie lichtinstallaties die mij aan de 3d zoötropen van mijn vader doen denken. Hier is het echter een continue 3d-gaasconstructie waar of een lichtstraal langsbeweegt, of die zelf rondraait om de illusie van beweging te wekken (8). Heel vet gemaakt.

    In de vaste collectie is in een grote serie tekeningen van net na de Great Kanto Earthquake uit 1923 te zien hoe Tokyo voor een groot deel met grond gelijk is gemaakt. Indrukwekkend. Ook indrukwekkend zijn de gigantische kleurrijke doeken van Sam Francis (9). Ik herken ze meteen van de ene keer dat ik zijn werk in het Centre Pompidou in Metz heb gezien, maar deze examplaren zijn nóg groter. Na weer af te dalen door het puike trappenhuis (10) en een kijkje te nemen in de tuin, waar niks te zien is, gaan we naar buiten.

    We hebben de lunch overgeslagen dus het is tijd voor een super dikke vette hamburger in "3000 days". Het menu legt uit dat de eigenaar in totaal 3000 dagen de wereld heeft doorgereisd om de perfecte smaken voor zijn burgers bij elkaar te brengen. Ze smaken in ieder geval fantastisch. Na nog wat huishoudelijke shopping in één van Tōkyō's talloze winkelcentra besluiten we een halfuur terug te lopen, in plaats van de metro te nemen. De weg terugvinden is gelukkig een fluitje van een cent, want we hebben een niet te missen baken naast de deur (9).
    Czytaj więcej

  • Dzień 52

    Tōkyō, we're on our way

    1 stycznia, Japonia ⋅ ☀️ 12 °C

    Na een rustige oudejaarsavond brengt Karin's moeder ons 's ochtendsvroeg naar het vliegveld. Ik ga haar buitengewone gastvrijheid zeker missen, maar ben ook klaar voor het volgende avontuur. De grootste stad ter wereld staat ons te wachten. Natuurlijk is het niet te verhelpen dat Gruppo Sportivo in mijn hoofd rondspookt. Wanneer we opstijgen hebben we prachtig zicht op de besneeuwde bergtoppen van Hokkaido (1), een tafereel dat gespiegeld wordt als we neerdalen boven Tokyo Bay, maar dan met Fuji-san op de achtergrond (2).

    We moeten nog een tijdje wachten tot onze kamer beschikbaar komt, dus we doden de tijd op het geïntegreerde winkelcentrum van Haneda. Op het dak is een viewing deck, waar het natuurlijk wemelt van de vliegtuig spotters. Ik ben meer geïnteresseerd in de skyline, waar je vanaf dit schiereiland uitstekend beeld op hebt (3).

    Er is zowaar een directe verbinding vanaf Haneda naar ons appartement in Sumida-ku, dat met zo'n 221.000 inwoners redelijk gemiddeld is voor een van de 23 speciale wijken van de stad. Die speciale wijken heten zo omdat ze grotendeels functioneren als aparte steden, met een eigen burgemeester en gemeentebestuur, maar bepaalde autonomiteit en verantwoordelijkheden afstaan aan het metropolitaine bestuur, dat over het hele prefectuur gaat. Als we na een ondergrondse rit van zo'n drie kwartier uitstappen bij station Honjo-Azumabashi is het nog geen twintig meter lopen naar de voordeur. Even aankloten met de incheckinstructies ophalen en dan kunnen we met een verassend snelle lift naar de 6e verdieping (eigenlijk 5e, maar de begane grond is hier al 1). We zijn beiden aangenaam verrast over de hoeveelheid ruimte die we hebben in het appartement. Veel vloerruimte, een aardig balkon (4) en in de keuken is daadwerkelijk een stukje vrij aanrecht, een flinke gootsteen en zelfs wat kookgerei en plastic servies. Not bad at all. Het enige puntje is dat het lijkt alsof ze halverwege het inrichten een koffiepauze hebben genomen en nooit meer terug zijn gekomen. Er zijn twee gigantische kasten, maar die hebben geen planken, alleen kleerhangers. Er is een bankje, tapijt en salontafeltje, maar geen dinertafel of stoelen. Gelukkig kent Karin een soort Japanse Marktplaats waar we een hardhouten tafel met twee bijbehorende draaistoelen vinden die we een paar dagen later in de buurt ophalen. Super degelijk spul ook. Goede deal voor 0 yen.

    's Avonds gaan we shoppen onder de Skytree, die zo dichtbij is dat hij op ons dak zou eindigen als hij de verkeerde kant op omkiepert. Met 634 meter is het sinds 2012 al de hoogste toren in de wereld (waarbij de Burj Khalifa niet wordt meegerekend, want dat is een wolkenkrabber). Terwijl we ernaartoe lopen worden we een gelukkig nieuwjaar gewenst (5). Ik verbaas me erover dat, ondanks zijn dubbele hoogte, de Skytree minder imposant over komt dan de Eiffeltoren. Wellicht vanwege de minder vrije zichtlijnen, waardoor je hem minder goed in context van de omgeving ziet. Desondanks loop je bijna een nekhernia op van het omhoog turen. Nog een idee van de schaal: op de foto kun je vlak achter de Skytree een miezerig klein flatgebouwtje van een schamele 20 verdiepingen zien. We besluiten nog niet naar het observatiedek te gaan, want het uitzicht zal vast mooier zijn buiten de feestdagen, als alle salarymen om 8 uur nog in hun verlichte kantoren zitten.

    De volgende dag steken we de rivier over naar Asakusa. Onderweg zien we het hilarische hoofdkantoor van bierbrouwer Asahi (6). Karin vertelt dat Asakusa historisch gezien het kloppende hart van Edo was. Het echte centrum was gereserveerd voor de Daimyo en hun Samurai en alle kooplui en ambachtslieden werden gedelegeerd tot de "Shita-machi", de lage stad, waar Asakusa de belangrijkste wijk van was. Het staat vandaag de dag nog steeds bekend als een van de levendigste districten, vol specialistische winkels, izakaya's, komieken en straatperformers. Vandaag zijn veel winkels gesloten vanwege nieuwjaar, maar er is een flinke horde op weg naar Sensō-ji voor het nieuwjaarsgebed (7). We kunnen in Kappabashi, een grote winkelstraat volledig gewijd aan kookgerei en - niet verassend - Karin's favoriete plek in Tōkyō, gelukkig wel nog een snijplank die groter is dan een postzegel kopen. Hij is gemaakt van Paulownia, een houtsoort die je bijna nooit ziet buiten Japan, maar waar ze hier verzot op zijn. Ik snap wel waarom, het is bijna net zo licht als balsa en het werkt bijna niet.

    Als we de Sumida rivier terug oversteken zien we het meest typische uitzicht van onze wijk: De Skytree, het hoofdkwartier van Asahi en de naastgelegen bierhal, die officieel de "Flamme d'Or" heet, maar door de locals liefkozend de gouden drol wordt genoemd (8).
    Czytaj więcej

  • Dzień 44–51

    Feestdagen

    24 grudnia 2023, Japonia ⋅ ☁️ -5 °C

    Op kerstavond komen Karin en ik terug van het skieën, maar voordat we naar huis gaan, blijven we nog even in het centrum (1) om inkopen te doen voor het kerstdiner wat we samen voor Mika-san gaan maken. Ik ben van plan mijn inmiddels bijna verplichte Beef Wellington te maken en daar zitten wat ingrediënten in die iets lastiger te vinden zijn. De champignons kan ik prima vervangen voor shiitake, de biefstuk van de haas kan vervangen worden door een ander mooi, cyclindrisch en mals stuk vlees en verse tijm en rode wijnazijn hebben ze in een wat sjiekere supermarkt in de kelder van een van de vele warenhuizen in downtown Sapporo. De parmaham blijkt echter een probleem te zijn. We gaan naar meerdere supermarkten, een buitenlands eten-winkel en zelfs een soort kaas en vleeswaren speciaalzaak. Nergens ook maar een plak gerijpte ham te vinden. Uiteindelijk bellen we een slager die we op google maps hebben gevonden, maar in the middle of nowhere zit en die zegt nog één pakje te hebben. Legt hij wel even voor ons opzij. Een metrorit en twintig minuten wandelen later hebben we beet, het is misschien niet genoeg, maar ik heb als backup wat rauwe ham erbij gekocht. De Wellington was uiteindelijk toch een groot succes (2).

    De week tussen oud en nieuw is lekker uitrusten. Karin moet nog een beetje werken en ik vul de tijd met Japans studeren, pianospelen en Cities Skylines 2 spelen. We gaan er later in de week een paar keer op uit. Zo bezoeken we het biermuseum in Sapporo (3), waar vroeger Sapporo bier werd gebrouwen. Dat is het oudste en een van de grootste merken in Japan en ze maken ook het beste pils, aldus de experimenten van een expert. We lezen er veel over de geschiedenis van de brouwerij en de ontwikkeling van Hokkaido in de late negentiende eeuw. We slaan we de Biergarten over, want die is nog niet open en er is een wachtrij voor de reserveringen, en besluiten naar een goed aangeschreven Hokkaido-curry restaurant te gaan. Die is soepiger dan de normale Japanse variant. Je kunt kiezen op een pittigheidsschaal van 0 tot 10 en er staat een waarschuwing dat de stap van 4 naar 5 behoorlijk is. Ik heb nog geen een keer iets echt pittigs gegeten in Japan dus ik durf graad 5 wel aan. De ober kijkt me vragend aan en checkt of ik het wel zeker weet, maar de vorige keer dat dat gebeurde viel het allemaal reuze mee. Nu niet dus. Godverdetering zeg wat heb ik mijn bek lopen branden (terwijl de ober mij stilletjes uitlachte natuurlijk). Dit was op hetzelfde niveau als de pittige Koreaanse kip van Sonmat in Utrecht, maar dan een hele soepkom vol. Het was erg lekker, maar echt strijden om erdoorheen te komen. Een halfuur later had ik nog steeds buikpijn.

    De dag erna (of misschien wel twee) gaan we naar Otaru. Dat is een kleinere stad in de buurt, aan de kust. Het heeft een langere geschiedenis dan Sapporo, vooral als handelshaven en visserij, maar inmiddels is het niet veel meer dan een verassend toeristische suburb van zijn grote broer. Na een treinrit met een heleboel Chinezen gaan we als eerst naar de vismarkt. Ik heb ooit van een paar Amerikaanse miljoenairs gehoord dat het lekkerste dat ze ooit hadden gegeten een koningskrab op een Japanse vismarkt was dus dat wil ik ook proberen. En waar beter dan in Hokkaido, dat bekend staat om zijn uitstekende krab en vis. Probleempje: er zijn hier nog meer Chinezen dan in de trein en er is een wachtrij voor ieder restaurant (4). We lopen naar een andere markt, maar daar hebben ze geen krab. Weer terug en aansluiten bij de rij dan maar. Uiteindelijk zijn we de laatste die nog bediend worden, net op tijd. De krab, zalm, coquilles en gemarineerde octopustentakeltjes zijn allemaal verrukkelijk (5, 6).

    Hierna lopen we naar het stadscentrum waar we ruim de tijd nemen om alle glaswerkwinkels te bekijken die volstaan met prachtige creaties, net Venetië. Ook is er een speeldozenwinkel en een kaarsenwinkel. Leuk rondkijken. We lopen terug langs het oude kanaal van Otaru en moeten lachen om een kerstboom met zonnebril die voor de toeristen poseert en in erg Japans Engels een praatje aanknoopt. Als we later terug naar het station lopen staat de kerstboom op de bus te wachten (7).

    Met een schoolvriendin van Karin gaan we naar het nieuwe aquarium in Sapporo. Het bevind zich op de 4e tot 6e verdieping van een flatgebouw, dus we moeten eerst wat winkels door om er te komen. Het minimalistische design van de tickets, plattegrond en de entreehal, die met strak beton is afgewerkt, doet meer denken aan een museum voor de moderne kunst dan een aquarium. Het zijn toch wel echt waterdieren die ze tentoonstellen. Ze hebben een paar prachtig gevormde landschapsaquariums, ontworpen door een tuinarchitect (maar waar ik helaas geen foto's van heb) en een heleboel interessante beesten met interessante verhalen erbij die uitleggen hoe interessant die interessante beesten dan wel niet zijn. Niet het indrukwekkende formaat van de walvishaaien in Ōsaka, maar wel erg interessant (8-14). Naderhand eten we typische Sapporo ramen in het ramen steegje (15) en 's middags krijg ik kalligrafieles van Karin's moeder, die onder een beroemde kalligraaf heeft gestudeerd en ook werk in de collectie van het SieboldHuis in Leiden heeft. Ik probeer een 四字熟語 (yojijukugo, lett. "vier-karakterige samenstelling") te perfectioneren (16). Dat is een spreekwoord bestaande uit vier karakters, een klassiek thema voor kalligrafie. Karin vermaakt zich ondertussen met draken tekenen voor Nieuwjaar (17), 2024 is namelijk het jaar van de draak. Naast de bijzonder leuke les krijg ik ook nog het laatste werk van Mika-san mee die als souvenir naast mijn schilderijen uit Cambodja en Vietnam kan hangen. Schat van een vrouw.
    Czytaj więcej

  • Dzień 41

    Sneeuwpret

    21 grudnia 2023, Japonia ⋅ ☁️ -7 °C

    Na Karin's verjaardag gaan we skiën in Niseko. We pakken donderdagochtendvroeg de bus die in drie uur tijd ons naar Niseko-Annupuri brengt, één van de drie ski-resorts op Mt. Annupuri. De busrit is een mooie en brengt ons langs woeste baaien (1) en de in wolken gesluierde Mt. Yotei (2). Yotei-san is een vulkaan die, niet onvergelijkbaar met Fuji-san, alleen staat in een ring van lagere bergen. We zouden er vanaf de piste uitzicht op moeten hebben, maar alleen als het helder weer is.

    Als we aankomen bij de lodge worden we warm onthaald door het Australische stel van onze leeftijd dat samen met een Japans stel de zaak runt. Ze zijn hier op een werk-vakantie-visum, perfect om de hele winter door te skiën met kost en inwoning. We krijgen een verhuur aangeraden en we lopen heuvelafwaarts daarnaartoe. Karin moet ook nog skischoenen hebben, want die kon ze, in tegenstelling tot haar ski's, niet vinden. Maar oeps, ze is vergeten haar ski's mee te nemen naar de verhuur om ze op de schoenen af te stellen. De verhuurder geeft ons heel vriendelijk een lift terug naar boven en doet zijn best om Karin's kinderski's af te stellen. Schijnbaar niet echt geschikt voor een volwassene en zouden te makkelijk los kunnen schieten, maar ze doet het ermee.

    Omdat ik maar één keer eerder heb geskied en dat al twee jaar terug is, wil ik eerst even de babypiste af om te kijken of ik nog weet hoe ik moet sturen en stoppen. Dat lukt en halverwege begin ik me al te vervelen met de lage snelheid, meteen maar door naar halverwege de berg op dus. Blauwe piste, die af en toen nog verassend stijl is, maar niet uitdagend, een paar keer op en af en dan door naar de rode. Ik ga een paar keer plat om te voorkomen dat ik te veel snelheid opbouw, maar gelukkig houdt mijn nieuwe skipak me goed warm en droog. Karin heeft leren skiën op de basisschool en doet dit met twee vingers in de neus, maar ze wordt wel snel moe, dus ze neemt lekker de tijd en glijdt af en toe een stukje heel rustig achteruit om uit te rusten. Het sneeuwt de hele middag en avond door waardoor we continue prachtig verse sneeuw hebben, maar helaas geen uitzicht.

    Om 4 uur stoppen we bij een restaurant aan de piste voor wat typisch ski-voedsel. Nee, geen currywurst of schnitzel, maar Japanse curry en katsu (een soort iets dikkere schnitzel). Zoveel verschillen we eigenlijk niet, al hebben ze hier ook flinke kommen super hartige ramen, wat wel echt een upgrade is. Als we uitgegeten zijn is het al donker, maar gelukkig is het meerendeel van de pistes verlicht. We komen erachter dat er een paar parallelpaadjes zijn voorgeskied. Lekker bochtig en heuvelig door het bos. Lastig remmen in zulke smalle paadjes, maar gelukkig ligt er overal omheen een dikke laag poedersneeuw, als je iets te hard gaat ski je daar gewoon even in en dan plof je zo in wat praktisch één groot donskussen is, zo luchtig en zacht is de sneeuw hier.

    De volgende ochtend begint Karin later, want ze heeft een vergadering. Het is nu eindelijk wat helderder en het uitzicht is prachtig (3), al hult Yotei-san zichzelf nog steeds verlegen in de wolken. Ik maak gebruik van het moment om in de lift een foto te maken en klem mijn handschoen onder mijn arm. Even de telefoon stabiliseren en... Sukkel, handschoen laten vallen. De foto is ten minste wel mooi geworden (4). Ik zie dat er wat off-piste paden zijn die in de buurt komen, dus bovenaan ga ik de piste af en probeer de sporen van voorgaande skiërs te volgen door het dikke poeder. Dat gaat al snel mis, ski gaat het poeder in, even duikelen en een héle zachte landing. Mijn ski is wel ergens onder de sneeuw verdwenen en als je steeds tot aan je heupen wegzakt is het lastig zoeken. 5 minuten later vind ik hem weer en besluit eerst de piste wat verder af te dalen, zodat ik minder ver door het poeder hoef. Na wat geschuivel door het poeder kom ik in de buurt. Net als ik denk hem te zien, gaat er iemand anders die off-piste was al het diepe in om hem te pakken. Mensen in de lift hebben zitten roepen en wijzen en hij brengt hem zo naar mij. Toffe gozer.

    's Avonds willen Karin en ik naar de goed aangeschreven pizzeria, maar die is dicht. Het restaurant ertegenover is al volgeboekt en ze raden ons aan de heuvel af te lopen naar de hoofdweg, daar is wel wat. We lopen genietend van de sneeuw (9) naar beneden en komen inderdaad een knus restaurantje tegen die precies één tweepersoonstafeltje vrij hebben. Prijzig, maar ook heerlijk, vooral de komkommer met miso-knoflookdip. De gin tonics zijn vreemd genoeg helemaal niet duur en zelfs niet afgesteld op Japanse alcohol-tolerantie, genieten. Op de terugweg komen we een heel donzig hondje tegen die in zijn eentje op de stoep naar ons toe rent. Geen idee waar de eigenaar is, maar hij lijkt redelijk in één zijweggetje te blijven. Hopelijk hoort hij daar dus thuis. Karin begint een sneeuwpop te maken op weg naar boven, het gaat niet heel snel omdat het niet zo'n plaksneeuw is, maar met wat goede wil, geduld en veel aanstampen kom je een heel eind. Uiteindelijk heeft ze een redelijk formaat hoofd bij elkaar en die zetten we op een passende sneeuwhoop bovenop een brievenbus. Klaar is kees.

    Na anderhalve dag bijna non-stop op de latten te staan is mijn techniek al een heel stuk verbeterd dus zaterdagochtend scheur ik al vol zelfvertrouwen alle rode pistes af en zaterdagavond waag ik het op een zwarte piste die eigenlijk afgezet is, maar niet helemaal. De piste is niet geprepareerd dus er liggen nog flinke hopen sneeuw. Ik merk echter al snel dat het mij toch nog iets te stijl is en ik durf geen bochten te maken omdat ik bang ben niet meer te kunnen stoppen als ik mijn latten ook maar een seconde naar het dal richt. Rustig diagonaal een stukje afdalen, lekker in de sneeuw zakken en omkeren dus. Zo kom ik het stijlste stuk wel door, en daarna is het goed te doen. Ik neem me nog voor om het morgen nog eens te proberen, maar de volgende ochtend merk ik dat mijn spieren toch echt te moe zijn, de rode pistes kosten nu al moeite om onder controle te houden dus laat ik het erbij. Tijd om de bus terug naar Sapporo te nemen.
    Czytaj więcej

  • Dzień 37–40

    Beestenboel

    17 grudnia 2023, Japonia ⋅ ⛅ -2 °C

    Zondagochtend. Het is tijd om eindelijk naar Sapporo in het noordelijke Hokkaido te gaan, Karin's thuisland. Daarvoor pakken we een binnenlandse vlucht. De Shinkansen komt namelijk nog niet overal in Japan en zowel Matsumoto als Sapporo hebben geen aansluiting, al is de lijn naar Sapporo al een aantal jaar in aanbouw. Bovendien is het toch een goeie 700km hemelsbreed en zijn binnenlandse vluchten helemaal niet duur.

    We staan vroeg op om de eerste bus naar het vliegveld te pakken, die gaat pas iets na achten en komt slechts een halfuur voor vertrek aan op het vliegveld. Ik stress daar wat over, maar Karin maakt zich geen zorgen, dus het zal wel goed zijn. Als we aankomen op het vliegveld snap ik waarom. De terminal is kleiner dan een bescheiden treinstation, heeft precies één gate en het is de moeite niet waard om een matrixdisplay voor vertrektijden aan te schaffen, die zetten ze gewoon op het whiteboard, mét handgeschreven opmerkingen over de weersomstandigheden (2). Het personeel is ontzettend vriendelijk en er hangt een oneindig veel relaxtere sfeer dan op ieder internationaal vliegveld ooit. Terwijl we wachten om te boarden kijken we uit op het grondpersoneel dat onze bagage rustig en netjes in het vliegtuig legt. Het is net alsof af en toe pauze en een normale werkdruk zorgt dat mensen hun werk beter doen. Na wat spiraaltjes in de vallei van Matsumoto om boven de turbulente bergwinden uit te komen keert het vliegtuig noordwaarts. Door het raam werpen we een laatste blik op Fuji-san (4), die als enige hoog genoeg is om de wolken te doorbreken.

    Anderhalf uur later landen we op Shin-Chitose, een uur rijden ten zuidoosten van Sapporo. Na niet eens te hoeven wachten op onze koffers stappen we naar buiten en worden we begroet door een vrolijk zwaaiende moeder. Mika-san en ik zijn blij elkaar eindelijk te ontmoeten en natuurlijk is het altijd fijn om je dochter weer te zien. Het heeft nog maar weinig gesneeuwd in Sapporo, slechts een paar centimeter. Desondanks zijn de straten in de woonwijken bedekt met één laag ijs. Ik wordt al nerveus als ik er naar kijk, maar gelukkig heeft iedereen hier hele goede winterbanden. Thuis aangekomen worden we begroet door een blinde, een rochelende, een blaffende en een schuwe hond. Karin rent snel naar boven om de obese kat, Yuri, te knuffelen (5). Het is hier een heus dierenasiel. Blackie is stekeblind en loopt af en toe tegen een muur aan, maar lijkt verder gezond. Kenta is de vader en halfbroer van Kōru (misschien was Oedipus een betere naam geweest) en heeft iets in zijn keel, waardoor hij moeite heeft met ademen en amper kan eten. Kōru is de luidste van het stel, ondanks dat hij niet groter is dan een stevige rat (6) en loopt je graag voor de voeten in de keuken, scharrelend naar gevallen restjes. Shō is in het wild geboren en opgegroeid, totdat hij is gevangen door de hondenvangdienst. Na een oproep op Facebook is hij hier beland en lijkt op zijn plek, al is hij wel erg schuw en hij rent snel de trap op en blaast nerveus wat lucht uit als ik hem benader. Later wordt Shō toch wel een beetje mijn vriendje, mede door zijn charmante lach (7).

    Na ons een heerlijke Lasagne en pompoentaart te hebben voorgeschoteld gaat Karin's moeder met Kenta naar de dierenarts om te kijken wat er mis is met zijn keel. Karin en ik gaan de stad in om winterkleding voor mij en een verjaardagscadeau voor Karin te kopen en 's avonds eten we Hokkaido's nummer een comfort food: Chingisu-Kan (Ghenghis Khan). Het bestaat uit schapenvlees, groenten en marinade die je zelf op een bijzonder gevormde grill bakt (8). Die grill is waar het gerecht zijn naam vandaan haalt, het heeft namelijk ruwweg de vorm van de helm van de Mongoolse veroveraar. Ik dacht altijd dat ik niet zo van schapenvlees hield, maar ik ben gedwongen die mening bij te stellen, want wat loopt dit over van smaak zeg, yummie.

    Op de terugweg zien we in de stationshal een standbeeld van een inheemse Ainu-jager (9). Hokkaido is pas zo'n anderhalve eeuw echt onderdeel van Japan en werd daarvoor vooral bewoond door de Ainu, jager-verzamelaars die gerelateerd zijn aan stammen uit Siberië en de eilanden tussen Hokkaido en Kamtsjatka. Etnische Japanners stammen daarentegen af van een groep die zo'n tien- tot twintigduizend jaar geleden (don't quote me on this, ik zit in een vliegtuig en kan het niet fact-checken) vanuit Korea is overgekomen en hebben dus een heel andere taal, cultuur en uiterlijk. De Ainu-taal is nu bijna uitgestorven, omdat het een uitsluitend gesproken taal is en de Japanse overheid historisch gezien Ainu taal en cultuur flink heeft onderdrukt. Tegenwoordig wordt er, mede dankzij een razend populaire Manga/Anime serie met een Ainu personage in de hoofdrol, een stuk meer moeite gestoken in het behoud van de taal en cultuur. Zo zagen we op het vliegveld al een advertentie voor een nieuw Ainu-museum. Helaas is deze gesloten wegens oud en nieuw wanneer we er een ruime week later eindelijk tijd voor hebben.

    Als we teruglopen van station Shinkawa is het glad. Het is ongewoon warm en heeft overdag misschien zelfs een graadje gedooit, maar in de avond vriest het gewoon weer 4 of meer graden. Ook al ligt Sapporo op ongeveer dezelfde hoogtegraad als Madrid of New York, is het climaat een stuk straffer. Tussen December en Maart dooit het zeer zelden en iedere winter vallen er meters sneeuw. De zomers zijn vergelijkbaar met Nederland, al is de zon wellicht iets sterker. Zo zie je maar weer wat de golfstroom voor een warmte zorgt in West Europa.

    Weer thuis horen we van Mika-san dat Kenta nog bij de dierenarts onder observatie is, hij zou geopereerd moeten worden, maar ze zoeken nog uit of dat kan. Twee dagen later komt Kenta weer thuis, het tumor schijnt niet te opereren te zijn en de dierenarts geeft hem weinig kans, arm beestje. Wonderbaarlijk genoeg knapt Kenta in de tijd dat we hier zijn wel zichtbaar op, misschien red hij het toch.
    Czytaj więcej

  • Dzień 34–36

    Matsumoto

    14 grudnia 2023, Japonia ⋅ ⛅ 10 °C

    Na onze gefaalde pogingen Mt. Fuji te benaderen begeven we ons noordwaards. We reizen naar de stad Matsumoto, onder de schaduw van de Noordelijke Japanse Alpen. De Japanse Alpen bestaan uit drie ketens die van noord naar zuid Honshu in oost en west splitsen. In de bus- en treinrit van Fujikawaguchiko naar Matsumoto hebben we dus steevast een prachtig uitzicht op de bergen in de verte (2).

    Aangekomen in Matsumoto zien we grappige reclameposters die aansporen om de Shinkansen (die hier overigens niet eens in de buurt komt) te gebruiken om wat krab-toerisme te plegen (3, 4). Daarmee bedoel ik naar het wat noordoostelijker gelegen Hokuriku te reizen om krab te eten. We pakken een stadbusje om niet 20 minuten met onze koffers door het centrum te hoeven zeulen en na die gedropt te hebben in het appartement dat we als gratis upgrade hebben gekregen in plaats van een gedeelde slaapzaal gaan we naar het kasteel.

    Matsumoto-jō (1, 5) is waar de stad omheen is gegroeid en nog steeds bekend om staat. Waar Himeji's kasteel ook wel de Witte Reiger wordt genoemd, noemt men dit exemplaar de Kraai. Driemaal raden waarom. Een bijzonderheid aan dit kasteel is dat het een vlak land-kasteel is, niet gebouwd op een heuvel dus, niet dat ze daar hier een tekort aan hebben, maar wellicht is dat de reden dat men juist de vlakte wilt overheersen. Mede hierom zijn we in een kwartiertje al om de binnenste slotgracht gewandeld. Bij de ingang van de centrale ring staat een wacht in volle Samurai-uitrusting te poseren voor foto's met de toeristen, maar wij slaan het even over. De veste zelf is betimmerd met zwartgeverfd hout, maar heeft ook overal een met hennep versterkte stuclaag die dik genoeg is om musketkogels te weren. Onderweg naar boven komen we nog een flinke verzameling oude pistolen en musketten tegen. Die zijn allemaal nagelaten aan de stad door een enkel fanatiek verzamelend echtpaar. We lezen dat de rest van de collectie in het stadsmuseum ligt. De trappen zijn ontzettend stijl en de treden staan ver uit elkaar, maar we redden het zonder moeite tot de bovenste verdieping. Daar worden we getrakteerd op een mooi uitzicht (6) en zien we een bijzonder fenomeen: een zwevende Jinja in de nok van het dak. Het verhaal gaat dat een geest zich in de vorm van een vrouw toonde aan de zoon van de Daimyo, een lok haar achterliet en beloofde dat het kasteel niet zou afbranden zolang zij iedere maand werd geëert met een offer van een zak haver. Dus hebben ze de lok haar in een klein huisje gestopt en opgehangen aan het plafond. Ondanks deze beschermheilige heeft het kasteel wel nog gewoon Shachi. Dat zijn mythische wezens met het hoofd van een leeuw en het lichaam van een karper, die als gedecoreerde dakpannen de nokken van Japanse kastelen bekronen, dat zou ze ook beschermen tegen brand. Op de weg naar beneden komen we langs nog een van de bijzondere kenmerken van het kasteel: een soort uitbouw met open muren. We lezen dat dit de maankijkkamer is.

    We wandelen die avond en ook de volgende dag redelijk wat door de knusse straatjes in het centrum die overlopen van de winkels met aardewerk, kunst, antiek en lekkernijen. Ook zien we een opvallend vakwerkhuis (7). Er hangt een gemoedelijke sfeer en er is een rust die je niet zou verwachten bij een stad van toch dik tweehonderdduizend inwoners.

    Vrijdagmiddag gaan we naar het stadsmuseum. Een mooi, gloednieuw gebouw met alleen op de derde verdieping een permanente collectie. Er is geen tijdelijke tentoonstelling op dit moment. Die permanente collectie is misschien niet heel groot, maar wel voorzien van veel interessante achtergrondinformatie over de geschiedenis van de stad. We lezen hoe de stad zich ontwikkelde rondom het kasteel en hoe het een belangrijk handelsknooppunt werd tijdens de Edo-periode. De hiërarchie in die tijd is duidelijk te zien op de flinke maquette (8), centraal ligt het kasteel van de Daimyo met op de binnenste ring barakken en de residentie van de belangrijkste functionarissen. Daaromheen liggen de huizen van de Samurai, vaak met tuin, die ook weer door een gracht worden omgeven. Pas daarbuiten woont de rest van het gepeupel, vaklui, handelaars en veel kleinschalige boeren. Al die Samurai die daar midden in de stad woonde waren overigens niet gewoon soldaten. De Edo periode was vreedzaam en er was weinig noodzaak voor een groot staand leger bestaand uit de traditionele krijgersklasse. Nee, de Samurai waren vooral aan het werk in de publieke sector. Administratie enzo. We zien het pantser van een van de Daimyo, compleet met vervaarlijke snor natuurlijk (9), er is een festivalboot die door de bewoners van een van de blokken voor een jaarlijkse optocht is gemaakt (10), net carnaval, en ook leuk is een strooien paard met twee poppekes erop (11), deze werd ieder jaar bij een festival gemaakt om ongeluk in te stoppen, de buurt uitgesleept en in de fik gestoken. Hoppa, die pech hoeven we hier niet. Bij de uitgang is nog een maquette (12), minder uitgebreid, maar op grotere schaal. Op het bordje lees ik met ongeloof dat deze meer dan honderd jaar geleden is gemaakt met hulp van getuigenissen van toen nog levende mensen om kinderen over de geschiedenis van de stad te onderwijzen.

    Zaterdag plannen we de eerste bus te nemen richting Takayama. We zullen niet zover gaan, maar halverwege, in de Kamikōchi-vallei, uitstappen. Deze staat bekend om zijn mooie natuur en goede wandelroutes. Die eerste bus gaat pas tegen twaalven dus we zetten geen wekker. Wonderbaarlijk genoeg moeten we ons nog flink haasten ook. Als we eindelijk het busstation vinden rijdt de bus net weg. Gelukkig duurt het maar een uurtje tot de volgende. Dat is in een cafeetje zo voorbij en het geeft ons de tijd om wat onigiri voor onderweg in te slaan.

    Bij de ingang van de vallei stappen we in de miezer uit en worden we begroet door het gebulder van een waterval (13). Het blijkt dat de enige ingang van de vallei een ruim anderhalve kilometer lange tunnel is. Enigszins ontmoedigd beginnen we te stappen. Stijl omhoog, met om de zoveel tijd het oorverdovende gebrul van een naderende vrachtwagen dat minutenlang door blijft galmen, fijn dit. Uit de tunnel gekomen miezert het nog steeds en na honderd meter mogen we de volgende tunnel in. Deze is gelukkig maar half zo lang en minder steil. Aan het andere eind is het eindelijk gedaan met de tunnels en beginnen we weer af te dalen. Het miezert wel nog gewoon, het moet hier natuurlijk niet te leuk worden. We lopen de vallei in en hebben uitzicht op natte takken en bewolkte bergen (14, 15). Hier en daar is nog wat sneeuw te ontwaren, maar het meeste is in de laatste paar dagen gesmolten. Het was bijzonder warm voor de tijd van het jaar.

    Als we tot de rivier zijn afgedaald komen we in een soort moeraslandschap, wat een vervremende ervaring is, hier tussen de bergen. De grijze natheid en eenzaamheid van de omgeving geeft het allemaal een wat mysterieuze sfeer. Alsof je ieder moment in de verte tussen de bomen het hutje van een heks zou kunnen ontwaren. Op sommige plekken is het moeras gevuld met ijzige hopen sneeuw (16) en op de terugweg moeten we ook regelmatig door wat sneeuw stappen op de verhoogde, houten looppaden. Beetje glad, maar gaat goed. We komen nog een stenige helling tegen waar een riviertje vanaf dondert (17) en dan klimmen we weer omhoog naar de weg. Dit was een bijzondere omgeving en ik zou graag nog eens terug willen komen met mooier weer en het liefst ook wanneer de bomen bladeren hebben.
    Czytaj więcej

  • Dzień 30–34

    Fuji

    10 grudnia 2023, Japonia ⋅ ☀️ 16 °C

    Vanuit Kyōto nemen we de Tokaido Shinkansen richting Tōkyō. We stappen alleen een paar haltes eerder uit, in Mishima. Daar wachten we bij een laaghangende zon op de lokale trein. Ik maak een foto van het perron en de eenzame sporen in de gloed van de winterzon (2). Na een uurtje lokale trein en nog twee in de bus komen we aan in Kawaguchiko, een dorpje aan een van de vijf meren aan de noordkant van Fuji-san. We hebben de berg natuurlijk allang gezien vanuit de Shinkansen, die aan de zuidkant passeert (1), maar als ik hem de volgende ochtend vanuit ons raam boven de daken uit zie torenen, wordt ik er toch even stil van (3). Het is een imposant gezicht, die eenzame berg die drieëneenhalve kilometer boven de zee uit torent.

    We verblijven deze week in een erg fijn appartement, met goede keuken dus we koken lekker vaak. Omdat we donderdag al weer doorgaan naar Matsumoto en het dinsdagochten regenachtig is, besluiten we woensdagochten de bus naar het 5e station te nemen. Dat is de hoogste ring op de berg waar de weg naartoe gaat. Vanuit daar is het wel mogelijk om door te hiken naar de top, maar daar is de winter het seizoen niet voor en bovendien heb je daar minstens een dag voor nodig. Woensdagochten reageren we verrukt op het uitzicht, het heeft die nacht gesneeuwd op de berg en hij schittert overal bovenuit (4). Onze verrukking verandert echter snel in ontzetting als we door de busschauffeur worden verteld dat er geen bus de berg op gaat, omdat de weg is dichtgesneeuwd. We besluiten dan maar naar het meer te lopen en onderweg hebben we ook een paar mooie uitzichten (6-8). De volgende ochtend proberen we het voordat we naar Matsumoto gaan nog eens, maar helaas, geen cigaar. Wel nog één laatste foto (9).
    Czytaj więcej

  • Dzień 29

    Higashiyama

    9 grudnia 2023, Japonia ⋅ ☁️ 15 °C

    Zaterdag is het eindelijk tijd om 100% sightseeing te gaan doen. Doordat we ziek zijn geweest hebben we een dagje uit naar Nara moeten laten schieten, maar Higashiyama ("oostelijke berg") staat wel nog op het programma. Hier is zo'n beetje de grootste concentratie van bezienswaardigheden en mijn boek heeft een wandelroute uitgestippeld om die in een dag te bezoeken. Jammer genoeg heeft Karin wederom 's middags een seminar en hebben we goed onze ziekte uitgeslapen. Alleen op pad dus.

    Op weg naar Kiyomizu-dera, waarschijnlijk Kyōto's beroemdste tempel, loop ik op aanraden van mijn boek langs een groot kerkhof (2). Duizenden familiegraven liggen hier. Indrukwekkend. Ik kom ook nog een mooie jinja tegen (3). Het eerste deel van Kiyomizu-dera dat opdoemt is de pagoda met dat karakteristieke oranje schilderwerk van Kyōto (1). Als ik echt op het tempelterrein kom stikt het natuurlijk weer van de toeristen. Ik heb geen zin om duizend yen te betalen om in een menigte door het hoofdgebouw te schuifelen, dus ik neem genoegen met een blik van buitenaf (4). Via een zijuitgang verlaat ik het terrein en ik stuit op een prachtig traditioneel Japans huis (5). Grappig hoe snel het van een zee aan toeristen naar een rustig uithoekje van de staf als je 20 meter van de hoofdpaden afwijkt. Je zou toch denken dat ik niet de enige toerist ben die af en toe op zoek is naar ruimte.

    Nog eens 50 meter verder begint de drukte weer. Vanaf Kiyomizu heuvelafwaarts zijn een paar straten van het oude Kyōto bewaard gebleven. Niet afgefikt, niet ingestort door een aardbeving en niet platgegooid om ruimte te maken voor beton. De straten zitten tjokvol met winkeltjes die snuisterijen, aardewerk en hapjes verkopen (ik laat me verleiden door een gepekelde komkommer op een stokje), maar vooral zitten ze vol met toeristen (6, 7). Het zijn ook wel mooie straatjes. Ik stoor me inmiddels niet meer aan de drukte en kijk naar de verschillende kimono's die hier door zo'n één op de tien vrouwen worden gedragen. Het is in Japan traditie voor jonge vrouwen om op hun twintigste verjaardag een fotoshoot te doen in een kimono en wat is daar nou een betere locatie voor dan de historische straatjes van Kyōto. Toch vermoed ik ergens dat een aanzienlijk deel van de dragers ook buitenlandse toeristen zijn (misschien waren de blonde haren een hint).

    Na wat pagoda-spotting van een afstand te hebben gedaan (8, 9) kom ik bij Kodai-ji. Een zen Tempel die gesticht is door de vrouw van Toyotomi Hideyoshi (degene die Japan verenigde) na zijn dood, maar gefinancieerd door Tokugawa Ieyasu. Wellicht voelde hij zich schuldig over het vermoorden van haar zoon en Hideyoshi's erfgenaam om de macht over te nemen. Er is een leuk bruggetje (10), een aardige grindbak (11) en een fijn bamboebos (12).

    Via een stadspark dat vooral in de lente populair is voor Hanami (een soort feestelijke picknick die veel Japanners houden onder de kersenbloesem), maar ook in de herfst er mooi uitziet (13), kom ik bij Chion-in. Die imponeert met zijn machtige poort (14) en de zwaarste bel in Japan (16), weegt 74 ton. Deze tempel is het hoofdkwartier van de Boeddhistische Jōdo-Shū sekte, de op een na grootste in Japan. Jōdo-Shinshū, waarvan de eerder genoemde Nishi- en Higashi-Honganji de hoofdkwartieren zijn is de grootste. Niet alleen de namen, maar ook de inhoud lijkt op elkaar. Ze beloven beiden paradijs door het reciteren van de "Nembutsu". Ze verschillen alleen een beetje in wat gewoontes en interpretatie, waar Shinshū meer om de intentie achter het reciteren geeft en Shū gewoon zegt: "bidden, bitch".

    Ik loop nog even naar de buurtempel, Shoren-in, maar vooral de gigantische kamferbomen die de tempel omringen zijn de moeite waard (17). Hierna loop ik een stukje terug naar Yasaka-jinja en daar zie ik een centraal platform dat compleet beladen is met lantaarns (18). Twee minuten later springen ze aan (maar die foto was minder mooi). Yasaka is de grootste jinja in Gion, het grootste nog bestaande traditionele entertainment-district van Japan. Hier werken nog zo'n 300 professionele Geisha's, verreweg de meeste in Japan. Ik ga op een stoep zitten om op Karin te wachten, maar helaas komt er in de tussentijd geen Geisha voorbij.

    Herenigd besluiten we dat het te krap is om nog een traditionele (ik ga dit woord nog maar één keer gebruiken, beloof ik) dansvoorstelling te bekijken. Karin heeft namelijk een Kaiseki restaurant geboekt en die dulden geen laatkomers. Kaiseki is Japans fine-dining en is natuurlijk afkomstig uit Kyōto. Het bestaat uit talloze gangen van simpele, maar perfect gebalanceerde smaken. Geen gedoe met kruiden, bakken zout en vet, of complexe constructies van sauzen en garnituren. Finesse is the name of the game. Uiteraard worden alleen lokale ingrediënten die in het seizoen zijn gebruikt, maar ze hebben ook een Sake-pairing, waarbij je voor iedere Sake een ander kopje of kommetje uit de collectie van de eigenaar mag uitzoeken (19). Het is een piepklein restaurant met, net zoals bij Sushi, een enkele bar die de keuken van de eters scheidt. Er zit een stel naast ons gedurende de drie uur die de maaltijd duurt en de eigenaar is de enige die er werkt. Gang na gang komt op tafel, ieder mooi uitgestald, maar niet als een Jackson Pollock, zoals je in een Westers fine-dining etablissement mag verwachten, maar op een manier die de natuur waar de ingrediënten vandaan komen eer aan doet (20). Natuurlijk smaakte het ook fantastisch, maar toch bescheiden.
    Czytaj więcej

  • Dzień 26–28

    Ziek

    6 grudnia 2023, Japonia ⋅ ☀️ 10 °C

    Woensdagochtend wordt ik wakker met verstopte luchtwegen, fikse hoofdpijn en een allesoverheersend lam gevoel. Nee, geen kater. Griep, Covid, of een hele nare verkoudheid, geen idee, maar maakt ook niet uit. Ik heb die avond een belangrijke demo met een klant die, om de woorden die een componist ooit over Tom heeft uitgesproken te lenen, "enigmatisch in zijn bereikbaarheid" is. Die wil ik dus echt niet missen en met een betonnen hoofd ga ik toch maar aan het werk om de laatste voorbereidingen te treffen. De demo is uiteindelijk een groot succes.

    De volgende dag heeft Karin het ook te pakken. Dit zou onze tweede dag samen Kyōto ontdekken zijn, maar dat zit er dus niet echt in. 's Middags voelen we ons beiden dapper genoeg om het op een wandeling door het park te wagen. We pakken de metro naar het voormalige keizerlijk paleis. Het hele ommuurde gebied is tegenwoordig een uitgestrekt park in het hart van Kyōto, vroeger stonden hier de huizen van hooggeplaatste functionarissen en andere elites. Het paleis zelf is een ommuurd complex in het ommuurde park in de stad. Zoals gewend van Japan, zien we veel vakwerk met zware balken, stevige daken en lichte schuifdeuren met rijstpapier. Er is een ceremoniële zaal waar de keizers gekroond werden (foto 1), er is een bijgebouwdje waar een of ander keizerlijk relikwie wprdt gehuisvest (2) en een alleraardigste tuin (3-5).

    Ondanks dat ik er als een zombie bijloop beloof ik Karin nog over de Nishiki markt te lopen (6). Mijn boek heeft deze overdekte arcade aangeraden als dé plek om alle lekkernijen van Kyōto te bewonderen: gepekelde zuurtjes, gebraden stukjes vlees, kruidenwinkeltjes waar een sample ons (zelfs met verstopte neus) zo doet genieten van rijst met wat kruiden erop dat we een zakje kopen, viswinkels, mochi en nog fermenterende groenten (7). Daarna is het huiswaarts aan, waar we een simpele, doch lekkere samengestelde magnetronmaaltijd eten. De magnetronrijst van de Lawson konbini is uitstekend en met wat kimchi en curry komt het toch best mooi samen.

    De volgende dag is het nog steeds niet veel soeps en Karin heeft 's middags een seminar. Uiteindelijk gaan we 's avonds nog naar Kinkaku-ji, de gouden tempel (8-10), waar we net voor sluitingstijd nog binnen mogen. Het is heerlijk sereen in de tuinen rondom de Tempel en dit doet de zieke geest goed. En ja, hij is echt helemaal bedekt met bladgoud, niet zomaar een mooi verfje. Deze tempel is gebouwd door een van Ashikaga Shoguns, de dynastie die tot zo'n 100 jaar voor de Tokugawa's de macht had. Ginkaku-ji, de "zilveren" tempel, staat er niet heel ver vandaan. Deze is gebouwd door een latere Ashikaga Shogun, maar helaas was het geld op voordat de tempel met zilver bedekt kon worden. De naam bleef echter.

    Hierna gaan we naar een grote boekenwinkel waar een cafe is met zo'n aantrekkelijk plaatje van een met bosvruchten en slagroom bedekte Luikse wafel dat we dat niet voorbij kunnen laten gaan. Karin neemt een Mont Blanc en ze stellen beiden niet teleur (eigenlijk zelfs beter dan ik ze in België heb gehad). Ook de koffie was uitstekend en ze verkopen zelfs hun bonen! De zak die we nog in Hanoi hadden gekocht is een paar dagen terug leeggeraakt dus dat komt mooi uit. We eten 's avonds eindelijk sushi (ja, we zijn niet eerder naar een sushi restaurant geweest) in een typisch restaurant waarin iedereen aan een balie zit waarachter de chefs voor je neus de boel bereidt (11). Verrukkelijk.
    Czytaj więcej

Dołącz do nas:

FindPenguins dla iOSFindPenguins dla systemu Android